• No results found

OPTA moet normen vaststellen voor 7

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "OPTA moet normen vaststellen voor 7"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

N

IEUWS

-

EN PUBLICATIEBLAD VAN DE

O

NAFHANKELIJKE

P

OST EN

T

ELECOMMUNICATIE

A

UTORITEIT

OPTA

GAAT CONSULTATIE HOUDEN OVER PRIJSSQUEEZE

4

I

NTERCONNECTIE

-

AANBOD

KPN

KAN CONCURRENTIE SCHADEN

6

P

OSTTARIEVEN MOGEN KOMENDE JAREN NIET EXTRA OMHOOG

8

UPC-

TARIEF VOOR DOORGIFTE TV

-

PROGRAMMA

S

C

ANAL

+

VERLAAGD

11

TPG

MOET FINANCIËLE ADMINISTRATIE VAN HAAR ACTIVITEITEN SCHEIDEN

14

N

IEUWE AANVRAAGFORMULIEREN VOOR INFORMATIENUMMERS

16

De president gaf in zijn uitspraak verder aan dat hij het besluit van OPTA, waarin de last onder dwangsom was opgelegd, schorst tot zes weken nadat OPTA heeft beslist op het bezwaar dat KPN tegen deze last onder

dwangsom heeft ingediend. OPTA zal nu zo snel mogelijk een beslissing nemen op het bezwaar van KPN. Die beslissing was bij het ter perse gaan van dit blad nog niet genomen.

OPTA had de last onder dwangsom opgelegd omdat gebleken was dat KPN nog steeds geen goede aanmel-dingprocedure bleek te bieden voor carrier preselectie. Daarom besloot OPTA dat KPN binnen vijf werkdagen na 26 juli een goed werkende procedure moest bieden. Elke dag na genoemde datum dat de aanmelding niet goed werkt, zou KPN dagelijks 500.000 gulden kosten met een maximum van 5 miljoen gulden.

De last onder dwangsom was opgelegd op basis van gegevens die KPN zelf had aangeleverd en klachten van concurrenten en consumenten. Begin mei had OPTA al een last onder dwangsom opgelegd van een miljoen gul-den. Die leidde echter niet tot het gewenste resultaat. De klachten bleven aanhouden. De nieuwe last onder dwangsom was een volgende stap om KPN te dwingen tot het nakomen van de wettelijke verplichting om de dienst carrier preselectie per 1 januari jl. aan te bieden. Daarmee wordt concurrentie volop mogelijk gemaakt en

OPTA moet normen vaststellen voor

aanmeldingsprocedure carrier preselectie

Uitspraak rechter in kort geding:

OPTA moet heldere en duidelijke normen vaststellen waaraan kan worden getoetst of KPN een goed werkende aanmeldingsprocedure biedt voor carrier preselectie (het automatisch bellen via een concurrent van KPN). Dat heeft de president van de rechtbank van Rotterdam eind juli bepaald in een kort geding dat KPN had aangespannen tegen OPTA. KPN was naar de rechter gegaan omdat OPTA KPN een last onder dwangsom had opgelegd. Die hield in dat elke dag na 26 juli dat de aanmeldingsprocedure niet goed werkt, KPN 500.000 gulden zou moeten betalen met een maximum van 5 miljoen gulden. OPTA-directeur Hans Bakker maakt zich zorgen dat door dergelijke uitspraken van de rechter het toezicht verlamd raakt.

(2)

krijgt de consument meer keuzemogelijk-heden.

KLACHTEN NEMEN TOE

Als een consument (automatisch) via een concurrent van KPN wil gaan bellen, moet hij zich eerst bij die nieuwe aanbieder aanmelden. Daarna moet hij deze voor-keur telefonisch bevestigen bij KPN. Daarvoor hanteert KPN een voice response-systeem. Dat systeem blijkt echter nog steeds niet te voldoen. Zo is het aantal

klachten over een ingesprektoon of het verzoek op een later tijdstip terug te bel-len de afgelopen maanden alleen maar toegenomen. Ook wordt het contact met de computer nogal eens verbroken bij het doorlopen van de aanmelding. Verder is geconstateerd dat sommige consumenten, ondanks een schriftelijke bevestiging van KPN dat hun aanmelding succesvol is ver-werkt, in de praktijk nog steeds via KPN bellen.

KPN heeft aan OPTA bevestigd dat het huidige aanmeldingsysteem voor carrier preselectie via het voice response-systeem niet naar behoren werkt en dat er naar alternatieven wordt gezocht. OPTA hecht er groot belang aan dat KPN hierover in overleg treedt met haar con-currenten. Voor de zakelijke markt heeft KPN een aantal maanden geleden al een alternatieve aanmeldingsprocedure

gere-geld in de vorm van een call center. Ook deze aanmeldingsprocedure functioneert niet probleemloos. Hoewel OPTA erkent dat de problematiek rondom carrier pre-selectie complex is, moet KPN toch, bij-voorbeeld via een alternatieve aanmel-dingsprocedure, aan de wettelijke ver-plichting voldoen.

‘TOEZICHT NIET VERLAMMEN’

OPTA-directeur Hans Bakker zegt te hopen dat, ondanks de uitspraak van de rechter, de druk bij KPN niet van de ketel gaat om verbeteringen te bereiken. ‘Gelukkig maakt de rechter in dezelfde beslissing ook duidelijk dat KPN wel degelijk verplicht is te zorgen voor een goed functionerend aanmeldingssysteem voor carrier preselectie. Verder zegt hij dat OPTA die plicht zonodig met een dwangsom kan afdwingen.’ Wel heeft, zegt Bakker, OPTA huiswerk gekregen. ‘Als een rechter je dat geeft ga je aan de slag.’

Bakker maakt zich wel zorgen over het groeiend aantal uitspraken van de Rotter-damse rechtbank, waarin toezichtsmaat-regelen worden opgeschort. ‘Dat geldt voor maatregelen van OPTA, maar ook voor die van andere toezichthouders zoals de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Het komt steeds vaker voor dat een toe-zichtsmaatregel van de rechter niet mag worden afgedwongen voordat bezwaar-schriftenprocedures zijn doorlopen of zelfs de rechterlijke einduitspraak is gevallen.’

In een snel bewegende markt als die van de telecommunicatie kan, aldus Bakker, uitstel grote gevolgen hebben. ‘Denk aan geschillen over het delen van antenne-opstelplaatsen voor mobiele aanbieders, waar het allemaal draait om snelheid. Het toezicht zou verlamd raken als de rechter de toezichthouders niet voldoen-de ‘bestuurlijke ruimte’ laat. Bovendien is de onzekerheid, die het gevolg is van schorsingen, slecht voor het economisch klimaat in de markt.’ Volgens Bakker is er nog te weinig jurisprudentie om te spreken van een bestendige lijn in de uitspraken van de rechtbank, maar ‘de trend is enigzins zorgelijk.’ K

Colofon

Eindredacteur: Alex van Kalken Redactie: Jasper van Delft Natascha Linssen Bernd de Nijs Frank van der Plas Irene Verheijen Fotografie: Kelle Schouten Grafische productie: Herbschleb & Slebos Drukwerk: Teunissen, Amsterdam Redactieadres: Postbus 90420, 2509 LK Den Haag Telefoon (070) 315 35 66 Telefax (070) 315 35 01

OPTA Connecties is het nieuws- en publicatieblad van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit. OPTA wil met deze uitgave onder meer bereiken dat de organisaties in de markt voor telecommunicatie en post op gelijke voet geïnformeerd zijn over de ingenomen standpunten, gedane uitspraken en nieuwe ont-wikkelingen in verband met het werk van OPTA. Reacties op de inhoud van dit blad zijn van harte welkom. Connecties wordt met grote zorg-vuldigheid samengesteld, maar om de leesbaarheid te bevorderen zijn juridische zinsneden vaak vereenvoudigd weergegeven. Soms betreft het ook delen van of uittreksels uit wetteksten. In al deze gevallen is het verstandig de originele teksten te raadple-gen. Aan de artikelen in Connec-ties kunnen geen rechten worden ontleend.

