• No results found

Schoolgids

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Schoolgids"

Copied!
53
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Schoolgids 2020-2021

(2)

2

(3)

3 INHOUDSOPGAVE

Handtekeningenblad 2 5 De resultaten van ons onderwijs

Inhoudsopgave 3 5.1 Jaarverslag van het vorig schooljaar 30

Een woord vooraf 4 5.2 Beleidsvoornemens huidig schooljaar 31

Contactgegevens 5 5.3 Resultaten van de Eindtoets 32

5.4 Waar gaan onze kinderen naar toe? 32

1 Onze school

1.1 Het bestuur 6

1.2 Algemene informatie 6 6 De kwaliteit van ons onderwijs

1.3 Jenaplan 6 6.1 Deskundigheidsbevordering 33

1.4 Kernwaarden 7 6.2 Kwaliteitszorg 33

1.5 Uitgangspunten Jenaplanonderwijs 7 6.3 Schoolontwikkeling 33 1.6 Prettig omgaan met elkaar 7

7 Sociale veiligheid en omgaan met ongewenst gedrag

2 De organisatie van ons onderwijs 7.1 Plagen en pesten, protocol bij pesten 34 2.1 De inrichting van ons onderwijs 8 7.2 Internet en social media 38

2.2 Burgerschap 9 7.3 Internet en pesten 38

2.3 Methodes 10 7.4 Procedure schorsing en verwijdering 39

2.4 Buitenschoolse opvang 10

2.5 SPIL 11 8 Praktische zaken

2.6 Vervanging zieke leerkrachten 11 8.1 Aanmelding en plaatsing 40

8.2 Schooltijden 41

8.3 Gymlessen 42

3 Onze leerlingen 12 8.4 Vakanties en vrije dagen 42

3.1 Het volgen van de ontwikkeling van leerlingen 12 8.5 Leerplicht 42 3.2 Leerlingvolgsysteem en toetsen 13 8.6 Verzuim en verlof. 42

3.3 Passend Onderwijs 13 8.7 Ziekmelden 43

3.4 De zorgstructuur 15 8.8 Afspraken 44

3.5 De zorgniveaus 15 8.9 Brengen en halen 44

3.6 Verslaggeving 16 8.10 Met de fiets naar school 45

3.7 De overgang naar een volgende groep 17 8.11 Met de auto naar school 45 3.8 De overgang van P.O. naar V.O. 18 8.12 Mobiele telefoons op school 45

3.9 R.T. onder schooltijd 19 8.13 Gevonden voorwerpen 45

3.10 Leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte 19 8.14 Verjaardagen 45 3.11 Onderwijs aan zieke leerlingen 20 8.15 Vervoer van kinderen 45

3.12 Instanties 21 8.16 Foto en film 46

3.13 Informatie GGD en Jeugd en Gezinswerk 21 8.17 Rookverbod 46

3.14 Meldcode huiselijk geweld 22 8.18 Luizen pluizen 46

8.19 Medische handelingen 47

4 Ouders en onze school 8.20 Sponsoring 47

4.1 Betrokkenheid van ouders 23 8.21 Namen en adressen 48

4.2 De medezeggenschapsraad 23 8.22 Lijst van afkortingen 49

4.3 Activiteiten 23

4.4 Informatievoorziening aan ouders 23 4.5 Informatie aan gescheiden ouders 24

4.6 Privacy 25

4.7 De ouderbijdrage 25

4.8 Financiële ondersteuning 25

4.9 De klachtenregeling 27

4.10 De schoolverzekering 28

4.11 De B.V.L. groep 28

(4)

4 EEN WOORD VOORAF

Voor u ligt de schoolgids voor het schooljaar 2020-2021 van SALTO-school De Ontmoeting. Deze gids is niet alleen bedoeld voor ouders waarvan de kinderen nu op onze school zitten, maar ook voor ouders van toekomstige leerlingen.

U vindt in deze gids informatie over de achtergrond en inrichting van ons onderwijs, hoe de zorg voor leerlingen is geregeld, wat de ouders van ons kunnen verwachten en wat wij van hen verwachten.

Ook staan er een aantal praktische zaken in vermeld.

Wij verstrekken een papieren versie aan de ouders die de school ter kennismaking bezoeken. De schoolgids is beschikbaar via onze website, en op verzoek kunt u uiteraard ook een papieren versie ontvangen.

Wij hopen dat u na het lezen van deze schoolgids een beeld heeft van onze school en ons onderwijs.

Want zoals uw kind uniek is, is onze school dat ook.

Deze schoolgids vertelt veel, maar niet alles over de school. De beste indruk krijgt u door een afspraak te maken voor een persoonlijke kennismaking. U kunt dan een kijkje nemen in de school, de leerkrachten ontmoeten, sfeer proeven en nadere informatie ontvangen.

Ik wens u veel leesplezier. Mochten er nog vragen onbeantwoord blijven, aarzel dan niet om een afspraak te maken voor een persoonlijk gesprek.

Esther Baten

Directeur SALTO-school De Ontmoeting

Deze schoolgids wordt jaarlijks bijgesteld en in een nieuwe versie uitgebracht. De meest recente versie is te lezen op de website van de school. Heeft u opmerkingen over de inhoud van deze schoolgids, dan horen wij dat graag.

Voor de leesbaarheid schrijven wij in deze gids “ouders”. We bedoelen hiermee “ouders en verzorgers”.

(5)

5 CONTACTGEGEVENS

SALTO-school De Ontmoeting:

Hettenheuvellaan 2a 5628 DP Eindhoven

telefoonnummer 040 – 2414663

website www.bs-ontmoeting.nl e-mail adres info@bs-ontmoeting.nl

directeur Esther Baten

MT - leden Birgit van Boxtel (bouwleider onderbouw) Irma Zoetmulder (bouwleider bovenbouw)

SALTO:

Odysseuslaan 2 5631 JM Eindhoven

telefoonnummer 040-2606710

website www.salto-eindhoven.nl.

