00
00
0
)
co
(/)
< D
Q .
X
0 )
in a\ <D -Q E <D U <D "O <N d o c u m e n ta t ie c e n tr u m NEDERLANDSE POLITIEKE p a r t i j e nGeen tweede kans
Is het recept van de Gouden Eeuw voor Nederland voor herha ling vatbaar? Over deze vraag debatteerde ik afgelopen maan dag met de historicus prof. dr. Jan De Vries, de econoom Bomhoff en Alain Peyrefitte, lid van de Académie Fran^aise. De vraag is interessant. In de Gouden eeuw vochten de Nederlanden tegen Spanje.
Niettemin bereikten wij een toppositie, zowel in economisch als artistiek opzicht. Helaas zijn deze tijden voorbij.
Toch kunnen wij lessen trekken uit net verleden. Wanneer wij erin slagen ons te ontdoen van de stroperige mechanismen die aan onze welvaartsstaat kleven, kunnen wij opnieuw kansen scheppen voor individueel ondernemerschap, inventiviteit en verantwoordelijk heid, zoals 500 jaar geleden het geval was.
Kan Nederland zijn economische superioriteit uit de Gouden Eeuw heroveren? Het antwoord is duidelijk: Nee. Onze superioriteit van toen was niet alleen toe te schrijven aan onze slimheid maar ook aan de omstandigheid dat anderen in gebreke bleven. Heden ten dage blijven andere landen niet in gebreke, verre van dat.
Op dit vlak ligt ook mijn conflict met het zogenaamde Rijnlandse model van Michel Albert, voormalig directeur van het Franse Commissariat au Plan. Ja, het gaat ons nu goed. Maar wij zijn omringd door gretige en jaloerse tegenstanders. Het Rijnlands model soest ons in slaap waar wij klaarwakker zouden moeten zijn.
Volgens voorspellingen van de Wereld Bank zal de hiërarchie in de wereld in de komende 25 jaar drastisch veranderen. Het aandeel dat de geïndustrialiseerde landen nu voor zijn rekening neemt, zal dalen van 55% in 1990 tot 40% in 2020. China zal de Verenigde Staten inhalen als 's werelds grootste economie. Het BNP van India en Indonesië zal groter zijn dan dat van Duitsland. Zuid-Korea en Thailand zullen Frankrijk overstijgen. Groot-Brittannië zal tot de veertiende plaats dalen.
Biedt de geschiedenis ons een tweede kans? De geschiedenis geeft geen kansen, trekt geen partij en herhaalt zich nooit. Wat wij in het Nederland van nu moeten kwijtraken zijn de stroperige kanten van de economie. Het gevoel van urgentie dat hiervoor vereist is, is echter nog lang niet in alle hoeken van onze samenleving aanwezig. De VVD wil dit bewustzijn versterken omdat het niet genoeg kan worden benadrukt.
Frits Bolkestein
Politie
M aandag 27 november werd in een wetge vingsoverleg met de ministers Dijkstal van Binnenlandse Zaken en Sorgdrager van Justitie de Politiebegroting 1996 behandeld. VVD-woordvoerder Benk Korthals wees erop dat “ het voor de VV D geweldig belangrijk is dat in deze kabinetsperiode een goed politiebeleid tot stand wordt
gebracht." Dat betekent een behoorlijke kwaliteitszorg, capaciteitsuitbreiding en een goed financieel beheer. Verder moet er duidelijkheid komen over knelpunten in de nieuwe Politiewet."
M eer p o litie op straat
Er moet meer politie op straat komen. Het veiligheidsgevoel van ae mensen kan hier door bevorderd worden en het werkt preventief.
De woordvoerder sprak zijn bezorgdheid uit over de vraag of de beloofde 4 .0 0 0 extra agenten daadwerkelijk zullen komen. Voor de uitbreiding van de politiesterkte is het bovendien noodzakelijk dat tijdig en serieus werk wordt gemaakt van werving en oplei ding van nieuwe politieagenten.
