• No results found

De waarheid zal U vrijmaken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De waarheid zal U vrijmaken"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

het

De waarheid zal U vrijmaken

Over het emancipatoire

voorgestaan door Marjorie Procter-Smith'

liturgische taalgebruik zoals

Denise J.J. Dijk

1. Inleiding

Dit artikel gaat over de vrijmakende, bevrijdende ervaringen die feministische christenvrouwen opdoen wanneer de taal, in het bijzonder de taal en de beelden voor vrouwen en God in de liturgie, veranderen. Taal over God en taal over vrouwen staan niet los van elkaar. De veranderende liturgische taal over God komt op uit de beleefde en geleefde werkelijkheid van feministische christen­ vrouwen. In dit artikel ga ik nader in op Marjorie Procter-Smith’ argumentatie om de gangbare mannelijke Godstaal in de liturgie te veranderen.^ Ik illustreer haar argumentatiemet behulp vanNoord-Amerikaanse en Nederlandsevoorbeel­

den. Volgens haar ontstaat nieuwe Godstaal vanuit het omgaan van mensen met elkaar, en liturgisch gesproken, vanuit het ontmoetingskarakter van de liturgie.’

Ter illustratie noem iktweeNederlandse voorbeelden van hierboven bedoelde vrijmakende ervaringen. Het eerstevoorbeeld dateert uit 1986. Uit een toespraak van Fokkelien van Dijk-Hemmes, gehouden bij het afscheid van Catharina J.M.

Halkes in de grote St. Stevens kerk te Nijmegen, over de betekenis van Cathari­ na Halkes voor de ontwikkeling van de feministische theologie in Nederland, herinner ik me één zinsnede. Zij las de volgendehertaling van een vers uit het - boek Genesis: "En God zag alles wat Zij gemaakt had, en zie het was zeer goed. Toen was het avondgeweest en het was morgen geweest, de zesde dag"."*

Nog hoor ik het applaus die deze woorden bij de paar duizend vooral vrouwelij-

' Dit artikelis gebaseerd op onderzoek ter voorbereiding vanmijn dissertatie. Het onderzoek maakt deel uitvan het onderzoeksprogramma vande afdeling Praktische Theologie aande Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken in Nederland te Kampen en is opgenomen in het

Landelijk OnderzoekprogrammaLiturgie wetenschap ’. Zie PAULPOST: Liturgische bewegingen en feestcultuur. Een Landelijk Liturgiewetenschappelijk Onderzoekprogramma, in Jaarboek voor Liturgie-onderzoek 12 (1996) 21-55, p. 33, 48. De werktitel van mijn onderzoeksproject luidt:

Spreken van God in de christelijke liturgie’. Het project richt zich op de argumentatie van protestantse feministische bturgisten in de Verenigde Staten om in de liturgische Godstaal niet uitsluitend metmannelijke woordennaar Godteverwijzen.

PROCTER-SMITH verwijst in haar argumentatie naar hedendaagse liturgische teksten van de grotere kerken in deVerenigde Staten van Amerika.

Zie Marjorie PROCTER-SMITH: In Her Own Rite. Constructing Feminist Liturgical Tradition (Nashville 1990) 59, 88-89, 114-115; IDEM: Praying With Our Eyes Open. Engendering Feminist Liturgical Prayer (Nashville 1995) 20, 59vv.

Genesis 1,31; Bewerking van de vertaling van het Nederlandsch Bijbelgenootschap (Amsterdam

2

3

4

1958).

Jaarboek voor liturgie-onderzoek 13 (1997) 49-66.

(2)

50 D. DIJK ke aanwezigenteweegbrachten: "En Zij zag, dathetgoedwas."

Het tweede voorbeeld ontleen ik aan het werk van Marijke Koijck - de Bruijne. Zij maakte een prachtig boek met bewerkingen van Psalm 1. Volgens het Liedboek voor de Kerken’ zingen we Psalm 1,1 als volgt: "Gezegend hij, die in derbozen raad niet wandelt, noch met goddelozen gaat (...) maar die aan

’s Heren wetzijn vreugde heeft en dag en nacht met zijn geboden leeft". Volgen we Marijke Koijck-de Bruijne’s hertaling dan zingen we: "Als een boom aan stromend water die vrucht draagt op haar tijd metblad dat niet verdort, zo is de vrouw die zich verbonden weet met God. Tot ontplooiing komt al wat zij doet".® In deze voorbeelden worden bestaande bijbelwoorden gebruikt. Oude ervaringen met de liturgie vermengen zich met nieuwe/oude woorden enbeelden over God enhet zelfbeeldvan christenfeministen en brengen iets onuitsprekelijks te weeg. Ze schokken haar verbeelding. Ze nemen haar bij verrassing en geven een nieuw zicht op en een nieuw gevoel over haarzelf. Opeens zien zij verbanden en perspectieven die ze niet eerder zagen.’ Door deze woorden voelen zij in zichzelf beweging komen, zien zij zichzelf in haar verbeelding bewegen en dansen. Woordenwerken op veleniveaus.^

2. Taalverandering en liturgisch gedenken in feministisch perspectief

Taalverandering raakt ons verstand en ons hart. Woorden kunnen mensen gevangen houden, pijn doen. Woorden kunnen ook in de ruimte zetten, doen opademen. Liturgisch gesproken raakt de vraag naar nieuwe taal het ‘hart’ van de liturgie, als we liturgie verstaan als gedenken. In theologische vrouwenstudies liturgie wordt gevraagd: Wie gedenken wij in de liturgie; welk verleden en welke toekomst gedenken wij met elkaar? En, wie en wat gedenken wij niet?

Volgens een woord van de Baal Shem Tov leidt vergeetachtigheid tot balling­ schap.’

Feministische christen-vrouwen willen de Godstaal in de liturgie transfor­ meren onder meer omdat het vergeten van vrouwen in de liturgie tot haar

6 7

Ijedboek voor de Kerken. Psalmen en Gezangenvoor de Eredienst in kerken huis aangeboden

5

doordeInterkerkelijke Stichting voor het kerklied (’s-Gravenhage 1973) 3.