Voorzitter Medezeggenschapsraad:

Ayten Üstüner

e-mail MR ONTMOETING_MR@salto-eindhoven.nl

(6)

6 1. ONZE SCHOOL

1.1 Het bestuur

De Ontmoeting valt onder het bevoegd gezag van de Stichting Algemeen Toegankelijk Onderwijs (SALTO), Odysseuslaan 2, 5631JM te Eindhoven, www.salto-eindhoven.nl. Naast de naam van het bestuur, staan de letters SALTO ook voor Samen Actief Leren Talenten Ontwikkelen. Dat is de visie van SALTO.

Elk kind heeft talenten! Wij helpen kinderen om deze talenten te ontdekken en te ontplooien. Onze competente leerkrachten leren en ondersteunen kinderen zodat ze vol zelfvertrouwen, met lef, discipline en hard werken deze talenten kunnen inzetten. Dat doen we in een veilige leeromgeving, met een passende didactiek en met aandacht voor een gezonde leefstijl. Samen met de ouders voelen wij ons verantwoordelijk voor en werken wij aan de ontwikkeling van het kind. Dit alles vormt DE basis om te leren voor het leven! #SALTO

Onze strategische speerpunten hebben we gekoppeld aan de beginletters van SALTO. Ze geven aan waar we ons de komende jaren op willen richten en wat dat betekent voor onze stakeholders. Deze speerpunten staan uiteraard niet op zichzelf. Ze haken nadrukkelijk ineen en vormen met elkaar een samenhangend geheel dat ons SALTO-DNA kenmerkt.

Onze strategische speerpunten zijn:

- Samen duurzaam ontwikkelen en veranderen - Actief leiderschap

- Leren voor het leven

- Toekomstgericht leren en ontwikkelen

- Ontwikkelen van een internationale leer- en leefgemeenschap

De speerpunten staan in het koersplan van SALTO uitgewerkt. Dit kunt u inzien op de website van SALTO, www.salto-eindhoven.nl.

1.2 Algemene informatie

De Ontmoeting is de enige SALTO-basisschool in de wijk Woenselse Heide.

De Ontmoeting is in 1972 gestart als openbare school die werkt volgens het Jenaplanconcept. Lange tijd was de school een kleine school. Rond 1995 is de school in leerlingaantal toegenomen tot zo’n 300 leerlingen. De afgelopen jaren is het aantal leerlingen van buiten de wijk aanzienlijk toegenomen.

Onze school heeft een goede naamsbekendheid en menig kind wordt van behoorlijke afstand naar school gebracht. Het leerlingenaantal is op dit moment stabiel. De kinderen op onze school komen niet alleen uit de wijk Woenselse Heide, maar ook uit omliggende wijken. Het totale leerlingenaantal bedraagt 240.

Na de basisschool gaan de leerlingen naar het Stedelijk College, het Frits Philips Lyceum en MAVO en in mindere mate naar het St. Lucas, de Rooi Pannen, het Eckartcollege en het Lorentzlyceum, dat een Jenaplanstroom heeft.

1.3 Jenaplan

SALTO-school de Ontmoeting werkt vanuit de visie van het Jenaplanonderwijs. Jenaplanscholen komen voort uit de ideeën van Peter Petersen (1884-1952. Peter Petersen stelde dat het individu uitgangspunt was voor het onderwijs. Kinderen leren niet alleen “leerstof”, maar ook omgaan met elkaar en het ontwikkelen van de eigen mogelijkheden. Ze leren respect te krijgen voor zichzelf en anderen, en ook voor de omgeving. Zelfstandigheid en dus ook zelfstandig kunnen functioneren in de maatschappij is binnen de Jenaplanvisie erg belangrijk.

(7)

7

De uitgangspunten zijn voor alle Jenaplanscholen dezelfde, maar de individuele scholen vullen hun onderwijs op heel verschillende manieren en naar eigen inzicht in.

Op onze school besteden wij veel aandacht aan de Jenaplanvisie, en ook de invulling van ons onderwijs op basis van die visie is in voortdurende ontwikkeling.

1.4 Kernwaarden binnen Jenaplanonderwijs

Bij het beschrijven van en invulling geven aan onze kernwaarden gaan wij steeds uit van samenwerking en een gezamenlijk belang. De kinderen, ouders en team zijn daarin de betrokkenen.

De volgende begrippen zijn daarom binnen ons onderwijs erg belangrijk:

• Betrokkenheid, respect en veiligheid, vertrouwen en verantwoordelijkheid voor jezelf, voor elkaar, voor de wereld om je heen

• zelfstandigheid: ik kan het; ik kan het zelf; ik kan het samen met anderen

1.5 De uitgangspunten van Jenaplanonderwijs:

Binnen ons Jenaplanonderwijs gaan we uit van de mens, de samenleving en de school.

De vertaling van deze uitgangspunten naar Kernkwaliteiten uit zich in de relatie van het kind met zichzelf, met anderen en met de wereld.

1.6 Prettig omgaan met elkaar.

Wij willen graag dat iedereen zich veilig voelt op school, zich optimaal kan ontwikkelen en zichzelf kan en mag zijn. De basis hiervoor is “Prettig omgaan met elkaar” vanuit de achtergrond Groepsdynamisch Onderwijs (GDO).

Ruzie maken is niet erg. Als een kind maar weet hoe het een ruzie op kan lossen. De conflicthantering leert kinderen wat ze moeten en kunnen doen bij het zelf oplossen van een ruzie. De sociokring leert kinderen hoe ze steeds prettiger met elkaar kunnen omgaan. Beide onderdelen horen onlosmakelijk bij elkaar. Het een kan niet zonder het ander.