De woordvoerder betoogde dat nog veel mogelijkheden onbenut worden gelaten om de politie zichtbaar aanwezig te laten zijn. Hij noemde de één-persoons surveillance en het inzetten van vrijwillige politie. In 1995 zijn er 25.050 mensen ingezet als vrijwillige politie. De woordvoerder drong er op aan in nog grotere mate vrijwillige politie in te zetten. Eén van de mogelijkheden is verder
het zogenoemde 'kantoor op straat'. M et automatiseringsapparatuur in de surveillan cewagen kunnen politiemensen ter plekke processen-verbaal opmaken.
Minister Dijkstal van Binnenlandse Zaken deelt de zorg van de VVD-fractie over de veiligheid van de politiecapaciteit.
Sturing sm og elijkhed en
Het beheer van de politie berust bij de korpsbeheerders. Dat betekent dat zij een budget krijgen. Zij kunnen dat echter zelf bestemmen voor personeel of materieel. Een belangrijke reden dat het niet zo snel loopt met de uitbreiding kan zijn dat de korpsbeheerders, anders dan de politiek, meer prioriteit willen geven aan invoering van informatietechnologie. De sturingsmo gelijkheden van de M inister van
Binnenlandse Zaken zijn zeer beperkt. Dit is één van de belangrijke knelpunten van de nieuwe politiewet. Mede daarom wil de VVD-fractie nog in 1996 een overzicht van knelpunten in de nieuwe Politiewet. Inlichtingen
e s s e
188
Uitzending militaire eenheden
Winkel-openstelling
verruimd
De Kamer heeft deze week de behan deling van de nieuwe W inkeltijden w et afgerond. Deze w et biedt de ondernemers en consumenten een grotere flexibiliteit.
In het ontwerp van minister Weijers wordt de openstellingsmogelijkheid verruimd tot 2 2 .0 0 uur. In de huidige situatie mogen winkels maximaal 8 zondagen per jaar geopend zijn. Het voorstel van de regering gaat uit van het principe, dat de winkels op zondag gesloten moeten zijn, tenzij de gemeente bij verordening (beperkte) openstelling toestaat. Deze decentralisatie doet recht aan het liberale uitgangspunt, dat de beslissingen zo dient mogelijk bij de ondernemers en consumenten geno men moeten worden. De PvdA wil deze openstelling beperken tot m axi maal 12 zondagen per jaar. De VVD zal dit amendement niet steunen. Daar de stemmingen volgende week pas plaatsvinden, kan pas op dat moment de definitieve balans worden opgemaakt. In de volgende VVD- expresse zal meer aandacht aan de - dan vastgestelde - w et besteed worden.
Inlichtingen
Broos van Erp 070-3182896
VVD-w oordvoerder Theo van den Doel wil meer gewicht toekennen aan de diverse 'aandachtspunten' die men bij uitzending in beschouwing moet nemen, dan de regering zo op het oog doet. Deze aandachtspunten zijn voor de V V D het Nederlands belang, de militaire haalbaarheid en een breed politiek en maatschappelijk draagvlak
Kernvraag m .b.t. militaire deelname moet zijn of het in het belang van Nederland is als wij aan een derge lijke militaire operatie deelnemen. Nederland is w eliswaar gebaat bij stabiliteit en handhaving van de internationale rechtsorde, maar dit gegeven is op zich onvoldoende om een deelname te motiveren. Als de politieke wenselijkheid om mee te doen eenmaal is vastgesteld zal deze gebaseerd moeten zijn op een heldere politieke doelstelling. Die moet Nederland zelf formuleren. Uiteraard moet die in de pas lopen met de internationale doelstelling. Zo'n doelstelling mag niet in zichzelf tegenstrijdig zijn. Een humanitaire operatie verhoudt zich niet tegelijker tijd met toepassing van grof geweld. Daarnaast moet Nederland betrokken worden bij het proces m .b.t. de vast stelling van het mandaat, de daarbij behorende middelen en de Rules of Engagement. Die twee laatste aspec ten zijn van wezenlijk belang en zijn medebepalend voor het succes van een missie. De regering stelde dat binnen de VN een beweging op gang komt die dit punt serieus aan de orde gesteld wil zien. Nederland zal dit proces ondersteunen.
