• No results found

Interviews met medewerkers van de gemeente Heerde

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Interviews met medewerkers van de gemeente Heerde"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Interviews met medewerkers van de gemeente Heerde

Gehouden in de tweede en derde week van januari 2020 Bevraagde collega’s:

Trainée

Collega van de backoffice WMO Iemand van het bestuurssecretariaat Iemand van IM

Nieuwe collega SMV Voorzitter OR Wethouder Twee MT-leden Vragen:

1. Hoe zou jij onze organisatie beschrijven? (identiteit) – gedrag, symboliek en communicatie 2. Hoe denk je dat de buitenwereld ons ziet?

3. Waar vind jij dat onze organisatie over 5 jaar moet staan?

4. Hoe kan communicatie hierin ondersteunen?

5. Hoe zou jij kunnen bijdragen aan de huidige communicatieontwikkelingen?

Opbrengsten:

1. Hoe zou jij onze organisatie beschrijven? (identiteit) – gedrag, symboliek en communicatie De gemeente Heerde is voor mij een organisatie dat wil ontwikkelen en klaar staat voor haar inwoners. Ik proef dat er veel veranderd en ontwikkeld is in de afgelopen jaren en ook dat we nog niet zijn waar de gemeente wil staan (dit geldt in ieder geval voor het sociaal domein). De

ontwikkelingen worden intern soms wat voorzichtig gepresenteerd/doorgevoerd waardoor het niet altijd leeft op de werkvloer. Niet iedereen vindt het fijn om door te ontwikkelen en zijn op zoek naar stabiliteit. Dit zou wel moeten wanneer je met zijn allen die identiteit ook wil voelen en uitdragen.

Binnen de gemeente ervaar ik dat er een verschil is tussen de afdelingen in cultuur en hoe

gemakkelijk zij omgaan met veranderingen/ontwikkelingen. Hierdoor vind ik het ook lastig om in het algemeen iets te zeggen over gedrag. Wat mij wel opvalt, is dat er veel geroddeld wordt. Men vindt dit schijnbaar heel normaal. Vervolgens elkaar naar degene verwijzen waar je last van hebt en die dan aanspreken is heel spannend.

Wanneer het gaat om de communicatie naar inwoners, zie ik dat alle medewerkers hun best doen om dit zo snel als mogelijk en zorgvuldig te doen.

Binnen het sociaal domein speelt nu het 0-100. Dat is iets waar iedereen wel zin in heeft en de meerwaarde van inziet. M.b.t. communicatie naar de inwoners is dit een prachtige ontwikkeling.

Geen gezoek waar je naartoe kunt met je vragen, alles zit gecentreerd op 1 locatie.

Gemoedelijk, ondernemend, omgevingsbewust, ‘familie’cultuur, korte lijnen.

Ik vind dat we op veel vlakken best wel een transparante gemeente zijn, hoewel dat kan natuurlijk nog wel beter kan. Maar je hoort wel vaak over de zaken die spelen, bijvoorbeeld door middel van de BBB. Als je echt geïnteresseerd bent dan hoor je ook wel veel van andere afdelingen. En dat vind ik wel fijn.

Soms merk ik dat binnen de eigen afdeling niet iedereen altijd even goed op de hoogte wordt gesteld: soms weet de een al iets eerder dan de rest. Tussen teams verschilt het informatiegehalte.

Dat is niet altijd even handig, maar kan je ook niet altijd voorkomen.

(2)

De mate van transparantie ligt ook wel aan de mensen zelf: als jij je werk doet en je nergens anders mee bemoeit, dan hoor je ook niet veel. Mensen die vinden dat ze te weinig worden geïnformeerd, melden dat niet altijd.

Ik werk hier al heel lang (40 jaar) en ben bijna vergroeit met de gemeente. In de afgelopen jaren is er veel veranderd: vooral het flexwerken heeft heel veel gedaan. De communicatie naar elkaar toe is moeilijker geworden daardoor, heeft echt een deuk gekregen.