M. KOIJCK-DE BRUIJNE,Als een boomaan stromend water (Kampen 1987) 9.

Zie Nelle MORTON: The Dilemma ofCelebration, in Clare BENEDICKS FISCHERe.a. (eds.):

Women in a Strange Land. Search for a New Image (Philadelphia 1975) 119-128, p. 119-120;

vergelijk DeniseJ.J. DIJK: De ideologiekritiekvan Sallie McFague, in FredaDRÖESe.a. (red.):

Proeven van VrouwenstudiesTheologie 111 (Zoetermeer 1993) 43-97, p. 54-56; KuneBIEZEVELD:

Spreken over Godals Vader. Hoe kan het anders? (Baarn 1996) 248-272.

Zie bijvoorbeeld Susan ROLL: Taal en rechtvaardigheid in de liturgie, in L. Leijssen (red.):

8

Liturgie en taal(Leuven/Amersfoort1992) 99-122.

Geciteerddoor J. FIRET: Afscheid van Prof.dr. G.N. Lammens,in J. FIRET e.a. (red.): ‘Houdt dan de lofzang gaande...'. Opstellen over kerk en eredienst. Aangeboden aan Prof.dr. G.N.

Lammens ter gelegenheid van zijn zestigsteverjaardag (Kampen 1983) 1-4, p.3.

(3)

EMANCIPATOIRE LITURGISCHE TAAL 51

Twintig jaar later zegt Marjorie Procter-Smith, "Professor Staten van Amerika, het confronterender.11

ballingschap leidt. Maria ter Steeg vergeleek de ervaringen van vrouwen in de liturgie met ervaringen van ballingschap. Ze sprak van ‘zingen voor de Heer in een vreemd land’.*'’

of Preaching and Worship" aan een meüiodistisch seminarie in de Verenigde Wil de liturgische taal bevrijdend zijn, dient ze volgens haar vrouwen niet te vergeten, te marginaliseren of te stereotyperen. De liturgie dient de ervaringen van vrouwen een rol te laten spelen in het benoemen van God. Om dit doel te bereiken zal er heel wat werk verzet moeten worden en niet alleen door Marjorie Procter-Smith.Volgens haar is het liturgische erfdeel van vrouwen, in het bijzonder de gedachtenis van bijbelse vrouwen en de betekenis daarvan voor heden en toekomst in de liturgie grotendeels ‘verloren’ gegaan.'’

gedenken worden vrouwen vergeten, negatief of sekse-stereotype beschreven en wordt haar lichaam in depreciërende zin voorgesteld als onrein, gevaarlijk of Procter-Smith concludeert uit het voorgaande dat dit verlies wellicht onherstelbaar is maar dat ten behoeve van de liturgie van de toekomst een

In het androcentrisch’"* bijbels en liturgisch

zwak.15

10 11

12

M. TERSTEEG: Zingen voor de Heerineenvreemd land, in Wending33 (1978) 258-266.

Vanaf 1985 is Marjorie PROCTER-SMITH (1948) als hoogleraar liturgiewetenschap en homiletiek werkzaam aan de Perkins School of Theology. Dit met de United Methodist Church verbonden theologisch seminarie maakt deel uit van de Southern Methodist University in Dallas, Texas.Protestantse seminaries lijken determ worshipte prefererenboven liturgy.

In de laatste twintig jaar is in de grotere kerken in de Verenigde Staten de breedte van het draagvlak voor sekse-neutrale eninclusieve taal in de liturgie vergroot, voor zover deze taal naar mensen verwijst. Voor het sekse-neutraal eninclusief ter sprake brengen van Godin de liturgieis men minder geporteerd. Elk kerkgenootschap voert een eigen interne discussie. Voor door verscheidene kerkgenootschappenin de Verenigde Staten genomen initiatieven op dit gebieden voor een eerste beschrijvingvanProcter-Smithliturgisch onderzoeksprogrammazie Denise J.J. DIJK:De feministischliturgische bewegingin de Verenigde Statenvan Amerika, in Anne-Marie KORTE e.a.

(red.): Proeven van Vrouwenstudies Theologie IV (Zoetermeer 1996) 63-119, p.90-95, 98-100.

13

14

Met de term ‘verloren’ wil PROCTER-SMITH benadrukken dat de officiële bewaarders van liturgischetraditie de traditie van onderdrukte groepen niet bewaard hebbenmaar vergeten’ zijn. Zie PROCTER-SMITH:In Her Own Rite36-54,p. 40.

Determ androcentrisme duidt op een bepaald referentiekader waarindeleefwereld van mannen centraalstaat ende leefwereld van vrouwen onzichtbaar is. In dit referentiekaderwordtde mande handelende persoon inplaats van een kader waarin zowel vrouwen als mannen, meisjes zowelals jongens centraal staan. Zie Margrit EICHLER: Nonsexist Research Methods. A Practical Guide (Boston 1988) 19-20; zieTeresa BERGER: The Women’s Movementas a Liturgical Movement: A Form of Inculturation?in Studia Liturgica 20,1(1990) 55-64, p. 55.

Vooranalysesvan lectionaria van grotere Amerikaanse kerken op dit puntzie: Jean CAMPBELL, OSH: The Feminine as Omitted, Optional, or

EucharistieLectionary, in Ruth A. MEYERS (Editor forthe Standing Liturgical Commission): How Shall We Pray?Expanding Oitr Language about God (New York 1994) (= Liturgical Studies 2) 57- 69; PROCTER-SMITH: Images ofWomen in the Lectionary, in E. SCHÜSSLER-FIORENZA en M. COLLINS (eds.): Women Invisible in Church and Theology, ( ~ Concilium 182) (Philadelphia 1986) 51-63 (= Beelden van vrouwen in het lectionarium, in Concilium 21,6 (1985)48-58; IDEM:

Beyond the New Common Lectionary: A Constructive Critique,in QuarterlyReview (Summer 1993) 49-58.

Alternative Story: A Review of the Episcopal

(4)

52 D. DIJK

en

feministische reconstructie van het liturgisch gebeuren noodzakelijk is. In dit nieuwe liturgisch gebeuren zullen - gereconstrueerde - herinneringen van vrouwen en feministische interpretaties van bijbelteksten ondermeer in bovengenoemde leemtevoorzien.

