• No results found

Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2019

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2019"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

GEMEENTE VELSEN gemeenteraad

Raadsbesluit

Datum raadsvergadering 8 november 2018 Datum carrousel

Raadsbesluitnummer R18.073 Registratienummer Rsl 8.00485

Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2019

V

De raad van de gemeente Velsen,

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer Rsl8.00485 van 18 september 2018

Gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet

Besluit

Vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2019

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 november 2018

De raad van de gemeente Velsen, De griffier,

R, B. Palstra

De voorzitter.

F.C. Dales

(2)

GEMEENTE VELSEN gemeenteraad

artikel 1 Belastingplicht

1. Onder de naam ‘onroerende-zaakbelastingen’ worden ter zake van binnen de gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen geheven;

a. een gebruikersbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt, verder te noemen;

gebruikersbelasting:

b. een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van en onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt echt, verder te noemen; eigenarenbelasting.

2. Bij de gebruikersbelasting wordt:

a. gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven: degene die het deel in gebruik heeft gegeven is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven:

b. het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld: degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.

3. Met betrekking tot de eigenarenbelasting wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen

genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

artikel 2 Belastingobject

1 Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken.

2 Een onroerende zaak dient in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die

onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

artikel 3 Maatstaf van heffing

1. De heffingsmaatstaf is de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het kalenderjaar, bedoeld in artikel 1.

2. Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17,18, 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

V

(3)

artikel 4 Vrijstellingen

1. In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:

a. ten behoeve van de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van

glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;

b. glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond;

c. onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van

levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

d. één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928, met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen;

e. natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden,

zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, beheerd worden;

f. openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

g. waterverdedigings- en waterbeheerswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning;

h. werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning;

i. werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken;

j. onroerende zaken voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die bestemd zijn te worden gebruikt voor het geven van onderwijs;

k. straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;

l. plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning.

(4)

GEMEENTE VELSEN gemeenteraad

2. De vrijstelling met betrekking tot de in onderdeel j van het eerste lid bedoelde onroerende zaken voor de eigenarenbelasting geldt niet voor zover de gemeente van die zaken niet het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.

3. In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de gebruikersbelasting buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de

onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

artikel 5 Belastingtarieven

Het tarief van de belasting bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf. Het percentage bedraagt voor:

a. de gebruikersbelasting voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 0,2175%;

b. de eigenarenbelasting

1. voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 0,1042%;

2. voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 0,2707%.

artikel 6 Wijze van heffing

De belastingen worden bij wege van aanslag geheven.

artikel 7 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

2. In afwijking van het eerste lid geldt, in het geval het totaalbedrag van de op één

aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 75,-, doch minder is dan € 5.000,-, en zolang de

verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de onroerende-zaakbelastingen.

artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

1. De "Verordening onroerende-zaakbelastingen 2018" vastgesteld bij raadsbesluit van 9 november 2017 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

4. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening onroerende-zaakbelastingen 2019".

V

(5)

Raadsvoorstel

Onderwerp: Belastingverordeningen 2019

Datum collegevergadering Registratienummer Portefeuillehouder(s)

18 september 2018 Rsl 8.00485 J. Verwoort

Ambtenaar Telefoon E-mailadres

A. Weel 0255 567219

aweel@Velsen.nl

V

Voorgesteld raadsbesluit

1. de volgende verordeningen vast te stellen:

a. de verordening op de heffing en invordering van de onroerende zaakbelastingen 2019;

b. de verordening op de heffing en invordering van roerende woon- en bedrijfsruimten 2019;

c. de verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2019;

d. de verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2019;

e. de verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffingen 2019;

f. de verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2019;

g. de verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2019;

h. de verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting 2019;

i. de verordening op de heffing en invordering van leges 2019;

j. de verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2019;

k. de verordening op de heffing en invordering van standplaatsgelden 2019;

l. de verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2019;

m. de verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2019;

2. deze verordeningen in werking te laten treden per 1 januari 2019;

3. de belastingverordeningen 2018 in te trekken met ingang van 1 januari 2019 met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten, die zich voor 1 januari 2019 hebben

voorgedaan.

Samenvatting

De gemeenteraad dient de belastingverordeningen 2019 vast te stellen. De tarieven in de belastingverordeningen zijn overeenkomstig de begroting 2019.

Inleiding

In de begroting 2019 en met name in de daarbij behorende paragraaf lokale heffingen wordt ingegaan op de begrote belastingtarieven voor 2019. Daarbij is aangegeven wat de afwijkingen zijn ten opzichte van 2018 en wat de consequenties zijn voor de aanslag gemeentelijke belastingen 2019. Deze begrote tarieven dienen geformaliseerd te worden in diverse gemeentelijke

belastingverordeningen. De gemeenteraad dient deze belastingverordeningen 2019 vast te stellen.