Als Wmo zijn we bij elkaar gezet, bovenin het kantoor. Dat vond ik eerst niet leuk, maar dat is wel echt ten goede gekomen in de communicatie naar elkaar toe. Als er iets is dan kan je elkaar beter vinden en dingen worden meer naar elkaar uitgesproken.

Aan de andere kant hoor wel veel meer van andere afdelingen omdat je door elkaar zit. Ik merk wel dat je daar minder mee hebt. Als je bij elkaar zit dan ben je eerder geneigd om info op te halen, omdat de info bij je hoort. Je krijgt ook dieper contact met elkaar omdat je met mensen elke dag bij elkaar zit. Dan begrijp je elkaar beter.

De stap om informatie op te halen is groter geworden dan dat het vroeger was. Dan laat je dingen rusten en door de drukte wordt het vergeten.

Ik heb ook nog wel een tip voor het communiceren naar buiten toe: doe dat eenvoudig. Zodat iedereen het kan begrijpen. Dat zal niet altijd even gemakkelijk zijn, maar probeer het toch nog te brengen op een manier dat een ander dat snapt. Daardoor haal je het label ‘ambtenaar’ ook een beetje weg. Vooral naar je burger toe, maar ook naar je collega’s. Dan gaan mensen ook meedoen.

Je hebt een organisatievisie, omgevingsbewust zijn enzo. Maar ik denk dat de buitenwereld dat niet altijd zo ziet. Het is een soort wensbeeld. De praktijk is dat je betrouwbaar moet zijn en

rechtszekerheid moet bieden aan inwoners. Waarbij iedere inwoner gelijk wordt behandeld. Binnen de gemeentelijke organisatie zie je wel dat er meer- of minder invloedrijke stakeholders zijn. Dat zou niet moeten.

We zijn een hardwerkende organisatie, binnen alle portefeuilles. Iedereen is van goede wil. We zijn ook ontzettend lief, kunnen moeilijk nee verkopen. Terwijl je weet dat in het openbaar bestuur je vaak nee moet verkopen. Dit geldt ook zeker binnen het sociaal domein (zelfredzaamheid).

Negatieve grondhouding vindt echter nauwelijks plaats bij ons. Dit is denk ik omdat we van goede wil zijn. We kunnen nog wel eens teveel hooi op onze vork nemen. En we zouden nog wel eens wat meer staan voor de visie op de uitvoering van ons beleid moeten staan.

Je verwacht van de overheid dat ze doen wat ze moeten doen en dat ze dat goed doen. Dat gaat van parkeerkaarten tot omgevingsvergunningen. Dat dat goed en rechtmatigheid gebeurt voor een leuk prijsje. En als het even kan moet die winkel toegankelijk zijn en werken met zelfscanners.

Ik heb het idee dat hier van oudsher een mentaliteit heerst van hard werken en ‘doe maar normaal, dat is al gek genoeg’. Bij de inwoners, maar ook zeker binnen onze organisatie. Iedereen doet zijn uiterste best om inwoners te helpen, heb ik het idee. Nadeel van de mentaliteit is volgens mij dat we als organisatie een beetje gesloten zijn. Veranderingen zijn lastig door te voeren, omdat we graag blijven doen wat we altijd deden.

We zijn heel loyaal en staan voor elkaar klaar. De communicatie lijntjes intern zijn kort. Desondanks zijn we niet altijd even slagkrachtig. Soms te veel overleg en te veel de focus op de details. Lef tonen en knopen door durven hakken ontbreekt weleens. Meer op elkaar vertrouwen is ook wel iets waar we ons in kunnen ontwikkelen. Op elkaar durven te vertrouwen met de weet dat het goed komt zonder dat alles en iedereen er iets van moet vinden? We zijn allemaal professionals namelijk.

We mailen ook erg veel (met veel in de cc). Ondernemender zijn en soms wat zakelijker.