Tot voor kort meende men in de liturgie de heilsgeschiedenis van God met alle mensen te gedenken wanneer bijvoorbeeld gesproken werd van het verbond tussen God en mensen. Feministische christen-liturgisten stellen de volgende vraag: gedenkt onze traditie het verbond met alle mensen? Lezen we bijbelteksten over de verbondssluiting aan de Sinaï in het Oude Testament dan wordt het verbond met het volk gesloten. Het volk waarmee het verbond geslo­

ten wordt, blijkt echter bij nadere lezing uit mannen en niet uit vrouwen te bestaan.'^ Deze verbondssluiting wordt naast het nieuwe verbond in Jezus Christus in de christelijke liturgie herdacht.

Het christelijk liturgisch gedenken heeft een specifiek focus. Dit is gericht op het gedenken van de Naam en de daden van God in Christus, meestal verwoord in mannelijke woorden voor God.*’

volgens Procter-Smith mee dat in het christelijk liturgisch gedenken een aspect dat in het joodse gedenken juist een belangrijke rol speelt, ontbreekt: het gedenken van mensen door JHWH. In haar werk wijst zij erop dat JHWH niet alleen mannen maar ook vrouwen zoals Rachel en Hanna gedenkt^*’ en dat gedenken in de hebreeuwse bijbel dialogisch van aard is. In het eerste testament staat vergeten worden door Tk zal er zijn voor jou’ gelijk met sterven.^' Redenerend vanuit ditaspect van gedenken wijst Procter-Smith op een tekort van hetchristelijk gedenken. Dit gedenkt vrouwen niet als volwaardige geloofsgetui-

Deze gerichtheid op Christus brengt

16PROCTER-SMITH: InHer Own Rite 34-35.

Exodus 19,15. Zievooral Judith PLASKOW: Standing Again at Sinai.Judaism from a Feminist

17

Perspective (San Francisco 1990) 25vv.; Vergelijk Paula van CUILENBURG e.a.: Dochters en zonen van God. Inclusief taalgebruik indekerk(Den Haag 1991) 17; Vergelijk Vera HUIJGEN e.a.

(red.): Tot zoverdezelezing. De lezingen van het B-jaar gelezendoorvrouwen (Baarn 1996)65-66.

PROCTER-SMITH: InHer OwnRite 43-44.

PROCTER-SMITH illustreert dit met behulp van hedendaagse Engelse vertalingen van het

20 21 19

romeins missaal. Deze benadrukken de titel "Vader" terwijl de klassieke romeinse ritus in haar Godstaal het gebruikvan dekwaliteitenen handelingen van God ("Almachtige en barmhartige God",

"God die...") prefereertboven titels om God aan te spreken. Zie IDEM: In Her Own Rite44. Susan ROLL preciseert PROCTER-SMITH nader.In deongeveer 1400 wisselende gebeden wordtin het Proprium in de Latijnsetekst 21 keer de term "Pater" gebruikt terwijlin de Engelse vertaling het woord "Father” in 500 gebeden is ingelast; ROLL: Taal en rechtvaardigheid 119. Voor een Nederlandse illustratie van het vooral mannelijk benoemen van God zie COMMISSIE DIENST­ BOEK van het SAMENWERKINGSORGAAN VOOR DE EREDIENST: Doop en Belijdenis (=

Proeven voor deEredienst 3) (Leidschendam/Leusden 1993).

Genesis 30,22; 1 Samuel 1,11.19-28.

PROCTER-SMITH:InHer Own Rite 42.

(5)

EMANCIPATOIRE LITURGISCHE TAAL 53 We kennen in onze traditie nauwelijks verhalen over vrouwen die Tk zal er zijn voorjou’ gedenken en benoemen.

Het gedenken van de heilsgeschiedenis van vrouwen en God, in het bijzonder het benoemen van Goddoor vrouwen, zoals door Hagar en Maria is grotendeels

‘vergeten’ ook al waren vrouwen richteressen, profetessen en leidsters in de eerste christelijke gemeentes. Eén pericoop uit het evangelie naar Marcus, Marcus 14,3-9 en enkele interpretaties daarvan^

tekort. In het evangelie naar Marcus geeft een naamloze vrouw Jezus volgensde Nieuw Testamentica Elisabeth Schüssler-Fiorenza de messiaanse zalving.

Ondanks het morren van sommigen prijst Jezus haar handelen en zegt:

"Voorwaar, Ik zeg U, overal waarhet evangelieverkondigd zal worden, over de gehele wereld, zal ook tot haar gedachtenis gesproken worden van wat zij gedaan heeft" (Marcus 14,9). In deze tekst is volgens Procter-Smith sprake van een liturgische handeling - een zalving - en van een liturgische belofte. De verkondiging van het evangelie is in deze tekst onlosmakelijk verbonden met het spreken tot haar nagedachtenis. De kerk gedenkt de profetisch liturgische handeling van deze vrouw niet. Haar daad noch haar naam worden herdacht in het jaarlijks liturgisch gedenken van Jezus’ lijden. Lectionaria negeren haar grotendeels.Zalvingsliturgieën gedenken haar niet en de heiligenkalenders verwarren haar met Maria Mag dalena.

belofte aan deze vrouw gehouden dat "ook tot haar gedachtenis gesproken zal worden ".22

heilsgeschiedenis van God met vrouwen respectvol gedenkt, roept dat volgens gen.22

illustreren het genoemde

24

De kerk heeft zich niet aan Jezus’

Als de liturgie niet tot haar gedachtenis spreekt en evenmin de

Het valt op datin een Nederlandseliturgische tekst van COMMISSIE DIENSTBOEK: Doop en

22

Belijdenis naast de namen van mannelijke gelovigen het volk’ en slavenin de gedachtenis worden opgenomen.Het woord volk’ sluitvrouwen niet in.Ineen paragraaf over Doop enbesnijdenis lezen we: "De doop brengtophetspoor van de gezegende zoonvan Israël en alleen zoworden wij met Abraham en Isaaken Jakob in de rij gezet"; Doop en Belijdenis 91. VoorNederlandse kritiek op dit tekort zie ook Esther A. DE BOER en DeniseJ.J. DIJK(red.): Vrouw, Taal, Liturgie (Gorinchem 1991, 1993) 60-66; A. VAN DER MAAS: Het Oecumenisch Leesrooster. Een onderzoek naar de gemaakte hermeneutischekeuzes, in GereformeerdTheologischTijdschrift 94 (1994)99-112; Advies DE WERKGROEP VROUW & KERK, DE KATHOLIEKE RAAD VOOR KERK EN SAMENLEVING EN DE UNIE NEDERLANDSE KATHOLIEKE VROUWENBEWEGING aan de Nederlandsebisschoppen: Een vrouwvriendelijke liturgie inde Rooms-KatholiekeKerk (Vught1991) (= Bericht van Centrum Roucouleur 14) 24, 52-54; Zr. R. Fox: Waar zijn de grote bijbelse vrouwenfiguren in ons huidig lectionarium? in Tijdschrift voor Liturgie 80 (1996)298-305; Anneke DE VRIES: Scheeflicht. Gender-stereotypen in vertalingen van Richleren 4, in Filter. Tijdschrift voorVertalen en Vertaalwetenschap 3,1 (1996)44-53.

