• No results found

De één brengt Gods wijsheid onder woorden, door de Geest, de ander geeft blijk van Gods kennis, door dezelfde Geest.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De één brengt Gods wijsheid onder woorden, door de Geest, de ander geeft blijk van Gods kennis, door dezelfde Geest."

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

[Uitzending 496: 1 Korinthiërs 12:8 t/m 31]

De vorige uitzending sloten we af met de opmerking dat de apostel een negental gaven opsomt die in de christengemeente van Korinthe de meeste aandacht kregen. Uit de opsomming in de verzen 28 t/m 30 wordt duidelijk dat de apostel aandacht vraagt voor ook andere gaven van de Heilige Geest.

In het NT vinden we ook nog andere manieren waarop de Heilige Geest zich door gelovigen manifesteert, zoals bv. dienen, onderwijzen en leiding geven (Rom.12).

1 Korinthiërs 12 vers 8:

De één brengt Gods wijsheid onder woorden, door de Geest, de ander geeft blijk van Gods kennis, door dezelfde Geest.

‘Wijsheid’ betekent inzicht in de waarheid. Niet iedereen heeft de bekwaamheid om de Bijbel goed te begrijpen en uit te leggen. Daartoe zijn er onderwijzers en leraars nodig. Maar, vanuit zichzelf zijn ze ook niet instaat om de woorden van God op de juiste wijze uit te leggen. De Heilige Geest moet hen genade bewijzen door hen de gaven van onderwijs te schenken en aan de andere kant moet de Heilige Geest hun verstand, hart en ogen verlichten anders zijn ze niet in staat om het Woord van de HERE uit te leggen en toe te lichten.

In 2 Timotheüs 3 vers 16 en 17 lezen we: Alles in de Boeken is door God geïnspireerd en is nuttig om ons de waarheid te leren en ons te wijzen op wat er aan ons leven en geloof nog mankeert, het zet ons leven op orde en helpt ons in te zien wat juist en goed is. Zo maakt God ons klaar, opdat Hij ons voor elk goed werk kan gebruiken.

Met ‘wijsheid’ spreken is inzicht hebben in de waarheid van Gods Woord. ‘Kennis’

geeft de bekwaamheid die waarheid te verklaren. Veel mensen hebben geen tijd of andere redenen om niet diepgaand het Woord van de HERE te onderzoeken, om de geestelijke parels op te duiken uit het Woord. De HERE geeft gaven aan Zijn gemeente opdat broeders en zusters elkaar mogen dienen en opbouwen tot eer van de HERE. 1 Korinthiërs 12 vers 9: De één krijgt ergens geloof voor en de ander de gave om zieken te genezen, beiden door dezelfde Geest. Met de gave van ‘geloof’ is niet het geloof bedoeld waardoor men behouden wordt.

(2)

Dat geloof hebben alle gelovigen in Christus. Het ‘geloof’ dat hier door de Heilige Geest aan sommigen wordt geschonken, is ‘geloof dat wonderen bewerkt’. In 1Kor.13:2 komt Paulus terug op dit ‘geloof dat bergen verzet’. Door dit geloof ontvangt een gelovige bijzondere gebedsverhoringen van de Here (Marcus 11:24), en worden bijvoorbeeld bezetenen bevrijd (Matth.17:20). In zekere zin kunnen de hierna genoemde ‘genadegaven van genezingen’ en ‘werkingen van krachten’ (vs.10) als voorbeelden van een dergelijk geloof worden beschouwd.

In Hebreeën 11 vers 1 lezen we over ‘geloof’: Wat is geloof? Het is de zeker- heid dat onze hoop werkelijkheid wordt en het overtuigd zijn van het be- staan van dingen die je niet ziet.