Ik zie dat hier veel mensen werken met een hoog verantwoordelijkheidsgevoel. Wij zijn niet goed in afspreken en aanspreken, weinig zeggen in groepsgesprekken. Maakt het lastig om als groep een besluit te nemen. Ik zie een tweedeling: oud gedienden en nieuwkomers, ik overleg dit ook met mijn collega’s. De nieuwkomers kijken met een frisse blik omdat zij de historie niet kennen.

Eigenaarschap is wel eens moeilijk voor de oud gedienden.

(3)

Ik zie ook dat wij erg dienend zijn voor het bestuur. Strakkere rolverdeling en wat meer vertrouwen in elkaars rol zou wat meer ruimte geven om iedereen in te zetten op zijn eigen talenten.

Communicatie heeft goede korte lijnen, soms teveel mailcultuur, vaak korte termijn oplossingen.

Wat meer structuur,

ibabs/outlook/werkafspraken/terugkoppelingen/BBB/stiekemeigenmapjes/intranet (en de opzet hierbinnen)…….. Hier kan echt een mega-slag gemaakt worden. Beter centraal beheren van de informatie en de communicatie.

Inwoners ontmoeten over het algemeen betrokken medewerkers met een groot

verantwoordelijkheidsgevoel ten aanzien van de inhoud van hun directe werk en loyaliteit ten

opzichte van het openbaar bestuur. Het contact gaat over het algemeen over de specifieke vraag, de integrale benadering blijft vaak achterwege. Regelmatig is er een spanning tussen het individuele belang van de inwoner en het algemene belang van de gemeente, de argumenten daarvoor worden door de medewerkers van de gemeente niet altijd goed voor het voetlicht gebracht. Sommige medewerkers reageren heel alert op een vraag, anderen nemen meer tijd om contact op te nemen waardoor de ergernis bij een inwoner toe neemt. Duidelijkheid, een onderbouwde argumentatie en een respectvolle bejegening worden door inwoners, zelfs als ze niet krijgen wat ze willen,

gewaardeerd. Vragen van inwoners worden door sommige medewerkers (gelukkig een kleine minderheid) als lastig ervaren, terwijl deze inwoners het bestaansrecht van de organisatie is. Dit betekent niet, dat iedere inwoner krijgt wat hij of zij wenst. Op een ander niveau, doen wij een beroep op inwoners om zelf meer verantwoordelijkheid te nemen, de gemeentelijke organisatie is onderdeel van de samenleving, en neemt daarin een relatief beperkte plaats in. [Redactie: dit was ook antwoord op vraag 2]

Als een informele, platte organisatie met korte lijntjes.

2. Hoe denk je dat de buitenwereld ons ziet?

Ik heb een wisselend beeld van hoe de buitenwereld ons ziet. We zijn een kleine gemeente en in regionale overleggen merk ik dan ook dat je een andere positie hebt dan wanneer je een grotere gemeente bent zoals Apeldoorn. Het zou zo mooi zijn wat meer vooruit te gaan lopen, te gaan pionieren, en dat dan ook te communiceren naar de buitenwereld om het beeld van een kleine plattelandsgemeente bij te stellen. Hoe de inwoners de gemeente zien is heel wisselend en afhankelijk van de ervaring die inwoners met de gemeente hebben.

Lastige vraag, erg afhankelijk aan wie je het vraagt. Ik denk dat de buitenwereld ons ziet als een

‘stereotype’ gemeente, langdurende processen, niet altijd helder bij wie je moet zijn. Maar ook dicht bij inwoners, benaderbaar, benaderbaar bestuur.

De buitenwereld ziet ons nog steeds als ‘de ambtenaar’. Dat is heel moeilijk weg te nemen. Dat wij besluiten over dingen die hun aangaan. Vroeger kon je langs bij de gemeente en maakte je fysiek een afspraak. Nu gaat heel veel digitaal. Dat vinden mensen heel erg lastig. (vooral de oudere kwetsbare groep). Mensen hebben altijd nog een beetje schroom om naar de gemeente te gaan. De gemeente wordt hier echt nog iets gezien als iets ‘hogers’, iets met macht.

