• No results found

Biodiversiteit in Gouda. Ambities en scenario s op het gebied van biodiversiteit

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Biodiversiteit in Gouda. Ambities en scenario s op het gebied van biodiversiteit"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Biodiversiteit in Gouda

Ambities en scenario’s op het gebied van biodiversiteit

(2)

1 Inleiding

1.1 Belang van biodiversiteit

Biodiversiteit is van levensbelang en vormt een belangrijke basis in ons leven. Biodiversiteit staat aan het begin van onze economie, voedselproductie en gezondheid. Groen met een grote diversiteit levert vele ecosysteemdiensten en beschermt ons tegen de gevolgen van veranderingen in het milieu en het klimaat zoals wateroverlast, droogte en hitte. In warme zomers zorgen bomen en planten voor verkoeling. Daarnaast vangt groen ook de uitstoot van fijnstof op. Veel inwoners en bezoekers van Gouda genieten van de grote diversiteit aan planten en dieren die in de stad voorkomen. Biodiversiteit is daarmee een belangrijk onderdeel van ons natuurlijk kapitaal en van een gezonde leefomgeving.

In Gouda vinden honderden verschillende soorten hun thuis. De ringslang in de Noorderhout, de ijsvogel in het Steinse Groen en de bever. Soorten zoals de huismus, koolmees, libellen en egel hebben zich ook goed aangepast aan het leven in de stad en zijn belangrijk voor het ecosysteem.

Door inventarisaties en monitoring door lokale partners blijkt dat in de stad ook veel bijzondere en zeldzame planten en dieren voorkomen. Soms op de onopvallende, stille plekken, maar soms ook op prominente plekken midden in de stad vestigen zich vleermuizen, zwaluwen en torenvalken.

Daarnaast is een rijke bodem vol leven erg belangrijk voor de biodiversiteit en klimaatadaptatie. Een gezonde bodem werkt namelijk als een spons. Hoe beter de structuur en hoe meer organische stof de bodem bevat, hoe meer water het vasthoudt. Bij bodemverdichting daalt het aantal poriën in de bodem en worden ze kleiner. Dat leidt tot zuurstofloosheid van de bodem, afname van het bodemleven, slechte doorwortelbaarheid en slechte ontwatering.

Om een gezond stadsecosysteem te creëren, is het van belang om een uitgebreid netwerk van parken, tuinen en groengebieden onderling met elkaar te verbinden. Voor de realisatie van deze duurzame habitatnetwerken zijn 3 strategieën van belang: het vergroten van leefgebieden, het verbinden van leefgebieden en het verbeteren van de kwaliteit van leefgebieden. In de praktijk is vaak een combinatie van strategieën nodig. Deze strategieën worden ook wel ‘Vergroten, Verbinden en Versterken’ genoemd.

1.2 Probleemstelling

Steeds meer studies laten zien dat het niet goed gesteld is met de natuur en biodiversiteit in Nederland. Vooral het aantal insecten neemt drastisch af. Nooit eerder waren zoveel dier- en insectensoorten met uitsterven bedreigd. Hierin speelt klimaatverandering een rol, maar ook de toename van consumptie, vervuiling, introductie van invasieve exoten en de overexploitatie van natuurlijke hulpbronnen en natuurgebieden.

Ruim een kwart van de biodiversiteit leeft in de grond, zoals: schimmels, microben, springstaarten, en regenwormen. Een rijk bodemleven en een gezonde bodem hebben vele diensten en helpt ons bij het vasthouden en zuiveren van water, het opslaan van koolstof, het recyclen van nutriënten en natuurlijke plaagbestrijding. Maar het bodemleven staat in Nederland onder zware druk, waardoor

(3)

2 Gouda en biodiversiteit

2.1 Aanleiding

Op 4 juni 2020 is de ‘Nota van bevindingen Kansen voor Duurzaamheid in Gouda’ van de Rekenkamer Groene Hart aangeboden aan de raad. Er is onder andere gekeken naar het thema biodiversiteit. Conclusie van het rapport was dat op het gebied van biodiversiteit nog een slag te halen valt. Advies was om kaders op te stellen voor het behoud en het versterken van de biodiversiteit.

In Gouda gebeurt er al veel op het gebied van biodiversiteit. Eerder is daarom een samenvatting gemaakt van de huidige inzet, zodat deze beter zichtbaar wordt. In de raadswerkgroep Klimaatadaptatie van 18 januari 2021 is een eerste presentatie hiervan gegeven. In samenspraak met de raadswerkgroep wordt bekeken welke verdere inzet nodig is, gezien de kansen en knelpunten op het gebied van biodiversiteit. Ook in de media is er groeiende aandacht voor biodiversiteit.