Er zijn drie hoofdregels:

- de rode hoofdregel: Wij gaan prettig met elkaar om: dit is de belangrijkste regel. Wij gaan ervan uit dat ieder kind daar goed over nadenkt en ook naar handelt.

- de blauwe hoofdregel: Wij gaan correct met elkaar om: we houden ons aan de regels en afspraken die gelden op onze school om op een prettige manier met elkaar om te kunnen gaan.

- de groene hoofdregel: Ik lever een bijdrage: hiermee doen wij een beroep op de kinderen om actief mee te werken aan de verbetering van het omgangsklimaat.

Dit zijn de regels die in kleur in de klas en hallen van de school hangen. Daardoor kunnen de leerkracht en de kinderen elkaar helpen als ze er een vergeten zijn.

Aan de hand van een groepsthermometer evalueren en bespreken we elke dag of de kinderen prettig met elkaar zijn omgegaan. Een keer per week bespreken wij in de sociokring welke dingen goed gaan en welke punten nog beter kunnen. De groep kiest een verbeterpunt en dit hangt zichtbaar in de klas op het verbeterbord.

Vier keer per jaar vullen de kinderen een individuele thermometer in. Hiermee meten wij het veiligheidsgevoel van de kinderen. Naar aanleiding van deze gegevens kan de leerkracht met de kinderen in gesprek gaan.

Het informatieboekje voor ouders waarin dit uitgebreid staat uitgelegd is verkrijgbaar op school.

(8)

8 2. DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS

2.1 De inrichting van ons onderwijs

Op de eerste schooldag telt onze school 239 leerlingen.

Er zijn 11 groepen, de verdeling is als volgt:

3 groepen 1 – 2 1 groep 3 2 groepen 4 – 5 1 groep 5 - 6 2 groepen 6 – 7 1 groep 7 - 8 1 groep 8 Uitgangspunten:

Op onze school is veel aandacht voor het kind als individu. Het kind staat centraal, ieder kind is uniek.

We gaan respectvol met elkaar om en met elkaars verschillen. Door een duidelijke structuur te bieden kunnen kinderen zich ontplooien in een veilige omgeving.

Wij vinden het belangrijk dat leerlingen uitgedaagd worden tot oplossingsgericht leren denken. De leerkracht begeleidt hen hierin.

Inbreng van en contacten met ouders vinden we heel belangrijk omdat we er van uit gaan dat de school, samen met ouders verantwoordelijk is voor opvoeding en ontwikkeling van kinderen.

Kinderen leren tevens zichzelf en hun werk te presenteren.

Onderwijs:

Wij geven het onderwijs vorm binnen een ritmisch weekplan. Dat is een afwisseling van de activiteiten GESPREK – WERK – SPEL – VIERING. Wij bieden een veelzijdig programma waarbinnen, naast natuurlijk de “leervakken”, wereldoriëntatie en de creatieve vakken een belangrijke rol spelen.

Er is veel aandacht voor het ontwikkelen van zelfstandig werken op onze school, waardoor leerlingen steeds meer zelf verantwoordelijk leren zijn t.a.v. eigen gedrag en activiteiten.

Het werken met projecten en thema’s neemt een grote plaats in. De onderbouw werkt vrijwel uitsluitend in thema’s. De methode TopOndernemers voor wereldoriëntatie zorgt ervoor dat we ook in midden- en bovenbouwgroepen met thema’s werken. Vaak is dat een gezamenlijk thema per bouw maar ook werken we regelmatig aan een schoolthema.

Naast TopOndernemers worden daar uiteenlopende activiteiten en middelen voor ingezet: excursies, media, gasten, projecten.

Stamgroepen:

We werken in stamgroepen, waarin steeds leerlingen van twee opeenvolgende leerjaren zitten.

Leerlingen in een stamgroep hebben dus verschillende leeftijden, waardoor ze verschillende rollen ervaren.

Onze voorkeur is om groep 3 en groep 8 niet te combineren met een andere leeftijdsgroep. Soms bepaalt het leerlingenaantal toch anders.

Redenen om ernaar te streven van groep 3 en 8 aparte groepen te formeren:

-In groep 3 is een groot deel van het leerstofaanbod sterk leerkracht gebonden.

-In groep 8 staat de overgang naar het Voortgezet onderwijs centraal en het afscheid nemen van de basisschool.

Het werken met stamgroepen betekent dat kinderen niet 8 jaar met dezelfde kinderen in een groep zitten. We streven naar een evenwichtige en gelijkwaardige groepsindeling waarbij kinderen gelijke kansen hebben en waarbij we zoveel mogelijk rekening houden met wensen van kinderen.

(9)

9

In de praktijk:

GESPREK:

We starten elke dag in de kring, waarin veel verschillende soorten gesprekken plaatsvinden, zoals o.a.

boekenkringen, nieuwskringen en kringen waarin sociale en emotionele gebeurtenissen besproken worden of zaken die extra aandacht nodig hebben.

Tijdens gesprekken is er ruimte voor meningsvorming, keuzes maken en op een respectvolle manier communiceren.

WERK:

Onder werk vallen alle activiteiten rond instructie en verwerking. Ook bij “werk” neemt de stapsgewijze ontwikkeling van het zelfstandig werken een belangrijke plaats in. Het vindt voornamelijk plaats na de instructie, tijdens de verwerking in het blokuur.

Samenwerken is belangrijk waarbij leren van elkaar, elkaar helpen en samen oplossingen vinden centraal staat.

SPEL:

Spel zie je op veel verschillende manieren terug bij ons op school: vrij spel tijdens het buiten spelen, aan regels gebonden sport en spel tijdens de gymlessen, meedoen aan sportactiviteiten buiten de school, spelen in de hoeken in de onderbouw, drama- en expressieactiviteiten in de groep en tijdens vieringen, gezelschapsspelen.

