• No results found

Bourgondiëstraat (Elverdinge (Ieper), West-Vlaanderen)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bourgondiëstraat (Elverdinge (Ieper), West-Vlaanderen)"

Copied!
33
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Colofon

Ruben Willaert bvba Ten Briele 14 bus 15 8200 Sint-Michiels-Brugge

Auteur: Bart Bot, Clara Thys, Aaron Willaert, Joren De Tollenaere en Wouter Van Goidsenhoven Wetenschappelijke begeleiding: Jan Decorte CO7

Het eventuele nummer van het wettelijk depot of het buitenlandse equivalent hiervan: / De naam en het erkenningsnummer van de erkende archeoloog:

Bart Bot OE/ERK/Archeoloog/2016/00114

© Ruben Willaert bvba, Sint-Michiels-Brugge, 2017

Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Ruben Willaert bvba.

Ruben Willaert bvba aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van

Bourgondiëstraat

(Elverdinge (Ieper), West-Vlaanderen)

Projectcode: 2017H271 30/08/2017

ARCHEOLOGIENOTA

BUREAUONDERZOEK (FASE 0)

DEEL 1: RESULTATEN VAN HET BUREAUONDERZOEK

(2)

Ten Briele 14 bus 15 info@rubenwillaert.be

8200 Sint-Michiels-Brugge www.rubenwillaert.be 1

Inhoudstafel

Deel 1: Resultaten van het bureauonderzoek ... 3

1.1 Beschrijvend gedeelte ... 3

1.1.1 Administratieve gegevens ... 3

1.2 Onderzoeksopdracht ... 6

1.2.1 Onderzoekskader ... 6

1.2.2 Juridische context ... 6

1.2.3 Randvoorwaarden ... 6

1.2.4 Archeologische voorkennis van het terrein ... 6

1.2.5 Geplande ingrepen en hun impact op het bodemarchief ... 7

1.2.5.1 Huidige toestand ... 7

1.2.5.2 Geplande werken ... 8

1.2.5.3 Impactbepaling van de werken ... 8

1.2.6 Onderzoeksmethode- en strategie ... 10

1.2.6.1 Methode ... 10

1.2.6.2 Fysisch geografische situatie ... 10

1.2.6.3 Bekende archeologische vindplaatsen ... 10

1.2.6.4 Archeologische indicatoren en cultuurhistorisch kader ... 10

1.2.6.5 Verstoringshistoriek ... 11

1.2.6.6 Algemene wetenschappelijke advisering en advies van specialisten ... 11

1.3 Assessmentrapport ... 12

1.3.1 Ruimtelijke situering ... 12

1.3.2 Beschrijving aardwetenschappelijke gegevens ... 12

1.3.2.1 Geologie ... 12

1.3.2.1.1 Tertiair ... 12

1.3.2.1.2 Quartair ... 13

1.3.2.2 Bodem... 14

1.3.2.2.1 Bodemtypes ... 14

1.3.2.2.2 Bodemerosie ... 15

1.3.2.2.3 Bodemgebruik ... 16

1.3.2.3 Digitaal Hoogtemodel van Vlaanderen (DHMV) en hoogteverloop ... 17

1.3.3 Gekende archeologische waarden ... 19

1.3.3.1 Historisch en cartografisch onderzoek ... 19

1.3.3.1.1 Historische achtergrond ... 19

1.3.3.1.2 Historische kaarten ... 20

(3)

1.3.3.2 Beschrijving van de gekende archeologische waarden ... 26

1.3.4 Onderzoeksvragen vs. bureauonderzoek ... 27

1.4 Conclusie ... 30

1.5 Bibliografie ... 31

1.6 Lijst met afbeeldingen... 32

(4)

Ten Briele 14 bus 15 info@rubenwillaert.be

8200 Sint-Michiels-Brugge www.rubenwillaert.be 3

Deel 1: Resultaten van het bureauonderzoek

1.1 Beschrijvend gedeelte 1.1.1 Administratieve gegevens

Titel: Archeologienota Elverdinge (Ieper) Bourgondiëstraat Erkend archeoloog: Bart Bot OE/ERK/Archeoloog/2016/00114

Auteur: Bart Bot, Clara Thys, Aaron Willaert, Joren De Tollenaere en Wouter Van Goidsenhoven Projectcode bureauonderzoek: 2017H271

Locatiegegevens: Elverdinge Bourgondiëstraat

Lambertcoördinaten onderzoeksgebied: Xmax, Ymax; Xmin, Ymin: 41133, 175945; 41035, 175874

Kadastergegevens: Ieper, Afdeling Elverdinge, Sectie C, Perceelnummers 656A, 656B, 656C, 656B, 656D, 656E, 656F, 656G, 656H, 656K, 656L, 326M

Topgrafische kaart: Figuur 2 en 3

Betrokken actoren: Bart Bot, Clara Thys, Aaron Willaert, Joren De Tollenaere en Wouter Van Goidsenhoven

Wetenschappelijke advisering: Jan Decorte, CO7

Plaats en datum: Sint-Michiels-Brugge 30/08/2017

(5)

Figuur 1 Kadasterplan met aanduiding van het plangebied. (bron: geopunt)

Figuur 2 Topografische kaart met aanduiding van het plangebied. (bron: AGIV & NGI)

(6)

Ten Briele 14 bus 15 info@rubenwillaert.be

8200 Sint-Michiels-Brugge www.rubenwillaert.be 5

Figuur 3 Topografische kaart (detail) met aanduiding van het plangebied. (bron AGIV & NGI)

(7)

1.2 Onderzoeksopdracht 1.2.1 Onderzoekskader

Aanleiding van onderhavig bureauonderzoek is een geplande verkaveling ter hoogte van de Bourgondiëstraat te Elverdinge (Ieper, Prov. West-Vlaanderen). Concreet gaat het om een wijziging van de lotenverdeling waarbij een andere impact op het projectgebied wordt verwacht. Het projectgebied wordt in deze studie Elverdinge Bourgondiëstraat genoemd.