Missie OPTA

OPTA stimuleert bestendige concurrentie in de telecommunicatie-en postmarkttelecommunicatie-en. Dat wil zeggtelecommunicatie-en: een duurzame situatie waarin particuliere en zakelijke eind-gebruikers een keuze kunnen maken tussen aanbieders en tussen diensten, zodanig dat het prijs- en kwaliteitsaanbod op de diverse deelmarkten tot-standkomt door effectieve markt-prikkels. Bij onvoldoende keuze beschermt OPTA eindgebruikers.

‘Onzekerheid

als gevolg van

schorsingen is

slecht voor het

economisch klimaat

(3)

Concurrentie en regulering

Bij de liberalisering van telecom gaat het erom te zorgen voor concurrentie, zowel op korte als op lange termijn. Zorgen voor concurrentie op korte termijn loopt via het instrument van toegang voor derde partijen, in telecomland aangeduid als Open Network Provision. Concurrenten moeten toegang krijgen tot het netwerk van de KPN. Doel hiervan is snel dienstenconcurrentie op gang te krijgen. Carrier selectie is hiervan een voorbeeld. Om concurrentie aan te zwengelen moeten interconnectietarieven niet te hoog zijn. De toe-zichthouder heeft de taak om de marktmacht van KPN in te tomen en te zorgen dat efficiënte nieuwe spelers kansen krijgen.

Op langere termijn is het belangrijk dat er ook tussen net-werken wordt geconcurreerd. Hoewel er sprake is van hoge vaste kosten geldt dat telecomnetwerken niet (langer) als een natuurlijk monopolie worden gezien. Om concurrentie op lange termijn te bereiken moet de toezichthouder ervoor zorgen dat interconnectietarieven (de prijs voor netwerk-verkeer) niet te laag zijn. Anders investeert er niemand in nieuwe netten.

De toezichthouder wil dus twee doelen bereiken: én lange termijn- én korte termijnconcurrentie bereiken. En dat levert soms dilemma’s op. Wat is beter of belangrijker: de korte of de lange termijn? Het is hier moeilijk kiezen, beide doelen moeten in balans zijn.

Anders dan voorheen worden investeringen in netwerken in een geliberaliseerde markt aangestuurd door concurrentie-prikkels. Vroeger kon de overheid ‘gewoon’ aan de mono-polist een investeringsplicht opleggen. Niet dat dit altijd goede resultaten had. Het rapport van de commissie-Steen-bergen uit 1985 laat zien dat in Nederland de overheid er stelselmatig voor koos een zeer hoog winstuitkeringsniveau bij de PTT af te dwingen, in plaats van te investeren in net-werken. Andere landen kenden een veel hoger investerings-niveau. En industriepolitieke overwegingen leidden ertoe dat niet de meest efficiënte netwerkstructuur en telefooncentrales werden aangelegd.

Het is veel beter om investeringsbeslissingen over te laten aan marktspelers en te volstaan met voorwaardenscheppend beleid: goede economische prikkels, zoals een ‘redelijk’ interconnectietarief. Voor grote delen van het netwerk, met name lange-afstandsnetten, werkt dat prima. Maar hoe zit het met netten waar geen of weinig concurrentie is, zoals de aansluitlijn, de ‘laatste kilometer’ van wijkcentrale naar woonhuis?

Voor de aansluitlijn zal voorlopig gelden dat er weinig con-currentie komt, hoewel voor sommige diensten mobiel en kabel alternatieven zijn. Maar KPN heeft hier een zeer sterke machtspositie met een aandeel van meer dan 90 procent (zie het OPTA-jaarverslag van 1999). Dat de concurrentie ‘bijna klaar is’, is dan ook een fabeltje. Voor de nieuwe dienst ADSL, het ‘snelle internet’ met al zijn toepassingen, is toegang voor concurrenten van strategisch belang. Het komende jaar zal naar mijn inschatting laten zien dat er grote spanningen zullen optreden rond het aloude thema van toegang van derde partijen. KPN zal zowel zichzelf als haar concurrenten moeten bedienen omdat zij wat betreft de toegang tot aansluitlijnen voorlopig nog een nutsfunctie heeft. Dit betekent dat zonodig ook ten bate van concurren-ten investeringen moeconcurren-ten worden gedaan.

Het toetspunt voor de toezichthouder is hier ‘gelijk begin-nen’. Dat wil zeggen ‘gelijkheid’ voor concurrenten met KPN zelf, in termen van prijs, voorwaarden en vooral ook het starttijdstip. Het zou tot onterechte voorsprongposities (first mover advantages) leiden als concurrenten op het tweede plan komen. Ik vind het te bepleiten dat het adagium ‘gelijk beginnen’ zo wordt uitgelegd dat de toezichthouder een ‘standstill’ oplegt aan KPN zolang concurrenten feitelijk niet de mogelijkheid hebben om gelijktijdig met KPN de nieuwe ADSL-dienst op de consumentenmarkt te komen. Hoe lastig dit ook voor hen is, de extra inspanning voor KPN vloeit voort uit het feit dat zij deelmarkten (aansluit-lijn) met een bijna-monopolie beheersen en concurrenten door die toegangspoort moeten kunnen komen om hun klanten te bedienen. Het waken voor gelijke condities zal ervoor moeten zorgen dat de concurrentie op een veel groter gebied – de nieuwe markten rond internet en e-commerce – zich goed kan ontwikkelen. En dat is een karwei dat nog lang niet ‘af’ is.

(4)

De concurrentie in telecomland neemt langzaam maar zeker toe. Via carrier (pre)selectie kunnen particuliere en zake-lijke consumenten (eindgebruikers) rela-tief gemakkelijk kiezen voor een concur-rent van KPN. Ook bellen via de kabel is in sommige plaatsen in Nederland al mogelijk. Door de toegenomen concur-rentie staan de telefoontarieven van KPN onder druk. Vooral consumenten profite-ren van de dalende tarieven. Andere tele-comaanbieders kunnen echter in de pro-blemen komen als de telefoontarieven zo

OPTA begint deze maand met een consultatie over het fenomeen prijssqueeze. Prijssqueeze doet zich voor als de marge tussen de tarieven voor eindgebruikers (particuliere en zakelijke consumenten) en de interconnectietarieven van KPN zo klein wordt dat andere aanbieders redelijkerwijs niet meer met KPN kunnen concurreren. Naarmate de eindgebruikerstarieven sneller dalen dan de inter-connectietarieven neemt de squeeze-problematiek toe. OPTA wil na een consul-tatie onder telecombedrijven een toets vaststellen waarmee prijssqueeze moet worden voorkomen.

(5)

ver dalen dat er voor hen geen winst-marge meer overblijft.

De winstmarge van andere telecomaan-bieders wordt bepaald door het verschil tussen de inkomsten uit de eindgebrui-kerstarieven en de kosten die gemoeid zijn met het aanbieden van diensten. De tarieven van KPN zijn dus in hoge mate bepalend voor de tarieven die zij zelf kunnen hanteren.

Wat betreft de kosten zijn de telecom-aanbieders eveneens afhankelijk van KPN. Zij maken immers (deels) gebruik van het vaste netwerk van KPN. Dat kan zijn omdat een van hun abonnees belt met een abonnee van KPN. Het laatste stuk van het gesprek gaat dan over het vaste netwerk van KPN. Het kan ook zijn dat het KPN-netwerk als opstapje wordt gebruikt voor het aanbieden van hun diensten, bijvoorbeeld bij carrier (pre)-selectie. KPN brengt haar concurrenten voor het gebruik van haar net een bepaald tarief in rekening: het intercon-nectietarief. Andere aanbieders zijn dus in meer of mindere mate afhankelijk van de hoogte van de interconnectietarieven van KPN.