Door een afspraak maken met burgerzaken wordt een drempel opgeworpen. Dat past niet bij een plattelandsgemeente. Mensen willen graag even naar binnen lopen, een vraag stellen en weer weggaan. Daar zijn we nog lang niet. Misschien helpt het bij loket 0-100 ons hier wel wat bij.

Overwegend positief: ik heb weinig klagers over de vloer. Er vindt weinig beroep en bezwaar plaats.

(4)

Die ervaren dat [Redactie: dat iedereen zijn uiterste best doet om de inwoner te helpen] denk ik wel anders. Ik kom veel mensen tegen in de ‘klaagstand’. Deze ervaren de gemeente als stug en niet erg meewerkend. Ik weet niet of dat alleen voor de gemeente Heerde geldt trouwens…

Heb het idee dat die ervaring van de ‘stugge gemeente’ een beetje is blijven hangen door vroeger.

Juist daarom moeten we dingen nu over een hele andere boeg gaan gooien. Het is tijd dat wij echt

‘veranderen’. Bijv. beleid echt samen met inwoners gaan maken.

De buitenwereld ziet ons als 1 organisatie/1 gemeente. Maar treden we ook naar buiten als 1 organisatie/1 gemeente? Hier ontbreekt weleens regie en strategie. Komt ook omdat we op veel verschillende fronten actief zijn. Dit maakt het ook wel moeilijk besef ik me. Desondanks kunnen we hier winst pakken. Integraal communiceren en communicatiestromen op elkaar afstemmen is een aandachtspunt. We staan ook te veel op afstand van de samenleving naar mijn mening. Voelsprieten in de samenleving kunnen we beter ontwikkelen. Ook meer werken vanuit een proactieve houding dan reactief zijn en afwachten. Meer ons kantoor uit komen.

De buitenwereld weet niet goed wat wij wel en niet doen. Het klassieke beeld van de ambtenaar bevestigen wij helaas ook vaak. Bij individuele (face-to-face) contacten zijn mensen vaak wel tevreden.

Wij krijgen als secretaresses vaak boze burgers aan de lijn omdat iets heel erg lang duurt of dat men het gevoel heeft dat men tegen een muur aanloopt. Vaak worden er zaken beloofd en wordt er niet teruggekoppeld of veeeeel te laat.

Als men beloofd iets uit te zoeken moet men dit ook terugkoppelen. Er zijn afdelingen waar men zaken uitzet en de zaak niet volgen of iets afgehandeld is of niet. Zeer slechte zaak!

Wij hebben te maken met bestuurders waar wij regelmatig afspraken voor af moeten zeggen. Wat geeft dit voor een beeld?

3. Waar vind jij dat onze organisatie over 5 jaar moet staan?

Iets meer lef, vooruitlopend, zelf de ontwikkelingen bedenken door te anticiperen op de

maatschappelijke trends i.p.v. reactief te zijn. Hierin samenwerkend met onderzoeksinstituten.

En hierdoor worden we in den lande door andere gemeentes gevraagd te komen vertellen hoe we dat hebben gedaan.

Op het vlak van communicatie: meer gebruik van niet-traditionele communicatiemethodes, zoals filmpjes, interactie mogelijkheden via website, meer ‘web-shop’ functionaliteiten, dus directere toegang tot producten die gestandaardiseerd afgehandeld kunnen worden. Meer toegankelijke informatievoorziening, zoals begroting en belangrijke beleidsonderwerpen die op hoofdlijnen en in meer visuele samenvattingen gevat zijn.

Het beeld van het loket vind ik prachtig. Dat je niet alleen de gemeente er hebt zitten, maar ook andere dingen zoals de bieb, een kringloop of welzijnsorganisaties. Ik vind het een mooi

vooruitzicht. Ik weet niet of het helemaal gaat werken, maar de drempel wordt lager. Je gaat naar de kringloop en je kan gelijk even naar de gemeente met de vraag hoe je paspoort moet verlengen.

