Uitwerkingen Basis Chemie hoofdstuk 7 Opgave 7.1 Waterstofionen a.

1 uitwerkingen hoofdstuk 7 Basischemie 2017©Vervoort Boeken 10⁰ 10^-1 10^-2

0 1 2 3 4 5 6 7

zuurgraad pH

concentratie H3O⁺ (mol/L)

Uitwerkingen Basis Chemie hoofdstuk 7

Opgave 7.1 Waterstofionen

a. Een waterstofatoom bestaat uit een kern met 1 proton en een schil met 1 elektron.

b. Dit atoom wordt een positief ion als het elektron wordt afgestaan.

c. Een positief waterstof-ion is dus een proton.

Opgave 7.2 Sterke en zwakke zuren 1 a. HNO₃(l) + H₂O → H₃O⁺(aq) + NO₃^-

Kijk in BINAS tabel 49 en maak de beweringen b en c kloppend:

b. Hoe zwakker het zuur, hoe groter/kleiner de zuurconstante Kz. c. Hoe zwakker het zuur, hoe groter/kleiner de pKz waarde.

d. CH₃COOH + H₂O  H₃O⁺ (aq) + CH₃COO^- (aq) Opgave 7.3 Sterke en zwakke zuren 2

a. CH₃–NH₃⁺ + H₂O  H₃O⁺(aq) + CH₃–NH₂ (aq) b. HC2O4–

+ H2O  H3O⁺ (aq) + C2O42-

(aq) c. HCOOH + H2O  H3O⁺ (aq) + HCOO^- (aq) Opgave 7.4 Destillatie van aardolie

a. Stap 1: H₂SO₄ (l) + H₂O → H3O⁺ (aq) + HSO₄^- (aq) b. Stap 2: SO₄^2- (aq) + H₂O  H₃O⁺ (aq) + SO₄^2- (aq) Opgave 7.5 pH-schaal

a. Een lage pH-waarde staat voor een lage/hoge zuurgraad.

b. Meer naar links op de schaal wordt de concentratie H3O⁺ steeds kleiner/groter.

c. Bij één stap naar rechts wordt de concentratie H3O⁺ 10 × zo groot d. Neem de pH-schaal over en zet de ontbrekende machten van 10 eronder.

pH = 7 betekent neutraal. Zuiver water heeft een pH van 7.

e. [ H₃O⁺] = 10^-7 mol/L

10^-3 10^-4 10^-5 10^-6 10^-7

2 uitwerkingen hoofdstuk 7 Basischemie 2017©Vervoort Boeken

Opgave 7.6 Sterke en zwakke basen 1 a. Na₂O (s) + H₂O → 2 Na⁺ (aq) + 2 OH^-

b. Hoe zwakker de base zuur hoe groter/kleiner de baseconstante Kb. c. Hoe zwakker het zuur hoe groter/kleiner de pKb waarde.

d. NaS (s) → Na⁺ (aq) + S^2- (aq)

S^2- (aq) + H₂O (l)  HS^- (aq) + OH^- (aq) Opgave 7.7 Sterke en zwakke basen 2

a. CO₃^– (aq) + H₂O (l)  HCO₃^- (aq) + OH^- (aq) b. HO₂^– (aq) + H₂O (l)  H₂O₂ (aq) + OH^- (aq) Opgave 7.8 pH-papier

Opgave 7.9 Amfolyten

2 andere amfolyten in tabel 49 van BINAS:

HAsO4-

(Kb = 5,8·10^-8 en Kz = 5,1·10^-12) HS^- (Kb = 1,1·10^-7 en Kz = 1,1·10^-12) Opgave 7.10 Zuur-base paren

a. H₂SO₄ (l) (zuur) + H₂ O(l) (base)  HSO₄^– (aq) (geconfugeerde base) + H₃O⁺ (aq) (geconfigeerde zuur)

b. HSO4–

(aq) (zuur) + H2O (l) (base)  SO42–

(aq) (geconfugeerde base) + H₃O⁺ (aq) (geconfigeerd zuur)

c. HCO3–

(aq) (base) + H3O⁺ (aq) (zuur)  CO2 (g) (geconfigeerde zuur) + H2O (l) (geconfugeerde base)

d. CH3CH2O^– (aq) (base) + H2O (l) (zuur)  CH3CH2OH (aq) (geconfigeerde zuur) + OH^– (aq) (geconfugeerde base)

Opgave 7.11 Zoutvorming uit een zuur en een base a. K⁺ (aq) + NO₃^- geen neerslag

b. Ba₃(PO₄)₂ neerslag c. NH4+

(aq) + Cl^- (aq) geen neerslag

3 uitwerkingen hoofdstuk 7 Basischemie 2017©Vervoort Boeken

Opgave 7.12 Sterk zuur en zwakke base

Opgave 7.13 Zout en base

Opgave 7.14 Zout en zuur