DUBBELE AFHANKELIJKHEID

De dubbele afhankelijkheid van KPN, zowel op het gebied van de eindgebrui-kerstarieven als van de interconnectie-tarieven, kan concurrenten in een lastig parket brengen. Als de eindgebruikers-tarieven sneller dalen dan de intercon-nectietarieven, wordt de te behalen winstmarge als het ware langzaam ‘uitgeknepen’. Dit fenomeen staat ook wel bekend als de prijssqueeze. Als de winstmarge zodanig klein is dat andere aanbieders niet meer in staat zijn om hun kosten (van het eigen net en van de eigen organisatie) goed te maken, kun je de vraag stellen of de eindge-bruikerstarieven en interconnectietarie-ven van KPN nog wel in juiste verhou-ding tot elkaar staan.

Bij tariefvoorstellen van KPN is het gebruikelijk dat OPTA onderzoekt of de voorgestelde wijzigingen van de eind-gebruikerstarieven leiden tot prijs-squeeze. Daartoe vergelijkt OPTA het voorgestelde tarief met de interconnec-tie-inkoopprijs, inclusief een redelijke opslag voor bepaalde kosten van KPN. Als het voorgestelde tarief lager is,

ver-leent OPTA geen goedkeuring aan de tariefswijziging.

TARIEFSTELLING

Met de toegenomen concurrentie op telefonie en de daaruit voortvloeiende daling van tarieven wordt het bij het tarieftoezicht van OPTA steeds belangrij-ker of KPN in sommige gevallen niet te lage tarieven aanbiedt. Het zou dan gaan om een anti-concurrerende tarief-stelling, waarbij andere aanbieders niet zonder verlies te lijden de concurrentie met KPN aan kunnen gaan. OPTA heeft daarom besloten de wijze waarop zij nu toetst of er al of niet sprake is van prijssqueeze te formaliseren. Daartoe zal OPTA deze maand een consultatie begin-nen waarbij belanghebbende bedrijven hun zienswijze kenbaar kunnen maken over OPTA’s squeezetest. Door middel van een publicatie in de Staatscourant en op de website van OPTA

(www.opta.nl) wordt nog bekend gemaakt hoe telecombedrijven en ande-re betrokkenen aan deze consultatie kunnen meedoen. K

Cistron Telecom BV heeft bij OPTA op 14 juli jl. een geschil ingediend over de levering van ontbundelde toegang tot de aansluitlijn (MDF-access) en collocatie door KPN Telecom. Colloca-tie is het plaatsen van apparatuur door andere telecombedrijven in de cen-trales van KPN. Cistron ver-zoekt OPTA een voorlopig besluit te nemen, waarin KPN Telecom onder meer

wordt verplicht de verzoe-ken van Cistron om colloca-tie in een aantal nummer-centrales in behandeling te nemen.

Op 17 juli jl. heeft EuroNet Internet B.V. bij OPTA een geschil ingediend over de levering van ADSL-diensten door KPN aan EuroNet-abonnees. EuroNet verzoekt OPTA om een voorlopig besluit te nemen waarin KPN onder meer wordt

ver-plicht de overeenkomst na te leven voor de levering van de ADSL-diensten. Broadcast Newco Two BV heeft op 8 juni jl. een geschil ingediend over het delen van antenne-opstel-punten. Broadcast heeft OPTA gevraagd de regels vast te stellen die moeten gelden tussen Nozema en Broadcast. K

Nieuwe geschillen

Bij OPTA is de afgelopen tijd weer een aantal geschillen ingediend. Het gaat om geschillen over ontbundelde toegang tot de aansluitlijn, levering van ADSL-diensten en het delen van antenne-opstelpunten.

(6)

OPTA deed onderzoek onder alle houders van geografische nummers. Het onderzoek spitste zich toe op de dienstverlening, waarbij met geografische nummers (met

weglating van het netnummer) tegen lokaal tarief bijvoorbeeld call-centers kun-nen worden gebeld of kan worden ingebeld op internet. De beller draait of toetst een

abonneenummer en bereikt daarmee een bestemming buiten het netnummergebied waarvoor het geografische nummer is toe-gekend. Iemand uit Groningen kiest bij-voorbeeld een nummer buiten Groningen met weglating van het netnummer en bereikt daarmee iemand of een bestem-ming in Amsterdam.

Volgens OPTA is een dergelijk gebruik van geografische nummers in strijd met de Telecommunicatiewet. Geografische num-mers zijn bedoeld om geografische bestem-mingen te bereiken; het netnummer geeft aan welk geografisch gebied (netnummer-gebied) is bedoeld (020 voor Amsterdam, 070 voor Den Haag, 0411 voor Boxtel OPTA schrijft dit in haar eind juli genomen

besluit over de RIA van KPN. Als partij met aanmerkelijke macht op de markt voor vaste telefonie is KPN wettelijk verplicht een RIA te publiceren. Een RIA is feitelijk een soort catalogus van de mogelijkheden, voorwaarden en tarieven voor wat KPN op het gebied van interconnectie aan haar concurrenten kan leveren. OPTA heeft de bevoegdheid de RIA te beoordelen. Eind maart gaf OPTA in de vorm van een

concept-besluit al aan hoe zij tegen de door KPN uitgebrachte RIA aankeek. OPTA signaleerde destijds dat de RIA lang niet op alle punten voldoet aan de eisen. Een aantal KPN-diensten in de RIA moesten worden aangepast, andere diensten ontbra-ken zelfs. Voorbeelden hiervan zijn colloca-tie voor interconneccolloca-tie (collocacolloca-tie is het plaatsen van apparatuur door andere tele-combedrijven in de centrales van KPN), interconnectie op huurlijnen en het delen

van carrier-systemen.

De summiere reactie die KPN op het con-cept-besluit heeft gegeven heeft ertoe geleid dat OPTA in haar besluit constateert dat de huidige aanbieding nog steeds niet in overeenstemming is met de Telecommu-nicatiewet. KPN schiet onder andere tekort waar het de prognose-, bestel- en leve-ringsprocedures voor interconnectieverbin-dingen betreft. Deze door KPN in de RIA voorgestelde procedures zouden, stelt OPTA, de ontwikkeling van de concurrentie in telecommarkt ernstige schade kunnen toebrengen en schaarste kunnen bevorde-ren. Volgens OPTA is de huidige prognose-methodiek wellicht geschikt voor redelijk stabiele markten, maar niet meer bruikbaar in dynamische markten als de internettoe-gangsmarkt met allerlei nieuwe toetreders, snelle groeiers en leveranciers van nieuwe diensten. KPN moet van OPTA dan ook in haar nieuwe RIA met andere prognose-, bestel- en leveringsprocedures komen. De nieuwe procedures moeten voldoen aan onder meer de volgende punten:

KPN moet van OPTA een flink aantal wijzigingen doorvoeren in een nieuw op te stellen interconnectie-aanbod. OPTA heeft onder meer kritiek op de prognose-, bestel- en leveringsprocedures voor interconnectieverbindingen in KPN’s ‘Referentie Interconnectie-aanbieding’ (RIA). Die procedures zijn volgens OPTA misschien wel bruikbaar in een stabiele situatie, maar niet in een dynamische markt met nieuwe toetreders en snelle groeiers. Het huidige interconnectie-aanbod van KPN kan door het onbevredigend werken van deze procedures de concurrentie in de tele-commarkt ernstige schade toebrengen en de schaarste op interconnectiegebied bevorderen.

Geografische (‘gewone’) telefoonnummers worden soms gebruikt om bestemmingen te bereiken buiten het netnummergebied waarvoor die nummers zijn toegekend. Dat gebeurt bijvoorbeeld om een callcenter buiten het eigen netnummergebied tegen lokaal tarief te bellen. Dit blijkt uit een onderzoek van OPTA. Hoewel een dergelijk gebruik van geografische nummers voorziet in een bepaalde behoefte, mag dit niet omdat voor dat doel andere nummers beschikbaar zijn.

