• No results found

Besluit Vertrouwelijk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Besluit Vertrouwelijk"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Besluit

Vertrouwelijk

P

a

g

in

a

1

/6

M u z e n s tra a t 4 1 | 2 5 1 1 W B D e n Ha a g P o s tb u s 1 6 3 2 6 | 2 5 0 0 B H D e n Ha a g T 0 7 0 7 2 2 2 0 0 0 | F 0 7 0 7 2 2 2 3 5 5 in fo @ a c m .n l | www. a c m .n l | www. c o n s u wi jz e r.n l Ons kenmerk: ACM/DJZ/2014/203067 Zaaknummer: 14.0154.12

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet).

1 Verloop van de procedure

1. Op 22 januari 2014 heeft ACM een aanvraag tot geschilbeslechting als bedoeld in artikel 51 van de E-wet ontvangen van Wärtsilä Netherlands B.V. (hierna: Wärtsilä).

2. Op 24 februari 2014 is een reactie van Enexis B.V. (hierna: Enexis) ontvangen op de geschilaanvraag.1

3. Op 15 april 2014 heeft op het kantoor van ACM een hoorzitting plaatsgevonden waarbij partijen hun standpunten nader hebben toegelicht. Het verslag van de hoorzitting is aan partijen gezonden.

4. Wärtsilä heeft ACM bij brief van 15 mei 2014 in gebreke gesteld vanwege het uitblijven van een beslissing op haar aanvraag.

2 Standpunten van partijen Wärtsilä

5. Wärtsilä stelt zich op het standpunt dat Enexis vanaf 2000 tot nu ten onrechte een vergoeding meerlengte als bedoeld in artikel 2.3.2B van de Tarievencode elektriciteit (hierna: TCE) als onderdeel van het aansluittarief bij haar in rekening brengt.

6. Volgens Wärtsilä is de feitelijke situatie op bedrijventerrein ‘Metal Valley’ in Drunen als

1

(2)

Besluit

Vertrouwelijk

2

/6

volgt. Op het terrein bevindt zich een MS-station dat aan Enexis toebehoort. Dit station bevat een railsysteem dat wordt gevoed door een vijftal inkomende kabels afkomstig van het door Enexis beheerde HS/MS-transformatorstation in Waalwijk. Behalve een viertal verbindingen van Wärtsilä, Gieterij Drunen B.V. (hierna Gieterij Drunen), Sapa Profiles NL B.V. (hierna: Sapa) en Outokumpu Copper LDM B.V. (hierna: LDM) zijn op het railsysteem volgens Wärtsilä ook verbindingen met derden gerealiseerd. Zij wijst in dit verband op de verbindingen met station Wolfshoek en het dorp Elshout.

7. Op de inkomende kabels en het MS-station zijn volgens Wärtsilä niet één specifieke, maar meerdere van elkaar te onderscheiden afnemers aangesloten. Onder verwijzing naar een aantal besluiten van ACM of haar rechtsvoorganger in geschillen tussen Sapa en

Liander N.V.2 stelt Wärtsilä zich op het standpunt dat deze kabels en dit station daarmee onderdeel uitmaken van het net dat door Enexis wordt beheerd.

8. Aangezien de vijf inkomende kabels en het MS-station tot het net van Enexis behoren, kunnen de kosten voor het in stand houden daarvan niet in rekening worden gebracht als vergoeding voor de aansluiting(en) van Wärtsilä.

Enexis

9. Enexis is van mening dat de vraag of zij ten onrechte zogenoemde diepe aansluitkosten via het aansluittarief bij Wärtsilä in rekening heeft gebracht, direct samenhangt met de vraag of het railsysteem als netstation kan worden gekwalificeerd. Die laatste vraag heeft ACM volgens Enexis bevestigend beantwoord in een andere beslissing op een aanvraag tot geschilbeslechting van Wärtsilä.3 Enexis heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Zolang dit geschil nog niet definitief is beslecht, acht Enexis het zinvol om de onderhavige procedure op te schorten.

10. Voor de goede orde merkt Enexis op dat zij betwist dat zij ten onrechte een te hoog aansluittarief in rekening brengt. Enexis heeft het tarief destijds afgestemd met de aangeslotene.

11. Ten slotte hecht Enexis eraan te benadrukken dat ACM een integrale afweging dient te maken. Enexis meent dat de kwalificatie van de aansluiting onlosmakelijk is verbonden met de te hanteren tarieven. Vorderingen op basis van tarieven vloeien volgens Enexis dus voort uit een bestuursrechtelijk kader en kunnen niet alleen civielrechtelijk worden afgedaan.