ZieElisabeth SCHÜSSLER FIORENZA: In Memory of Her. A Feminist Reconstriictionof Chris- tianOrigins (NewYork1983); PROCTER-SMITH: In Her OwnRite 38-39.

Zie SCHÜSSLER FIORENZA: InMemoiyof Her Xiii-IV.

In haar artikeluil 1986 verwijstzij naar het Common Lectionary. Zie PROCTER-SMITH: Images of Women 58-59.

Vergelijk Esther de BOER: Maria Magdalena. De mythevoorbij. Opzoek naar wiezij werkelijk is (Zoetermeer 1996) 15-17.

PROCTER-SMITH: In Her Own Rite 38-39, 175.

24

26

27

(6)

54 D. DIJK

g'

Procter-Smith de vraag op of liturgie het werk van het hele volk is. Op deze tweede omschrijving van liturgie zijn de liturgische beweging en de feministisch liturgische beweging in de Verenigde Staten eveneens georiënteerd.’^

In In Her Own Rite pleit zij ervoor om een belangrijkaspect van hetjoodse gedenken, namelijk ’lk zal er zijn voor jou’ gedenkt vrouwen, in het christelijk liturgisch gedenken op tenemen. Daarmee schept zij een opening om bijbelseen hedendaagse vrouwelijke getuigen in de liturgische taal te gedenken. Tevens opent zij hiermee de mogelijkheid om het spreken tot God van vrouwen, gemarginaliseerd in onze traditie, in herinnering te brengen en te benoemen in de huidige liturgie.®

Procter-Smith stelt echter de vraag of alle bijbelse

3. Passende Godstaal voor de hedendaagse liturgie?

Auteurs behorend tot de evangelisch geïnspireerde stroming van het feminisme in de Verenigde Staten zoals Nancy Hardesty en Virginia R. Mollenkott beschouwenbijbelse vrouwelijke beeldenvan God als passende Godstaal voor de hedendaagse liturgie.

vrouwelijke beelden van God daarvoor geschikt zijn. Ze vraagt zich af of hedendaagse auteurs theologische vrouwenstudies feministische christenvrouwen een dienst bewijzen met haar voorstellen om God te duiden met behulp van stereotype, inperkende vrouwenrollen als Moeder, Voedster, Barende vrouw.

Meesteres van het Huis. Volgens haar komt er in de liturgie op aan dat er, ook voor vrouwen, woorden van leven klinken. Procter-Smith maakt bezwaar tegen een moederlijk beeld vanGod wanneer uitsluitend dit vrouwelijkbeeld van God in de hedendaagse liturgie gebruikt wordf' en wanneer dit gebruik gepaard gaat met een toeschrijving van deze door de cultuur bepaalde sekserol aan alle vrouwen en aan God. Zo ingevuld kan een beeld van God als moeder volgens haar niet emanciperend werken voor vrouwen.’^

gaat het er immers om dat alle subjecten met respect behandeld en aangesproken In de liturgische ontmoeting

28

liturgie. LeerboekLiturgiek (Zoetermeer1997).

Het gaat PROCTER-SMITH om het spreken tot God vanbijbelse en van christen-vrouwen totop Zie Denise J.J. DIJK: Inclusieve taal in de liturgie, F.G. IMMINKe.a. (red.) De Weg van de

29

dedag vanvandaag.

Nancy A. HARDESTY: Inclusive Language in the Church (Atlanta 1987) 22-27; Virginia

30

RAMEY MOLLENKOTT: The DivineFeminine: The BibiicalImage of God asFemale (New York 1984).

Volgens Ruth Duck, hoogleraar liturgie-wetenschap aan het Garrett-Evangelical Theological

31

Seminary in Evanston, Illinois enschrijfster vanvelemoderne kerkliederen en liturgische teksten, zijnvrijwel allevrouwelijke beelden vanGod die zij inrecente liedboeken van degrotere kerken in de Verenigde Staten aantreft moederlijke beelden. Zie Ruth DUCK: Toward a Feminist Emancipatory Hymnody (= ongepubliceerde lezing, gehouden voor het Feminist Liturgy Seminar vande NorthAmerican Academy ofLiturgy, Charleston NC, 24 november1993) 5.

Zie PROCTER-SMITH: InHer Own Rite 102-105.

(7)

EMANCIPATOIRE LITURGISCHE TAAL 55

33

en worden.

In haar zoektocht naar een nieuwe liturgische taal voorzien feministische liturgisten de huidige liturgie van een aantal vraagtekens. Ik parafraseer enkele vragen die Procter-Smitli in haar werk stelt: Zijn al die mooie dingen die in de liturgie gezegd en gedaan worden, ‘waar’ voor feministische christenvrouwen?’^ Deze vrouwen vragen zich af of de woorden, de beelden en schilderijen die ze in de kerken aantreffen, wel haar waarheid uitdrukker?' of het androcentrisch gedenken wel haar gedenken is. Woorden van een traditie die vrouwen eeuwenlang heeftuitgesloten, sluitennietineens vrouwen in.