VIERING:

Vieringen zijn een wezenlijk onderdeel van onze school als werk- en leefgemeenschap. Natuurlijk zijn er de grote feesten als Sinterklaas, Kerstmis, Nieuwjaar, carnaval, maar we vieren ook verjaardagen of de geboorte van een baby.

Vieringen vinden plaats bij de afsluiting van een thema, de weeksluiting, open podium, de musical of bij belangrijke gebeurtenissen.

2.2 Burgerschap en sociale integratie:

Actief burgerschap

betekent deel uitmaken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Ouders, school en omgeving leren kinderen de basiskennis, vaardigheden en houding die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in hun eigen leefomgeving en in de samenleving. De actieve bijdrage kun je ordenen in 3 domeinen:

1. Democratie: respect, solidariteit, maatschappelijke betrokkenheid, vrijheid en autonomie 2. Participatie: deel uitmaken van en een actieve bijdrage leveren aan de gemeenschap / samenleving.

3. Identiteit: eigen verantwoordelijkheid

Sociale integratie gaat over de deelname aan de samenleving en bekendheid met en betrokkenheid bij de Nederlandse cultuur.

Actief burgerschap en sociale integratie raken de visie op onderwijs en maatschappij van alle scholen.

SALTO-scholen krijgen de ruimte om de eigen uitgangspunten, visie en missie centraal te stellen binnen de door het bestuur geformuleerde beleidskaders en van daaruit invulling te geven aan de nieuwe taak.

Wij leggen als school verantwoording af over de volgende 4 punten:

• De bevordering van de sociale competenties.

• Openheid naar de samenleving en de diversiteit daarin. Bevordering van deelname aan en betrokkenheid bij de samenleving.

• Bevordering van hierboven geformuleerde basiswaarden en van de kennis, houdingen en vaardigheden voor participatie in de democratische rechtsstaat.

• Een leer- en werkomgeving waarin burgerschap zichtbaar is en die de leerlingen

mogelijkheden biedt om daarmee zelf te oefenen.

(10)

10 2.3 Methodes

Alle groepen hebben de beschikking over een Digitaal Schoolbord.

De computer is een hulpmiddel bij het leren. Wij gebruiken leerprogramma’s voor o.a. rekenen (Rekenrijk, Snappet) en taal en lezen ( Veilig Leren Lezen, Flits). Wij gebruiken het digibord ter ondersteuning van alle vakgebieden, met opdrachten, filmpjes, uitleg in de groepen 1 t/m 8.

2.4 Buitenschoolse Opvang (B.S.O.)

Sinds het schooljaar 2016-2017 hebben wij de naschoolse opvang kunnen onderbrengen in ons gebouw. Korein, onze SPIL-partner, verzorgt deze opvang. Zij hebben een eigen ruimte en kunnen ook gebruik maken van de meeste faciliteiten van de school. Wij hebben een samenwerkingsovereenkomst met Korein Baarle Hertoglaan en met Little Jungle. Dat houdt in dat wanneer u gebruik wil maken van buitenschoolse opvang, het kind altijd geplaatst kan worden bij ons op school of op een van de andere voorzieningen. U bent overigens vrij om uw kind(eren) aan te melden op een andere BSO. Alleen is plaatsing dan niet gegarandeerd. Voor contactgegevens zie de lijst achterin deze gids.

1 2 3 4 5 6 7 8

LICHAMELIJKE OEFENING

Basislessen Bewegingsonderwijs x x x x x x x x TAAL/REKENEN/SCHRIJVEN

Taal Actief x x x x x

Veilig Leren Lezen x

Leesseries op AVI-niveau x x x x x x

Timboektoe x x x

Nieuwsbegrip x x x x x

Schrijfkriebels x x

Pennenstreken x x x x x x

Wereld in getallen 5 x x x x x x x x

Kijk, kies, doe x x

ENGELS

Take it easy x x x

WERELDORIENTATIE

TopOndernemers x x x x x x

Televisieseries x x x x x x x x

MAATSCHAPPELIJKE VERHOUDINGEN

Infoboeken (werkstukken) x x x

Televisieseries x x x x x x x x

EXPRESSIEVAKKEN

Moet je Doen (bron) x x x x x x x x

Tekenvaardig (bron) x x x x x x

VERKEER

Wegwijs x x x x x x x x

SOCIAAL - EMOTIONEEL

GDO x x x x x x x x

STUDIEVAARDIGHEDEN

BLITS x x x

(11)

11 2.5 SPIL-centrum de Hettenheuvel

Het streven van de gemeente Eindhoven is dat alle scholen voor basisonderwijs deel uitmaken van een zogeheten SPIL – centrum. SPIL staat voor: Spelen - Integreren - Leren. Het is een plek in de wijk waar men voor kinderen veilig terecht kan voor onderwijs, opvang, opvoedingsondersteuning, jeugdgezondheidszorg en leuke (buitenschoolse) activiteiten.

Wij hebben als SPIL-centrum een inhoudelijke samenwerking met Korein. Zij verzorgen peuterwerk en voor- en naschoolse opvang. Er is een gezamenlijke visie geformuleerd, de zorg voor kinderen is beschreven, er is een Pedagogisch Raamplan.

Het doel van het SPIL-centrum is de ontwikkeling van kinderen van 0 tot 12 jaar zo goed mogelijk en zonder onderbreking te laten verlopen. In een SPIL-centrum werken peuterwerk, de opvoedingsondersteuner, kinderopvang, basisonderwijs, WIJeindhoven en de jeugdgezondheidszorg nauw met elkaar samen. Wij wisselen onder meer informatie uit, stemmen educatieve methodes onderling af, en indien gewenst biedt SPIL ook opvoedingsondersteuning op maat aan ouders. Het belang van uw kind staat voorop in alles wat wij doen. Vanaf januari 2019 is het peuterwerk 5 ochtenden geïntegreerd in het schoolgebouw.