2.2 Huidige situatie

Met het aantrekken van een stadsecoloog werd het ecologisch beheer in Gouda opgezet. In de notitie ‘Ecologisch beheer in Gouda’ worden alle huidige beheermaatregelen ten behoeve van de biodiversiteit beschreven, zoals het beheer van bermen, ecologische oevers en vlinderranden en op welke locaties in de stad dit plaatsvindt. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan het aanleggen van broedhopen voor ringslangen en nestlocaties voor gierzwaluwen. Dat het goed gaat met de Goudse natuur, blijkt uit het voorkomen van vele bijzondere planten en dieren in de stad.

Bermen en oevers spelen een belangrijke rol bij het verhogen van de biodiversiteit. Daarnaast zijn ook de parken en groene ecologische structuren binnen Gouda belangrijk voor het verbinden en versterken van de biodiversiteit. Niet alleen de grotere gebieden zoals de Goudse Hout en de Oostpolder, maar ook kleinere groengebieden zoals het Van Bergen IJzendoornpark en het Groenhovenpark. Ook in de wijk Westergouwe worden nieuwe groengebieden aangelegd.

In het Groenstructuurplan 2007-2015 staat dat bomen, zowel in laanverband als solitairen, een belangrijk en beeldbepalend onderdeel van de stedelijke groenstructuur zijn in Gouda. Het droog ecologisch netwerk zijn groenelementen zoals weg- en waterbegeleidende bermen. Dat netwerk kan worden versterkt met bosjes, hagen, struwelen. Daarmee is een voor Gouda karakteristieke droge groene deelstructuur ontstaan. Het nat ecologisch netwerk (water) is van oudsher sterk bepalend voor de ontwikkeling en verschijningsvorm van Gouda. Het kwalitatieve en het kwantitatieve waterbeheer zijn randvoorwaarden voor de leefbaarheid en bewoonbaarheid van Gouda; het beheer is daarop afgestemd. In het Waterplan (2002) is in dat kader onder andere een ‘nat ecologisch netwerk’ vastgesteld.

2.2.1 Natuurnetwerk Nederland en Natura 2000

Provincie Zuid-Holland werkt aan het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Dit doet zij door het verbinden van bestaande natuurgebieden, het realiseren van nieuwe natuur en het opzetten van natuurinclusieve landbouw. Rondom Gouda bevinden zich de Natura 2000-gebieden Broekvelden, Vettenbroek en Polder Stein. Dit gebied bestaat naast de zandwinplas Broekvelden & Vettenbroek uit een aantal graslandpolders ten oosten en zuiden van de Reeuwijkse Plassen, waarvan Polder Stein de belangrijkste is. Een stukje verder bevindt zich het gebied Nieuwkoopse Plassen en De Haeck.

2.3 Biodiversiteit in relatie tot andere opgaven in Gouda 2.3.1 Klimaatadaptatie

Extremere weersomstandigheden zoals droogte of juist hevige neerslag hebben een groot effect op de natuur en biodiversiteit. Vooral door de gestegen temperatuur verandert de samenstelling van soorten. Klimaatadaptatie kan dan ook een enorme impuls geven aan de biodiversiteit. In Gouda is het verhogen van de biodiversiteit een meekoppelkans van de klimaatadaptatiestrategie.

(4)

2.3.2 Groenbeleid

Vanuit het groenbeleid in Gouda is vastgesteld dat de oppervlakte openbaar groen toe moet nemen.

Daarom wordt er gekeken waar verhard oppervlak in de openbare ruimte omgezet kan worden naar duurzaam groen en naar het versterken en vergroenen van de verbindingen naar groengebieden.

De aanleg van groenoppervlak biedt kansen voor toename van biodiversiteit en beschermde soorten door de toename van verschillende type leefgebieden. Verdichting van woningbouw kan echter leiden tot toenemende druk op groen en daarmee druk op biodiversiteit en leefgebieden van beschermde soorten.

2.3.3 Bodemdaling en grondwater

Gouda heeft overwegend een natte bodem. In natte en zuurstofarme bodems komen weinig bacteriën, schimmels, wormen en insecten voor. Dit bodemleven verzorgt voedingsstoffen voor planten, bomen en struiken. In te natte bodems zijn deze bodemprocessen verstoord. Hoe groter de diversiteit aan milieuomstandigheden (bijvoorbeeld nat-droog), hoe groter de biodiversiteit. ‘Teveel nat' zorgt dus voor een meer eenzijdige levensgemeenschap. Maar ook: de maatregelen die getroffen worden om de bodemdaling te reduceren, of om de effecten daarvan te mitigeren kunnen negatieve effecten hebben op biodiversiteit. (bijvoorbeeld door 'versnippering' van habitats). Ook de bermen zakken weg door bodemdaling. Om de biodiversiteitswaarde te behouden, zullen de bermen eventueel moeten worden opgehoogd.

