COELO
Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden
Bestraffen kiezers partijen die bestuurs-
verantwoordelijkheid
nemen?
3 Inhoud
Voorwoord 4
1 Inleiding 5
2 Theorieën over de effecten van bestuursdeelname 6
3 Hypothesen 9
4 Overzicht van de gebruikte gegevens 11
4.1. Onderzoeksperiode en bronnen 11
4.2. Beknopte omschrijving gegevens 11
4.3. Kenmerken van colleges 13
4.4. Variabelen 20
5 Uitkomsten 21
5.1. Methode 21
5.2. Gemiddeld effect 21
5.3. Kabinetsdeelname 22
5.4. Aandeel collegepartijen in raadszetels 23
5.5. Aantal aansluitende termijnen in college 25
5.6. Aantal collegepartijen 26
5.7. Per partij 28
5.8. Per verkiezing 30
6 Samenvatting en conclusies 32
6.1. Betrouwbaarheid en beperkingen 33
Discussie 34
Literatuur 35
Bijlage A. Gebruikte gegevens 37
Bijlage B. Uitleg analysemethode 41
Bijlage C. Regressietabel 48
Bijlage D. Robuustheidsanalyse 53
4
Voorwoord
5
1 Inleiding
6
2 Theorieën over de effecten van bestuursdeelname
1
1
7
8
9 3 Hypothesen
Hypothese 1: Collegedeelname kost een partij gemiddeld stemmen bij gemeenteraadsverkiezingen.
Hypothese 2: Kabinetspartijen, dus partijen die deelnemen aan de landelijke regering, verliezen na collegedeelname meer stemmen bij
gemeenteraadsverkiezingen dan partijen die landelijk niet meebesturen.
Hypothese 3: Hoe groter een collegepartij, hoe kleiner het electorale verlies na collegedeelname.
Hypothese 4: De electorale kosten van collegedeelname nemen af na de eerste bestuurstermijn.
Hypothese 5: Naarmate meer verschillende partijen aan het college deelnemen verliezen collegepartijen minder stemmen.
10
Hypothese 6: Voor beginselpartijen als GL en SGP zijn de electorale kosten van collegedeelname groter dan voor brede bestuurspartijen als CDA, PvdA en VVD.
Hypothese 7: Sinds 1990 is het electorale verlies na collegedeelname toegenomen.
11
4 Overzicht van de gebruikte gegevens
4.1. Onderzoeksperiode en bronnen
4.2. Beknopte omschrijving gegevens
12
2
2
13
4.3. Kenmerken van colleges
14
15
16
17
3
4
3
4
18
19
20
4.4. Variabelen
In onze regressies is de te verklaren variabele de relatieve verandering van het aandeel van de raadszetels van partij X in gemeente Y tussen twee opeenvolgende
gemeenteraadsverkiezingen.
21 5 Uitkomsten
5.1. Methode
5.2. Gemiddeld effect
22
5.3. Kabinetsdeelname
23
5.4. Aandeel collegepartijen in raadszetels
24
5
5
25
5.5. Aantal aansluitende termijnen in college
26
5.6. Aantal collegepartijen
6
6
27
28
5.7. Per partij
29
30
5.8. Per verkiezing
7
7
31
32
6 Samenvatting en conclusies
33
6.1. Betrouwbaarheid en beperkingen
34
Discussie
35
Literatuur
36
37
Bijlage A. Gebruikte gegevens
8
Bestand Ogink
VNG Gids gemeentebesturen
8
38
39
Kiesraad
9 10 11 12
13
9
10
11 12
13
40
41
Bijlage B. Uitleg analysemethode
42
43
44
45
46
47
48
Bijlage C. Regressietabel
49
50
51
52
53
Bijlage D. Robuustheidsanalyse