Nederland moet zijn invloed in inter nationale organisaties niet overschat ten. Het is daarom van groot belang dat in het geval dat Nederland een behoorlijke militaire bijdrage levert, ook de Nederlandse stem wordt gehoord. Cruciale beslissingen tijdens de uitvoering van een vredesoperatie, waarbij Nederlandse militairen direct zijn betrokken, kan niet zonder dat men Nederland hierover heeft gecon sulteerd.
Het is essentieel met welke landen voor de directe uitvoering van een operatie wordt samengewerkt. Een moeilijk karwei moet niet alleen door Nederland worden opgeknapt, maar gezamenlijk met één of meerdere landen die ook enig politiek gewicht in de schaal leggen. De VS, Groot- Brittannië en Frankrijk, maar ook Duitsland komen hiervoor het eerst in aanmerking.
W anneer de regering voorstelt om NL troepen voor een vredesoperatie te leveren dan geldt voor de VVD 'no entry without exit' m .a.w . aan de deelname zal vooraf een tijdslimiet moeten worden verbonden.
Is eenmaal tot deelname besloten dan dient men ook over een 'exit strategy' te beschikken. Immers de omstandig heden tijdens een missie kunnen zich dramatisch wijzigen. W anneer men niet vooraf de eigen grenzen zowel olitiek als militair van de deelname eeft bepaald, loopt men het gevaar in een moeras te geraken.
Inlichtingen
Theo van den Doel, 070-3182891
Uitgangspunten voor cultuurbeleid
Vorige week heeft de Tweede Kamer de notitie "Pantser of ruggegraat - Uitgangspunten voor cultuurbeleid" van staatssecretaris van Cultuur Nuis behandelt, die de opmaat vormt voor de Cultuurnota 1997-2000. Het cultuurbudget is met 30 miljoen gulden opgehoogd. Daarnaast is in ae Najaarsnota 275 miljoen voor de monumentenzorg toegezegd. De notitie is veeleer verkennend en biedt weinig inzicht in de concrete consequenties voor het beleid. Er bestaat geen duidelijkheid over de politieke randvoorwaarden waar de instellingen in het culturele veld zich naar kunnen richten. VVD-woord- voerder Sari van Heemskerck pleitte voor duidelijke keuzes in de toekomst.
Kunst, cultuur en het behoud van die cultuur zijn onontbeerlijk voor de identiteit van de maatschappij en de
kansen op individuele ontplooiing. Onze kunst is voor de toekomst, zoals wij de culturele erfenissen uit het verleden niet zouden kunnen missen. Daarom is de zorg voor kunst, cultuur en cultuurbehoud een kerntaak van de overheid. De markt speelt een belangrijke rol, maar kan ook tot verschraling en vervlakking leiden.
De VVD heeft altijd gepleit voor hoogwaardige kwaliteit, gevarieerd aanbod, bereikbaarheid en toeganke lijkheid, internationale oriëntatie, ondersteuning van experiment en het helpen van beginnende kunstenaars. Er mag geen verwaarlozing van de publieksfactor optreden. Het gedeel telijk voorzien in eigen bestaansmid delen is noodzakelijk, maar dan zonder de afstraffing achteraf van de subsidiekorting.
Het plan van de staatssecretaris om tijdens de planperiode van vier jaar in
te kunnen grijpen in de subsidie- hoogte ten behoeve van meer flexibi liteit in het budget wijst de VVD af. De bedoeling van de planperiode is juist zekerheid te garanderen voor instellingen. De VVD staat in beginsel positief tegenover een programme- ringsfonds voor grote en middelgrote zalen. Van belang is in dit kader ook een betere afstemming tussen rijk en lagere overheden.
Tot slot vroeg de woordvoerder aandacht voor kunsteducatie in het onderwijs en een betere afstemming van het internationale cultuurbeleid (cultuurattaché's), waarbij ook een sterkere koppeling aan economisch beleid ter bevordering van het toerisme.
r e s s e
188
Uitbreiding doorbetaling loon
bij ziekte
Doel van deze wet is het privatiseren van de Ziektewet.Dit betekent dat de huidige Ziektewet voor het belang- rijkste deel wordt afgeschaft en dat in het Burgerlijk Wetboek wordt opge nomen dat tijdens ziekte 70% van het loon moet worden doorbetaald. Dit is destijds overeengekomen in het Regeerakkoord. Het wetsvoorstel van het kabinet houdt in dat werkgevers verplicht zijn om bij ziekte gedurende 52 weken minstens 70% van het loon door te betalen. Alleen voor bepaalde categorieën werknemers, zoals bijvoorbeeld zwangere vrouwen, blijft een collectief gefinancierd vangnet bestaan. Werkgevers kunnen het door hen gelopen risico van loon doorbetaling bij ziekte goed op de particuliere markt verzekeren. Het is de bedoeling dat de wet op 1 januari 1996 zal ingaan. Met deze regeling is een bezuiniging 900 miljoen gulden gemoeid.