De grondwaterstand heeft grote invloed op plantensoorten. Als de grondwaterstand constant gelijk is, passen planten zich hierop aan. In Gouda fluctueert de grondwaterstand echter, waardoor voedingsstoffen van planten vrijkomen in het grondwater. Dit is nadelig voor vele plantensoorten en dus ook voor de biodiversiteit.

2.3.4 Waterkwaliteit

Goede waterkwaliteit is ook van groot belang voor de natuur en essentieel voor het in stand houden van de biodiversiteit. Schone wateren huisvesten planten en dieren die een belangrijke rol spelen in ecosystemen, zoals insecten. Libellen en vissen profiteren ook van een goede waterkwaliteit.

Libellen zijn een belangrijke graadmeter voor de waterkwaliteit. Hoe hoger de biodiversiteit is, hoe beter de natuur het water schoon kan houden.

2.4 Vragen voor Gouda

Ondanks dat er in Gouda al veel ecologisch beheer plaatsvindt, zijn er nog veel onduidelijkheden op het gebied van biodiversiteit. Welke biotopen zijn er momenteel in Gouda, en welke zijn wenselijk?

Hoeveel en welke soorten planten en dieren komen er eigenlijk voor in Gouda? Welke kansen zijn er om de biodiversiteit juist te gaan versterken? Maar ook: welke knelpunten liggen er en wat zijn mogelijke oplossingen hiervoor?

2.5 Lokale partners

In Gouda zijn vele lokale organisaties actief. Gouda beschikt daarnaast over een uitgebreid netwerk van ‘waarnemers’: natuurliefhebbers die in hun vrije tijd onderzoek doen naar planten en dieren in de stad en daarbuiten. Al jarenlang volgen zij onder andere broedvogels, vleermuizen en planten in onze stad.

(5)

3 Ambities

De keuze voor een bepaalde ambitie is afhankelijk van de beschikbare financiële middelen en capaciteit. Het is op dit moment niet mogelijk om per ambitie de exacte benodigde capaciteit en financiële middelen in beeld te brengen. Op basis van een schatting worden de benodigde middelen benoemd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen structurele kosten, incidentele kosten en eenmalige investeringen. De benodigde financiële middelen kunnen daarom per jaar verschillen.

Ook personele consequenties moeten nog inzichtelijk worden gemaakt. Voor een hogere ambitie, zijn meer uren nodig. Mogelijk ligt het zwaartepunt van deze extra uren bij de benodigde aanpassingen in het beheer. Aan de hand van +, ++ en +++, wordt een indicatie gegeven van het verwachte aantal extra FTE dat nodig is.

Allereerst wordt de huidige praktijk

omschreven. Daarna onderscheiden we drie ambities:

1. Aangescherpt 2. Samen met de stad 3. Koploper

Voor iedere ambitie wordt aangegeven op welke strategie gefocust wordt: het vergroten van leefgebieden, het verbinden van leefgebieden en/of het verbeteren van de kwaliteit van leefgebieden.

In de praktijk is vaak een combinatie van strategieën nodig. Deze strategieën samen wordt ook wel

‘Vergroten, Verbinden en Versterken’ genoemd.

Voorafgaand aan het kiezen van een ambitie, is het van belang om basisinformatie in kaart te brengen. Dit wordt beschreven in paragraaf 4.1.

3.1 Benodigde basis – opzetten meetnetwerk

Kosten Benodigde Basis

FTE Benodigde

Basis x

Communicatie x Aanpassingen x

Monitoring x

Investering € 25.000. Opzetten meetnetwerk

Om zeker te zijn dat de inzet daadwerkelijk leidt tot een toename van biodiversiteit, is het nodig om soorten te monitoren én vast te stellen hoe biodiversiteit wordt beïnvloed door de acties/maatregelen die we nemen. Welke biotopen zijn er momenteel in Gouda? Welke biotopen zijn mogelijk in Gouda met de juiste maatregelen en zijn deze wenselijk? Welke soorten vinden we hier en hoeveel van elke

Ambitie

‘Samen met de stad’

Ambitie

‘Koploper’

Ambitie

‘Aangescherpt’

Huidige praktijk

(6)

soort? Hiervoor is een nulmeting nodig, die zal gelden als referentiesituatie om de ontwikkeling van de biodiversiteit bij te houden. Deze nulmeting wordt gedaan door het opzetten van een meetnetwerk.

Om deze benodigde basisinformatie te verzamelen en een meetnetwerk op te zetten wordt een extern bureau ingehuurd en is een budget van € 25.000 nodig. Door de inzet van een extern bureau, is er geen extra FTE nodig.