Met onderhavig bureauonderzoek wordt de eerste stap gezet van het archeologisch vooronderzoek met het oog op het bekomen van een bekrachtigde archeologienota en aldus de behartiging van de archeologische belangen binnen de planrealisatie conform het actueel Vlaams erfgoedbeleid.

Het archeologisch vooronderzoek betracht vooreerst archeologische artefacten en sites op te sporen binnen de grenzen van het projectgebied. Finaal formuleert het archeologisch vooronderzoek een beargumenteerde inschatting van het potentieel voor kennisvermeerdering van eventueel aanwezige archeologische resten binnen de grenzen van het projectgebied en hoe hiermee om te gaan in het kader van de planuitvoering.

Een dergelijke inschatting kan gebeuren na het beantwoorden van de volgende onderzoeksvragen:

- Wat is op basis van de bestaande bronnen, het archeologisch potentieel van het projectgebied?

- Zijn er indicaties voor de aanwezigheid van één of meerdere archeologische sites?

- Indien niet, kan de afwezigheid van indicaties op basis van de resultaten van het bureauonderzoek verklaard worden?

- Indien wel, kan op basis van bestaande bronnen bepaald worden wat de aard, datering en bewaring is?

- Wat is de verstoringshistoriek van het plangebied en welke invloed heeft dit op het archeologisch potentieel van het terrein?

- Welke impact hebben de geplande werken op het archeologisch bodemarchief?

- Wat is het wetenschappelijk kennispotentieel van een eventueel aanwezige archeologische site?

1.2.2 Juridische context

Het projectgebied wordt op het gewestplan aangeduid als parkgebieden (0500). Deze archeologienota wordt opgemaakt naar aanleiding van een geplande aanvraag van verkavelingsvergunning waarbij de totale oppervlakte van de ingreep in de bodem 1000m2 of meer beslaat en de totale oppervlakte van de kadastrale percelen waarop de aanvraag betrekking heeft 3000m2 of meer bedraagt. De totale oppervlakte van het plangebied in kwestie bedraagt 4708m2. Vandaar is men verplicht een archeologienota bij de aanvraag in te dienen.

1.2.3 Randvoorwaarden

Voor het bureauonderzoek worden enkel toegankelijke en beschikbare bronnen gebruikt.

1.2.4 Archeologische voorkennis van het terrein

In de onmiddellijke omgeving van het projectgebied zijn vrij veel archeologische vindplaatsen gekend (cfr.1.3.3.2).

(8)

Ten Briele 14 bus 15 info@rubenwillaert.be

8200 Sint-Michiels-Brugge www.rubenwillaert.be 7

1.2.5 Geplande ingrepen en hun impact op het bodemarchief 1.2.5.1 Huidige toestand

Het plangebied is gelegen ten zuiden van de Bourgondiëstraat. De Bourgondiëstraat is een zijstraat van de Veurnseweg. Het plangebied is grotendeels in gebruik als weiland. In de noordoostelijke hoek staat een gebouw (ca. 250m2).

Figuur 4 Zicht op het projectgebied vanaf het zuidoosten. (bron: google.be)

(9)

1.2.5.2 Geplande werken

Er wordt een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd voor een geplande verkaveling. In totaal worden 10 nieuwbouwwoningen gebouwd. In de noordoostelijke hoek van het plangebied wordt parkeergelegenheid voorzien. De bouw gaat gepaard met de aanleg van verschillende nieuwe nutsleidingen.

Figuur 5 Het plan der werken. (bron: initiatiefnemer).

1.2.5.3 Impactbepaling van de werken

De aanleg van de nieuwbouwwoningen samen met de nutsleidingen zullen een grote impact op de bodem hebben. Ook het zwaar verkeer tijdens de werken binnen het plangebied is een grote factor van verstoring.

(10)

Ten Briele 14 bus 15 info@rubenwillaert.be

8200 Sint-Michiels-Brugge www.rubenwillaert.be 9

Figuur 6 Projectie van een uitsnede van het plan der werken het kadasterplan (bron: geopunt & initiatiefnemer).

(11)

1.2.6 Onderzoeksmethode- en strategie 1.2.6.1 Methode

Het archeologisch potentieel drukt een verwachting uit ten aanzien van voorkomen, aard, gaafheid en conservering van de archeologische resten in de ondergrond van de planlocatie. Het archeologisch potentieel is gebaseerd op vier variabelen: fysisch-geografische situatie, bekende archeologische vindplaatsen, archeologische indicatoren en verstoringshistoriek.

