Vraag nr. 378 van 9 juni 1997
van de heer JOHAN MALCORPS Loodswissel Vlissingen – Verplaatsing
Naar verluidt zou de Nederlandse overheid, met de Vlissingse Rijkshavenmeester op kop, e r n s t i g e druk uitoefenen om de loodswissel (zee-rivier-kanaal) van schepen met gevaarlijke ladingen niet meer op de rede van Vlissingen te laten gebeuren. Daarbij baseert men zich op een studie die wijst op de eventuele risico’s voor de bewoners van de havenstadjes Vlissingen en Breskens.
De Vlaamse overheid zou naar verluidt deze milieuargumentatie van onze noorderburen aan-grijpen om aan te dringen op een verplaatsing van de loodswissel of de loodspost naar de enge en gevaarlijke zone ten oosten van Zeebrugge.
Nautisch gezien zou dit echter onverantwoord zijn, zo zegt men in kringen van Vlaamse loodsen. D e schepen zouden dan immers onder radarbegelei-ding tot dit bewuste punt moeten worden gebracht en daar worden bemand met loodsen. En dat temidden van verraderlijke stromingen en tussen gevaarlijke ondieptes en banken. Deze loodswissel zou dan plaatsvinden op korte afstand (1 tot max. 3 km) van de Belgische kust, die winter en zomer druk bevolkt is.
Kan de minister meedelen of er effectief beslissin-gen zijn in die richting, of zijn er daaromtrent stu-dies in voorbereiding ?
Zo ja, hoe worden bovenvermelde risico’s verant-woord ?
Antwoord
De Nederlandse overheid is inderdaad bezorgd over de risico's bij de loodswissel in V l i s s i n g e n , waarbij vooral sprake is van schepen met gevaarlij-ke lading, en gasschepen in het bijzonder.
De zogenaamde risico-contouren van de rede V l i s-singen worden niet alleen beïnvloed door de loods-w i s s e l , maar ook door andere factoren zoals de aanwezigheid van ankergebieden. De studie dien-aangaande heeft zich nog niet duidelijk uitgespro-ken over de werkelijke belangrijkheidsgraad, e n duidelijke aanbevelingen werden nog niet gefor-muleerd.
Het Vlaamse standpunt was veeleer gefundeerd op een verhoogde efficiëntie en een betere dienstver-lening door het invoeren van een algemene loods die bevoegd is voor meerdere trajecten, t e n e i n d e via deze aanpak de loodswissel in Vlissingen te ver-minderen.
Op 22 oktober 1996 heeft de Vlaamse regering haar goedkeuring gehecht aan het "Stappenplan 1" van het rapport "Optimaliseren van het loodsen van zeeschepen naar de Vlaamse Zeehavens". Hierdoor werd door de administratie Wa t e r w e g e n en Zeewezen een stuurgroep opgericht voor het leiden van een twintigtal deelprojecten, die tot taak hebben alle facetten van het moderniseren van het loodswezen te onderzoeken en op hun haalbaar-heid in de praktijk te toetsen.
Daarbij behoort ook de vermindering van de loodswissel in Vlissingen.
Alles bevindt zich nu nog in een onderzoeksfase, waarbij aan volgende drie voorwaarden moet wor-den voldaan :
1. de dienstverlening moet minstens gelijk zijn, zo niet beter ;
2. het moet even veilig zijn ; 3. het moet kostenbesparend zijn.
Vooropstellen dat de loodswissel nu zou plaatsvin-den ten oosten van Zeebrugge is dus op zijn minst v o o r b a r i g, zo niet onwaarschijnlijk voor schepen met gevaarlijke lading.