Op initiatief van woordvoerder Henk van Hoof hebben de Verzekeraars toegezegd dat werkgevers die zich voor 1 maart 1996 aanmelden met terugwerkende kracht vanaf 1 januari
1996 verzekerd zijn.
R isico selectie
Bij de Tweede Kamer bestond enige vrees dat werkgevers na privatisering
van de Ziektewet werknemers met een gezondheidsrisico niet meer in dienst willen nemen. Dit zou de posi tie van bijvoorbeeld chronisch zieken, ouderen en gehandicapten verslech teren. Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Linschoten wees in dat verband op een scala van maatregelen die zijn genomen om dit zoveel mogelijk te voorkomen. Zo is bijvoorbeeld de malus onlangs afgeschaft. De rege ringspartijen hebben niettemin een motie ingediend waarin zij de rege ring verzoeken binnen zes en twaalf maanden het functioneren van de wet in de praktijk te evalueren. De wet is met steun van alle rege ringsfracties aanvaard.
Inlichtingen
Henk van Hoof 070-3182885
Negatieve effecten 'Van Otterloo'
Maandag 27 november vond het wetgevingsoverleg over de Wet Van Otterloo plaats. Door de in 1993 aangenomen Wet Van Otterloo kon een groep particulier verzekerde ouderen met een klein pensioen over stappen naar het Ziekenfonds. Voor een Kleine groep AO W 'ers met een inkomen van boven de f 30.950 gulden, pakte de W et minder gunstig uit. Zij moesten het Ziekenfonds verlaten en zich particulier verzekeren. Minister Borst van Volksgezondheid merkte op dat geen veranderingen mogelijk zijn voor de officiële evalu atie van de wet in 1997. Het kabinet heeft er namelijk in zijn koopkracht- berekeningen voor komend jaar reke ning mee gehouden dat de zieken fondsgrens voor bejaarden gelijk blijft. Echter, door een aantal compensatiemaatregelen zullen parti- culier-verzekerde ouderen met een relatief laag inkomen (net boven de grens van net ziekenfonds) er volgend jaar in besteedbaar inkomen op vooruit gaan. Dit ondanks de stij ging van de premies. Volgens een persbericht van 10 november van het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport een vooruitgang zijn van f 700,- per jaar.
Door technische ingrepen zijn een aantal onbedoelde negatieve effecten gerepareerd. De categorie AOW-ers met een niet-AOW-gerechtigde part ner komt nu alsnog in aanmerking voor een Ziekenfondsverzekering. De PvdA en Groen Links hebben een amendement ingediend om de inko mensgrens voor ouderen te verhogen van f 30.950 gulden naar f 38.300 gulden. Hierdoor zouden nog eens 180 duizend 65-plussers kunnen overstappen naar het Ziekenfonds. Voor de extra kosten van dit voorstel werd geen solide financiële dekking aangegeven. Om die reden heeft VVD-woordvoerder Margreet Kamp zich tegen dit voorstel verzet. Ook minister Borst en de partijen D'66 en CDA zagen niets in deze regeling.
Evaluatie
De Ziekenfondsraad heeft de wet geëvalueerd en geconcludeerd dat net niet mogelijk is binnen de huidige wet Van Otterloo alle onvolkomen heden op te lossen. Daarom heeft het
Artikel 23
Op zaterdag 25 november 1995 werd door de partij een themadag over lokaal onderwijsbeleid gehouden. Hieronder staat een passage uit de dagafsluiting die werd verzorgd door Clemens Cornielje.