Net zoals bij de andere gaven gaat het ook hier om stichting en opbouw van de gemeente (vs.7), m.a.w. de ‘genadegaven van genezingen’ worden niet gegeven aan de zieke, maar aan de gelovige die door God gebruikt wordt om anderen te genezen. Ook in het leven van de apostel Paulus zijn dergelijke gaven openbaar geworden (2Kor.12; Hand.19, 20 en 28). De gelovige die de gave ontvangt, is voortdurend afhankelijk van de Here die de gave geeft. In Lucas 7 zijn we getuige van een groot genezingswonder. Een officier van het Romeinse leger had een knecht die veel voor hem betekende. Die knecht was ernstig ziek geworden en lag op sterven. Hij vraagt een aantal voorname Joodse burgers om voor hem naar Jezus te gaan en Hem te vragen om te komen om zijn knecht te genezen.

Jezus gaat met hen mee. Als ze bijna bij zijn huis zijn stuurt de officier een paar vrienden met de boodschap: Here ik ben het niet waard dat U in mijn huis komt.

Daarom heb ik ook niet gedurfd zelf naar U toe te komen. Eén woord van U is genoeg om mijn knecht te genezen. De Heiland is verbaasd over het geloof van de officier. Hij zegt tegen de mensen die met Hem waren meegekomen: Hebt u dat gehoord? Nergens in Israël heb Ik iemand ontdekt die zoveel geloof in Mij heeft! De vrienden van de officier gingen het huis weer binnen en zagen dat de knecht helemaal genezen was. Luisteraar, gelooft u dat de Here Jezus grote dingen kan doen? Nee, niet bij anderen maar bij u! Deze woorden hebben ook niets met valse hoop geven te maken. Jezus Christus kan u zeker genezen, maar het is in Zijn hand of Hij dat ook gaat doen.

(3)

Eén ding is zeker wij mensen denken bijna altijd te klein van Hem die gegeven is alle macht in de hemel en op de aarde. Wij mogen met onze ziekte naar Hem toe gaan. Wij mogen elkaar opdragen aan de HERE, de hemels Geneesheer.

Ja maar (zal iemand denken) en als ik niet beter word? Dat is een moeilijke

vraag. Ik kan er geen antwoord op geven. Ik weet wel dat de HERE heel vaak wel genezing geeft maar niet altijd. Paulus is er zelf een voorbeeld van. Hij bad of de doorn in zijn vlees weg mocht gaan. Het antwoord van de HERE was: Mijn genade is voor jou genoeg, anders wordt je hoogmoedig. Soms vraagt de HERE een offer. Wilt u de naam van de HERE verheerlijken en grootmaken in uw situatie, ongeacht de omstandigheden, uw ziekte, moeite, pijn en verdriet? Dat kan een opdracht van de HERE zijn en daar geeft Hij ook de kracht voor. Hij geeft kracht aan vaders en moeders die namens Hem mogen zorgen voor kinderen die meer hulp en zorg nodig hebben dan andere kinderen. Misschien kent u ook wel situaties dat u het liefste zou bidden: Here kan deze beker met ellende niet aan mij voorbijgaan? Er is er minimaal Eén die u daarin helemaal kan begrijpen en dat is de Here Jezus Zelf. Maar Jezus bad meer dan alleen of de drinkbeker voorbij mocht gaan. Hij bad ook: Vader, niet Mijn wil maar U wil

geschiedde. Hier op aarde moeten we allemaal ons kruis dragen. Maar u, jij en ik mogen weten dat het kruisdragen achter Christus aan is (Lucas 14:27) en Hij zegt in Matth.16 vers 24: Wie bij Mij wil horen, moet zichzelf niet belangrijk vinden. Hij moet zijn kruis opnemen en Mij volgen. In Matth.11 vers 30 zegt de Heiland: Wat Ik van u vraag is nooit te zwaar en de last die u voor Mij moet dragen, is licht. Gelooft u de HERE op Zijn woord?

