• No results found

De visie van Jong VLD op de jongerengarantie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De visie van Jong VLD op de jongerengarantie"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

OVER.WERK Tijdschrift van het Steunpunt Werk / Uitgeverij Acco 1/2016 47

Jong VLD

is een multiplicator-effect dat het potentieel heeft om meer jobgroei te brengen dan tien taxshiften tezamen.

Waarom dan toch steeds die tegenstand tegen alles wat neigt naar flexibele arbeid? Of het nu om het uitbreiden van studentenjobs of werktijd combine- ren gaat, telkens pruttelen werknemersorganisaties tegen.

Ze hanteren daarbij een simpele, maar helaas totaal verkeerde redenering. Arbeid zou een vast gegeven zijn. Wie meer wil werken, pikt werk van andere mensen in, zo eenvoudig lijkt het. Om met meer mensen aan de slag te gaan, moet je individuele arbeid volgens hen dus drastisch beperken. Op die manier kan je makkelijk vroege brugpensioenen of de recente hype rond de 30-urenweek verdedigen als effectieve maatregel om de werkgelegenheid te vergroten. Helaas klopt er niets van.

Economisten ergeren zich zo hard aan deze denk- fout dat ze het een eigen naam hebben gegeven:

‘the lumb of labour fallacy’, de veronderstelling dat het aantal jobs vastligt en nooit meer stijgt. Talrijke studies hebben dat in het verleden al ontkracht. Zo is er bij ons welbekend onderzoek van Franstalige economen naar het effect van brugpensioen op de werkloosheid bij jongeren. Uiteraard onbestaande.

En je hoeft niet eens in de econometrie te duiken om te weten dat deze denkwijze nergens op slaat.

Als het zou kloppen dat meer jobs werk onmo- gelijk maakt, waarom is er dan geen catastrofale stijging van de werkloosheid sinds vrouwen hun haard verlieten?

De werkelijkheid is voor iedereen duidelijk: werk maakt werk. Mensen die een inkomen verwerven geven dat opnieuw uit aan diverse zaken, wat op zijn beurt een inkomen verschaft aan andere men- sen, jong en oud, deel- of voltijds werkend. De De Belgische jeugdwerkloosheid is al enige tijd het

zorgenkind van onze arbeidsmarkt. Het afgelopen jaar is daar door een pakket aan maatregelen ge- lukkig een dalende trend in gekomen. Die omkeer leert twee dingen. Eén: goed beleid maakt wel de- gelijk een verschil. Twee: we mogen niet op onze lauweren blijven rusten en moeten verdergaan op de ingeslagen weg.

Een van de meest effectieve maatregelen om jonge- ren, vooral laaggeschoolden, naar de arbeidsmarkt te leiden is flexibele arbeid, zoals flexi-jobs. De invoering ervan in de horeca was een enorm suc- cesverhaal: bijna 10 000 mensen, van wie veel jon- geren, maken er op korte tijd gebruik van. Tegen- standers hebben het steevast over afgrijselijke mini- jobs. De vraag is dan: wat is er verkeerd aan mini?

Flexi-jobs zijn namelijk een manier om bij te verdie- nen in aanvulling op ander werk. Wie nu bijvoor- beeld vier vijfde werkt in een hoofdjob als semi- topsporter, tuinman of straatmuzikant, zal voortaan onbeperkt kunnen bijverdienen als kelner in een restaurant. Dat betekent dan dat het opdienen van tafels meestal mini is qua arbeidstijd vergeleken met de hoofdbezigheid.

Wat daarbij vaak vergeten wordt, is dat die werkne- mer wel degelijk sociale rechten opbouwt, ook in het flexi-gedeelte. En nergens wordt hij gedwongen om dat te doen aan een hongerloon. De horror- verhalen, inclusief verwijzingen naar taferelen uit Daens, zijn dan ook volledig van de pot gerukt.

Sterker nog, er zijn alleen maar winnaars. Werkge- vers betalen een duidelijke eenmalige RSZ-bijdrage, werknemers moeten zich niet langer tot de grijze markt begeven om toch maar niet in de proble- men te komen. De flexi-jobs zorgen er dus voor dat voorheen onderbenut potentieel in onze eco- nomie toch kan bijdragen aan onze welvaart. Dat

(2)

48 OVER.WERK Tijdschrift van het Steunpunt Werk / Uitgeverij Acco 1/2016

tegenstand tegen flexi-jobs is dan ook gebaseerd op het jarenlang overdragen van dogma’s die ba- den in een fata morgana. En dat is zeer jammer.

Want dat flexi-jobs goed zijn voor werknemer en werkgever in de horeca, dat kan elke cafébaas vanaf nu ondervinden. Het blijft echter een drup- pel op een hete plaat. Het effect op de gehele economie is te verwaarlozen. Als we er een echt maatschappelijk succesverhaal van willen maken,

als we willen dat we de onderbenutting van werk- gelegenheid omkeren naar welvaartcreatie, dan moeten we het systeem overal laten gelden. Ho- pelijk neemt de Sint volgend jaar dus meer pakjes mee.

Maurits Vande Reyde Jong VLD

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de stad Antwerpen zijn er 2315 jongeren die zich officieel niet op de arbeidsmarkt bevinden en nooit een traject volg- den bij VDAB of OCMW (Desseyn & Hoefnagels, 2015)..

Werkplekleren en sta- ges, zowel binnen het secundaire als hoger onder- wijs, zouden een deugddoende afwisseling kunnen zijn en leveren voor jongeren een meerwaarde op, aangezien

Jongeren moeten zich toch vooral bewust zijn van de ar- beidsmarkt.. ’Arbeidsmarktinitiatie‘ zou deel moeten uitmaken van

Het aanpakken van vroeg- tijdige schoolverlaters moet een absolute prioriteit zijn, zeker nu de inschakelingsuitkering – een soort werkloosheidsuitkering voor afgestudeerde jonge-

Voor Jong Groen moet deze begeleiding opstarten ten laatste één maand na het afstuderen of werk- loos worden, en eindigt deze pas bij een eerste, kwalitatieve en duurzame

Jong N-VA vindt dat er meer moet ingezet worden op arbeidsmarktbeleid en dit door het verder over te dragen naar de ge- meenschappen.. Jobcreatie moet voornamelijk ge- beuren in

Voor de Vlaamse jongeren die hun loopbaan willen starten, biedt het huidige beleid van jongerengaran- tie echter geen echte oplossing.. De zo gepromote stages zijn namelijk vooral

“U werd helaas niet weerhouden, we kozen voor iemand met meer ervaring, we wensen u veel succes in uw verdere zoektocht.” Vraag maar even om u heen, er zijn heel wat jongeren die