"Het voorstel van J. Franssen om nu over een wijziging van artikel 23 van de Grondwet te gaan discussiëren, draagt niet bij aan verbreding van het draagvlak voor lokaal onderwijs beleid. Het huidige lokaal onderwijs beleid past binnen de grondwettelijke kaders. Een dergelijke discussie vinden wij dan ook niet nodig." Volgens de VVD-fractie staat de huidige formulering van artikel 23 decentralisatie niet in de weg. Over de uitlatingen in een landelijk week blad van de Minister van
Binnenlandse Zaken, Hans Dijkstal, vindt volgende week een interpella- tie-debat plaats. Hierover kunt u volgende week meer lezen in de VVD-expresse.
Inlichtingen
Clemens Cornielje, 070-3182904
verminderd
kabinet besloten nu geen verdere wijzigingen aan te brengen en het Van Otterloo-dossier te betrekken in de veel bredere discussie over het Ziekenfonds die nog moet plaatsvin den. Tijdens deze discussie zal ook de loongrens versus de inkomensgrens in de Ziekenfondswet ter discussie staan: Tijdens de Financiële
Beschouwingen, net na het zomerre ces, kwam naar voren dat 65% van de tweeverdieners een gezamenlijk inkomen hebben tussen de 85.000 en 100.000 gulden. Het merendeel van deze groep maakt gebruik van het Ziekenfonds en dat vindt de VVD- fractie onjuist.
De VVD heeft in 1994 voor de wet gestemd, echter met een stemverkla ring waarin de tijdelijkheid van het wetsvoorstel is benaarukt en waarin de voorkeur is uitgesproken voor een premiereductiemodel in de particu liere verzekering voor bejaarden die de kostendekkende premie niet kunnen betalen.
Inlichtingen
e s s e
188
O PIN IE
Telematica factor bij terugdringen verkeer
Afgelopen woensdag opende Frits Bolkestein het congres 'lt takes two to interact', de consument als vergeten factor in de interactieve multi-media diensten. De toespraak die hij hield, is hieronder afgedrukt.
"Zou het houden van deze inleiding en het openen van dit congres via een interactieve live-videoverbinding vanuit het Kamergebouw een interes sante presentatievorm zijn geweest? O f zou de gedachte aan gemakzucht eerder zijn opgeroepen? Duidelijk is dat videoconferencing reiskosten en reistijd kan besparen en dat de toepassing van zulke multimediale technieken de afgelopen jaren gewoon is geworden.
Ik juich dat toe. O ntw ikkeling en produktie van innovatieve inform atie technologie, door specialisten IT genoemd) is een kansrijke economi sche activiteit. Bevorder daarom de groei daarvan. O ntw ikkel tegelijker tijd een moderne telecommunicatie- infrastructuur, de 'elektronische snel wegen'. Zo zal de komende decennia de Nederlandse concurrentiekracht aanzienlijk worden versterkt. En dat is ook nodig. Opkomende industrielanden zoals de Aziatische Tijgers beschikken in toenemende mate over industriële produktiecapaci- teit, ook hoogwaardige. Door hun lage loonkosten brengen zij produkten op de markt tegen prijzen die de westerse concurrentiepositie ondergraven. Het behouden van de voorsprong in de IT-ontwikkeling en toepassing daarvan is vermoedelijk voor het Westen op langere termijn een voor waarde voor economisch overleven. E ig e n i nvull ing
Wie een visie uidraagt, moet er ook zelf concrete invulling aan geven. Ik wil u in dit verband onder de aandacht brengen dat de VVD-fractie in de Tweede Kamer in december via Internet te bereiken is en verschil lende soorten informatie aanbiedt. Daarnaast werkt de VVD-fractie samen met uitgeverij Strengholt in Bussum aan een CD-rom en een CD-I over de VV D . Het wordt een journalis tiek produkt dat onder wetenschappe lijk begeleiding tot stand komt en als multimediaal naslagwerk kan dienen. Daarmee is de VVD de eerste politieke organisatie waarover uitgebreide en gevarieerde informatie in samenhang in digitale vorm verschijnt.