1.2.6.2 Fysisch geografische situatie

Geologische, geomorfologische en bodemkundige data informeren over de genese van het landschap in het plangebied, de bodemopbouw en de ligging en de stratigrafische positie van sedimenten waarin archeologische fenomenen kunnen voorkomen. Een aantal (prehistorische) vindplaatstypen kunnen bovendien uitgesproken gekoppeld worden aan specifiek aanwijsbare landschapsvormen. De aardkundige data laten ook toe om een verwachting te formuleren ten aanzien van de verschijningsvorm, d.i. de conserveringsgraad van het archeologische erfgoed. Volgend kaartmateriaal werd geconsulteerd in functie van de aardkundige analyse van de projectlocatie:

- Tertiair geologische kaart van Vlaanderen - Quartair geologische kaart van Vlaanderen - Bodemkaart

- Digitaal Hoogtemodel van Vlaanderen - Bodemerosie kaart

- Bodemgebruikerskaart

1.2.6.3 Bekende archeologische vindplaatsen

Dit wijst op vindplaatsen waar de fysieke neerslag van menselijke activiteiten uit het verleden reeds werd vastgesteld en gedocumenteerd. Om een overzicht te krijgen van de bekende archeologische vindplaatsen binnen het projectgebied werd de Centrale Archeologische Inventaris van Agentschap Onroerend Erfgoed geraadpleegd.

1.2.6.4 Archeologische indicatoren en cultuurhistorisch kader

Archeologische indicatoren omvatten diverse datacategorieën zoals resultaten van non-intrusieve archeologische prospectietechnieken (bijvoorbeeld vondstmeldingen van metaaldetectie), toevallige vondsten bij niet-archeologische graafwerken, maar vooral ook historisch-cartografische, iconografische data en fotocollecties.

- Kaart van Ferraris (1777)

- Atlas der Buurtwegen (ca. 1840) - Kaart Vandermaelen (1846-1854) - Popp-kaart (19de eeuw)

- Britse kaart uit de War diary van de 49ste divisie (dec. 1915) - Batteriekarte Diksmuide-Süd Blatt IX v. 22-6-17

- Trenchmap uit 1918 - Orthofoto van 1971 - Orthofoto van 1990

- Orthofoto van 2016

(12)

Ten Briele 14 bus 15 info@rubenwillaert.be

8200 Sint-Michiels-Brugge www.rubenwillaert.be 11

Op basis van dit kaartmateriaal kan het landgebruik vanaf de tweede helft van de 18de eeuw vastgesteld worden en de eventuele gevolgen ervan op het archeologisch bodemarchief ingeschat worden. Deze gegevens werden aangevuld met informatie afkomstig uit archeologische en historische literatuur, daarnaast is ook gebruik gemaakt van data over de lokale toponymie en geschiedenis.

De keuze van de bronnen is gebaseerd op graad van relevantie en toegankelijkheid. Om het cultuurhistorische kader van het projectgebied in kaart te brengen, werd het kaartmateriaal beschikbaar op Geoportaal geconsulteerd.

1.2.6.5 Verstoringshistoriek

De verstoringsgraad van de planlocatie bepaalt in belangrijke mate de gaafheid en bewaringsgraad van het archeologische bodemarchief. Om een correcte inschatting van de verstoring van de bodem te kunnen maken kunnen allerhande bronnen van pas komen. Zo kan mondelinge informatie van vroegere gebruikers of bewoners, verslagen van bodemonderzoeken of informatie uit de aardwetenschappelijke kaarten een grote rol spelen bij het correct inschatten van de aanwezigheid en van de bewaringstoestand van de archeologische resten.

1.2.6.6 Algemene wetenschappelijke advisering en advies van specialisten Niet van toepassing.

(13)

1.3 Assessmentrapport

Het assessmentrapport omvat alle relevante gegevens die over het projectgebied verzameld kunnen worden uit toegankelijke literatuur en kaartmateriaal, die bijdragen tot het gefundeerd inschatten van het archeologisch potentieel van het plangebied. Om dit laatste te bereiken worden de verzamelde gegevens met elkaar vergeleken, geconfronteerd en samen gelegd. Dit rapport heeft als doel het plangebied binnen zijn archeologisch en landschappelijk kader te plaatsen, rekening houdend met de geplande bodemingrepen. De studie maakt gebruik van verschillende datasets, waarbij het uitgangspunt steeds het ontwerpplan van de toekomstige bodemingrepen is. Dit ontwerpplan wordt telkens geprojecteerd op de geologische, bodemkundige en historische kaarten. Alle kaartmateriaal werd vervaardigd met behulp van QGIS, een geografisch informatiesysteem. Op basis van deze assessment van het projectgebied kan een gegronde argumentatie opgesteld worden over de noodzaak en het nut van al dan niet verder te nemen archeologische maatregelen, die uiteengezet worden in deel 2: het programma van maatregelen.

1.3.1 Ruimtelijke situering

Elverdinge is een deelgemeente van Ieper en situeert zich in het noordwesten van het grondgebied Ieper. De gemeente Ieper is de hoofdplaats van het gelijknamig administratief en gerechtelijk arrondissement en kanton. De stad ligt in het zuiden van de provincie West-Vlaanderen en is een fusie van de deelgemeentes Boezinge, Brielen, Dikkebus, Elverdinge, Hollebeke, Sint-Jan, Vlamertinge, Voormezele, Zillebeke, Zuidschote en Ieper. In het noorden grenst Ieper aan Vleteren en Lo-Reninge, in het oosten aan Langemark-Poelkapelle en Zonnebeke, in het zuiden aan Wallonië en Heuvelland en in het oosten aan Poperinge.