Wij vinden de ontwikkeling van de kinderen, de doorgaande lijn en het betrekken van ouders hierbij heel waardevol. Het breed SPIL-Zorgteamoverleg vindt dit overleg 5 à 6 keer per schooljaar plaats. Is het wenselijk dat de ontwikkeling van uw kind(eren) besproken wordt in een breed SPIL-Zorgteam dan brengt de leerkracht en/of de intern begeleider u hiervan op de hoogte en bespreekt de uitkomst wordt met u.

2.6 Vervanging zieke of afwezige leerkrachten

Als een leerkracht afwezig is, doen wij zoveel mogelijk een beroep op een bekende invaller, die als het enigszins kan ook voor de hele periode van afwezigheid beschikbaar is. Het blijkt wel dat dit steeds moeilijker wordt.

• In eerste instantie maken wij gebruik van de invalkrachten uit de invallerspool van SALTO.

• Als bovenstaande mogelijkheid geen oplossing biedt, verdelen wij de leerlingen van de desbetreffende groep over andere groepen. In elke groep is een “noodpakket” voor de eerste dag van afwezigheid.

Een parallel collega maakt indien nodig een noodpakket voor de zaakvakken voor de volgende dagen, eventueel met een rooster erbij. Lessen als muziek, tekenen, handvaardigheid, drama, gym doen de kinderen mee met de groep waar ze op bezoek zijn.

Dit duurt maximaal 1 week.

• Wij proberen op deze wijze te voorkomen dat uw kind onverhoopt vrijaf moet krijgen, maar als bovenstaande acties geen oplossing (meer) bieden, kan het voorkomen dat wij u vragen uw kind thuis te houden.

• Als deze situatie langdurig wordt, dan worden groepen om beurten naar huis gestuurd. U krijgt daar altijd via e-mail en de Isy-app bericht van.

(12)

12 3. ONZE LEERLINGEN

3.1 Het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen

Signaleren: de groepsleerkracht is in beginsel degene die uw kind begeleidt, observeert, toetst en beoordeelt. Er wordt niet alleen gekeken naar wat uw kind presteert, maar ook naar de persoonlijke ontwikkeling. Het gaat dus niet alleen om prestaties, vorderingen en scores op toetsen, maar ook om de verworven vaardigheden, werkhouding, het welbevinden en het gedrag. Naast methodegebonden toetsen maken we ook gebruik van toetsen uit het leerlingvolgsysteem als objectieve en effectieve manier om het niveau van het kind te bepalen. Voor groep 1 en 2 gebruiken wij het observatiesysteem KIJK. Voor groep 3 t/m 8 gebruiken we KIJK als observatie-instrument voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. De gegevens worden vastgelegd in Parnassys, een digitaal leerlingvolgsysteem.

Analyseren: De gegevens van de kinderen worden bekeken en besproken met de intern begeleider.

Als blijkt dat kinderen of groepjes van kinderen op bepaalde onderdelen achterblijven of juist een voorsprong hebben wordt bekeken welke speciale ondersteuning nodig is.

De leerkracht besluit gedurende een bepaalde periode extra hulp te bieden aan de hele groep, een subgroepje of een individuele leerling.

Groepsplan: De basis voor het werken in de groep is het groepsplan. Wanneer geplande hulp structureel moet plaatsvinden, maakt de leerkracht een groepshandelingsplan als onderdeel van het groepsplan. Geplande structurele ondersteuning is opgenomen in het groepsplan, voor de hele groep of voor subgroepjes. Alleen wanneer een kind een individueel aanbod nodig heeft zoals bijvoorbeeld een eigen leerlijn maakt de leerkracht een ontwikkelingsperspectief (OPP). Dit plan bespreekt de leerkracht met ouders bij de start en evaluatie. De ouders ondertekenen dit.

Wij brengen de onderwijsbehoeften en individuele ontwikkelingslijnen van kinderen in beeld en stemmen de groepsplannen af op deze behoeften. Hierbij nemen we zowel de belemmerende als de bevorderende factoren mee.

De groepsleerkracht voert het plan uit. Wij vinden het belangrijk dat de extra aandacht zoveel mogelijk in de klas wordt geboden. Bij het opstellen van een OPP kan de leerkracht ondersteuning vragen aan de intern begeleider.

Evaluatie: Wij evalueren groepsplannen regelmatig en stellen die bij indien nodig. Ook hierbij betrekken wij de ouders.

Leerlingbespreking:

Op de Ontmoeting kennen we de volgende vormen van leerlingbespreking:

1. Groepsbespreking: drie keer per jaar vindt er een groepsbespreking plaats met de intern begeleider. De intern begeleider observeert ook in de groepen.

2. Individuele leerlingbespreking: de leerkrachten bespreekt een individuele leerling met de intern begeleider en eventueel de ouders.

3. Ondersteuningsteam: hierin hebben zitting: de directeur, intern begeleiders, de leerkracht en eventueel een orthopedagoog.

Behalve de ondersteuning van individuele leerlingen of groepen komen in het ondersteuningsteam ook de volgende punten aan de orde:

a. Dyslexieprotocol b. Beleid

c. Leerlingvolgsysteem d. Trendanalyse

4. Overleg over leerlingen met extra begeleiding van buiten school. Hierbij zijn een intern begeleider, ouders, groepsleerkracht en de begeleider aanwezig.

5. Breed SPIL-zorgteam, waarin deelnemen: de directeur en de intern begeleiders van de school, de GGD, ZuidZorg, kinderopvang en WIJeindhoven.

Dit gebeurt als een kind of een gezin waar zorg om is met meerdere van deze instanties te maken heeft.

Als wij er niet in slagen te komen tot een afdoende oplossing:

A. Aanmelden voor collegiale ondersteuning bij de Expertisedienst. Aanmelden gebeurt door de

(13)

13

directeur of intern begeleider via een mail naar de projectleider van het Advies &

Onderwijsexpertise netwerk Eindhoven.