Procter-Smith vraagt zich af of de woorden en beelden van de liturgie de dagelijkse werkelijkheid, waarin zo dikwijls sprake is van verbaal, psychisch en fysiek geweld, van vrouwen wel weergeven. De mooie woorden maken die werkelijkheid volgens haar onzichtbaar, niet bestaand. Zij verhullen deze leefwereld van vrouwen. De volgende casus illustreert wat Marjorie Procter- Smith bedoelt. In een kerkdienst zijn een dader van seksueel geweld en een meisje - slachtoffer van haar vader - aanwezig. Beiden worden uitgenodigd samen het onzevader te bidden. Beiden zeggen dezelfde woorden: "vergeef ons onze schulden zoals wij vergeven onze schuldenaren". In de verdere liturgie wordt bovendien de bestaande ongelijke verhouding tussen dader en slachtoffer niet geëxpliciteerd. Voor feministische christenen en voor hen die ervan overtuigd zijn dat liturgie en (sociale) gerechtigheid onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, roept deze casus een ‘contrast-ervaring’ op, een ervaring van

‘dit is het niet’.’®

de uniforme taal van de liturgie. Voor haar en velen met haar is het zeer problematisch zo niet onaanvaardbaar om van minder machtige kinderen en misbruikte vrouwen, zonder nadere uitleg, te vragen hun schuldenaren te vergeven. Volgens feministische liturgisten is het problematisch dat mooie woorden zoals deze zinsneden uit het ‘onzevader’ door de schuldenaren tegen de misbruikte meisjes gebruikt worden.”

De adem stokt hen in de keel. Procter-Smith problematiseert

34 33

de ontmoeting tussen God en mensenbenoemt. Vergelijk Teresa BERGER:Liturgiewissenschaft und Frauenforschung: getrennte Schwestern?in Theologische Revue85 (1989) 355-362, p. 356-357.

PROCTER-SMITH: In Her Own Rite 13-14.

In de ontmoeting is de vrouwelijkemens eenbewusthandelend subject dat vanuithaar ervaringen

35 36

PROCTER-SMITH: In Her Own Rite lï-19, 180.

VergelijkE. SCHILLEBEECKX: Gerechtigheiden liefde (Bloemendaal 1977) 665-775; Zie M.T. WINTER: Catholic Prophetic Sound after Vatican II, in L.A. HOFFMANN en J.R.

WALTON (eds.): Sacred Sound and Social Change. Liturgical Music in Jewish and Christian Experience

{= Two Liturgical Traditions Vol. 3)(Notre Dame IND 1992) 150-174, p. 169.

Zie ook RuthC. DUCK:Genderand the Nameof God:The Trinitarian Baptismal Formula(New York 1991) 43-55; DUCK: Sin, Grace, andGender,in Marjorie PROCTER-SMITH and Janet R.

WALTON(eds.): Women at Worship. Interpretations of North AmericanDiversity (Louisville KY 1993) 55-71; Sheila REDMOND; "Remember the Good, Forget the Bad": Denial and Family Violence in a Christian Worship Service, in PROCTER-SMITH en WALTON (eds,): Women at Worship 71-83; PROCTER-SMITH: ‘Reorganizing Victimization’: The Intersection Between Liturgy

(8)

56 D. DIJK Veel conventioneleliturgische taal gaat volgens Procter-Smith voorbij aan de harde werkelijklieid van alle dag. In de uniforme taal van de zondagse liturgie mist Procter-Smith de liturgische mogelijklteid omte protesteren tegende mooie dingen die in de liturgie gedaan en gezegd worden. Het ontbreken van de mogelijklteid om woede tegen onrechtvaardige verhoudingen, om woede op God te uiten, vindt zij een tekort van de liturgie. Redenerend vanuit bovengenoemde contrastervaring ontstaat een ‘neen’ tegen de conventionele liturgische taal.

Feministische kerkgangers staan zichzelf en elkaar toe in de liturgie ‘neen’ te zeggen en daar te zwijgen waar volgens de orde van dienst haar instemming verwacht wordt, bijvoorbeeld bij het gezamenlijk uitspreken van de geloofsbe­ lijdenis: "Ik geloof in de God de Vader, de Almachtige (...)."

Procter-Smith pleit ervoor in de zondagse eredienst woede te tonen over het onrecht vrouwen aangedaan met behulp van bij voorbeeld woedepsalmen, klaagliederen en het boek Job.’^ Dit is één van de manieren’’

feministische vrouwen in het openbaar ‘neen’ zeggen en aan haar gemeente of parochie laten zien hoe zij tussen de regels van de uniforme liturgische taal doorlezen en meervoudige betekenissen scheppen. Ter illustratie vertelt Procter- Smith over een speciale kerkdienst gehouden ter gelegenheid van "rapé awareness week on campus

38 Dit is één van de manieren waarop

in de kapel van een protestants seminarie. In de context van een dienst over geweld tegen vrouwen is een niet-inclusieve, letterlijke lezing van Psalm 140,2b-3 een feministische interpretatie van deze psalm: "Bewaar mij voor de mannen van het geweld, die boze dingen in hun hart beramen, de ganse dag strijd verwekken".

overleven en bij wijze van verzet tegen psychische beschadiging ‘vertalen’ vrouwen liturgische teksten. Tijdens een kerkdienst op Roze Zaterdag in Nederland leest een lesbische vrouw bijvoorbeeld het Hooglied tegen de draad in. Zij spreekt de tekst van de mannelijke geliefde uit: "Sta op mijn vriendin, mijn mooie en ga! Mijn duif, laat mij kijken in de kloven van de rots, in de verborgenheid van de rotsrichel. Laat meje gezicht zien, laat meje stem horen.

'I 41

Om in de liturgie te

and Domestic Violence, in C.J. Adams and M.M. Fortune (eds.): Violence against Women and Children. A Christian Theological Sourcebook(New York 1995) 428-444;IDEM: Praying withOur Eyes Open 10-11, 15, 47-49.

In een gesprek metProcter-Smith(Chicago, januari 1997) vroeg ik haar naar de achtergrond van haar ontdekking van psalmen enandere bijbelse bronnen voor het uiten van woedeinde liturgie. Zij vertelde me dat de United Methodist Churchen andere protestantse kerken inde Verenigde Staten van Amerika een traditie kennen van het zingen van hymnen en tot voorkortgeen psalterium kenden in de liturgie. Het psalmgebruik in deze traditie is selectief. Men selecteert psalmen van lofprijzing enprefereert deze boven ‘woede-psalmen’.