Het projectgebied ligt ten noordwesten van Ieper, ca. 5km verwijderd van het centrum van Ieper. Het plangebied wordt in het noorden begrens door de Bourgondiëstraat, ten oosten ligt de Hanebroekweg.

500m ten westen van het projectgebied loopt de Kemmelbeek. Ca. 700m ten zuidoosten van het plangebied loopt de Wanebeek. Kadastraal is het plangebied terug te vinden onder Ieper, Afdeling Elverdinge, Sectie C, Perceelnummers 656A, 656B, 656C, 656B, 656D, 656E, 656F, 656G, 656H, 656K, 656L, 326M.

1.3.2 Beschrijving aardwetenschappelijke gegevens

De geomorfologische kaart voor deze streek is niet voorhanden en kan dus niet worden afgebeeld.

1.3.2.1 Geologie 1.3.2.1.1 Tertiair

De tertiairgeologische kaart geeft aan dat het plangebied Lid van Aalbeke in de ondergrond heeft. Deze bestaat uit een donkergrijze tot blauwe klei.

(14)

Ten Briele 14 bus 15 info@rubenwillaert.be

8200 Sint-Michiels-Brugge www.rubenwillaert.be 13

Figuur 7 Het projectgebied aangeduid op de Tertiaire kaart (bron: geopunt en DOV).

1.3.2.1.2 Quartair

De quartaire lagen worden aangeduid als type 1 voor de noordwestelijke hoek van het plangebied. Dit wil zeggen dat de bovenste geologische pakketten bestaan uit eolische zandafzettingen uit het Weichseliaan (Laat-Pleistoceen), tot mogelijk Vroeg-Holoceen. Ook komen quartaire hellingsafzettingen plaatselijk voor. De rest van het plangebied wordt aangeduid met type 3: eolische afzettingen van zand tot silt van het Weichseliaan (Laat-Pleistoceen), mogelijk Vroeg-Holoceen (code ELPw), waarbij mogelijk ook hellingsafzettingen van het Quartair (HQ) aanwezig kunnen zijn. De eolische afzettingen kunnen evenwel mogelijk afwezig zijn. Onder de eolische afzettingen bevinden zich nog fluviatiele afzettingen van het Weichseliaan

(15)

Figuur 8 Het projectgebied aangeduid op de Quartaire kaart (bron: geopunt en DOV).

1.3.2.2 Bodem 1.3.2.2.1 Bodemtypes

Het plangebied wordt gekarteerd als Ldp(o), een matig natte zandleembodem zonder profiel. Ldp en LdP omvatten colluviale gronden, gekenmerkt door een laag recent geërodeerd sediment. Meestal wordt op geringe tot matige diepte een bedolven textuur B (p(c), p1, po) of een Tertiair substraat aangetroffen.

Het colluviaal dek onderscheidt zich van het autochtoon zandleem door de aanwezigheid van kleine houtskool- en baksteenrestjes. Bij het complex LdP zijn samen met de profielen zonder profielontwikkeling ook enkele bodems met minimale profielontwikkeling geassocieerd.

Roestverschijnselen beginnen tussen 50 en 80 cm. De waterhuishouding is gekenmerkt door wateroverlast in de winter; ze is goed in de zomer. Het zijn goede landbouwgronden, mits drainage uitstekend voor alle teelten; geschikt voor weiland.

(16)

Ten Briele 14 bus 15 info@rubenwillaert.be

8200 Sint-Michiels-Brugge www.rubenwillaert.be 15

Figuur 9 Het projectgebied aangeduid op de bodemkaart (bron: geopunt).

1.3.2.2.2 Bodemerosie

Voor wat betreft de potentiële bodemerosie van het projectgebied zijn er geen gegevens voorhanden.

Rondom het plangebied is het potentieel zeer laag tot laag.

(17)

Figuur 10 Het projectgebied aangeduid op de potentiële bodemerosiekaart (bron: geopunt).

1.3.2.2.3 Bodemgebruik

Het overgrote deel van het plangebied wordt afgebeeld als andere bebouwing (rode kleur). Een klein deel in het noordoosten heeft een witte kleur (akkerland).

(18)

Ten Briele 14 bus 15 info@rubenwillaert.be

8200 Sint-Michiels-Brugge www.rubenwillaert.be 17

Figuur 11 Het projectgebied op de bodemgebruikerskaart (bron: geopunt).

1.3.2.3 Digitaal Hoogtemodel van Vlaanderen (DHMV) en hoogteverloop

Ieper situeert zich in de Westhoek, in zandlemig Vlaanderen. In het zuidoosten van het grondgebied Ieper loopt de Midden-West-Vlaamse Heuvelrug in zuidoost-noordwestelijke richting. Het hoogste punt situeert zich daar rond ongeveer +67m TAW. Vanuit deze heuvelrug maken enkele waterlopen de afwatering naar het noorden toe, richting IJzer. Op het grondgebied Ieper zijn de belangrijkste waterlopen de Kemmelbeek en de gekanaliseerde Ieperlee.

Het projectgebied bevindt zich ten oosten van de vallei van de Kemmelbeek. Het projectgebied daalt lichtjes richting het oosten, van +15,8m TAW naar +14,6m TAW. Het noord-zuid verloop is iets vlakker, van +15,6m TAW naar +15m TAW.