Het zou mooi zijn als mensen daar direct terecht kunnen, in Wapenveld en in Heerde.

Dan zouden we minder kwetsbaar moeten zijn. Ik vind dat we een kwetsbare organisatie hebben.

We zijn een kleine gemeente met veel eenpitters. Als die een keer grieperig zijn dan duurt het wat langer en je wil in die tijd wat afmaken dan heb je een probleem.

Ik zou ook het rapport van de verkenners afwachten. Ik had sterk gepleit voor meer en sterkere bestuurlijke samenwerking.

(5)

Ervoor zorgen dat we niet meer die ‘stugge’ gemeente zijn. We moeten veel meer openstaan voor wat inwoners willen. Laat inwoners maar een kijkje nemen bij ons in de keuken. Dat heeft twee voordelen: je laat ze meedenken over welke keuzes er gemaakt moeten worden, maar je laat ze ook zien hoeveel een gemeente in werkelijkheid doet. Het beeld van de ‘stugge’ gemeente is ook

ontstaan doordat men denkt dat we bij wijze van spreken alleen maar koffie drinken.

Over 5 jaar moet onze organisatie meer onderdeel zijn van het dagelijks leven in onze gemeente.

Dan kunnen we namelijk beter inspelen op de verwachtingen van onze inwoners en daar doen we het namelijk voor. Omgevingsbewust zijn heeft hier naar mijn mening veel mee te maken.

Samen met meerdere andere organisaties. De hoeveelheid taken is niet overeind te houden met de huidige bezetting. Of we worden een regie gemeente en dragen alle inhoudelijke taken over aan uitvoeringsdiensten. Of we fuseren en worden minimaal 3 tot 4 x zo groot. WE kunnen in ieder geval niet doorgaan zoals we nu doen.

Medewerkers informeren elkaar over ontwikkelingen en kunnen vragen van inwoners breder aanvliegen. Wij staan er om bekend dat vragen tijdig en volledig worden beantwoord. Zowel de mondeling als schriftelijke communicatie is duidelijk. Inwoners krijgen in het eerste klantcontact te maken met deskundige medewerkers, die weten wie nodig is om de gevraagde informatie te geven en collega’s geven opvolging aan de verzoeken vanuit de publieksbalie. Digitale informatiekanalen worden goed benut. Inwonerparticipatie is gebruikelijk, bij initiatieven maakt dit onderdeel uit van het Plan van aanpak. Inwonersinitiatieven worden breed beoordeeld en het uitgangspunt is ja, tenzij.

Meer geïntegreerd in de maatschappij. (participatie)

Samenwerking met andere gemeenten om grotere projecten beter en met voldoende expertise uit te kunnen voeren.

4. Hoe kan communicatie hierin ondersteunen? [NOOT: sommige geïnterviewden dachten bij deze vraag aan de afdeling Communicatie, terwijl de vraag gericht was op de activiteit communiceren]

Intern wordt er soms wat voor de neus weg gedeeld over ontwikkelingen waardoor er verschillende verhalen ontstaan. Dit zou eindelijk niet moeten. Hierdoor ontstaat er onrust en creëren mensen eigen beelden. Formele lijnen gebruiken.

Extern. De mooie dingen die al gedaan worden uitvergroten en publiceren. En dan niet in de schaapskooi, maar bij een Movisie (zij volgen ontwikkelingen binnen het sociaal domein) of een vakblad. Daar onder de aandacht komen en samen gaan werken.

Meer als kartrekkers aan de slag om deze ontwikkelingen voor elkaar te krijgen en minder als adviseur. Inzicht in effectiviteit ingezette communicatie. Verbinders tussen ontwikkelingen in verschillende domeinen, zodat voor onze inwoners de gemeente uit 1 mond spreekt en er afstemming is tussen activiteiten, inwonersparticipatie etc.

Ruchtbaarheid moet je er zeker aan geven. Kenbaar maken aan de bevolking. Als zo’n loket stand heeft en het is klaar; nodig inwoners dan uit. Organiseer dan een aantal open dagen. Dat mensen dan zien wat daar zit. In de krant wordt het alleen gelezen en apart gelegd.