Gebruik geografische nummers zonder net

OPTA heeft kritiek op prognose-, bestel- en leveringsprocedures

(7)

K KPN moet in de RIA expliciete minimum kwaliteits- en serviceniveau’s voor de exploitatie en de levering van de inter-connectiediensten opnemen, alsmede aangeeft op welke wijze KPN deze mini-mum kwaliteitsniveaus garandeert en erover rapporteert en welke sancties gel-den bij het niet nakomen van de gestel-de serviceniveaus. De door KPN vastge-stelde kwaliteitsniveaus mogen in princi-pe niet lager zijn dan de niveaus die KPN voor zichzelf of voor haar eigen dochterondernemingen hanteert. K KPN moet de prognose-, bestel- en

leve-ringsprocedures in de RIA zodanig aan-passen dat een bepaald minimum kwali-teitsniveau voor de exploitatie en leve-ring van de diensten wordt gegaran-deerd, dat kan worden voldaan aan bestelde interconnectiecapaciteit, dat redelijke levertijden van toepassing zijn, dat flexibiliteit in de procedure wordt geïntroduceerd door een (alternatieve) procedure aan te bieden, waarbij

inzich-telijk is wat het verband is tussen de lengte van prognose- en bestelperioden en de mogelijkheden en eventuele onmogelijkheden om tussentijds prog-noses aan te passen aan de verwachte vraag (toegestane bandbreedte). K KPN moet in de RIA ter nakoming van

haar leverplicht de mogelijkheden en eventuele onmogelijkheden voor het aanhouden van een minimumvoorraad en het – eventueel via een spoedprocedure – toewijzen van capaciteit daaruit op-nemen. Daarbij moeten in elk geval de informatieverstrekking aan aanbieders over de omvang van de minimumvoor-raad en de criteria voor toewijzing zijn opgenomen.

K KPN moet in de RIA de mogelijkheid opnemen voor een wederzijdse resultaat-verplichting voor levering en afname van interconnectiecapaciteit. KPN moet tevens de mogelijkheden en eventuele onmogelijkheden van verhandelbaarheid

van interconnectiecapaciteit door aan-bieders onderling in de RIA aangeven.

NIEUWERIA

KPN moet alle volgens OPTA noodzakelijk geachte wijzigingen doorvoeren in haar nieuw op te stellen RIA en bekendmaken aan OPTA en de andere telecombedrijven. Deze RIA moest uiterlijk op 1 september jl. (na het ter perse gaan van dit blad) bij OPTA binnen zijn. Vervolgens zal OPTA deze nieuwe RIA beoordelen.

Als KPN geen of onvoldoende gevolg geeft aan de door OPTA opgedragen aanpassin-gen en daarmee naar het oordeel van OPTA onderdelen in de RIA handhaaft die in strijd zijn met de Telecommunicatiewet, zal OPTA zo nodig gebruikmaken van het aan haar ter beschikking staande wettelijk instrumentarium. Dat kunnen bijvoorbeeld boetes en/of last onder dwangsommen zijn.

Het volledige besluit over de RIA is te vinden op de website van OPTA: www.opta.nl. K

enzovoort). Geografische nummers met weglating van een netnummer zijn bedoeld voor lokaal verkeer binnen het netnummer-gebied. Geografische nummers met wegla-ting van een netnummer mogen dus niet worden gebruikt om een bestemming te bereiken buiten het netnummergebied waar vandaan wordt gebeld.

OPTA maakt hierbij echter een uitzondering voor het gebruik van geografische num-mers voor het inbellen naar een internet-aanbieder. Voor het inbellen op internet blijft het gebruik van geografische num-mers, waarbij de bestemming van het ‘gesprek’ ligt buiten het netnummergebied van waaruit wordt gebeld, toegestaan

omdat dit overeenkomt met de bedoeling van de wetgever. Hierdoor is het mogelijk om toegang tot internet tegen lokaal tarief aan te bieden. Voor alle andere diensten zijn andere nummers in het nummerplan (waarin is beschreven welke nummers waarvoor zijn bedoeld) beschikbaar.

MINISTERIE

Gebleken is echter dat de behoefte bestaat om die andere diensten – bijvoorbeeld het bellen naar een callcenter – aan te bieden met landelijk dezelfde geografische num-mers tegen lokaal tarief en zonder dat het netnummer hoeft te worden ingetoetst. OPTA heeft daarom het ministerie van

Verkeer en Waterstaat, dat de nummer-plannen opstelt, gevraagd een oordeel te geven over de noodzaak het nummerplan aan te passen, zodat in deze behoefte kan worden voorzien. Tot het moment dat het ministerie hierover uitspraak doet is het niet toegestaan om nieuwe klanten een dergelijke vorm van dienstverlening te bieden. Werving en publiciteit hiervoor mag niet meer plaatsvinden. Tegen bestaand gebruik van geografische num-mers zonder gebruik van het netnummer met een ander doel dan toegang tot inter-net zal OPTA echter niet optreden tot het ministerie hier uitspraak over heeft gedaan. K

(8)

Het tariefbeheersingssysteem, op basis waarvan OPTA de posttarieven beoordeelt, bestaat uit twee pakketten van postdien-sten: het totaalpakket en het kleingebrui-kerspakket. In het Besluit algemene richt-lijnen post (Barp) staat welke diensten onder de twee pakketten vallen en hoe het tariefbeheersingssysteem werkt. Zowel onder het totaalpakket als het kleinge-bruikerspakket vallen de volgende dien-sten: binnenlandse zendingen van losse brieven, drukwerk, monsters, kaarten en buspakjes, losse postpakketten, losse post met aanvullende diensten (zendingen met waarde-aangifte en aangetekende post), partijenpost van brieven tot en met 100 gram en postbusnummers. Het verschil tussen beide pakketten is, kort gezegd, dat een tariefwijziging (bijvoorbeeld voor de frankering van brieven) in het ene pakket zwaarder kan meewegen dan in het andere pakket omdat de zogeheten wegingsfactor voor elke dienst per pakket anders is.

TPG moet OPTA schriftelijk in kennis stel-len van voorgenomen tariefwijzigingen. TPG moet daarbij kunnen aantonen dat de tariefwijzigingen in overeenstemming zijn met het tariefbeheersingssysteem. Als OPTA oordeelt dat dit toch niet zo is, dan moet zij dit binnen drie weken na ontvangst van de kennisgeving aan TPG melden.

GEEN‘INHAALSLAG’

De systematiek van tariefbeheersingssys-teem is in het nieuwe Barp niet gewij-zigd. Wel gaat het Barp uit van 1999 als basisjaar voor de tariefontwikkeling in de periode 2000 tot en met 2002.

Door het hanteren van 1999 als basisjaar is de ruimte voor eventuele

tariefsverho-gingen die is ontstaan in voorgaande jaren, teniet gedaan. Zo zijn de posttarie-ven in de jaren vóór 1999 minder geste-gen dan op grond van de loonsom-index zou mogen. TPG mag nu niet alsnog een ‘inhaalslag’ maken door de posttarieven de komende jaren sterk te verhogen. Het huidige tariefbeheersingssysteem toetst niet of tariefwijzigingen kosten-georiënteerd zijn, dus of ze gebaseerd zijn op werkelijke kosten plus een

rede-lijke winstopslag. Wel zal de minister van Verkeer en Waterstaat bij de evaluatie van dit systeem in het jaar 2002 meenemen wat het behaalde financiële rendement is van TPG over het boekjaar 2001 op de diensten die onder het brievenmono-polie vallen en op de overige opgedragen diensten. K

Als gevolg van aanpassing Besluit algemene richtlijnen post:

Posttarieven mogen komende

jaren niet extra omhoog

(9)

XOIP biedt zogenoemde unified messa-ging-diensten aan. Daarmee kan een par-ticuliere of zakelijke consument berichten in diverse vormen (voice mail, e-mail, fax) versturen naar één uniek nummer van een XOIP-klant. De XOIP-klant kan het bericht in dezelfde of een andere verschij-ningsvorm weer ophalen. XOIP verzorgt de toegangsmogelijkheid en de omzetting van de ene in de andere verschijnings-vorm.