Waarom een meetnetwerk?

● Efficiënte methode: steekproef in plaats van vlakdekkend

● Gestandaardiseerd. Trendbepaling mogelijk

● Lokaal vergelijken met landelijk

● Biodiversiteitsthermometer

● Met uitkomst verkrijg je veel inzicht: basis voor beheer, inrichting en beleid De volgende punten worden meegenomen:

● Inzicht krijgen in de aanwezige en gewenste biotopen/landschapstypen.

● Nulmeting van soorten en soortgroepen in verschillende rondes. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van:

o Nieuwe aanvullende inventarisaties door een extern onderzoeksbureau o waarnemingen van werkgroepen binnen Gouda

o de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) en waarneming.nl. Om gegevens in te voeren is in de NDFF is het nodig een abonnement af te sluiten.

● Opstellen van een Goudse soortenlijst (voornamelijk communicatief).

● Voorstel voor monitoring en beheer in de komende jaren

Een goed voorbeeld hiervan zien we bij het Stadsnatuurmeetnet Leiden.

Na het in kaart brengen van deze punten, kan er met een duidelijke stand van zaken worden gekozen voor een bepaalde ambitie zoals beschreven in 3.2, 3.3, 3.4 en 3.5. Ook is er dan een basis gelegd om te kijken naar beheer, inrichting en beleid. Ook zonder de resultaten van het meetnetwerk, kan al van start worden gegaan met maatregelen die passen binnen de gekozen ambitie.

Onderstaande afbeeldingen schetsen de vele mogelijkheden van het meetnetwerk.

(7)

Biotooptypen

Er kunnen binnen Gouda verschillende karakteristieke typen biotoop onderscheiden worden. Dieren en planten beperken zich uiteraard niet noodzakelijkerwijs tot een bepaald biotooptype. Het in kaart krijgen van de aanwezige biotopen geeft weer waar bepaalde soorten zich hoogstwaarschijnlijk bevinden en hoe deze verdeeld zijn over de stad. Met zicht op de huidige staat van de aanwezige biotopen, kan de ontwikkeling van deze biotopen en soorten gemonitord worden.

Goudse soortenlijst

In Zuid-Holland zijn door de provincie 40 icoonsoorten uitgekozen die samen een mooi compleet beeld van de Zuid-Hollandse natuur geven. De Zuid-Hollandse, en dus Goudse, natuur profiteert in de volle breedte mee als de leefgebieden van deze 40 soorten behouden en verbeterd wordt. Deze icoonsoorten zijn een verzameling van zoogdieren, vogels, amfibieën, reptielen, vissen, insecten en planten. In tabel 1 worden 6 icoonsoorten en 17 begeleidende soorten genoemd. Ze vertegenwoordigen de bebouwde gebieden waarbij de kwaliteit van hun leefgebied samenhangt met de met de aanwezigheid van schuil- of nestgelegenheid in bebouwing.

Ook in Gouda kunnen doelsoorten gekozen worden en een ‘Goudse Soortenlijst’ worden opgesteld.

Door het opstellen van gemeentelijk soortenbeleid wordt het duidelijk welke soorten gemeente Gouda kenmerkend en waardevol vindt en voor welke soorten de gemeente mogelijk beschermende en/of stimulerende maatregelen treft bovenop de wettelijke beschermde soorten in de Wet Natuurbescherming. De Goudse Soortenlijst is voornamelijk een communicatief middel. Voor de inventarisaties wordt breder gekeken dan het aantal gekozen doelsoorten. Het extern onderzoeksbureau bepaalt welke soorten ecologisch van belang zijn voor gemeente Gouda. Dit is op basis van de Zuid-Hollandse icoonsoorten.

Mogelijke criteria Goudse doelsoorten

- voorkomend (sinds 1970) in de gemeente

- inheems (dus niet aangeplant, verwilderd, adventief of uitgezaaid/uitgezet) - zeer zeldzaam tot minder algemeen voorkomend in Zuid-Holland

- sterk of in lichte mate achteruitgaand in Zuid-Holland

- soorten waarvoor Gouda een geschikt leefgebied heeft, maar er ‘nog’ niet zijn. Dit zijn in ieder geval alle soorten genoemd in de Europese richtlijnen en de Wet. Daarnaast alle Rode Lijstsoorten waarvan minstens 7% van de landelijke populatie in Zuid-Holland voorkomt.