Doordat de bevolking het kan zien, wordt de drempel verlaagd. En je bent er al een keer geweest, zorgt dat je er een beeld bij hebt. Je zou er nog handen en voeten aan kunnen geven door

vrijwilligersorganisaties bij te betrekken.

Je ziet hoe we daarmee worstelen. Bijv. Cittaslow. Het blijft lastig om dat uit te dragen. Het zijn van Cittaslow roept beeldvorming en gedrag op, maar de praktijk is vaak weerbarstiger. Sommigen zien

(6)

in Cittaslow de kneuterigheid, gezelligheid en streekgerechten. Daar laat de inwoner zich ook niet voor vallen.

We moeten helder hebben wat onze visie is naar de toekomst toe, daar begint het mee. Dan weet je ook wie we zijn en wat we willen zijn en daar moet je in je communicatie dan uitdragen.

We zenden misschien wel te veel: je ziet dat bijvoorbeeld bij bestuurders, met name nieuwe bestuurders. Er wordt veel getwittert, gefacebookt en geinstagramd. Soms krijg ik daar kriebels van: waarom moet dat allemaal. Soms gaat dat ook zonder toestemming. En sommigen gaan daar echt ver in: bijv. het melden van overlijden van een familielid.

Ik vind dan ook dat we, ook als organisatie, met de communicatie bij de zaak moeten blijven. Niet bij de bijzaken, randverschijnselen, emoties. Wie zijn wij als overheid, waar zijn we mee bezig en waar kun je als inwoner van de gemeente Heerde op rekenen als je met onze gemeente van doen hebt? Dat zouden we uit moeten dragen.

Wat mij betreft gaat het vooral om interactie. Dus niet zozeer de wijze waarop wij communiceren, maar de manier waarop we met elkaar communiceren. Dat past veel meer bij de rol die de

gemeente moet hebben. Samen met haar burgers de route bepalen.

De wijze waarop wij moeten communiceren, moet dus ook op bovenstaande manier ingestoken worden.

De burgemeester en de manier waarop zij communiceert met inwoners speelt hierbij ook een belangrijke rol: als echte ‘burgermoeder’. Bepaalt voor een groot deel wat voor beeld mensen bij ons hebben.

Ik denk dat de communicatie kan ondersteunen door een eerste instantie een

communicatie/participatie visie/strategie te ontwikkelingen voor onze organisatie. Wat voor een gemeente willen we zijn en wat voor een communicatie/participatie strategie past hierbij?

Ik ben voor strakke huisstijl, gelijke schrijfstijl, direct contact met burgers. Ik ben voor bereiken van doelgroepen. Bepaal je doelgroep, bepaal je doel, bepaal dan de aanpak en voer uit. En zorg ervoor dat je de vinger aan de pols houdt. Daarvoor heb je een goede en beschikbare communicatie- afdeling nodig waarbinnen verschillende rollen vervuld worden.

Nadruk op de inhoud en niet op de vorm. Er is een uitgebreide toolkit voor contacten met inwoners.

Medewerkers worden echt op weg geholpen, er worden niet alleen vragen gesteld. Eenduidigheid in de schriftelijke communicatie en communicatie via de media.

Door hen in een vroeg stadium bij projecten in te schakelen.

Door hen een groter aandeel te geven in de beeldvorming van de gemeente (PR)

5. Hoe zou jij kunnen bijdragen aan de huidige communicatieontwikkelingen?

Mijn bijdrage is met netwerkpartners delen wat voor een mooie ontwikkelingen er gaan de zijn. Dat ik een tof project draai rondom GHB waar ik ze hard bij nodig heb. Intern alle medewerkers binnen het sociaal domein meenemen in alle ontwikkelingen.

Goede vraag! Bel me gerust over een tijdje om als buitenstaander eens mee te denken.