Beoogd doel en effect van het besluit

Het tijdig, volledig, doelmatig en rechtmatig opleggen van de gemeentelijke belastingen en het realiseren van de in de begroting 2019 opgenomen belastingopbrengsten.

Argumenten

(6)

GEMEENTE VELSEN

Vaststelling van de belastingverordeningen beoogt het behalen van de gewenste belastingopbrengsten, zoals opgenomen in de begroting 2018.

De tarieven onroerende zaakbelastingen, belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten, rioolheffing, afvalstoffenheffing, hondenbelasting, parkeerbelastingen (wettelijke tarief),

toeristenbelasting, watertoeristenbelasting en precariobelastingen, zoals vermeld in de paragraaf Lokale heffingen, zijn overgenomen in de diverse belastingverordeningen.

De wettelijke tarieven voor rijbewijzen zijn bij het opstellen van dit voorstel nog niet bekend. Zodra deze wettelijke tarieven bekend zullen worden gemaakt, zal een wijziging van de tarieventabel worden aangeboden ter vaststelling.

Alternatieven

De raad kan besluiten om andere tarieven in de belastingverordeningen 2019 op te nemen dan die zijn voorgesteld in de begroting 2019. Er kan bijvoorbeeld gekozen worden voor een ander

percentage inflatiecorrectie, een lager percentage dan de 100% kostendekking bij de tarieven rioolheffing, afvalstoffenheffing en hondenbelasting of het (deels) afschaffen van de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen.

Indien de gemeenteraad de belastingverordeningen 2019 niet of de tarieven anders vaststelt, dan wordt afgeweken van de begroting 2019 en zijn de belastingopbrengsten niet in lijn met wat in de begroting 2019 is geraamd.

Risico’s n.v.t.

Programma

Dezelfde belastingsoorten als in 2018 worden geheven met dien verstande dat de verordeningen zijn geactualiseerd.

Kader

Gemeentewet, art 156, 216, 220, 221, 224, 225, 226, 228, 228a, 229;

Wet milieubeheer, art 15.33;

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);

Invorderingswet 1990;

Paspoortwet art 2 2e lid (Nederlandse identiteitskaart) Jurisprudentie;

Begroting 2019;

100% kostendekking, art 229b Gemeentewet;

Gemeentelijk Rioleringsplan;

Coalitieakkoord 2014-2019:

Perspectiefnota

Inspraak, participatie etc.

n.v.t.

V

Financiële consequenties

De bij de voorliggende belastingverordeningen behorende belastingopbrengsten zijn opgenomen in de diverse programma's, de algemene dekkingsmiddelen en de paragraaf A Lokale heffingen van de begroting.

(7)

Uitvoering van besluit

Publicatieinhetelectronischegemeenteblad,deJutteren Hofgeestnavaststellingvande belastingverordeningen.

Debelastingverordeningenwordenookgepubliceerdopdegemeentelijkewebsiteenopde CentraleVoorziening Decentrale Regelgeving (CVDR). Daarnaastwordende

belastingverordeningenterinzagegelegd.

Na bekendmakingvandevaststellingvandebelastingverordeningen tredende belastingverordeningen inwerking per 1 januari2019.

DeWOZbeschikkingzalbekendwordengemaaktop28februari2019. Deaanslagenonroerende zaakbelasting,afvalstoffenheffing, rioolheffing, hondenbelastingzullenwordenopgelegdper dezelfdedatum.

Deaanslagenvandeanderebelastingsoortenenlegeszullen inde loopvanhetkalenderjaar volgensde planningvandewerkeenheidBelastingen enInvorderingwordenopgelegd.

V

Bijlagen - onderdeel uitmakend van het besluit De belastingverordeningen 2019.

Bijlagen - bijgevoegd als achtergrondinformatie n.v.t.

BurgemeesterenwethoudersvanVelsen Desecretaris.

CM. Radstake

De burgemeesti

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2019 Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2019 Verordening op de heffing

In het geval van een gecombineerde behandeling worden de kosten voor het verschijnen ter inlichtingencomparitie, zitting, nadere zitting, hoorzitting of nadere hoorzitting door

plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van

Deze berekening geeft aanleiding om de vastgestelde OZB-tarieven, zoals opgenomen in de Verordening onroerende-zaakbelastingen 2017, bij te stellen.. Wat willen

plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van

Ten tijde van de aanlevering van de hiervoor benodigde stukken was het herwaarderingsproces nog niet ver genoeg gevorderd om een goede berekening van de OZB-tarieven te kunnen

Deze verordening wordt aangehaald als “Eerste wijziging van de Verordening onroerende zaakbelastingen gemeente Asten 2018”. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

[r]