(8)

Bron: Bureau Stadsnatuur 3.2 Huidige praktijk

In Gouda worden al vele ecologische beheermaatregelen uitgevoerd. Er zijn natuurlijke oevers, bermen en vlinderranden aanwezig en deze worden ecologisch beheerd. Daarnaast worden er nestkasten voor vogels geplaatst en broedhopen voor ringslangen aangelegd. Ook is er aandacht voor waardevolle muurplanten in de binnenstad en vele andere planten en dieren zoals libellen en orchideeën. Dat het goed gaat met de Goudse natuur, blijkt onder andere uit het winnen van de onderscheiding ‘Beste bermbeheerder van Nederland’ door de Vlinderstichting. Om achteruitgang van de biodiversiteit tegen te gaan, is meer ruimte voor ecologisch beheer wenselijk.

Aanhouden huidige praktijk

Een mogelijke ambitie is om geen verandering aan te brengen in de huidige manier van werken en het ecologisch beheer in de droge en natte structuren op de huidige manier voort te zetten. In dit geval is het mogelijk dat de biodiversiteit achteruit zal gaan. Voor het aanhouden van de huidige praktijk, zijn naast het budget voor het opzetten van het meetnetwerk (€25.000, zie hoofdstuk 4.1), geen extra middelen nodig. De stadsecoloog zal de monitoring van soorten voortzetten binnen de huidige capaciteit.

Er vinden in Gouda al regelmatig inventarisaties plaats door de stadsecoloog en incidenteel ook door lokale partners. Het meetnetwerk zal hiervoor een belangrijke basis vormen en een goede stand van zaken geven die kan dienen als referentiepunt. Bij het voorzetten van de huidige praktijk zullen echter

(9)

beschouwd. Zo wordt gekeken of ecologisch beheer plaatsvindt op de daarvoor geschikte plekken en of het toegevoegde waarde heeft.

Voor Gouda betekent het voortzetten van de huidige praktijk dat er moet worden gekeken naar het huidige beheer en hoe het meetnetwerk kan worden voortgezet. Met het meetnetwerk zijn biotopen en soorten in kaart gebracht. Onderzocht moet worden hoe deze soorten zo goed mogelijk kunnen worden gefaciliteerd en hoe voorkomen kan worden dat de biodiversiteit achteruit gaat.

3.3 Aangescherpt Kosten ambitie

‘Aangescherpt’ FTE ambitie

‘Aangescherpt’ +

Communicatie € 2.000,-

Aanpassingen beheer € 15.000,-

Monitoring € 15.000. Elke 2 jaar monitoren Investering/

PM-post x

Voor de ambitie ‘Aangescherpt’ zijn naast het budget voor het opzetten van het meetnetwerk (€25.000, zie hoofdstuk 3.1) extra financiële middelen en capaciteit nodig. Omdat er 1x in de twee jaar gemonitord zal worden, is het ene jaar €32.000,- nodig voor monitoring, aanpassingen in beheer en communicatie/acties en het andere jaar €17.000,-. Er is extra (+) FTE nodig, voornamelijk voor aanpassingen in het beheer en bij projecten in de openbare ruimte. De focus van deze ambitie ligt op de strategie Verbinden en Versterken.

Deze ambitie vraagt om een duidelijkere samenhang en doelstellingen. Huidig beheer moet worden aangescherpt op basis van de geformuleerde doelstellingen zonder veel extra middelen. Hierdoor sluit het aangescherpte beheer goed aan bij de bestaande organisatie en structuur. Biodiversiteit wordt daarnaast meer meegenomen bij gemeentelijke projecten.

Mogelijke maatregelen binnen ambitie ‘Aangescherpt’

● Opstellen bermbeheerplan

● Aanbesteding niet op basis van de laagste prijs, maar ook op basis van keurmerk, kwaliteit en extra zorg voor flora en fauna.

● Maaien afstemmen op de actuele seizoensontwikkeling; soms wat eerder, soms wat later starten

● Meer afstemming tussen het beheer van de berm en de watergang

● Werken met verwilderde inheemse bolgewassen zoals wilde narcis, daslook en boerenkrokus.

Ook is er meer aandacht voor het bodemleven. Een rijke bodem vol leven werkt namelijk als een spons. Hoe beter de structuur en hoe meer organische stof de bodem bevat, hoe meer water het vasthoudt. Een mogelijkheid is het gebruiken van minder zware machines voor beheer en onderhoud.

Monitoring soorten

Biotopen en soorten zijn door middel van het meetnetwerk in kaart gebracht. Bij deze ambitie wordt om het jaar gemonitord op de belangrijkste soorten. Hiermee wordt de ontwikkeling van de soorten in de gaten gehouden. De resultaten van het meetnetwerk dienen als ondersteuning en basis voor bepaalde beheerkeuzes. Beheer en inrichting worden aan de hand van de resultaten aangepast.

Voor communicatiedoeleinden kan worden gekozen voor +/- 10 doelsoorten. Deze 10 soorten staan dan symbool voor de Goudse biodiversiteit.