Je maakt er zelf onderdeel van uit: als ik vind dat ik niet genoeg info heb gehad, dan zeg ik dat.

Mensen moeten daar zelf actief een rol in spelen. Als mensen klagen over de communicatie, dan hebben ze daar zelf ook en rol in. Ga op zoek naar de informatie die je graag wilt en niet tot je komt. Vraag mensen erom, maar blijf niet met de gedachte lopen: ik hoor niets. Daar heb je alleen maar jezelf mee. Ik vind dat je daar zelf ook transparant in moet zijn en altijd eerlijk naar elkaar toe moet blijven.

(7)

Vanuit de kant van de werkgever moet er ook worden ingezet: het moet wel van twee kanten komen.

Dat vind ik soms lastig. De wethouder wordt vaak gebruikt om een column te maken of een speech te geven. Een goeie column schrijven is ingewikkeld en een goede speech geven is ook niet

makkelijk. Ik ben er ook niet meer zo handig in als 30 jaar geleden. Toespraken moeten leuk zijn maar ook serieus.

Als gespreksvoerder praat ik dagelijks met inwoners. Hierin kunnen we wat betekenen. In de gesprekken zijn we vooral bezig met het ‘product’ dat mensen van ons krijgen, terwijl we meer aandacht kunnen besteden aan het gevoel van mensen. Hoe gaat het met ze? Wat vinden ze van de manier waarop wij (de gemeente) met ze omgaan etc.?

Luisteren is volgens mij heel belangrijk als het gaat om succesvol communiceren. Hier probeer ik zelf altijd de focus op te leggen. Daarom de tip luister eerst goed naar elkaar en probeer te begrijpen wat er wordt gezegd, want alleen dan ontstaat er echt contact. Daarna volgt pas een reactie.

Wat ik nu kan bijdragen is iets vertellen over de doelgroepen burgers en bedrijven, andere bevoegd gezagen en samenwerkingspartners binnen het ruimtelijk domein. Wie moet je hoe benaderen en wat willen ze weten. De vraag achter de vraag ophalen. Ik kan helpen in het herstructureren van de informatie over het ruimtelijke domein op onze website waardoor het begrijpelijk wordt voor

burgers. Ik kan meedenken over vraag gestuurd informatie geven ipv aanbod gestuurd.

Open staan voor ontwikkelingen, pilots ondersteunen en het belang van een goede communicatie met de inwoners in de afdeling blijven benadrukken.

Om communicatie op tijd in te schakelen bij zaken die er spelen bij het bestuur.

Voorzien van informatie.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De rekeningen waarvan we weten dat we die niet kunnen betalen, we bereiken het punt dat het je allemaal kan gaan opbreken, het signaal waar we allemaal voor vrezen, het is het

Jaarlijks reisden ze voor en- kele maanden naar een zonnige be- stemming in Europa, maar dat lukt helaas niet meer.. Twee jaar geleden kreeg Jef Nijsmans de harde diag- nose van ALS

Weinig geweten is dat de voor- bije jaren in de katholieke Kerk al meermaals gehuwde mannen tot priester werden gewijd. Bene- dictus XVI schiep vorig jaar zelfs ruimte

Wie dan nog lucide momenten heeft kan om euthanasie vragen maar mensen die op de situatie hebben geanticipeerd in een wilsverklaring en bij wie de hersenfuncties plots

‘Tijdens het eerste interview was ik er nog van overtuigd dat mijn goedgekeurde euthanasie mijn verlangen naar zelfdoding zou temperen.. Ik vrees dat ik daar nu anders

Wie euthanasie wil, moet wilsbekwaam zijn, wat meteen betekent dat mensen met een mentale beperking of dementie helemaal niet in aanmerking komen.. Op papier misschien een

Daarom kunt u ook te maken krijgen met co-assistenten, arts- assistenten (wel en niet in opleiding tot specialist), huisartsen in opleiding, leerling spoedeisende hulp

We hebben niet eerder vastgelegd in een verordening hoe een inwoner een aanvraag kan doen.. Dit stond eerder in