(19)

Figuur 12 Het projectgebied aangeduid op het DTM (bron: geopunt).

(20)

Ten Briele 14 bus 15 info@rubenwillaert.be

8200 Sint-Michiels-Brugge www.rubenwillaert.be 19

Figuur 13 Het projectgebied aangeduid op het DTM met hoogteprofielen (bron: geopunt).

1.3.3 Gekende archeologische waarden 1.3.3.1 Historisch en cartografisch onderzoek 1.3.3.1.1 Historische achtergrond1

De oudste vermelding van Elverdinge dateert uit 1066: ‘Elverzenges’. Een muntschat die uit 700 Romeinse munten bestaat, geeft echter aan dat er reeds Romeinse aanwezigheid in de regio moet geweest zijn. Vermoedelijk was de Steenstraat een overblijfsel van een Romeinse weg die van Steenvoorde over Poperinge, Woumen en Werken naar Aartrijke liep, als diverticulum van de grote Romeinse verbindingsweg tussen Boulougne-sur-Mer en Keulen. Langsheen de Steenstraat werden een aantal Romeinse muntschatten gevonden (Elverdinge, Noordschoote, Merkem, Werken en Aartrijke), mogelijk wijst dit erop dat de weg als vluchtroute gebruikt werd op het einde van het Hoge Keizerrijk. De heerlijkheid waartoe Elverdinge (samen met Vlamertinge) in de middeleeuwen behoorde hing rechtstreeks af van de graven van Vlaanderen. Ca. 1550 werden Elverdinge en Vlamertinge bestuurlijk gescheiden. Bestuurlijk en fiscaal behoorde Elverdinge tot de Acht Parochies van Veurne Ambacht.

Sinds de 12de eeuw was er te Elverdinge een gasthuis of leprozerij (de zgn. Hospitaalhoeve) die werd beheerd door de Ridderorde van Malta. Tijdens de 17de eeuw had Elverdinge meermaals sterk te lijden onder Franse invallen. Ten tijde van de Eerste Wereldoorlog bevond Elverdinge zich voor een groot deel in de frontzone. De gemeente werd nagenoeg volledig verwoest, met uitzondering van enkele delen in

1 https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/121278 (geraadpleegd op 30/08/2017)

(21)

het westen en zuidwesten van de gemeente. Sinds 1977 maakt de gemeente deel uit van Ieper. Het is momenteel voornamelijk een landbouw- en woongemeente.

1.3.3.1.2 Historische kaarten

De oudste relevante kaart voor het plangebied die geraadpleegd kan worden betreft de Ferrariskaart uit de 18de eeuw. Op deze kaart wordt geen bebouwing weergegeven ter hoogte van het plangebied. Het plangebied wordt gebruikt als boomgaard. Ten westen van het plangebied staat wel enige bewoning afgebeeld. Op de Atlas der Buurtwegen (ca. 1840) is een minimale perceelsopdeling zichtbaar.

Op de kaart Vandermaelen (1846-1854) staat binnen het plangebied, aan de westelijke zijde, bebouwing afgebeeld. Het gaat om drie gebouwen die zich binnen het plangebied zouden bevinden. De Popp-kaart (1842-1879) geeft een duidelijke perceelsindeling weer. Binnen het plangebied staat geen bewoning afgebeeld; de bewoning bevindt zich ten westen van het plangebied.

Tijdens WOI werd Elverdinge gebruikt als ‘redoute’ of schans, een verdedigingsconstructie. De ‘redoute’

werd opgebouwd na de tweede slag van Ieper en diende als verdedigingswerk tegen een Duitse uitbraak. Het projectgebied staat op een kaart uit 1915 (een Britse kaart uit de War diary van de 49ste divisie (dec. 1915)) en bevindt zich in het oosten van deze ‘redoute’. Op verschillende andere Duitse loopgravenkaarten uit 1917 en 1918 staan (verbindings)loopgraven afgebeeld binnen of rondom het plangebied.

Op de orthofoto uit 1971 is in de noordwestelijke hoek van het plangebied een gebouw afgebeeld. Dit wordt bevestigd door de orthofoto van 1990 waarbij een vrij groot gebouw (opslagplaats?) te zien is. Op de orthofoto van 2016 is dit gebouw niet meer zichtbaar. In de plaats staat in de noordoostelijke hoek een ander gebouw (ca. 250m2).

(22)

Ten Briele 14 bus 15 info@rubenwillaert.be

8200 Sint-Michiels-Brugge www.rubenwillaert.be 21

Figuur 14 Uitsnede uit de kaart van Ferraris (1777). (bron: geopunt)

Figuur 15 Uitsnede uit de Atlas der Buurtwegen (ca. 1840) (bron: geopunt)

(23)

Figuur 16 Uitsnede uit de kaart Vandermaelen (1846-1854) (bron: geopunt).

Figuur 17 Uitsnede uit Popp-kaart (1842-1879) (bron: geopunt).

(24)

Ten Briele 14 bus 15 info@rubenwillaert.be

8200 Sint-Michiels-Brugge www.rubenwillaert.be 23

Figuur 18 Britse kaart uit de War diary van de 49ste divisie (dec. 1915), met aanduiding van het projectgebied in het rood (bron: Brits 49 DIV – WO95 – 2765 49 DIV HQ).