Tot nu toe bood XOIP haar diensten aan via geografische nummers die aan Energis waren toegekend. Gezien de aard van de

dienstverlening en het nummerplan (waar-in is beschreven welke nummers waarvoor bedoeld zijn) moeten eigenlijk 084-num-mers voor deze dienstverlening worden gebruikt. Toch had Energis tijdelijk geografische (’gewone’) nummers voor dit doel toegekend gekregen als overbrugging voor een periode waarin KPN dienstverle-ning zou ontwikkelen waarmee 084-num-mers kunnen worden gebeld. Een nieuwe vorm van innovatieve dienstverlening kon zo alvast in de markt worden gezet. XOIP had bezwaar aangetekend tegen het tijdelijke karakter van de toekenning.

OPTA heeft nu vastgesteld dat volgens het nummerplan voor dit soort diensten er 084-nummers zijn en dat de tijdelijk toe-gekende geografische nummers daarom moeten worden teruggegeven aan OPTA. XOIP heeft tot 1 maart 2001 de tijd om dat te doen. In de tussentijd moet XOIP dus haar huidige klanten omnummeren naar 084-nummers. XOIP kan dat op zo’n manier doen dat deze klanten hetzelfde nummer houden, met uitzondering van de eerste drie cijfers: 020-1234567 wordt dan 084-1234567.

In een beslissing op een ander bezwaar van XOIP heeft OPTA besloten dat XOIP geen nieuwe geografische nummers krijgt toegekend om toekomstige klanten aan te sluiten. Ook deze klanten kunnen met 084-nummers worden bediend.

Met beide besluiten ontstaat er naar ver-wachting voorlopig geen tekort aan num-mers in het netnummergebied 020. Daar-mee blijft de Amsterdamse abonnees een grootschalige omnummeroperatie voorals-nog bespaard. K

OPTA: XOIP moet klanten omnummeren

XOIP mag voor haar unified messaging-diensten binnenkort geen gebruik meer maken van geografische nummers. Er zijn goede mogelijkheden om deze diensten op zeer korte termijn met 084-nummers aan te bieden nu KPN sinds 1 augustus jl. in staat is om 084-nummers in werking te stellen. XOIP moet haar bestaande klanten dus omnummeren van 020-nummers naar 084-nummers. Dat staat in het besluit dat OPTA vorige maand heeft genomen naar aanleiding van een door XOIP ingediend bezwaarschrift.

OPTA heeft de beleidsregels vast-gesteld waarin staat waarover tele-comaanbieders consumenten moeten informeren en hoe ze dat moeten doen. Het gaat dan met name om de tarieven en de algemene voor-waarden van die aanbieders.

Aanbieders van vaste en mobiele tele-comdiensten zijn wettelijk verplicht informatie over tarieven, algemene voor-waarden, de minimale contractduur en de voorwaarden voor vernieuwing van het

contract aan hun klanten bekend te maken. Ook moeten zij de manier waar-op zij dat doen publiceren in de Staats-courant. Dit staat in artikel 24 van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie (BOHT). In de nu door OPTA vastgestelde beleidsregels (ook wel richtsnoeren genoemd) staat welke criteria OPTA han-teert bij de beoordeling of een telecom-aanbieder aan die verplichting heeft vol-daan. Dit gebeurt met name aan de hand van geschillen of klachten die OPTA hier over krijgt.

ADVERTENTIE

Aanbieders moeten informatie over de in het BOHT genoemde informatie minimaal

algemeen bekendmaken. Dat kan via een medium waarmee een zo veel mogelijk consumenten worden bereikt, zoals een brief bij de nota of een adverentie in dagbladen. Daarnaast is bepaald dat tariefswijzigingen in principe twee weken voordat die worden ingevoerd bekend moeten zijn bij het grote publiek. Afhankelijk van de ingrijpendheid van zo’n wijziging kan eventueel een andere termijn worden gehanteerd. In de beleids-regels is verder aangegeven dat het sterke voorkeur verdient om informatie over de minimale contractduur en de voorwaar-den voor vernieuwing van het contract in de algemene voorwaarden op te nemen. K

(10)

Op grond van het ‘Besluit randappara-tuur en radio-appararandappara-tuur’ zijn aanbie-ders van openbare telecommunicatie-netwerken verplicht de technische specificaties van hun netwerkaansluit-punten, ook wel interfaces genoemd, op een ‘genoegzame wijze’ bekend te maken. Ook moeten zij in de Staatscou-rant bekendmaken op welke manier zij dat doen. OPTA moet toezien op de naleving van deze verplichting. De bedoeling achter het openbaar maken van de technische specificaties van netwerkaansluitpunten is dat fabri-kanten van randapparatuur (vaste of mobiele telefoontoestellen, bedrijfs-telefooncentrales) gemakkelijk toegang krijgen tot die specificaties. Dit om dergelijke apparaten aan te kunnen sluiten op een netwerk. Het punt waar zo’n apparaat wordt aangesloten op een netwerk heet een netwerkaansluit-punt.

BELEIDSREGELS

OPTA heeft nu richtsnoeren (beleids-regels) opgesteld waarin staat op welke manier die technische specificaties het beste bekend kunnen worden gemaakt. Volgens OPTA is het plaatsen van deze specificaties op de website van de tele-comaanbieder of een verwijzing naar een (internationale) standaard een genoegzame wijze van bekendmaken. OPTA beveelt deze manier van bekend-maken dan ook aan. Het verwijzen naar een andere plaats waar de technische specificaties te vinden zijn mag ook. Daarnaast moet de aanbieder in de

Staatscourant verwijzingen naar alle specificaties publiceren. De mededeling in de Staatscourant moet dan ook voor elke technische specificatie per net-werkaansluitpunt plaatsvinden. Verder is een aanbieder verplicht OPTA te

informeren over de (wijzigingen in de) technische specificaties van de net-werkaansluitpunten. Dat moet door middel van een bij OPTA verkrijgbaar formulier.

WAT EN WANNEER PUBLICEREN?

Het is moeilijk een complete definitie of omschrijving te geven van wat moet worden verstaan onder een netwerkaan-sluitpunt. OPTA gaat uit van de defini-tie van netwerkaansluitpunt zoals die is te vinden in artikel 1.1, onder h, van de Telecommunicatiewet. De wette-lijke definitie van netwerkaansluitpunt

Bekendmaken van specificaties

netwerkaansluitpunten kan via website

(11)

Het tarief was ruim vier miljoen gulden voor twee analoge kanalen. Dat wordt nu teruggebracht naar ruim 1,4 miljoen gul-den voor één digitaal kanaal. Canal+ kan echter via dit ene digitale kanaal haar twee programma’s uitzenden in plaats van via twee analoge kanalen zoals nu het geval is. OPTA verwacht dat dit besluit van invloed zal zijn op de tarie-ven die UPC kan berekenen aan Canal+, maar ook aan andere aanbieders, voor de jaren na 1998. Hierover moeten partijen zelf onderhandelen.