2

Besluiten van 24 juli 2012 (104112/20), 6 februari 2013 (104112/45) en 2 oktober 2013 (104112/71).

3

(3)

Besluit

Vertrouwelijk

3

/6

3 Juridisch Kader

12. De relevante artikelen uit de E-wet en TCE zijn opgenomen in bijlage I bij dit besluit.

4 Beoordeling

13. Ter beoordeling staat de vraag of Enexis terecht een vergoeding meerlengte als bedoeld in artikel 2.3.2B van de TCE als onderdeel van het aansluittarief bij Wärtsilä in rekening brengt.

14. Slechts indien een verbinding deel uitmaakt van een aansluiting kan een vergoeding meerlengte als bedoeld in artikel 2.3.2B van de TCE aan de orde zijn. Op grond van dit artikel bestaat de periodieke vergoeding voor aansluitingen namelijk uit een bedrag ter dekking van de kosten van het instandhouden van de aansluiting, aangevuld met een bedrag per meter ter dekking van de kosten van het instandhouden voor elke meter meer dan de maximale kabellengte van 25 meter tussen de plaats waar het net verbroken is en de voorzieningen om het net te beveiligen. Het voorgaande wordt bevestigd in een recente uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven van 30 april 2014

(ECLI:NL:CBB:2014:167).

15. Op de hoorzitting hebben partijen aan de hand van tekeningen de feitelijke situatie nader toegelicht. ACM leidt hieruit af dat partijen van mening verschillen over de vraag of sprake is van één of van vier aansluitingen, en indien dit laatste het geval is, of deze aansluitingen alleen op Wärtsilä of ook op Gieterij Drunen, Sapa en LDM betrekking hebben. Tussen partijen staat vast dat vanaf het HS/MS-transformatorstation in Waalwijk verbindingen lopen naar het MS-station. Eveneens staat tussen partijen vast dat vanaf dit MS-station ook verbindingen zijn gerealiseerd naar station Wolfshoek en het dorp Elshout.

16. Daargelaten of er meerdere aansluitingen van Wärtsilä zijn, volgt uit deze feitelijke situatie naar het oordeel van ACM dat de verbindingen vanaf het HS/MS-transformatorstation in Waalwijk tot aan het MS-station geen deel uitmaken van de aansluiting(en) van Wärtsilä, maar onderdeel zijn van het net van Enexis. Op deze verbindingen zijn namelijk niet alleen Wärtsilä, maar ook derden (waaronder in elk geval station Wolfshoek en het dorp Elshout) aangesloten. Dit betekent dat Enexis voor de verbindingen tussen het

(4)

Besluit

Vertrouwelijk

4

/6

17. Aan het voorgaande doet niet af dat Enexis het aansluittarief destijds heeft afgesproken met de aangeslotene. Het bepaalde krachtens de E-wet gaat voor op deze afspraken. 18. Met betrekking tot de ingebrekestelling van Wärtsilä merkt ACM op dat zij op grond van

artikel 51, tweede lid, van de E-wet binnen twee maanden na ontvangst op de aanvraag tot geschilbeslechting dient te beslissen. Deze beslistermijn is niet verlengd en is inmiddels verstreken. Gelet op de ingebrekestelling en artikel 4:17 van de Algemene wet

bestuursrecht verbeurt ACM aan Wärtsilä een dwangsom voor elke dag na 30 mei 2014 dat een beslissing op de aanvraag uitblijft. Aangezien dit besluit op de aanvraag is genomen vóór 30 mei 2014, is ACM aan Wärtsilä geen dwangsom verschuldigd.

5 Dictum

19. ACM stelt vast dat:

I. Enexis in strijd met artikel 2.3.2.B van de TCE handelt door een vergoeding meerlengte in rekening te brengen voor de verbindingen tussen het

HS/MS-transformatorstation in Waalwijk en het MS-station; II. ACM geen dwangsom aan Wärtsilä verschuldigd is. Den Haag,

Datum: 27 mei 2014

Autoriteit Consument en Markt namens deze,

w.g.

drs. F.E. Koel

Teammanager Directie Energie

Tegen dit besluit kan een belanghebbende binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Autoriteit Consument en Markt, Directie Juridische Zaken, Postbus 16326, 2500 BH, Den Haag. In dit bezwaarschrift kan een

(5)

5

/6

Bijlage I

In de E-wet is bepaald, voor zover hier van belang:

ʺ Artikel 1

1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: (…)

b. aansluiting: één of meer verbindingen tussen een net en een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken, waaronder begrepen één of meer verbindingen tussen een net dat wordt beheerd door een netbeheerder en een net dat beheerd wordt door een ander dan die netbeheerder;

(…)

i. net: één of meer verbindingen voor het transport van elektriciteit en de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations en andere hulpmiddelen, behoudens voor zover deze verbindingen en hulpmiddelen onderdeel uitmaken van een directe lijn of liggen binnen de installatie van een producent of van een afnemer; (…)

Artikel 51

1. Een partij die een geschil heeft met een netbeheerder over de wijze waarop deze zijn taken en bevoegdheden op grond van deze wet uitoefent, dan wel aan zijn verplichtingen op grond van deze wet voldoet, kan een klacht bij de Autoriteit Consument en Markt indienen.

2. De Autoriteit Consument en Markt beslist op een klacht binnen twee maanden na

ontvangst van de klacht. Indien de klacht betrekking heeft op de tarieven voor de aansluiting op het net van een grote productie-eenheid, kan de Autoriteit Consument en Markt een langere termijn stellen. De Autoriteit Consument en Markt kan de in de eerste volzin genoemde termijn met twee maanden verlengen als zij aanvullende gegevens nodig heeft. Indien de klager daarmee instemt, is verdere verlenging mogelijk.

(…)ʺ

In de TCE is bepaald, voor zover hier van belang:

ʺ 2.3.2.B De periodieke vergoeding voor aansluitingen met een aansluitcapaciteit kleiner dan 3 MVA bestaat uit een bedrag ter dekking van de kosten van het instandhouden van de aansluiting en voor elke meter meer dan de maximale kabellengte van 25 meter tussen de plaats waar het net verbroken is en de voorzieningen om het net te beveiligen (de

verbinding). De periodieke vergoeding voor aansluitingen met een aansluitcapaciteit groter dan of gelijk aan 3 MVA bestaat uit een bedrag ter dekking van de kosten van het

(6)

6

/6

(...)

2.4.5. In het geval dat op een bestaande aansluiting een nieuwe aansluiting wordt gemaakt, zodat een deel van de aansluitkabel in een net verandert, zal de netbeheerder onder de volgende voorwaarden overgaan tot restitutie van een deel van het door de

“eerstaangeslotene” betaalde éénmalige aansluittarief:

a. de restitutie heeft slechts betrekking op het tarief dat is betaald voor de meerlengte van de verbinding boven de 25 meter;

b. de restitutie is van toepassing wanneer de afstand van de nieuwkomer hemelsbreed gemeten naar de aansluitkabel van de “eerstaangeslotene” korter is dan de afstand gemeten naar het voormalige net. De afstand wordt gemeten zoals bepaald is voor de standaardaansluiting;

c. De restitutieregeling is niet van toepassing op aansluitingen boven de 10 MVA, tijdelijke aansluitingen, aansluitingen ouder dan 25 jaar en aansluitingen waarvan de

aansluitwerkzaamheden zijn uitbesteed aan derden; en

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

“De Autoriteit Consument en Markt stelt voor de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet jaarlijks het verschil vast tussen de totale inkomsten uit de tarieven, bedoeld

WEB is van mening dat zolang niet alle tarieven zijn vastgesteld door de ACM dat het onduidelijk is wat de effecten zijn van het gehele tariefsysteem op de afnemers en op WEB, en

Er is volgens partijen sprake van onherstelbare schade als de ontheffing niet uiterlijk op 31 januari 2020 wordt gegeven omdat partijen dan niet meer in staat zijn om het

generiek toepasselijke argumenten naar voren gebracht die volgens de Gemachtigde door de Raad ten aanzien van alle door hem vertegenwoordigde ondernemingen in acht moeten

generiek toepasselijke argumenten naar voren gebracht die volgens de Gemachtigde door de Raad ten aanzien van alle door hem vertegenwoordigde ondernemingen in acht moeten

De Raad stelt voorop dat deze argumenten, ook afgezien van de summiere feitelijke onderbouwing daarvan, in geen geval het verboden karakter van de betrokken afspraken en

De Raad heeft vastgesteld dat in de periode van januari 1998 tot en met december 2001 de overtreding van het kartelverbod (ex artikel 6 Mw en artikel 81 EG) is begaan door de

De Huurcommissie kan dan vaststellen in hoeverre de betaling voor de warmte van de verhuurde woning in deze casus aan te merken valt als kosten voor nutsvoorzieningen met