Figuur 19 Britse kaart uit de War diary van de 49ste divisie (dec 1915) geprojecteerd op het kadasterplan met aanduiding van het projectgebied in het rood (bron: Brits 49 DIV – WO95 – 2765 49 DIV HQ en geopunt).

(25)

Figuur 20 Duitse loopgravenkaart uit 1917 (bron: Batteriekarte Diksmuide-Süd Blatt IX v. 22-6-1).

Figuur 21 Duitse loopgravenkaart uit 1918 met aanduiding van het projectgebied in het groen (bron: Linesman DVD).

(26)

Ten Briele 14 bus 15 info@rubenwillaert.be

8200 Sint-Michiels-Brugge www.rubenwillaert.be 25

Figuur 22 Orthofoto uit 1971 (bron: geopunt).

Figuur 23 Orthofoto uit 1990 (bron: geopunt).

(27)

Figuur 24 Orthofoto uit 2016 (bron: geopunt).

1.3.3.2 Beschrijving van de gekende archeologische waarden

Voor het onderzoeksgebied werden in de Centrale Archeologische Inventaris (CAI) van Onroerend Erfgoed in de nabije omgeving volgende archeologische (indicatieve) waarden en ondergrondse bouwhistorische waarden vastgesteld.

De sites aangeduid op de CAI betreffen vooral sites met walgracht. Het gaat om AI ID 71373, CAI ID 71377, CAI ID 71364, CAI ID 71366, CAI ID 71362, CAI ID 71378, CAI ID 71374, CAI ID 71379, CAI ID 71359, CAI ID 71369, CAI ID 71371, CAI ID 71365, CAI ID 71361, CAI ID 71382, CAI ID 71383, CAI 71358, CAI ID 71356 en CAI 71357.

De Sint-Pieter- en Pauluskerk van Elverdinge, ten noordwesten van het plangebied, zou een volmiddeleeuwse oorsprong hebben (CAI 70007).

Tijdens de prospecties en opgravingen langs het traject van de aardgasleiding van Fluxys in de periode 2014-2015 is de vallei van de Kemmelbeek doorsneden. Hierbij werd duidelijk dat het hoger gelegen plateau tussen de Kemmelbeek en de Ieperlee in het verleden interessant geweest is. Naast de verwachtte wereldoorlogsporen zijn er namelijk vondsten uit de steentijd en bronstijd, bewoningssporen uit de ijzertijd, Romeinse brandrestengraven, en volmiddeleeuwse bewoningssporen teruggevonden. Op het traject van Fluxys zijn er lager gelegen in de vallei van de Kemmelbeek buiten sporen van de wereldoorlog geen oudere archeologische indicaties teruggevonden.

(28)

Ten Briele 14 bus 15 info@rubenwillaert.be

8200 Sint-Michiels-Brugge www.rubenwillaert.be 27

Figuur 25 CAI kaart met aanduiding van het projectgebied (bron: geopunt & CAI).

1.3.4 Onderzoeksvragen vs. bureauonderzoek

Wat is, op basis van de bestaande bronnen, het archeologisch potentieel van het projectgebied? Zijn er indicaties voor de aanwezigheid van één of meerdere archeologische sites?

Op basis van het uitgevoerde onderzoek kan er gesteld worden dat het archeologisch potentieel vrij groot is. Uit het kaartmateriaal blijkt dat het plangebied vermoedelijk bewoning kende vanaf de 19de eeuw. Dit is echter niet met zekerheid te zeggen. In de omgeving is nog niet veel archeologisch onderzoek uitgevoerd. Uit het onderzoek aan het Fluxys-tracé blijkt wel dat de hoger gelegen gronden tussen de Kemmelbeek en de Ieperlee aantrekkelijk waren voor bewoning. Op basis van dit gegeven kan een hoog verwachtingspatroon naar voren worden geschoven voor de steentijd t.e.m. de (post)middeleeuwen. Voor wat betreft de steentijden kan een bijkomend argument naar voor worden geschoven. Op de bodemkaart staat de grond van het plangebied gekarteerd als Ldp(o), colluviale gronden die een (potentieel oude) bodem hebben afgedekt. Op basis van dit gegeven is het potentieel op een goed bewaard steentijdniveau groot.

Uit het kaartmateriaal blijkt dat het plangebied zich ter hoogte van een zogenaamde ‘redoute’ uit WOI bevindt. Het potentieel op WOI-resten (loopgraven, afvalkuilen,…) is bijgevolg zeer hoog.

Indien niet, kan de afwezigheid van indicaties op basis van de resultaten van het bureauonderzoek verklaard worden?

NVT

Indien wel, kan op basis van bestaande bronnen bepaald worden wat de aard, datering en bewaring is?

Zie hoger.

(29)

Wat is de verstoringshistoriek van het plangebied en welke invloed heeft dit op het archeologisch potentieel van het terrein?

Het plangebied kende in de 19de eeuw vermoedelijk bebouwing, dit is echter niet met zekerheid te stellen. Wat wel vast staat is dat vanaf de jaren 1970 een gebouw in de noordwestelijke hoek van het plangebied staat. Dit gebouw wordt vermoedelijk op het einde van de 20ste eeuw of het begin van de 21ste eeuw afgebroken. In de plaats verschijnt in de noordoostelijke hoek van het terrein een ander gebouw. Deze bouwactiviteiten hebben een serieuze verstoring van de bodem teweeggebracht. Omtrent de verstoring werd info ingewonnen bij Jan Decorte (CO7). Uit deze info blijkt dat het plangebied grotendeels werd verstoord.