In december 1998 heeft Canal+ aan OPTA verzocht uitspraak te doen over de ver-goeding van twee miljoen gulden per jaar die UPC, toen nog KTA, wilde heb-ben voor het gebruik van één (analoog)

kanaal in de regio Amsterdam. Dit tarief is destijds door de minister van Economische Zaken goedgekeurd. Canal+ gaf haar twee programma’s via een analoog systeem door en had daarvoor twee kanalen nodig, wat neerkwam op zo’n vier miljoen gulden per jaar. Canal+ gaf echter aan over te willen stappen op digitale doorgifte van haar programma’s. Die digitale doorgifte van twee programma’s was mogelijk via slechts één kanaal. OPTA heeft UPC ge-dwongen tot digitale doorgifte. En hoe-wel UPC hier bezwaar tegen had, heeft OPTA ook dat bezwaar nu verworpen.

DECODER

Het definitieve besluit zoals OPTA dat nu genomen heeft, is conform eerder

vast-gestelde richtsnoeren. Daarin staat dat UPC slechts een tarief in rekening mag brengen dat is gebaseerd op kosten plus een redelijk rendement. Dat komt neer op 1.469.000 gulden per kanaal voor 1998.

OPTA heeft ook bepaald dat Canal+ de gelegenheid moet krijgen om haar eigen voorwaardelijk toegangssysteem (deco-der) te gebruiken. Dat betekent dat Canal+ een eigen digitale decoder kan installeren bij haar klanten. Daarmee blijft Canal+ volledig eigenaar van haar klantenbestand.

De volledige tekst van het besluit is te vinden op de website van OPTA: www.opta.nl. K

Het tarief dat UPC eind 1998 vroeg voor het doorgeven van televisieprogramma’s van Canal+ in de regio Amsterdam wordt verlaagd. Dit volgt uit een definitief besluit dat OPTA eind juli nam in een geschil dat door Canal+ was ingediend tegen Kabeltelevisie Amsterdam, later A2000 en nu UPC geheten.

UPC-tarief voor doorgifte tv-programma’s

Canal+ in de regio Amsterdam verlaagd

en de toelichting daarop in de Memorie van Toelichting laten echter ruimte voor interpretatie. OPTA zal daarom zo veel mogelijk aansluiten bij de op dat moment gangbare uitleg van dit begrip in andere landen van de Europese Unie. OPTA heeft al eerder laten weten het toezicht op de publicatie van de tech-nische specificaties ‘licht’ in te vullen. Dit betekent onder meer dat het proces van publicatie en het gebruik van de specificaties door fabrikanten zo veel mogelijk zonder tussenkomst van OPTA verloopt. OPTA wil vooral fungeren als platform voor het behandelen van eventuele klachten hierover. Medio sep-tember 2001 zal OPTA de voorgaande periode evalueren. Wellicht leidt dit tot een andere invulling van de aan OPTA opgedragen taak. Aanbieders moeten

de technische specificaties van hun netwerkaansluitpunten publiceren en aanmelden voordat via deze netwerk-aansluitpunten diensten aan het publiek beschikbaar worden gesteld. OPTA zal bij het toezicht op deze ver-plichting het begrip ‘voordat’ naar de letter interpreteren. Voor wat betreft diensten die al over een het netwerk-aansluitpunt worden aangeboden geldt dat de technische specificaties vóór 1 september 2000 moeten zijn gepubli-ceerd.

REGISTRATIEREGISTER

Nadat het volledig ingevulde aanvraag-formulier is ontvangen, zal OPTA de vindplaats van de betreffende specifi-caties van netwerkaansluitpunten per aanbieder opnemen in een

registratie-register. Dit register is te vinden op de OPTA-website (www.opta.nl). Uit de door OPTA eerder dit jaar gehouden consultatie is gebleken dat hier vanuit de markt, met name de fabrikanten van randapparatuur, behoefte aan bestaat. OPTA ondersteunt hiermee actief de toegankelijkheid van de technische specificaties.

(12)

Internationale ontwikkelingen

België:

advies BIPT over

interconnectie-verbindingen

De Belgische toezichthouder BIPT heeft een advies uitgebracht over de voorstel-len van de voormalige Belgische mono-polist Belgacom voor een referentie-aan-bieding van interconnectieverbindingen voor internetaanbieders. Er bestaan geschillen tussen Belgacom en andere telecomaanbieders over de verdeling van de kosten voor interconnectieverbindin-gen (via nummers uit de 0909-reeks). Onduidelijkheid bestaat over de vraag of bij internettoegang sprake is van ‘termi-nating access’ (het afleveren van tele-foonverkeer) of ‘originating access’ (ophalen van telefoonverkeer). In aan-sluiting hierop heeft BIPT voorlopig beslist dat Belgacom de facturering van de interconnectieverbindingen op moet schorten tot 1 januari 2001, zo lang er geen beslissing is genomen over de kos-tenverdeling van internetverbindingen en de invloed hiervan op de financiële relatie tussen Belgacom en andere ope-rators.

Verenigd Koninkrijk:

ontbundeling en

kwartaalrapport

consumentenmarkt

British Telecom (BT) moet sinds 8 augus-tus jl. van de Engelse toezichthouder OFTEL andere telecomaanbieders – na een redelijk verzoek daartoe – ontbun-delde toegang tot het aansluitnet bie-den. Hiertoe behoort ook het verschaffen

van collocatiefaciliteiten. (Collocatie is het plaatsen van apparatuur door andere telecombedrijven in de centrales van, in dit geval, BT.) OFTEL heeft de bevoegd-heid om, als er op dit punt geschillen ontstaan tussen BT en haar concurren-ten, waar nodig op te treden.

KWARTAALRAPPORT

OFTEL heeft onlangs haar eerste kwar-taalrapport uitgebracht over ontwikkelin-gen op de consumentenmarkt op het gebied van vaste en mobiele telefonie, internet en digitale televisie. De resulta-ten hiervan laresulta-ten zien dat consumenresulta-ten gebruik maken van de keuzemogelijk-heden die er zijn en ook dat ze geïnte-resseerd zijn in nieuwe diensten zoals snelle internettoegang. Verder blijkt uit het rapport dat 22 procent van de Engel-se bevolking (14 miljoen menEngel-sen) thuis een internetaansluiting heeft, waarvan 34 procent bij meer dan één internet-aanbieder is aangesloten. Ook blijkt dat vijf procent van de huishoudens in het Verenigd Koninkrijk een mobiele aanslui-ting heeft in plaats van een vaste tele-foon. Van de Engelse consumenten vindt 18 procent dat ze geen goede informatie van telecombedrijven krijgen om de voordeligste keus te kunnen maken.

Frankrijk:

bijeenkomst over

mobiel internet

De Franse toezichthouder ART heeft in juli een bijeenkomst gehouden met ver-schillende vertegenwoordigers uit de telecommunicatiesector (telecomaanbie-ders, dienstenleveranciers, belangenver-enigingen en dergelijke) over mobiel internet. Het doel hiervan was het analy-seren van voorwaarden voor de ontwikke-ling van mobiel internet in Frankrijk. Hieruit is gebleken dat er op dit moment

nog problemen liggen op het gebied van apparatuur voor eindgebruikers, netwerk-architectuur en de relaties tussen tele-comaanbieders en dienstenleveranciers. Er zullen nog meer bijeenkomsten vol-gen, waarvan het uiteindelijke doel is richtlijnen op te stellen die vernieuwing op dit gebied moet stimuleren.

INTERCONNECTIEGESCHIL

Verder heeft ART een beslissing genomen in een interconnectiegeschil tussen de internet aanbieder Linx en de voormalig monopolist France Telecom. Het geschil betrof de toegang, via het netwerk van France Telecom, tot internetdiensten van Linx door middel van 0860-nummers (waarvoor de beller betaalt). Op basis van een eerder genomen beslissing acht-te de ART het verzoek van Linx redelijk om gebruik te maken van een schema voor indirecte interconnectie.