Natuurinclusief bouwen

Gouda heeft het Convenant Klimaatadaptief bouwen ondertekend. Onderdeel hiervan is het ondersteunen en stimuleren van het creëren van geschikte habitats voor 1 tot 3 specifieke soorten in samenhang met de (bestaande) groen/blauwe omgeving en netwerken. Ontwikkelaars zijn

(10)

momenteel nog niet verplicht hieraan te voldoen. Afspraken hierover worden momenteel vastgelegd in een anterieure overeenkomst met de ontwikkelaar.

Voor Gouda betekent het kiezen voor deze ambitie dat bestaand beheer moet worden aangescherpt op basis van de geformuleerde biodiversiteitsdoelstellingen en de resultaten van het meetnetwerk.

Ook moeten ontwikkelaars sterker worden gemotiveerd om natuurinclusief te bouwen. In de krant en op sociale media wordt meer aandacht besteed aan biodiversiteit. Daarnaast wordt biodiversiteit beter meegenomen bij gemeentelijke projecten.

3.4 Samen met de stad

Kosten ambitie ‘Samen

met de stad’ FTE ambitie

‘Samen met

de stad’ ++

Communicatie € 5.000,-

Aanpassingen beheer € 60.000,-

Monitoring € 15.000,-. Elk jaar monitoren.

Investering/

PM-post - Eenmalige investeringen om tot bloemrijke situaties te komen.

- Aanvullende onderzoeken kansen en knelpunten

Voor de ambitie ‘Samen met de stad’ zijn naast het budget voor het opzetten van het meetnetwerk (€25.000, zie hoofdstuk 4.1) extra financiële middelen en capaciteit nodig. Er zal jaarlijks worden gemonitord en er zullen meer aanpassingen nodig zijn in o.a. het huidige beheer. Hierdoor is er jaarlijks € 80.000,- nodig. Er is extra (++) FTE nodig, voornamelijk voor communicatie met inwoners, aanpassingen in het beheer en bij projecten in de openbare ruimte. Sommige acties zullen meer gericht zijn op beleid. De focus van deze ambitie ligt op de strategie ‘Verbinden en Versterken’.

Deze ambitie vraagt om een duidelijke samenhang en doelstellingen. Het is bij deze ambitie erg belangrijk dat we samen met de stad werken naar een klimaatadaptieve, groene stad met een hoge biodiversiteit. Samen met inwoners en partners wordt een gezamenlijke visie op de toekomstige ontwikkeling van de biodiversiteit opgesteld. Een aparte biodiversiteitswerkgroep zal worden opgezet. De stadsecoloog zal een grote rol krijgen in de communicatie met inwoners en het samenbrengen van lokale partners.

Biodiversiteit moet worden gekoppeld aan andere opgaven, zoals klimaatadaptatie en gezondheid.

Daarnaast worden er aanvullende onderzoeken uitgevoerd en gekeken naar kansen en knelpunten voor de biodiversiteit.

Mogelijke maatregelen binnen ambitie ‘Samen met de Stad’

● Kiezen van een aannemer met het certificaat ‘Kleurkeur’. Kleurkeur staat voor goed (maai)beheer van bermen en groenstroken. Dankzij kleurkeur kunnen opdrachtgevers en aannemers zich onderscheiden door te werken met deze nieuwe standaard voor ecologisch beheer

(11)

Op sommige plaatsen kan een eenmalige investering nodig zijn om tot een bloemrijke situatie te komen. Cultuurgroen wordt dan omgevormd naar ecologisch groen met een ander beheer. Om ecologisch maaibeheer goed te laten slagen, is een meerjarenplan nodig dat ingebed moet worden in het ontwerp, het bestek en de begroting.

Bodemleven

Voor een verbetering van het bodemleven worden maatregelen genomen zoals minder verharding, meer beplanting, minder grondverzet, voorkomen van bodemverdichting en het laten liggen van organisch materiaal. Daarnaast wordt biodiversiteit meegenomen bij projecten in de openbare ruimte zoals ophogings- en rioleringsprojecten. Met voorlichting wordt de kennis over het belang van een gezonde bodem vergroot, om zo te veranderen hoe mensen met de bodem omgaan. Bijvoorbeeld door het promoten van de jaarlijkse Bodemdierendagen, georganiseerd door het programma ´Onder het Maaiveld’.