Voor een beschrijving van de overige strategieën om ‘neen’ te zeggen zie PROCTER-SMITH:

39

Prayingwith OurEyes Open 30-39.

PROCTER-SMITH; Prayingwith OurEyes Open 32.

VoorNederlandse illustraties van ditneen zeggen in de liturgie zieC.J.M. HALKES (red.): Op water en brood. Vrouwen vieren liturgie (Baarn 1981) 25-29; WERKGROEP MIRJAM: Vieringvan Woord en Gebed ter gelegenheid van Internationale Vrouwendag vanuit de kathedraal van de St BavoinHaarlem. 8 maart viering1992 (Hiversum IKON 1992) (= Uitgave 1087)8-9.

40

(9)

EMANCIPATOIRE LITURGISCHE TAAL 57 wantje stem is zoet, en je gezicht lieflijk" (Hooglied 2,14).

De weigering om in te stemmen met de traditionele taal komt voort uit vervreemding ten opzichte van de (geloofs)taal, uit twijfel ten aanzien van het bestaan van een goede (Vader)God en uit onvrede over ongelijke verhoudingen die uitgedrukt worden in liturgische taal, beelden, gebaren"*^ en gebedshou- dingen. Feministisch bidden is volgens Procter-Smith ‘bidden met open ogen’ voor de leefwereld van vrouwen die in zich het dagelijks leven onveilig voelen ten gevolge van psychische beschadiging of lichamelijk misbruik. Vanuit het protest tegen machtsverhoudingen zien vrouwen bijvoorbeeld de gebedshouding:

‘hoofd gebogen, handen gevouwen, ogen dicht’ in een ander dan het conventionele perspectief. Zij illustreert deze veronderstelling vanuit haar liturgische praktijk. Een vrouw heeft te maken gehad met seksueel geweld.

Tijdens het bidden durft ze haar ogen niet te sluiten omdat ze zich onveilig voelt. De conventionele gebedshouding drukt lichamelijke kwetsbaarheid en overgave uit. Procter-Smith meent dat deze gebedshouding niet gevraagd kan worden van iemand die in voortdurende angst leeft dat haar echtgenoot haarnaar het leven staat. Vrouwen met deze of vergelijkbare ervaringen kunnen deze - vaak met knielen of teraardewerping gepaard gaande - gebedshouding slechts interpreteren als een onderdanige houding. Procter-Smith: "No altemative reading of this discourse is possible for women who are confronted daily with media images of women humiliated, exploited, or abused".'”

Smith een patriarchale cultuur noemt leven alle vrouwen met de dagelijkse [vrees voor, D.D.] dreiging van geweld door mannen.'”

weten stokt het conventionele gebed haar volgens Procter-Smith in de keel. Zij benadrukt dat mensen met een andere dan een witte huidskleur en lesbische vrouwen en homoseksuele mannen deze dreiging ook kennen vanuit hun weten van racisme en "homophobia". Volgens haar moeten christenfeministen vanuit het weten van het lijden en de strijd van vrouwen weigeren om met conventionelewoorden tebidden.

Vanuit haar ervaring van onvrede over de liturgische geloofstaal zeggen feministische christenvrouwen ‘neen’ tegen liturgische teksten en verhalen die vrouwen klein maken. Ze zwijgen ostentatief en zeggen daarmee ‘neen’ tegen achterhaalde beelden van de verhouding tussen man en vrouw, waarbij God voorgesteld wordtals bruidegom en de kerk als zijn bruid, waar hij in en uit kan In wat Procter- Redenerend vanuit dit

42

subjecten van dezegeningsmacht,in Concilium 21,2 (1985)63-70.

PROCTER-SMITH:Praying with Our Eyes Open 48,49.

Vergelijk N.A.Crowell andA.W. Burgess (eds.): Understanding Violence Against Women. Panel Vergelijk J.R. WALTON: Kerkelijke en feministische zegening: vrouwen als objecten en

43

44

on Research on Violence Against Women. Committee on Law and Jiistice. Commissionon Behavioral and Social Sciences and Education.NationalResearch Coiincil(Washington D.C. 1996).

PROCTER-SMITH:Praying with Our Eyes Open 49.

45

(10)

58 D. DIJK Vanuit het ‘neen’ zeggen tegen traditionele gebedstaal vinden vrouwen nieuwe woorden in klaag- en woedegebeden. Hieruit ontstaan nieuwe gebedsvormen. ‘Neen’ zeggen in de

;ebed kan volgens Procter-Smith bevrijdend werken. Ook Nederlandse auteurs benadrukken dat het vrouwen goed doet wanneer de legitieme woede over en de pijn en het verdriet om seksueel geweld tegen vrouwen, om armoede in een gebed uitdrukkelijk verwoord worden. Woede kan gepaard gaan met verlossendekracht. Zowel deverwoording van dezespecifieke situatie als het vragen om troost en steun door pastores geeft veel vrouwen een gevoel van bevrijding.'”

incest-ervaringen, sluit bij dit neen-zeggen aan: "Wij vragenJou niet om bevrij- ding enverlossing van slachtoffers van incest, wij vragen Jou wel, om aanhaar kant testaan en solidair met haar tezijn”.'*®

Emancipatoir bidden en spreken tot God komt, volgens Procter-Smith, op vanuit de waarheid van vrouwenlevens. Voor dit emancipatoire bidden kunnen feministische vrouwen zich bijvoorbeeld laten inspireren door de zegen die Debora uitroept over Jaël, de vrouw uit de clan der Kenieten.

gaan en waarmee hij kan doen naar het hem belieft.

liturgie, in het

46

De volgende voorbede van vrouwen die leven met

Deze zegen getuigt, aldus Fokkelien van Dijk-Hcmmes in de slotzin van haar dissertatie:

"niet van een godsbeeld dat fungeert als een legitimatie van geweld tegen vrouwen, maar verwijst (veeleer) naar een God ‘wier liefde toornt tegen alle onrecht dat vrouwen wordt aangedaan’

g'

Zie bijvoorbeeld INTERKERKELIJKE STICHTING VOOR HET KERKLIED: Liedboek 715:

46

Gezang487,2: "Hij doet metons, Hij gaat ons in en uit (...) DeHeer wil onsbewonenalszijn huis, plantais een boom in ons zijneigenleven, wilmet ons spelen, neemt onstot zijn bruid en wat wij zijn, Hij heeft hetons gegeven".