1 Korinthiërs 12 vers 10:

De één doet wonderen, de ander geeft Gods Woord door. De één weet te onderscheiden wat wèl en wat niet van Gods Geest afkomstig is, de ander spreekt in klanktalen en weer een ander legt uit wat in die klanktalen gezegd wordt. Voor ons woord ‘wonderen’ staat in het Grieks ‘werkingen van krachten’.

Het is een verzamelnaam voor allerlei tekenen en wonderen die door de kracht van de Heilige Geest worden verricht.

(4)

Daarbij kunnen we denken aan bevrijding van demonen (Hand.16:18) en andere wondertekenen (Hand.13:11), die we ook in de bediening van de apostel zelf zijn tegen gekomen toen we het Bijbelboek Handelingen hebben gelezen.

Na de wonderen komt het doorgeven van Gods Woord. In het Grieks staat er

‘profetie’. Met het uitspreken van een profetie geeft een profeet ook Gods Woord door, maar het doorgeven van Gods Woord kan breder worden opgevat dan profetie. De gave van profetie was in de vroege kerk zeer algemeen. ‘Profetie’ is het spreken vanuit de inspiratie van de Heilige Geest. De inhoud van de profeti- sche boodschap betreft niet alleen de toekomst, maar kan net als in het OT waarschuwend, vermanend of bemoedigend zijn (1Kor.14:3), of verborgen dingen aan het licht brengen (1Kor.14:24,25).

Het onderscheiden wat wel en niet van Gods Geest afkomstig is, is de gave van

‘onderscheiding van geesten’. Het zal gezien de plaatsing na ‘profetie’ vooral (maar niet alleen) betrekking hebben op de toetsing van profetieën. Voor dit toetsen wordt in 1Kor.14:29 het werkwoord beoordelen gebruikt. Ook kunnen we

‘onderscheidingen van geesten’ opvatten als een gave waardoor men de werking van boze geesten ontmaskert (bv. in het geval van gebondenheid).

Na ‘profetie’ volgt de gave van het spreken in klanktalen. Soorten van klanktalen of tongentaal zijn uitingen van de Heilige Geest die we voor het eerst in Hand.2 tegenkomen. Daar betreft het een door de Geest geïnspireerd spreken in een voor de spreker onbekende taal. Sindsdien begeleidde deze gave van ‘tongen of klanktaal’ vaak de vervulling met de Heilige Geest (Hand.10:46; 19:6).

Volgens 1Kor.14:2 heeft de gave van ‘tongen of klanktaal’ in het geloofsleven vooral de functie gekregen van een gebedstaal waarin een gelovige tot God bidt.

Vaak wordt de inhoud van dit gebed noch door de spreker, noch door de toehoorders begrepen. Klanktaal maakt de HERE groot en prijst Hem voor Zijn grote daden. Het maakt een gelovige sterk en blij en geeft geloof om het van de HERE te verwachten.

(5)

In de gemeente van Korinthe werd deze gave buitensporig hoog gewaardeerd.

Sommigen hadden weinig oog voor het feit dat daardoor de andere gemeente- leden niet werden opgebouwd. Maar gaven worden gegeven ‘tot welzijn van allen’ (vs.7), ook de klanktaal. Daarvoor is er bij klanktaal in de gemeente een andere gave nodig, nl. ‘de uitleg of de vertolking van de tongen- of klanktaal.

Door deze gave wordt de inhoud van het in ‘klanktaal’ gesprokene aan de gemeente uitgelegd. Let wel, het gaat hierbij niet om een aangeleerde talenken- nis, maar om openbaring door de Heilige Geest van hetgeen in ‘klanktaal’ is gesproken.

1 Korintiërs 12 vers 11:

Maar het is één en dezelfde Geest die dit allemaal bewerkt. Hij geeft ieder wat Hij nodig vindt. Hij deelt Zijn gaven uit zoals Hij wil.