Duitsland:

(13)

Enkele maanden geleden stond in verschil-lende dagbladen een artikel over het zwaar beschadigen van wortels van bomen langs de openbare weg bij het aanleggen van een telecommunicatiekabel. Naast het feit dat dit zeer schadelijk is voor deze bomen,

kan het ook andere gevaarlijke en schade-lijke situaties tot gevolg hebben omdat de bomen te los in de grond komen te staan. Een gemeente vroeg OPTA of gemeenten hierover regels mogen vaststellen. OPTA stelde vast dat het artikel in de

Telecommunicatiewet dat het snoeien van bomen en beplantingen en het inkorten van takken en wortels behandelt (artikel 5.8), voorziet in schriftelijke procedures voor dergelijke werkzaamheden. De aanbie-der van een telecommunicatie- of omroep-netwerk moet eerst, door middel van een schriftelijk verzoek, de eigenaar vragen bomen te snoeien of takken en wortels in te korten als die hinderlijk zijn of worden voor de aanleg, instandhouding en exploi-tatie van dat netwerk. De eigenaar moet binnen twee weken aan dat verzoek vol-doen. Doet hij dat niet, dan kan OPTA bestuursdwang toepassen.

STORINGEN

Een aanbieder van een netwerk mag slechts onder één omstandigheid zonder schriftelijk verzoek handelen: als er direct kans is op storingen in het netwerk en telecommunicatie daardoor onmogelijk wordt. Hierbij zal het handelen van de telecomaanbieder wat betreft de begroei-ing redelijk moeten zijn en proportioneel ten opzichte van de ‘bedreigde’ kabel. Bovendien moet de aanbieder de eigenaar zo snel mogelijk schriftelijk op de hoogte stellen van de snoeiwerkzaamheden. Als het gaat om de aanleg van een netwerk kan er uiteraard geen sprake van zijn dat de aanbieder zelf snoeit of inkort. In dat geval vindt er immers nog geen telecom-municatie over dat netwerk plaats, zodat er ook geen sprake kan zijn van storingen. Verder stelde de OPTA vast dat de gemeen-te op grond van haar coördinerende rol rekening kan houden met belangen waarin de Telecommunicatiewet niet voorziet. Hieronder kan wel degelijk het belang van bomen en beplantingen vallen. Een gemeente kan in het instemmingsbesluit dat zij afgeeft aan een aanbieder dan ook voorschriften opnemen wat betreft het instandhouden van bomen en beplantin-gen. Een aanbieder moet zich uiteraard houden aan deze voorschriften. K

Gemeente kan bomen beschermen

bij aanleg van telecomnetwerk

(14)

KPN is wettelijk verplicht over een kosten-toerekeningssysteem voor spraaktelefonie en huurlijnen te beschikken. Het systeem dient onder meer om te bepalen of de ‘vaste’ telefoontarieven voor particuliere en zakelijke consumenten (eindgebruikers) en de tarieven voor huurlijnen

kostengeoriën-teerd zijn. Kostengeoriënkostengeoriën-teerd wil zeggen: gebaseerd op daadwerkelijke kosten plus een redelijke opslag voor de winst. OPTA heeft het huidige kostentoereke-ningssysteem tot 2000 goedgekeurd. Momenteel vindt een evaluatie van het systeem plaats. Dit moet leiden tot een

nieuwe goedkeuring van het systeem voor de komende jaren. Het kostentoerekenings-systeem voor spraak en huurlijnen heeft tot doel kosten en opbrengsten van KPN aan de juiste diensten toe te rekenen. KPN is op basis van de Telecommunicatiewet verplicht kostengeoriënteerde tarieven aan haar klanten in rekening te brengen voor die diensten waarvoor zij een aanmerkelijke macht op de markt heeft.

Op de begin juli gehouden hoorzitting kon-den aanbieders van spraaktelefoniedien-sten en huurlijnen hun mening geven over de werking van het huidige kostentoereke-ningssysteem. Vinden aanbieders van spraak- en huurlijnen dat het systeem de afgelopen jaren goed heeft gewerkt heeft

Het is voor telecombedrijven niet altijd duidelijk wat de relatie is tussen het kostentoerekeningssysteem voor spraaktelefonie en huurlijnen en dat voor inter-connectie. Dat bleek tijdens het rondetafelgesprek dat OPTA begin juli heeft gehouden. De bijeenkomst was bedoeld als evaluatie van het huidige kosten-toerekeningssysteem spraak en huurlijnen. OPTA beslist naar verwachting in oktober of dit systeem moet worden aangepast.

Relatie tussen kostentoerekeningssystemen is

Om kruissubsidie te voork

TPG moet financi

De TNT Post Groep NV (TPG) is verplicht de financiële administratie van haar activiteiten te scheiden. Doel daarvan is om kruissub-sidie te voorkomen en inzicht te krijgen in de kosten en opbrengsten van de diverse diensten. Eén en ander is het gevolg van de inwerkingtreding van de nieuwe Postwet op 1 juni jl. Voor het uitvoeren van de gescheiden financiële verantwoording moet TPG een toerekeningssysteem voor kosten en opbrengsten opstellen dat OPTA moet goedkeuren. OPTA heeft, in overleg met TPG en haar concurrenten, inmiddels de beginselen en eisen vastgesteld waaraan dit systeem moet

(15)

en hoe zou het kunnen worden verbeterd? Dat waren de vragen die tijdens de bijeen-komst centraal stonden.

Tijdens de hoorzitting bleek dat het voor de aanwezigen niet altijd duidelijk is wat de relatie is tussen de kostentoerekenings-systemen voor spraaktelefonie en huurlij-nen en dat voor interconnectie. OPTA heeft bij die gelegenheid aangegeven dat de kostentoerekening voor interconnectie in eerste instantie gelijk oploopt met de kos-tentoerekening voor spraak en huurlijnen. Binnen één module van het kostentoereke-ningssysteem, Componist geheten, worden met name de kosten van het KPN-netwerk toegerekend aan spraaktelefonie, huurlij-nen en interconnectie. Vervolgens worden

in een aparte module de aan interconnec-tie toegerekende kosten op EDC (embedded direct costs)-leest geschoeid. EDC is het kostentoerekeningssysteem voor de inter-connectietarieven van KPN.

INVLOEDLRIC-MODEL

De aanwezige bedrijven wilden ook weten of de voorgenomen overstap van het EDC-model op het LRIC-EDC-model (long run incre-mental costs, het nieuwe systeem voor de berekening van de interconnectietarieven, waarover de telecombedrijven overigens nog worden geconsulteerd) van invloed is op het kostentoerekeningssysteem van spraaktelefonie en huurlijnen. OPTA gaf aan dat dit in beginsel niet het geval is,

maar voegde daaraan toe dat hieraan nog bijzondere aandacht zal worden besteed in het goedkeuringsbesluit van het kostentoe-rekeningssysteem voor spraaktelefonie en huurlijnen.

De gehele hoorzitting draaide zodoende meer om uitleg van het systeem van kos-tentoerekening dan om de daadwerkelijke evaluatie van het systeem. Omdat ook de mogelijkheid bestond schriftelijk opinies in te brengen, kondigden de telecom-aanbieders aan dat zij daar gebruik van zouden maken. Deze inbreng zal OPTA mee-nemen in de beslissing die zij naar ver-wachting in oktober neemt over het kos-tentoerekeningssysteem voor spraak en huurlijnen. K

De activiteiten van TPG vallen in drie delen uiteen: de voorbehouden diensten, de overige opgedragen diensten en de zogeheten vrije diensten. Het voorbehou-den deel (monopolie) bestaat uit brieven-post tot 100 gram met een tarief van maximaal ƒ2,40. Concurrentie is alleen mogelijk als voor brieven tot 100 gram een bedrag hoger dan ƒ2,40 in rekening wordt gebracht. Bij de overige opgedragen dien-sten is er sprake van vrije concurrentie zonder limiteringen. Wel is TPG als conces-siehouder verplicht de opgedragen dien-sten, bijvoorbeeld aangetekende brieven of drukwerk, in het hele land tegen een uni-form tarief te leveren. Concurrenten mogen deze diensten leveren, maar zijn hiertoe niet verplicht. Onder de vrije diensten val-len alle overige activiteiten van TPG. Deze driedeling in de administratie van TPG heeft ten eerste als doel kruissubsidie te voorkomen. Winsten uit activiteiten van bijvoorbeeld de voorbehouden dienst mogen niet worden gebruikt ter compensa-tie van structurele verliezen van de vrije

activiteiten van TPG. Dit zou oneerlijk zijn ten opzichte van concurrenten die niet het voordeel hebben van een concessie. Ten tweede dient de gescheiden administratie om inzicht te krijgen in de kosten, opbrengsten en het rendement van de voorbehouden dienst en van de overige opgedragen diensten afzonderlijk. Om te zorgen dat de administratie van TPG correct wordt gescheiden, is er een toerekeningssysteem van kosten en opbrengsten. Het gaat hier om een sys-teem van regels waarin staat hoe de toere-kening in de praktijk moet plaatsvinden. TPG moet binnen twee maanden na de inwerkingtreding van de nieuwe Postwet een dergelijk systeem opstellen. OPTA moet het systeem vervolgens goedkeuren. Daarbij kan OPTA nadere regels en eisen stellen aan het toerekeningssysteem.

