1
Carpaal
tunnelsyndroom (CTS)
Wat is een carpaaltunnelsyndroom (CTS)?
Het carpaaltunnelsyndroom (CTS) is een aandoening waarbij een armzenuw bekneld geraakt is in de pols. Dit komt vaak voor. De plek in de pols waar de zenuw bekneld is, noemen we de carpale tunnel.
Symptomen
Als de nervus medianus in de carpele tunnel te weinig ruimte heeft, kunt u in uw vingers een dof, tintelend en pijnlijk gevoel krijgen. Mogelijk slaapt u ’s nachts ook slechter. En er kunnen voorwerpen uit uw handen vallen. Schudden met de hand geeft een beetje
verlichting van de klachten.
Onderzoek
De neuroloog stelt de diagnose aan de hand van de klachten die u heeft, een echo-
onderzoek en soms aanvullend een EMG-onderzoek. Bij een echo-onderzoek meten we met ultrageluid de diameter van de nervus medianus. Bij het carpaaltunnelsyndroom is de zenuw vaak verdikt. Bij een EMG (elektromyografie) meten we de snelheid van elektrische geleiding naar de huid van uw vingers of naar uw handspieren. Bij een carpaal
tunnelsyndroom kan die zenuwgeleiding vertraagd zijn.
Behandeling
Wanneer de diagnose carpaaltunnelsyndroom (CTS) is gesteld, kunnen we u op
verschillende manieren behandelen. De behandeling kan bestaan uit het dragen van een (nacht)spalk, injecties of een operatie.
2
Als eenvoudige behandelingen (spalk of injectie) niet helpen, kunnen we u opereren. Dit doen we bijna altijd onder lokale verdoving. Een operatie helpt vooral goed tegen de nachtelijke tintelingen en pijn in de hand.
Na de behandeling
Na de operatie draagt u 48 uur lang een drukverband en een mitella (driekante doek). Na circa 14 dagen verwijderen we op de polikliniek de hechtingen.
Contact
CTS/Arm-poli T 088 753 12 50
Ma t/m vrij van 08:00 – 16:30 uur
Klinische Neurofysiologie (KNF) T 088 753 16 20
Ma t/m vr van 08:00 – 16:30 uur
Neurologie - Polikliniek T 088 753 12 50 F 088 753 12 58 klantcontactcentrum@tergooi.nl Ma t/m vr 08:00 – 16:30 uur