De voorgaande bespreking van de verscheidenheid aan genadegaven wordt samengevat in één zin. De zin is geladen met nadruk (‘één en dezelfde’, ‘dit allemaal’ en ‘aan ieder afzonderlijk’). Een vergelijking met vs.6 (‘God bewerkt alles in allen’) maakt duidelijk dat het de Heilige Geest is, door wie de HERE al deze gaven in de gelovigen bewerkt. Het benadrukte ‘één en dezelfde Geest’ laat nog eens zien dat al deze gaven, hoe verschillend ook, uit de ene Heilige Geest voortkomen. Dat betekent dat de gaven bij elkaar horen en elkaar aanvullen, dat ze niet los van elkaar of tegenover elkaar geplaatst mogen worden. Zo moeten ook de gelovigen in het gebruik van de gaven elkaar aanvullen.

Aan ieder afzonderlijk’ zijn bepaalde gaven en bedieningen toevertrouwd, maar toch behoren zij bij elkaar en zijn ze op elkaar aangewezen. Bovendien is de verdeling van genadegaven tot stand gekomen ‘zoals Hij wil’. Wie durft kritiek te hebben op deze verdeling door Gods Geest? Wie durft een medegelovige met zijn eigen gaven en bediening te minachten, als de Geest naar Zijn wil de genadegaven heeft uitgedeeld? Wie durft zichzelf te verheffen op grond van de genadegaven, als hij of zij die gaven niet op basis van eigen verdienste heeft ontvangen? Bovendien heeft de huidige verdeling van genadegaven niet het laatste woord.

(6)

Paulus moedigt zijn lezers straks aan (in vers 31 en 14:1) om te streven naar die gaven waarmee de christelijke gemeente het beste kan worden gediend. Er is geen reden om niet te verlangen naar meer gaven van de Geest.

1 Korinthiërs 12 vers 12:

Ons lichaam bestaat uit veel delen, maar al die delen samen vormen één lichaam. Zo is het ook met Christus.

In de verzen 12 t/m 31 beschrijft Paulus de christelijke gemeente als het lichaam van Christus, een beeld dat we al eerder tegenkwamen (1Kor.6:15; 10:17; 11:29, Rom.12:4,5). Paulus vergelijkt de gemeente als het ‘lichaam’ van Christus met het menselijk lichaam. Zoals het lichaam één is en toch uit veel delen bestaat zo is het ook met het lichaam van Christus. Een lichaam heeft verschillende ledema- ten en organen met verschillende functies. Ook het lichaam van Christus, de Gemeente is heel divers. Aan de andere kant vormen al die delen samen één lichaam. Dat benadrukt de eenheid. Ze staan niet op zichzelf, maar horen bij elkaar en zijn op elkaar aangewezen. Zo is het ook in de gemeente van Christus.

1 Korinthiërs 12 vers 13:

Want de Geest heeft ons allemaal tot één lichaam samengevoegd: het lichaam van Christus. Het doet er niet toe of wij Jood of niet-Jood zijn, slaaf of vrij man. Wij zijn allen doordrenkt met die éne Geest.

De samenbindende factor binnen het lichaam van Christus, de christelijke

gemeente, is de Heilige Geest. Daaraan hebben alle gelovigen deel en dat maakt hen tot een eenheid. De zin want de Geest heeft ons allemaal tot één lichaam samengevoegd verwijst naar de doop met de Heilige Geest (Hand.1:5). Paulus gaat ervan uit dat alle gelovigen van Korinthe deze doop met de Heilige Geest hebben ontvangen (1Kor.2:12) in de tijd dat ze tot geloof kwamen (Gal.3:2) en gedoopt zijn in water (Tit.3:5; Hebr.6:2). Het voorzetsel tot één lichaam samen- gevoegd of gedoopt geeft hier het doel aan: het vormen van één lichaam. Daarbij vallen alle vroegere onderscheidingen weg. Verschillen in nationaliteit, gods- dienstige achtergrond of sociale status hebben binnen het lichaam van Christus hun geldigheid verloren.

(7)

Dezelfde boodschap komen we tegen in Gal.3 in verband met de doop in water.