Figuur 26 Zicht op het terrein tijdens de werken (bron: Jan Decorte (CO7)). Het afgraven van de grond en het rijden van zwaar verkeer op het terrein hebben als gevolg dat de ondergrond grotendeels werd verstoord.

(30)

Ten Briele 14 bus 15 info@rubenwillaert.be

8200 Sint-Michiels-Brugge www.rubenwillaert.be 29

Figuur 27 Zicht op het terrein tijdens de werken (bron: Jan Decorte (CO7)).

Welke impact hebben de geplande werken op het archeologisch bodemarchief?

De initiatiefnemer plant de aanleg van enkele nieuwbouwwoningen. De bouw van deze woningen betekent een grote verstoring van het bodemarchief.

Wat is het wetenschappelijk kennispotentieel van een eventueel aanwezige archeologische site?

In de omgeving heeft nog maar amper archeologisch onderzoek plaatsgevonden en zijn ook zeer weinig vondstmeldingen gekend. Archeologische resten zouden informatie kunnen verschaffen over de vroege menselijke aanwezigheid in de streek.

(31)

1.4 Conclusie

Aanleiding van onderhavig bureauonderzoek is een geplande verkaveling ter hoogte van de Bourgondiëstraat te Elverdinge (Ieper, Prov. West-Vlaanderen). Concreet gaat het om een wijziging van de lotenverdeling waarbij een andere impact op het projectgebied wordt verwacht. Het projectgebied wordt in deze studie Elverdinge Bourgondiëstraat genoemd.

Met dit bureauonderzoek wordt de eerste stap gezet van het archeologisch vooronderzoek met het oog op het bekomen van een bekrachtigde archeologienota en aldus de behartiging van de archeologische belangen binnen de planrealisatie conform het actueel Vlaams erfgoedbeleid.

Deze archeologienota wordt opgemaakt naar aanleiding van een geplande aanvraag van verkavelingsvergunning waarbij de totale oppervlakte van de ingreep in de bodem 1000m2 of meer beslaat en de totale oppervlakte van de kadastrale percelen waarop de aanvraag betrekking heeft 3000m2 of meer bedraagt. De totale oppervlakte van het plangebied in kwestie bedraagt 4708m2. Vandaar is men verplicht een archeologienota bij de aanvraag in te dienen.

Het projectgebied ligt ten noordwesten van Ieper, ca. 5km verwijderd van het centrum van Ieper. Het plangebied wordt in het noorden begrens door de Bourgondiëstraat, ten oosten ligt de Hanebroekweg.

500m ten westen van het projectgebied loopt de Kemmelbeek. Ca. 700m ten zuidoosten van het plangebied loopt de Wanebeek. Kadastraal is het plangebied terug te vinden onder Ieper, Afdeling Elverdinge, Sectie C, Perceelnummers 656A, 656B, 656C, 656B, 656D, 656E, 656F, 656G, 656H, 656K, 656L, 326M.

Er wordt een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd voor een geplande verkaveling. In totaal worden 10 nieuwbouwwoningen gebouwd. In de noordoostelijke hoek van het plangebied wordt parkeergelegenheid voorzien. De bouw gaat gepaard met de aanleg van verschillende nieuwe nutsleidingen.

Op basis van het uitgevoerde onderzoek kan er gesteld worden dat het archeologisch potentieel vrij groot is. Uit het kaartmateriaal blijkt dat het plangebied vermoedelijk bewoning kende vanaf de 19de eeuw. Dit is echter niet met zekerheid te zeggen. In de omgeving is nog niet veel archeologisch onderzoek uitgevoerd. Uit het onderzoek aan het Fluxys-tracé blijkt wel dat de hoger gelegen gronden tussen de Kemmelbeek en de Ieperlee aantrekkelijk waren voor bewoning. Op basis van dit gegeven kan een hoog verwachtingspatroon naar voren worden geschoven voor de steentijd t.e.m. de (post)middeleeuwen. Voor wat betreft de steentijden kan een bijkomend argument naar voren worden geschoven. Op de bodemkaart staat de grond van het plangebied gekarteerd als Ldp(o), colluviale gronden die een (potentieel oude) bodem hebben afgedekt. Op basis van dit gegeven is het potentieel op een goed bewaard steentijdniveau groot.

Uit het kaartmateriaal blijkt dat het plangebied zich ter hoogte van een zogenaamde ‘redoute’ uit WOI bevindt. Het potentieel op WOI-resten (loopgraven, afvalkuilen,…) is bijgevolg zeer hoog.

Het plangebied kende in de 19de eeuw vermoedelijk bebouwing, dit is echter niet met zekerheid te stellen. Wat wel vast staat is dat vanaf de jaren 1970 een gebouw in de noordwestelijke hoek van het plangebied staat. Dit gebouw wordt vermoedelijk op het einde van de 20ste eeuw of het begin van de 21ste eeuw afgebroken. In de plaats verschijnt in de noordoostelijke hoek van het terrein een ander gebouw. Deze bouwactiviteiten hebben een serieuze verstoring van de bodem teweeggebracht. Omtrent de verstoring werd info ingewonnen bij Jan Decorte (CO7). Uit deze info blijkt dat het plangebied grotendeels werd verstoord.