B. Aanvraag middelen voor zware ondersteuning: vanuit Passend Onderwijs kan school een aanvraag doen voor extra ondersteuning door externen. De intern begeleider bekijkt samen met leerkracht en ouders welke extra hulp ingezet kan worden.

3.2 Leerlingvolgsysteem en toetsen

Dyslexieprotocol observatielijst 1-2 Januari en juni

KIJK registratie 0-1-2 November en april

Dyslexieprotocol 3 t/m 8 Oktober, november, januari, februari (alleen 3), april, juni

KIJK Sociaal emotioneel 3 t/m 8 November en april

AVI 3 t/m 8 Januari en juni (groep 8 alleen januari)

Technisch lezen 3 Januari en juni

DMT 3 t/m 8 Januari en juni (groep 8 alleen januari)

Begrijpend lezen 3 t/m 8 Januari, 3 en 4 ook in juni

Spelling 3 t/m 8 Januari en juni (groep 8 alleen januari)

Rekenen en Wiskunde 3 t/m 8 Januari en juni (groep 8 alleen januari) Rekenen basisbewerkingen 3 t/m 8 Januari en juni (groep 3 alleen juni, groep 8

alleen januari)

Studievaardigheden 6-7 Juni

Eindtoets 8 April

Dit schooljaar nemen we in september de eindtoetsen van het afgelopen schooljaar af. We hebben deze nog niet afgenomen vanwege de beperkte onderwijstijd door de Coronaperiode.

3.3 Passend Onderwijs

Passend Onderwijs

Binnen het samenwerkingsverband Eindhoven vallen alle speciale en reguliere basisscholen uit Eindhoven, Best en Son & Breugel. Samen zorgen we ervoor dat alle kinderen op de voor hen meest passende plaats onderwijs krijgen. Het liefst zo thuisnabij mogelijk. Op de website van het

samenwerkingsverband, www.po-eindhoven.nl, vindt u hierover meer informatie.

Passend onderwijs houdt in dat wij, na de schriftelijke aanmelding van uw kind, onderzoeken of wij de meest passende onderwijsplek voor uw kind zijn. Dat doen wij door met u te praten over de

kenmerken en de behoeften van uw kind. Ook vragen wij informatie op bij de kinderopvang of bij de huidige school waar uw kind op zit. Vanaf het moment dat uw kind op school is, zijn wij ervoor verantwoordelijk om het onderwijs zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de onderwijsbehoeften van uw kind. Elke school heeft andere ondersteuningsmogelijkheden, omdat scholen verschillen in organisatie, visie, specialisaties, aanpak van de leerlingen, etc. Onze ondersteuningsmogelijkheden staan in het schoolondersteuningsprofiel (SOP). Deze vindt u op de website van onze school.

Soms blijkt dat wij niet aan de onderwijsbehoeften van een kind tegemoet kunnen komen. In dit geval gaan we het gesprek aan en onderzoeken we welke school dit wel kan. Daarbij kijken we niet alleen naar speciale (basis)scholen, maar ook naar de mogelijkheden van andere basisscholen. Tijdensde zoektocht naar de meest passende school kunnen we advies vragen aan externen zoals: een ambulant begeleider van de expertisedienst, de schakelfunctionaris passend onderwijs van het schoolbestuur of een onderwijs(zorg)consulent.

(14)

14

Als een kind overstapt naar een school voor speciaal (basis)onderwijs wordt een vastgestelde procedure gevolgd. Er wordt een toelaatbaarheidsverklaring en twee deskundigenverklaringen opgesteld. Alle stappen die hiervoor noodzakelijk zijn, bespreken wij met de ouders/verzorgers van het kind. De wensen en meningen van alle partijen wegen mee, zodat gezamenlijk de best passende onderwijsplaats voor het kind wordt gekozen en de overstap soepel verloopt. Vorig schooljaar zijn 2 leerlingen van onze school overgestapt naar het speciaal (basis)onderwijs.

Zorgplicht

Zorgplicht begint, nadat u bij de schriftelijke aanmelding van uw kind aangeeft dat het kind extra ondersteuning nodig heeft. De school onderzoekt, na de aanmelding, de onderwijsbehoeften van uw kind en kijkt vervolgens naar de ondersteuningsmogelijkheden van de school. Als de school de ondersteuning kan bieden die uw kind nodig heeft, laat de school het kind toe. Als dat niet het geval is, bekijken we in overleg met u welke andere school het best passende onderwijs voor uw kind aanbiedt.

Basisondersteuning en extra ondersteuning

In het schoolondersteuningsprofiel (SOP) beschrijft de school wat de basisondersteuning is en wat de school aan extra ondersteuning biedt. Het schoolondersteuningsprofiel vindt u op de website van onze school.

Leerlingen waarvoor de basisondersteuning niet voldoende is, bieden we extra ondersteuning. Voor leerlingen met een individuele extra ondersteuning, stelt de school een ontwikkelingsperspectief op.

Verwijzing naar speciaal basisonderwijs (SBO) of speciaal onderwijs (SO)

Waar het in het belang van het kind nodig is, vindt, in overleg met u, verwijzing plaats naar het SBO of SO. In geval van verwijzing volgt onze school een vastgestelde procedure. Hierbij staat een

toelaatbaarheidsverklaring centraal, die onder meer is gebaseerd op het oordeel van twee deskundigen.