INVULLING

Om te voorkomen dat TPG een toereke-ningssysteem vaststelt dat niet voldoet aan de eisen, heeft OPTA vooraf

aangege-ven hoe zij het toerekeningssysteem van kosten en opbrengsten ingevuld wil zien. Eind juni heeft OPTA TPG, concurrenten van TPG en andere belangstellenden in de gelegenheid gesteld vragen te stellen en commentaar te geven op deze invulling. Mede op basis van de reacties tijdens deze bijeenkomst heeft OPTA eind juli de invul-ling van het systeem van kosten en opbrengsten definitief vastgesteld. Nadat TPG het toerekeningssysteem aan OPTA heeft voorgelegd, zal OPTA dit sys-teem beoordelen en zonodig nog aanvul-lende voorschriften stellen. De bedoeling is dat OPTA in oktober het systeem goed-keurt. TPG kan het toerekeningssysteem dan met ingang van het boekjaar 2001 toepassen. In 2002 zal TPG dus voor het eerst op basis van dat systeem rap-porteren.

Meer informatie over het toerekenings-systeem kosten en opbrengsten post is te vinden op de website van OPTA (www.opta.nl). K

voor telecombedrijven niet altijd duidelijk

omen en inzicht te krijgen in kosten en opbrengsten:

(16)

De meeste klachten over carrier prese-lectie (CPS) gaan over de problemen die consumenten ervaren bij het inschake-len van carrier preselectie. Doordat het aanmeldingssysteem van KPN niet goed werkt, kost het gebruikers veel moeite om over te stappen naar de CPS-aanbie-der van hun keuze. Van belang is dat de CPS-aanbieders hun klanten goed inlichten over de wijze waarop het tele-foonverkeer wordt afgehandeld respec-tievelijk in rekening wordt gebracht in het geval dat het niet door de CPS-aan-bieder zelf tot stand kan worden gebracht.

Ook waren er in juli veel klachten over het meenemen van het nummer bij de

overstap naar een andere mobiele aan-bieder. Naast klachten bereiken OPTA ook veel vragen om informatie. De aard van de vragen loopt erg uiteen, al scoort CPS ook hier hoog, gevolgd door vragen over nummerportabiliteit, fre-quentiebeleid (UMTS) en privacy. K

Carrier preselectie was ook in juli het onderwerp waarover bij OPTA de meeste klachten binnenkwamen. Nummerportabiliteit is weer terug in top drie van klachten, evenals mobiele telefonie.

De formulieren voor het aanvragen van informatienummers zijn vernieuwd. Zo zijn er nu aparte formulieren voor korte en lange informatienummers. Bij alfanumerieke nummers moet de aanvrager voortaan aangeven welk woord hij met de gevraagde cijfer-combinatie wil vormen.

Uit een eind 1999 gehouden klanttevre-denheidsonderzoek onder aanvragers van informatienummers bleek er het één en ander te schorten aan het invulgemak

van de formulieren. Ook kwamen formu-lieren nogal eens incompleet bij OPTA binnen. Dat waren de voornaamste rede-nen de aanvraagformulieren aan te pas-sen. Er zijn nu aparte aanvraagformulie-ren voor korte (achtcijferige) en lange (elfcijferige) informatienummers. Ook zijn de losse toelichtingen nu aan de formu-lieren toegevoegd. Tevens is het wijzi-gingsformulier grondig herzien. Ook is besloten de tarievenlijsten voortaan los mee te sturen.

ALFANUMERIEK

Verder is het zo dat bij aanvragen van nummers met een alfanumerieke beteke-nis, de aanvrager voortaan moet aange-ven welk woord hij met de aangevraagde cijfercombinatie wil vormen. Dit wordt gedaan om lastige situaties in de

toe-komst voor de aanvrager te voorkomen. Het kan namelijk zo zijn dat een bepaal-de cijfercombinatie een naam of beteke-nis oplevert die mogelijk in strijd is met het Merkenrecht. Mocht een dergelijke aanvraag binnenkomen, dan zal OPTA de aanvrager hierop attenderen. Voorts zal OPTA de aanvrager er op wijzen dat het op grond van de Telecommunicatiewet verboden is om informatienummers aan te vragen met de bedoeling die te ver-handelen.

De nieuwe aanvraagformulieren zijn te vinden op de website van OPTA (www.opta.nl) of aan te vragen via tele-foonnummer 0800 – 022 31 22. Vanaf 1 oktober a.s. zullen de oude aanvraagfor-mulieren voor het aanvragen van informa-tienummers of het doorgeven van wijzigin-gen niet meer worden geaccepteerd. K

Top 10 klachten juli 2000

Positie Positie in mei Onderwerp klacht Percentage

1 1 Carrier preselectie 19,3 2 5 Nummerportabiliteit 11,4 3 7 Mobiele telefonie 10,2 4 2 Onjuiste telefoonrekening 9,1 5 - Aansluiting / Levertijd 8,0 6 6 Kabel(maatschappijen) 5,7

7 3 Algemene voorwaarden / Overeenkomst 9,1

8 - Abonnee-informatiedienst 3,4

9 - Privacy 2,5

10 10 Post 2,3

Nog steeds veel klachten bij OPTA over

carrier preselectie en nummerportabiliteit

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

mogelijkheid om orde te brengen in de wereld rondom en in zich". Het verschil tussen menselijke en andere evoluties zit in de grootte van de hersenen, de zetel

Geen enkele partij immers heeft in haar orgaan "Democraat" ja-nee- andere(geen) mening rubriek. Juist daarom is het zo jammer dat deze poging tot duidelijkheid

Eindelijk is de interne discussie over de politieke plaatsbepaling van D'66 in het proces van partijvernieuwing op gang gekomen. Beter laat dan nooit zal men zeggen,

In de meeste gevallen is dit het Nummerplan voor telefoon- en ISDN-diensten (Stct. Het gebruik van het nummer of de nummers moet met deze bestemming overeenkomen. Deze voorwaarde is

Dat zijn diensten waarvoor in het nummerplan voor telefoon- en ISDN-diensten niet-geografische nummers zijn opgenomen en waarvoor in verband met de aankiesbaarheid van deze

Mits een partij voldoet aan de eisen voor het gebruik van geografische nummers heeft OPTA geen bezwaar tegen gebruik van deze nummers voor diensten die bellen naar het buitenland

3. de opvatting van de OPTA zoals opgenomen in het ontwerpbesluit: wederverkoop is de doorgifte van het identieke analoge standaardpakket van de kabelexploitant waarvoor

Sinds de invoering van het Uitgiftebeleid 2011 moeten nieuwe nummerhouders hun routeringsystemen in richten op basis van het aantal aan hen toegekende nummers zodat ACM binnen