In de periode van het NT liet men de bekering zo snel mogelijk volgen door de doop in water en de handoplegging voor de vervulling met de Heilige Geest.

De ‘doop met de Heilige Geest’ wordt door Paulus in 1Kor.12:13 omschreven als de inlijving in het lichaam van Christus. De Geest heeft ons allemaal tot één lichaam samengevoegd. Dat is een éénmalige gebeurtenis bij de wedergeboor- te en niet te verwarren met de vervulling van de Heilige Geest. Efeziërs 5 vers 18 Wees vol van de Heilige geest of Wordt vervuld met de Heilige Geest, is een opdracht en geen eenmalige gebeurtenis. Een gelovige kan de Heilige Geest ook verdriet doen (Ef.4:30) en dan ben je als gelovige niet vol van de Geest.

1 Korinthiërs 12 vers 14 t/m 17:

Een lichaam bestaat niet uit één enkel deel, maar uit vele delen. Als de voet zou zeggen dat hij niet bij het lichaam hoort, omdat hij geen hand is, hoort hij daarom niet bij het lichaam? En als het oor zou zeggen dat het niet bij het lichaam hoort, omdat het geen oog is, hoort het daarom niet bij het lichaam? Als het lichaam alleen maar oog is, hoe zou het dan moeten horen? Als het lichaam één en al gehoor was, hoe zou het dan moeten ruiken?

Zoals het menselijk lichaam niet alleen uit één enkel deel bestaat, zo is dat ook het geval bij het lichaam van Christus, de gemeente. Er zijn verschillende

ledematen nodig: gelovigen met verschillende gaven en bedieningen. Zij zijn voor het functioneren van de gemeente even belangrijk. Het is duidelijk dat sommigen in de gemeente van Korinthe van oordeel zijn dat allen dezelfde gaven zouden moeten hebben (in hun ogen de meest waardevolle), zeker als ze echt mee willen tellen.

Maar, de Heilige Geest geeft niet ieder lid van de gemeente van Christus dezelf- de gave. In de gemeente van Christus hebben we elkaar nodig. Het is net zo als met het menselijk lichaam, er zijn verschillende lichaamsdelen, handen, voeten, oren, ogen en nog veel meer. Niemand kan tegen een ander zeggen: ik heb jou niet nodig en ook niet: ik kan alles zelf wel.

(8)

1 Korinthiërs 12 vers 18: Nee, God heeft alle verschillende delen op hun eigen plaats in het lichaam gezet, zoals Hij dat goed vond.

Deze verscheidenheid van gelovigen, elk met zijn eigen speciale gave en bedie- ning, is juist Gods bedoeling. Als de Here Zelf de gemeente naar Zijn plan heeft opgebouwd als een lichaam met verschillende ledematen en organen, hoe kun- nen gelovigen elkaar dan afwijzen en elkaars gave en bediening onderwaarde- ren? 1 Korinthiërs 12 vers 19 t/m 25:

Als er maar één deel was, zou u niet van een lichaam kunnen spreken.

Maar er zijn vele delen en samen vormen zij één lichaam. Het oog kan niet tegen de hand zeggen: ‘Ik heb je niet nodig’. En het hoofd kan ook niet tegen de voeten zeggen: ‘Ik heb jullie niet nodig’. De delen die het meest kwetsbaar schijnen, lijken juist het meest nodig te zijn. Aan de delen van ons lichaam die we niet graag laten zien, geven we bijzondere zorg en de minder nette delen van ons lichaam worden netjes bedekt.

De nette lichaamsdelen hebben dat niet zo nodig. God heeft het lichaam tot een eenheid samengevoegd en de op het eerste gezicht niet zo belangrijke delen een belangrijke plaats gegeven. Anders zou er onenigheid in het lichaam zijn.

Paulus werkt in deze verzen de thema’s ‘eenheid’ en ‘verscheidenheid’ nog verder uit. Hij refereert aan voorgaande verzen.