(15)

15 3.4 De Zorgstructuur

Onze huidige zorgstructuur ziet er als volgt uit:

3.5 De Zorgniveaus

Het onderwijs en de daarbij behorende zorg voor de leerlingen worden ingedeeld in 5 niveaus:

• zorgniveau 1 en 2 betreffen leerlingen die op basis van het aangeboden onderwijsprogramma goed mee kunnen in hun groep; dit zijn de leerlingen in niveaugroep 1 en 2 in de groep

• zorgniveau 3 en 4 betreffen leerlingen die extra ondersteuning binnen de groep behoeven;

dit zijn de niveaugroep 3 leerlingen in de groep

• zorgniveau 5 betreft leerlingen die in aanmerking komen voor plaatsing op een school voor speciaal basisonderwijs

Niveau 1: zorg op groepsniveau

a) “Gewoon” goed les en instructie geven volgens de methode: differentiatie binnen de groep

b) Naar aanleiding van observaties en toets gegevens (waarnemen en begrijpen) extra toegespitste instructie voor leerlingen die het niet direct oppakken: re- en pre-teaching, verlengde instructie.

De 3 niveaus van instructie (instructiegevoelig, instructieafhankelijk en instructieonafhankelijk) staan beschreven in het groepsplan.

De leerkracht kent de methode en leerlijnen, bepaalt de doelstelling per les, anticipeert op eventuele behoeftes. Voor bepaalde leerlingen volgt een extra instructie. Na afloop wordt geëvalueerd hoe de les is verlopen.

Buurt / omgeving

Ondersteuningsteam:

- directeur

- interne begeleider - groepsleerkracht i.s.m.

- orthopedagoog

Jeugdhulpverlening:

- buurtwerk - peuterwerk - WIJeindhoven - GGD

- Politie Groepsleerkracht

OPP Expertise- dienst

SPIL Psychosociale problematiek

Bureau Jeugdzorg GGZE Veilig Thuis Leerling met specifieke behoeften

en/of ouders met opvoedingsondersteuning

Speciale school voor basisonderwijs

(met toelaatbaarheidsverklaring Samenwerkingsverband) SO SBO

(16)

16

Niveau 2: extra zorg op groepsniveau

a) extra instructie en inoefenen in kleine groep (aan hulptafel gedurende korte tijd met niveaugroep 3) b) extra hulp d.m.v. toepassen van differentiatiemodellen uit de methode

c) inzetten remediërend materiaal vanuit de methode d) aandacht voor sociaal-emotionele begeleiding Bovenstaande zorg staat beschreven in het groepsplan.

Wij besteden als team veel aandacht aan de inhoud en organisatie van het zelfstandig werken.

Zelfstandig werken moet een vanzelfsprekendheid zijn, zodat de leerkracht tijd heeft voor geplande leerhulp.

Niveau 3A: extra zorg op schoolniveau kortdurend a) raadplegen interne begeleider

b) interne begeleider raadpleegt externe specialist

c) inzetten van aanvullend, methodeonafhankelijk remediërend materiaal Advies wordt gevraagd van collega’s, interne begeleiders.

Eventueel logopedie, fysiotherapie, schoolarts inschakelen.

Niveau 3B: extra zorg op schoolniveau langdurend a) raadplegen interne begeleider

b) interne begeleider raadpleegt externe specialist

c) inzetten van aanvullend, methodeonafhankelijk remediërend materiaal d) opstellen van een Ontwikkelingsperspectief (OPP)

Advies wordt gevraagd van collega’s, interne begeleiders, collega’s van het onderwijs en advies expertisenetwerk

Eventueel logopedie, fysiotherapie, schoolarts inschakelen.

Niveau 4: extra zorg op schoolniveau door externe deskundigen a) raadplegen orthopedagoog HGW (tijdens ondersteuningsteam)

b) inschakelen bovenschoolse hulp: aanvragen onderzoek (bijvoorbeeld Marant, EPI, Bureau Jeugdzorg), onderwijs en advies expertisenetwerk

c) inschakelen zware ondersteuning

Niveau 5: plaatsing in het speciaal basisonderwijs

Wanneer een toelaatbaarheidsverklaring voor SBO is aangevraagd en het samenwerkingsverband heeft positief geoordeeld, kunnen de ouders op zoek gaan naar passend speciaal onderwijs.

Voor kinderen waarvan de ouders de stap naar het SBO niet willen zetten èn voor kinderen die op de wachtlijst van het SBO komen te staan i.v.m. plaatsgebrek, wordt in overleg met de ouders een individuele leerweg op eigen niveau en tempo samengesteld en vastgelegd. Eindtermen basisonderwijs zullen voor deze kinderen waarschijnlijk niet worden gehaald.

3.6 De verslaggeving

De groepsleerkracht registreert observaties en de resultaten van de toetsen, zodat hij of zij u altijd goed kan informeren over de stand van zaken. Deze informatie wordt ook doorgegeven aan de volgende leerkracht van uw kind. Als onderdeel van ons leerlingvolgsysteem houden we ook de resultaten van de landelijke toetsen bij. Hierdoor zijn we in staat de ontwikkeling van uw kind over meer jaren te volgen.

Rond de herfstvakantie vindt een afstemmingsgesprek plaats. In dit gesprek bespreken we hoe het met uw kind gaat: wat gaat goed, wat minder goed, opvallende dingen. Uiteraard willen we ook graag van u horen waar uw kind mee thuiskomt en hoe het thuis met uw kind gaat. Ouders en leerkracht krijgen door dit gesprek de behoefte van het kind beter in beeld en hebben de mogelijkheid vragen aan elkaar te stellen.

U krijgt twee keer per jaar een rapport met bijbehorend rapportgesprek. De rapportbesprekingen vinden voor alle groepen plaats in de maanden januari / februari en juni / juli (deze laatsten zijn facultatief)

Er wordt naar het kind als geheel gekeken, dus naar de sociaal-emotionele ontwikkeling, de werkhouding en de cognitieve, motorische en creatieve ontwikkeling.

Incidenteel kan op initiatief van de ouder of van de leerkracht tussentijds een gesprek plaatsvinden.