Groene acties (op sociale media)

Verschillende acties kunnen worden opgezet op sociale media om biodiversiteit beter onder de aandacht te brengen bij inwoners. Inwoners kunnen worden gevraagd mee te doen aan tellingen zoals de vogeltelling en de bodemdierentelling, of kunnen een ‘stoepplantjes-kaart’ ontvangen waarmee kinderen stoepplantjes kunnen herkennen en onderzoeken. Het aanleggen van geveltuinen wordt door de gemeente gepromoot en gefaciliteerd. Ook kunnen er, waar mogelijk, boomspiegels worden aangelegd. Elke maand kan een soort van de Goudse Doelsoortenlijst worden uitgelicht. Door de stad heen worden insectenhotels en ‘groene wandelroutes’ aangelegd.

Aanvullende onderzoeken

Aanvullende onderzoeken worden uitgevoerd om kansen en knelpunten voor de biodiversiteit in kaart te brengen. Op basis van de resultaten van deze onderzoeken, worden aanvullende maatregelen getroffen. Zowel om biodiversiteit te bevorderen als knelpunten uit de weg te gaan.

Natuurinclusief bouwen

Gelijk aan ambitie ‘Aangescherpt’. Bij ambitie ‘Samen met de stad’ kan deze wens voor natuurinclusief bouwen sterker worden meegegeven vanuit de gemeente. Natuurinclusief bouwen is de toekomst. Voor een leefbare woonomgeving moet zowel rekening worden gehouden met de eisen van mensen als die van flora en fauna. Mogelijk wordt dit vanuit het convenant in de toekomst omgezet in een eis.

Monitoring soorten

Biotopen en soorten zijn door middel van het meetnetwerk in kaart gebracht. Bij deze ambitie wordt om het jaar gemonitord op de belangrijkste soorten. De meeste soorten kunnen het best één keer per jaar gemonitord worden voor het krijgen van betrouwbare gegevens. Er worden meer meetroutes voor monitoring uitgezet. Uit de meetronden worden aanbevelingen gedaan voor ecologisch beheer, natuurvriendelijke inrichting en communicatie. Voor communicatiedoeleinden kan worden gekozen voor +/- 15 doelsoorten. Deze 15 soorten staan dan symbool voor de Goudse biodiversiteit.

Voor Gouda betekent het kiezen voor deze ambitie dat we het samen met de stad gaan doen. Het huidig beheer moet worden aangepast en een sterke visie op het gebied van biodiversiteit moet worden vastgelegd. Natuurinclusief bouwen blijft een sterke wens bij ontwikkelingen. Door middel van aanvullende onderzoeken worden kansen en knelpunten in kaart gebracht. Verschillende acties worden opgezet om biodiversiteit onder de aandacht te brengen bij inwoners.

3.5 Koploper

Kosten ambitie

‘Koploper’ FTE ambitie

‘Koploper’ +++

Communicatie € 15.000,-

Aanpassingen beheer € 100.000,- Onderzoeken/beleid € 60.000,-

Monitoring € 15.000,-. Elk jaar monitoren.

(12)

Investering/

PM-post Bv. biotopen, duikers, faunapassages en verbindingen

Voor de ambitie ‘Koploper’ zijn naast het budget voor het opzetten van het meetnetwerk (€25.000, zie hoofdstuk 3.1) extra financiële middelen en capaciteit nodig. Er zal jaarlijks worden gemonitord en er zullen meer aanpassingen nodig zijn in o.a. het huidige beheer. Daarnaast zullen er meerdere aanvullende onderzoeken worden uitgevoerd, subsidies worden opgesteld en eenmalige investeringen nodig zijn. Hierdoor is er jaarlijks € 130.000,- nodig. De kosten voor de onderzoeken en overige investeringen is nog niet exact aan te geven. Er is extra (+++) FTE nodig, voor aanpassingen in het beheer, opzetten van subsidies, projecten in de openbare ruimte en het maken en toetsen van beleid. De focus van deze ambitie ligt op de strategie ‘Verbinden, Versterken en Vergroten’.

Deze ambitie stelt meer eisen aan de stad en zet een stap extra door biodiversiteit over de gemeentegrenzen te trekken. Daarnaast wordt de biodiversiteit meer gefaciliteerd door middel van subsidies. Deze ambitie vraagt om een bredere regionale aanpak en het realiseren van een ecologisch netwerk. Biodiversiteit wordt daarbij sterk verankerd in het beheer.

Aanvullende onderzoeken

Meerdere aanvullende onderzoeken worden uitgevoerd om kansen en knelpunten voor de biodiversiteit in kaart te brengen. De mogelijke knelpunten die voortkomen uit deze onderzoeken, worden door aanpassingen in beheer of inrichting weggenomen. Dit kan betekenen dat er bijvoorbeeld faunapassages worden aangelegd of dat er onderzoek wordt gedaan naar lichthinder.

Ook waar kansen liggen, worden deze benut en aanpassingen gerealiseerd.