Zie M. BOMMERen A. KITS: Oefening in Veel-Zij-digheid. Werkboek Vrouwen, Liturgie

47

Gerechtigheid (Gorinchem 1995) 76.

De voorbede werd uitgesprokentijdens een viering ter afsluiting van de eerste oecumenische en

48

vrouwensynode. Zie W. VERHOEF(red.): Vrouwen Macht. "Vrouwenmacht". Verslag van het 10- jarig bestaan vanhet Vrouwen GeloofwerkopKerken Wereld, 26-30 augustus 1987 (Driebergen

1987) 62.

Richteren 5,24-27 (werkvertaling van Fokkelien van DIJK-HEMMES: Sporenvan vrouwenteksten in de Hebreeuwse bijbel(= Utrechtse Theologische Reeks 16) (Utrecht1992) 214: "Gezegend boven devrouwenwordeJaël, devrouw uit de clander Kenieten, boven devrouwenin de tent, gezegend!

Water vroeg hij, melk gafzij; in een schaal vooredelenreikte zij room. Haarhand strekt zijuit naar de pin, haar rechter naar de werkmanshamer, zij hamert op Sisera, verbrijzelt zijn hoofd, doorwondt, doorboort zijn keel. Tussen haar voeten knielt hij neer, valt, ligt, tussen haar voeten knielt hij neer, valt, waar hij neerknielt, daar valt hij, vernietigd";Vers 31c: "En het land had 40 jaar rust".

F. van DIJK-HEMMES: Sporen vanvrouwenteksten 244. Van DIJK-HEMMES citeert D. DIJK e.a.: "Ik laat U niet gaan tenzij Gij mij zegent". Over de worsteling met God waarna Hij nieuwe namen krijgt, in Feministisch-Theologische Teksten. Gekozen en ingeleid door Denise DIJK, Fokkelien van DIJK-HEMMES en Catharina J.M. HALKES (Delft 1985) 76-96, p. 93,

50

(11)

EMANCIPATOIRE LITURGISCHETAAL 59

taal gebruiken,

God en spreekt God aan met ‘Sovereign’.^

formule gebruikt men woorden zoals ‘Creator’, ‘Redeemer’ en ‘Sustainer

4. Drie oplossingen voor androcentrische Godstaal in de liturgie

In de liturgische praktijk onderscheidt Procter-Smith drie manieren om te reageren op het probleem van androcentrische (Gods)taal in de liturgie: het gebruik van niet-seksistische of sekse-neutrale, van inclusieve en van emancipatoire taal in de liturgie.5’ Zij bekritiseert de eerste twee en heeft een duidelijke voorkeur voor de derde oplossing.

Degenen die de eerste oplossing van niet-seksistische^^

stellen zich ten doel de verwijzing naar sekse55 in de Godstaal en het spreken over mensen te verminderen of uit te weg te gaan. Spreken tot of over God in overeenstemming met deze oplossing impliceert dat iedere sekse-specifieke term voor God vermeden wordt. Men vermijdt het gebruik van persoonlijke en bezittelijke voornaamworden als Hij, Hem en Zijn voor God en spreekt God aan met ‘U’, ‘Gij’ of ‘jij’. Men vermijdt sekse-specifieke titels zoals ‘Heer’ voor In plaats van de trinitarische

’55 die naar de functies van de drie personae van God verwijzen. Het gevolg daarvan is dat ‘Vader’, ‘Koning’ en ‘Heer’ minder centraal komen te staan in de liturgie.5® In het Nederlands gebruikt men sekse-neutrale zinnen zoals: ‘Ik zal er zijn voor jou’ of ‘Licht dat ons aanstoot’ of ‘Gij bent de bloesem die onze wangen blozen doet’. Mensen gebruiken vooral bijvoeglijke naamwoorden om God in beelden aan te duiden of aan te spreken, zoals bijvoorbeeld in de volgende bewerking van de zegen van 7e eeuwse IerseSt Patrick5’:

De Barmhartige zij voor U om U de juiste weg te wijzen

De Liefdevolle zij achter U om U in de armen te sluiten en om U te beschermen tegen gevaar

De Barmhartige zij onder U om U op te vangen wanneer U dreigt te vallen

51 52

PROCTER-SMITH: InHer Own Rite 63-11.

Seksisme wilzeggen discriminatie naar sekse.

Het begrip sekse verwijst niet naar het biologisch man of vrouw zijn maar naar een sociaal

53

geconstrueerde werkelijkheid van vrouwelijkheid en mannelijkheid, die per cultuur en tijd aan biologischevrouwen enmannen toegeschreven wordt. Godwordt inde joodse en inde christelijke traditie niet gedacht als biologisch mannelijk of vrouwelijk. Vrouwelijke en mannelijke woorden voor Godrefererenaan hetbegrip sekse.

DIVISIONOFEDUCATION AND MINISTRY: An Inclusive-Language Lectionary. Year A (New

56 57 54

York 1986, revised edition) 12, 271-272.

PROCTER-SMITH: In Her Own Rite 64. Inhet Amerikaanse Engels zijn deze woorden, evenals het woordsovereign’, sekse-neutraal. Vertalen we deze termen in het Nederlands dan zien we vanwege de bovengenoemde intentie af van sekse-specifieke zelfstandige naamwoorden als

"Schepper", "Verlosser" en "Ondersteuner" en verkiezen de weg van het werkwoordelijk spreken’

of van het gebruik van bijvoeglijkenaamwoorden: "Gijdie ..." of"ScheppendeGod". Zie D. DIJK e.a.: "Ik laat U nietgaan tenzij Gijmij zegent" 82-84.

R. DUCK: Toward a Feminist Emancipatory Hymnody 2.

Ik ontleen debewerkingvan dezezegenaanBram Grandia, predikant bijhetIKON-pastoraat.