Er zijn vele gemeenteleden, elk met eigen gaven en bediening. Maar deze verscheidenheid is geen doel in zichzelf. Er is maar één lichaam. De verschillen- de leden moeten binnen het ene lichaam van Christus samenwerken. Ze zijn op elkaar aangewezen en van elkaar afhankelijk.

Binnen de gemeente betekent dit, dat er extra aandacht, respect en liefde moet worden gegeven aan diegenen, die op het eerste gezicht minder belangrijk zijn.

Maar, de Korinthiërs blijken weinig begrepen te hebben van de bedoeling van de HERE. Zij minachten en onteren juist degenen die in hun ogen minderwaardig zijn, die niet beschikken over de door hen meest gewaardeerde geestelijke gaven, of die een lagere sociale status hebben (een arme of een slaaf).

(9)

De bedoeling van God met de samenstelling van het lichaam is in de eerste plaats dat er geen scheuring, verdeeldheid en onenigheid in het lichaam is.

Degenen die meer zorg en aandacht dan anderen nodig hebben, moeten die ook ontvangen, zonder dat ze erom worden minacht.

1 Korinthiërs 12 vers 26 t/m 31:

Elk deel moet voor de andere delen van het lichaam zorgen. Als één deel lijdt, lijden de anderen mee. En als één deel geëerd wordt, zijn de andere delen daar even blij mee als hij. U bent het lichaam van Christus en ieder van u is een deel van dat lichaam. God heeft sommigen in de gemeente een taak gegeven. Ten eerste zijn er apostelen, ten tweede degenen die Gods Woord doorgeven en ten derde leraren. Dan zijn er die wonderen doen en anderen die de gave hebben zieken te genezen. Er zijn helpers en leiders en sommigen die in klanktalen spreken. Maar wij zijn toch niet allemaal apos- telen en geven toch niet allemaal Gods Woord door? Zij zijn toch ook niet allemaal leraren? Doet iedereen soms wonderen? Of hebben allen de gave om zieken te genezen? Spreken ze soms allemaal in klanktalen of kan ieder die talen uitleggen? U moet streven naar de belangrijkste gaven. Ik wil daarnaast nog wijzen op een weg die u nog veel verder brengt in uw verhouding tot God.

In de volgende uitzending lezen we daarover meer in 1Kor.12:31 t/m 14:1.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarnaast spelen gedragsmatige factoren een rol. Als de omgevingstemperatuur afneemt, verliest het lichaam meer warmte, de lichaamstemperatuur neemt af, het lichaam reageert

Het jongetje strekt zijn armen naar René uit om weer opge- tild te worden; hij dreint, maar het lijkt wel of René hem niet ziet.. ‘U kunt in het restaurant waar ik werk

Hoe psychische energie in iemand kan komen en wat de effecten kunnen zijn, hoe een combinatie van westerse en oosterse benaderingswijze het makkelijker maakt deze dynamiek te

Onze huidige voorzitter van de algemene Kerkenraad, broeder Morsink, heeft aangegeven begin 2022 zijn taak als voorzitter te willen neerleggen.. Hij heeft deze taak 4 jaar

Nu is het niet mijn bedoeling om iemands werk te bekritiseren, maar mijn studie van Gods Woord heeft een zeer onmiskenbaar verschil tussen geest en ziel onthuld.. Daarom ben ik

Allergie (tag woorden) Gluten (JA), Lactose (NEE), Noten (NEE), Pinda (NEE) Tag woorden: Vegan, Vegatarisch (naar keuze).

Wij zijn ervan overtuigd dat het handhaven van de kwaliteit van leven, het verminderen van episoden van probleemgedrag, en een efficiënte werkwijze alleen kunnen worden bereikt met

Wanneer ik naar uw hemel kijk, het kunstwerk van uw vingers, wat voel ik mij dan klein. Wanneer de gouden maan daar prijkt, overal