Daarnaast worden er actief biotopen hersteld. Indien hiervoor geen ruimte is, worden actief gronden aangekocht om natuur te ontwikkelen. Er wordt dus meer ruimte gereserveerd voor natuur en de biodiversiteit. Kosten voor deze investeringen kunnen nog niet exact worden aangegeven.

Meer mogelijkheden voor groen in particuliere tuinen

Tuinen worden steeds meer versteend en daarmee wordt hittestress en kans op wateroverlast vergroot. In 2020 is daarom de klimaattoolbox gelanceerd. Inwoners krijgen locatiespecifieke maatregelen voor het klimaatadaptief inrichten van hun tuin. Vergroenen is hier een belangrijk onderdeel van.

Bij de ambitie ‘koploper’ wordt het vergroenen van particuliere tuinen sterker gestimuleerd door subsidies en voorlichting. Veel mensen hebben namelijk wel interesse in een groene tuin, maar weten niet precies waar zij moeten beginnen. Met praktische voorbeelden en met inrichting- en beheeradvies kunnen ze hiermee worden geholpen. Bijvoorbeeld met een app of uitbreiding van de klimaattoolbox waar inwoners locatiespecifieke tips krijgen over mogelijke tuininvullingen, inclusief plantenlijst en aanvullende informatie zoals plantinstructies. Daar kunnen dan weer lokale groenaanbieders bij betrokken worden.

Subsidies

Om het aanleggen van groen en andere klimaatadaptieve maatregelen te stimuleren kunnen subsidies worden opgezet. Goudse huiseigenaren, bedrijven, verenigingen en stichtingen kunnen hier gebruik van maken. Subsidie kan worden gegeven voor o.a. elke toegevoegde kubieke meter

(13)

Daarnaast kan er een puntensysteem worden opgezet. Meer punten worden gegeven door meer schuil- en nestgelegenheid voor dieren te maken. Indien het toetsingskader aan de voorkant meegenomen wordt, zal het RO-proces hierdoor geen vertraging oplopen.

Mogelijk kan er een combinatie worden gezocht met de Structuurvisie Groen, waarbij niet enkel gekeken wordt naar de oppervlakte openbaar groen, maar ook naar de kwaliteit van het groen voor de biodiversiteit.

Voor Gouda betekent het kiezen voor deze ambitie dat het huidig beheer moet worden aangepast en samen met inwoners en lokale organisaties een sterke visie op het gebied van biodiversiteit moet worden vastgelegd. Biotopen worden actief hersteld en indien noodzakelijk worden gronden aangekocht. Natuurinclusief bouwen vormt een belangrijk toetsingskader bij projectontwikkelingen.

4 Overzicht ambities en scenario’s

In het onderstaande overzicht worden de verschillen tussen de scenario’s schematisch weergegeven.

Bouwsteen: Benodigde

basis- informatie

Ambitie

‘Minimaal’ Ambitie

‘Aangescherpt’ Ambitie

‘Handen uit de mouwen’

Ambitie ‘Koploper’

Communicatie x x € 2.000,- € 5.000,- € 15.000,-

Aanpassingen

beheer x x

€ 15.000,- € 60.000,- € 100.000,-

Onderzoeken/beleid x x x x € 60.000,-

Monitoring € 25.000.

Opzetten meetnetwerk

x € 15.000. Elke

2 jaar monitoren

€ 15.000. Elk jaar

monitoren € 15.000,-. Elk jaar monitoren.

Investering/

PM-post

x x x - Eenmalige

investeringen om tot bloemrijke situaties te komen.

- Aanvullende onderzoeken kansen en knelpunten

Bv. biotopen, duikers, faunapassages en verbindingen

Benodigde FTE x + + ++ +++

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het is natuurlijk moeilijk te voorspellen wat de gevolgen van de oprichting van IPBES voor de biodiversiteit zullen zijn op korte en lan- gere termijn. De verwachtingen zijn

Luchtfoto 2012 (koolzaad is geelgroen) LGN7 koolzaad onderdeel van overige gewassen (licht rose). Verdere

Voor een beoordeling van de absolute betekenis van een vereffening behoort behalve de effici- entie-coSfficient ook de standaardafwijking van de verschillen tus- sen gemeten

- g general full-decomposition - each of the component machines uses information about the states or outputs of the other machine, plus the information about its

From our study of the paramters influencing the copper catalysed nucleophilic aromatic substitution reaction of sodium methoxide with unactivated aryl bromides it

'Contextuality' refers to an awareness that the actual circumstances in which a text is read and interpreted, have a direct effect on any such interpretation.. A

Interest in corporate and information technology governance has grown tremendously in the past decade. It has become increasingly important to ensure that

To give students a good education in conceptual analysis, a univer- sity teacher in an educational theory classroom does not just impose on students his or her own understanding