(12)

60 D. DIJK De Liefdevolle zij in U om U te troosten als U verdriet hebt

De Barmhartige omgeve U als een beschermende muur wanneer anderen over U heen vallen

De Liefdevolle zij boven U om U te zegenen

Zo zegene U God, vandaag, morgen en tot in eeuwigheid Amen

in een samenleving waarin de Hetpositieve van deze oplossing aldus Procter-Smith is dat zij nauw aansluit bij de ons bekende liturgische taal. Het ontwricht deze niet. Het nadeel van deze oplossing is volgens haar dat in deze liturgische Godstaal een sekseloze wereld ontstaat die onvoldoende aansluit bij de realiteit waarin vrouwen leven. Het problematischevan dezeoplossing is dat de hoorders en hoorsters sekse-neutrale woorden voor God mannelijk interpreteren’^

mannelijke leefwereld normatief is. Zoals hoorders vanzelfsprekend denken dat een arts, een chirurg, een manager, een hoogleraar een man is, zo zullen zij ook een zinsnede als ‘God die ons geschapen heeft’ mannelijkduiden.

De tweede oplossing voor androcentrische Godstaal, inclusief taalgebruik, houdt voor de liturgische praktijk in dat vrouwelijke woorden voor God aan mannelijke worden toegevoegd. Met behulp van deze oplossing hoopt men de nadelen van de eerste oplossing van sekse-neutraal taalgebruik op te vangen en het eenzijdig mannelijk spreken over God evenwichtiger te maken. Men kiest er bewust voor ombeide seksen zichtbaar temaken in de liturgischetaal en spreekt bij voorkeur met behulp van symmetrische (gelijkwaardige) beelden tot God.

Men spreekt God als vader èn moeder aan. Zo wordt hetonzevader bijvoorbeeld ingeleid met: ‘Gij die ons als een vader en als een moeder zijt’. Het lied van Brian Wren, ‘Bring Many Names’”, is volgens Ruth Duck het beste voorbeeld van deze benadering omdat in dit lied de tendens tot mannelijke en vrouwelijke stereotypering, die Duck vaak aantreft bij hedendaagse inclusieve liederen, vermeden wordt®;

Bring many names, beautiful and good;

celebrate in parable and story, holyness in glory,

living, loving God (...)

Strong mother God, working night and day, planning all the wonders of creation, setting each equation,

genius at play (...)

58PROCTER-SMITH: In Her Own Rite 64.

59

Feminist Theology (London 1989) 137-138.

® Duck schrijft datkritici van ditlied vanWren niet gecharmeerd zijn van de sterke moederGod die dag en nacht werkt. Bovendien vindensommigen dat Wren debekende stereotypen van vaderen moeder op starre wijze heeft omgekeerd. Zie DUCK: Toward a Feminist EmancipatoryHymnody3.

BRIAN WREN: What Language Shall I Borrow? God-Talk in Worship: A Male Response to

(13)

EMANCIPATOIRE LITURGISCHE TAAL 61 Warm father God, hugging every child,

feeling all the strains of human living, caring and forgiving

till we’re reconciled (...)

Old, aching God, grey with endless care, calmly piercing evil’s new disguises, glad of good surprises

wiser than despair: (...)

Een Nederlandsvoorbeeld vandeze tweede oplossing is de volgendezegenbede:

De Eeuwige zegene u en Zij behoede u,

De Eeuwige doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig, De Eeuwige verheffe Haar aangezicht over U en geve u vrede, Amen.

Procter-Smith waardeert deze tweede oplossing in die zin dat zij de inclusiviteit die impliciet in de eerste oplossing aanwezig is expliciet maakt. Zowel mannelijke als vrouwelijke verwijzingen naar God worden in de taal geïnclu- deerd. Met deze oplossing wordt duidelijk waarnaar de taal verwijst. Er komt ook meer verscheidenheid en kleur in de liturgische taal. Problematisch aan dit

‘symmetrisch’ taalgebruik vindt zij dat de termen - men denke aan de verschil­

lende sociale connotaties bij vader en moeder, bij Heer en Vrouwe - sociaal en linguïstisch niet altijd symmetrisch zijn in een samenleving die eerder getypeerd wordt door machtsverschillen dan door gelijkwaardige verhoudingen tussen mannen en vrouwen. Vrouwelijke woordenmet behulp waarvan we God benoe­

men, krijgen ten gevolge van deze verschillende connotaties een lagere maat­ schappelijke status of lading mee dan haar mannelijke equivalent. Liturgische taal, benadrukt Procter-Smiüi, is ingebed in een sociale structuur. Volgens haar is deze tweede oplossing van ‘symmetrische taal’ voor God pas adequaat wanneer zowel de taal als de sociale structuur verandert en aan vrouwelijke en mannelijke woorden evenveel waarde en status wordt toegekend.

door Procter-Smith genoemde problemen bij deze tweede oplossing noemt Duck vanuit haar ervaring met het schrijven en de ontvangst van hedendaagse kerkliederen een andernadeel datook betrekkingheeft op de eerste oplossing:

61 Naast de

Another danger in both non-sexist and inclusive approaches is legalism emphasizing exact numerical equality in every hymn. (...) The inclusive approach, applied legalistically, does not allow us to live with a pronoun or an image for an entire hymn, or at least an entire stanza. Living with a feminine image may Ie ad to better poetry and more change of consciousness than always experiencing them next to masculine terms or in a list (as so often happens with feminine names in hymns i, Balance can be sought elsewhere in a

61 PROCTER-SMITH: In Her OwnRite65.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(11) Toel&ting tot hol!rlkole waar gebrck &an akkommodasiP die aantal wat kan toogeiAAt word,

Veertig jaar later noteerde hij als prominente herinneringen aan die conferentie zijn ontmoeting met Karl Popper en gesprekken met allerlei significi die tot zijn

Page 1 of 2 Van goede bedoelingen en dingen die nooit voorbijgaan • Binnenlands Bestuur.

Uit de focusgroepen en interviews bleek dat de leerlingen die voor een kappersopleiding kiezen deze keuze niet altijd overwogen maken.. Ze kiezen vaak in- stinctief of op basis

God wil dat we weten hoe RIJK we zijn wegens Zijn weergaloze genade: “Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, DIE ONS GEZEGEND HEEFT MET ALLE GEESTELIJKE ZE-

[r]

Samen gaan we in geloof op weg, één plus één zijn er al twee.. Zie, zoals de herders in die nacht, God, geboren in

De kans dat deze interventie succesvol is, is groter wan- neer de bewoner zelf problemen verheldert, doelen definieert en keuzes maakt over de aanpak van proble- men.