Onderzoek
Graag ga ik nu in op enkele conclu sies van het onderzoek dat is uitge voerd door NSS/Marktonderzoek en Coopers & Lybrand. Een eerste opval lende conclusie is dat de tot nu toe gangbare opvatting binnen de tele communicatiesector dat amusement de ‘trekker' zal zijn van nieuwe m ulti mediale toepassingen op de elektro nische snelweg een misvatting lijkt te
zijn. Computerspellen, sociaal contact en seks (analoog aan het succes van de 06-lijnen) zouden zorgen voor een snelle toename van het gebruik van de highway. Maar onderzoek toont zonneklaar aan dat een nog sterkere impuls is te verwachten van de behoefte aan 'nieuws en inform atie'. Een andere opvallende conclusie uit het consumentenonderzoek is dat scholing niet van invloed lijkt te zijn op de belangstelling voor diensten op de elektronische snelweg.
Het stereotype beeld dat de invoering van de computer en interactieve diensten leiden tot een kloof tussen hen die dankzij hun maatschappelijke educatie wel gebruik zouden kunnen maken van de nieuwe technologische mogelijkheden en hen die dat niet zouden kunnen, lijkt hiermee genu anceerd te zijn.
O ok is verrassend dat mannen en vrouwen in Nederland gelijke belang stelling en waardering voor elektroni sche diensten tonen.
In Am erika w aar vooral mannen uit de hogere sociale klassen inform atie technologie benutten, blijken deze twee verschillen wel te bestaan. Zulke inzichten kunnen van dienst zijn bij het formuleren van het overheidsbe leid gericht op de ontwikkeling van de elektronische snelweg.
Files
Graag ga ik in op de winst die het ebruik van de elektronische snelweg ij het terugdringen van de autom o biliteit kan opleveren. Mede dankzij het solide financieel-economisch beleid en vergroting van de m arkt werking heeft een stevige economi sche groei plaats. De toegenomen dynamiek in de samenleving w eer spiegelt zich in de verkeersmobiliteit. De wegen zijn overvol en voorlopig groeien het weggebruik en daarmee ae files. Die negatieve factor leidt volgens de werkgeversorganisaties tot een kostenpost van twee miljard gulden per jaar. Daarbij is gekeken naar het totaal aan: verloren tijd van werknemers in de files, vertraging van transport van goederen, hogere afschrijvingskosten door niet-produk- tieve vrachtwagens en een negatieve invloed op vestigingsklimaat door slechte bereikbaarheid van de econo mische centra.
Om die reden pleit mijn fractie sinds lang voor verbetering van de w egin frastructuur. Maar bij het zoeken naar structurele oplossingen hoeft niet alleen te worden gedacht aan extra wegen. Voor een niet onaanzienlijk deel van de mobiliteit zijn alternatie ven voor handen in de vorm van
moderne telematica-toepassingen. Een dezer dagen hoorde ik op Radio 1 in een STER-spotje van een groot Amerikaans telefoonbedrijf reclame voor beeldtelefoon op de pc op het bureau van de werknemer. Deze apparatuur is vermoedelijk binnen enkele jaren op werkplekken gemeengoed, en ook bij de burger in het alledaagse leven thuis. Dit bete kent dat voor een deel van de arbeid de fysieke aanwezigheid op de tradi tionele werkplek binnen de gangbare werktijden niet langer is vereist. Natuurlijk blijft elektronische commu nicatie schril afsteken bij vis-a-vis- contact: de afbeelding op een beeld scherm is plat, de geluidskwaliteit beperkt en handen schudden is er ook niet bij. Toch ben ik ervan over tuigd dat zaken zoals telewerken, teleconferencing en onderwijs via telematica de automobiliteit kunnen spreiden in de tijd en deels kunnen vervangen en zo de druk op het wegennet kunnen verminderen. Breng het werk naar de mensen in plaats van de mensen naar het werk. Dat is een slagzin van oud-president Bush, een warm pleitbezorger van zo'n beleid.
Daarom zou ik de regering willen uitnodigen een poging te doen een kwalitatieve en kwantitatieve inven tarisatie daarnaar uit te voeren. W elke resultaten kunnen worden bereikt met het optimaal inzetten van telematica gericht op het dempen van de groei van de verkeersmobiliteit, of misschien wel het terugdringen daar van? Ook zou daarbij moeten worden onderzocht hoe de aanwezige moge lijkheden kunnen worden geconcreti seerd en op welke termijn de vruch ten daarvan te plukken zijn."