(32)

Ten Briele 14 bus 15 info@rubenwillaert.be

8200 Sint-Michiels-Brugge www.rubenwillaert.be 31

1.5 Bibliografie

- Agentschap Onroerend Erfgoed 2016 - AGIV

- CARTESIUS - DOV Vlaanderen - Geoportaal - Geopunt

- Kaart en Huis Brugge - Wikipedia

- BRACKE M., VERDEGEM S., 2015, Archeologische prospectie/opgraving, Fluxysfrontzone Pijpegale-Staden (prov. W-VL.), Evaluatienota

(33)

1.6 Lijst met afbeeldingen

Figuur 1 Kadasterplan met aanduiding van het plangebied. (bron: geopunt) ... 4

Figuur 2 Topografische kaart met aanduiding van het plangebied. (bron: AGIV & NGI) ... 4

Figuur 3 Topografische kaart (detail) met aanduiding van het plangebied. (bron AGIV & NGI) ... 5

Figuur 4 Zicht op het projectgebied vanaf het zuidoosten. (bron: google.be) ... 7

Figuur 5 Het plan der werken. (bron: initiatiefnemer). ... 8

Figuur 6 Projectie van een uitsnede van het plan der werken het kadasterplan (bron: geopunt & initiatiefnemer). ... 9

Figuur 7 Het projectgebied aangeduid op de Tertiaire kaart (bron: geopunt en DOV). ... 13

Figuur 8 Het projectgebied aangeduid op de Quartaire kaart (bron: geopunt en DOV). ... 14

Figuur 9 Het projectgebied aangeduid op de bodemkaart (bron: geopunt). ... 15

Figuur 10 Het projectgebied aangeduid op de potentiële bodemerosiekaart (bron: geopunt). ... 16

Figuur 11 Het projectgebied op de bodemgebruikerskaart (bron: geopunt). ... 17

Figuur 12 Het projectgebied aangeduid op het DTM (bron: geopunt). ... 18

Figuur 13 Het projectgebied aangeduid op het DTM met hoogteprofielen (bron: geopunt). ... 19

Figuur 14 Uitsnede uit de kaart van Ferraris (1777). (bron: geopunt) ... 21

Figuur 15 Uitsnede uit de Atlas der Buurtwegen (ca. 1840) (bron: geopunt) ... 21

Figuur 16 Uitsnede uit de kaart Vandermaelen (1846-1854) (bron: geopunt)... 22

Figuur 17 Uitsnede uit Popp-kaart (1842-1879) (bron: geopunt). ... 22

Figuur 18 Britse kaart uit de War diary van de 49ste divisie (dec. 1915), met aanduiding van het projectgebied in het rood (bron: Brits 49 DIV – WO95 – 2765 49 DIV HQ). ... 23

Figuur 19 Britse kaart uit de War diary van de 49ste divisie (dec 1915) geprojecteerd op het kadasterplan met aanduiding van het projectgebied in het rood (bron: Brits 49 DIV – WO95 – 2765 49 DIV HQ en geopunt). ... 23

Figuur 20 Duitse loopgravenkaart uit 1917 (bron: Batteriekarte Diksmuide-Süd Blatt IX v. 22-6-1). ... 24

Figuur 21 Duitse loopgravenkaart uit 1918 met aanduiding van het projectgebied in het groen (bron: Linesman DVD). ... 24

Figuur 22 Orthofoto uit 1971 (bron: geopunt). ... 25

Figuur 23 Orthofoto uit 1990 (bron: geopunt). ... 25

Figuur 24 Orthofoto uit 2016 (bron: geopunt). ... 26

Figuur 25 CAI kaart met aanduiding van het projectgebied (bron: geopunt & CAI). ... 27

Figuur 26 Zicht op het terrein tijdens de werken (bron: Jan Decorte (CO7)). ... 28

Figuur 27 Zicht op het terrein tijdens de werken (bron: Jan Decorte (CO7)). ... 29

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wat betreft financiering neigt de discussie naar het standpunt dat inkomsten niet zozeer uit eventu- ele toegangskaartjes gehaald moeten worden, maar dat meer heil

Toch zijn fytosanitaire risico’s voor ondernemers slechts één van de vele risico’s voor hun bedrijf.”.. Beheersing van fytosanitaire risico’s kost namelijk geld, terwijl je

Kaarten (nu geo- informatie) worden zeer intensief gebruikt bij het formuleren en presenteren van beleid en de populariteit van kaarten bij het grote publiek

Gemiddeld bevat runderdrijfmest 4,4 kg stikstof per ton mest, zodat totaal ongeveer 130 tot 260 kg stikstof per ha beschikbaar is uit drijfmest.. Een enorme hoeveelheid stikstof, en

Door de erg hoge voerprijzen zijn de voerkosten in het derde kwartaal circa 22% hoger dan in hetzelfde kwartaal van vorig jaar. Op kwartaalbasis betekent dit gemiddeld bijna

Various studies have indicated a dose-response relationship between duration of breastfeeding and health benefits for mothers and infants, vitally important because modern

we regard reduction of the number of accidents as the criterion of road safety research and the relevant measures, then we seek in the traffic conflict

Het ten opzichte van de eerste helft van 1977 lagere totale aantal verkeersdoden in de eerste helft van 1978 is voornamelijk het gevolg van de daling in het