De leerkracht neemt in elk geval het initiatief bij:

- duidelijk waarneembare veranderingen in gedrag en/of resultaten van het kind

- bespreken van een groeps- of handelingsplan en de evaluatie van betreffende plannen - bespreking in het ondersteuningsteam

(17)

17

- aanvraag onderzoek

- bespreking eigen leerlijn of ontwikkelingsperspectief - langdurig ziekte en/of opname in het ziekenhuis

3.7 De overgang naar een volgende groep

Bij voldoende resultaten gaat een kind door naar de volgende groep. Er kan echter sprake zijn van de afweging om een kind niet door te laten gaan naar een volgende groep, of juist versneld te laten doorstromen. In beide gevallen is het een ingrijpende beslissing. Vandaar dat wij altijd heel zorgvuldige afwegingen maken, waarin het belang van het kind voorop staat.

In alle gevallen betrekken wij de ouders tijdig in het proces en maken we gezamenlijke afwegingen.

De uiteindelijke beslissing over doubleren of versnellen ligt bij de school, daarbij zijn de leerkracht en het ondersteuningsteam (intern begeleider, directeur en indien mogelijk de orthopedagoog) betrokken.

In het belang van het kind is het streven om met de ouders op één lijn te komen. Lukt dat niet en gaat het kind tegen de beslissing van school in toch door naar een volgende groep, stellen wij een plan op waarin beschreven staat wat school wel en niet kan bieden aan deze leerling. De ouders ondertekenen dit.

Ook de communicatie naar het kind zelf en de groep waarin het zit is erg belangrijk.

De ouders en de leerkracht maken afspraken over het moment en de wijze waarop de beslissing aan het kind aan de groep wordt medegedeeld.

Uitgangspunten:

• Doubleren willen wij zoveel mogelijk voorkomen, het moet echt de beste oplossing zijn voor de problemen die het kind ervaart

• Doubleren gebeurt maximaal één keer gedurende de schoolloopbaan van het kind

• Versnellen gebeurt maximaal één keer gedurende de schoolloopbaan van het kind

• Wij nemen de totale ontwikkeling van het kind mee in de besluitvorming: we kijken dus altijd naar meerdere factoren: de cognitieve ontwikkeling, de werkhouding, de sociale en emotionele ontwikkeling, de motoriek

• Ook kindfactoren en omgevingsfactoren nemen we mee in de overwegingen

• Een kind doubleert niet op grond van achterstand op 1 cognitief gebied

• Een kind versnelt niet op grond van een versnelde ontwikkeling op 1 cognitief gebied

• Als een kind doubleert staat in het (groeps)handelingsplan beschreven hoe wij aansluiten bij de onderwijsbehoefte van het betreffende kind. Dit plan is gericht op een of meer van de onderdelen cognitieve ontwikkeling, werkhouding, sociale en emotionele ontwikkeling en motoriek.

Bijvoorbeeld:

o meer zelfvertrouwen / minder faalangst o betere concentratie

o betere werkhouding

o vergroten van de zelfstandigheid o vergroten van de weerbaarheid o inhalen van een leerachterstand o betere sociale vaardigheden o groei in de emotionele ontwikkeling

• De eerste signalering vindt plaats in de eerste helft van het schooljaar. Als daarin een stagnatie of voorsprong in de ontwikkeling naar voren komt bespreekt de leerkracht dat met de ouders. In de tweede helft van het schooljaar wordt gewerkt aan punten die de ontwikkeling van het kind extra nodig heeft, dit staat beschreven in een (groeps)plan. Streven is dat uiterlijk 4 weken voor het einde van het schooljaar de definitieve beslissing wordt genomen door het zorgteam en met de ouders wordt besproken.

• Doubleren moet ook, voor zover dit van tevoren te bepalen is, het gewenste effect hebben:

verwachten wij voldoende rendement, zodat het kind na het doublurejaar de leerstof in het gewenste tempo kan volgen.

(18)

18

• Bij de keuze voor versnellen moet de verwachting zijn dat het kind de leerstof en ontwikkeling in de rest van de schoolloopbaan goed doorloopt, op alle gebieden.

• Groep 0-1-2: voor alle kinderen die 4 jaar worden na 1 oktober vult de leerkracht een Kijkwijzer in en bespreekt deze met de intern begeleider. Aan het einde van het eerste leerjaar kijken we met behulp van deze kijkwijzer en de Kijkregistratie of het kind voldoet aan de voorwaarden om over te gaan naar groep 2.

Een verlengd kleuterjaar is alleen zinvol indien:

- het besluit tot verlenging zeer zorgvuldig is genomen in overleg met de interne begeleider, de ouders en eventueel de orthopedagoog;

- bepaalde achterstanden aangepakt en met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid weggewerkt kunnen worden;

- het kind niet toe is aan het uitvoeren van een groot aantal klassikale activiteiten;

- het kind niet de juiste houding en instelling heeft om werkopdrachten uit te voeren;

Een besluit tot verlenging van een kleuterjaar is altijd gekoppeld aan een specifieke aanpak (groepsplan), waarin zeer duidelijk de doelstellingen van de verlenging en de wijze waarop deze worden bereikt staan.

Er moet sprake zijn van een doorlopende ontwikkeling, waarbij de kinderen worden bediend in de zone van de naaste ontwikkeling. Voor kleuters die in oktober, november december jarig zijn (de zogenaamde herfstkinderen) hebben we een apart protocol opgesteld.

Wanneer spreken wij over een achterstand:

Wij nemen de volgende onderdelen mee in de afwegingen:

Voor alle groepen:

• Uitval op de gebieden - technisch lezen - begrijpend lezen - rekenen

- taal / spelling

waarbij op 2 van bovenstaande gebieden niveau IV en niveau V scores in de Cito-toetsen worden behaald.

• Onvoldoende resultaten (o.a. de methodegebonden toetsen)

• Grote achterstand op het gebied van de sociale en emotionele ontwikkeling, de werkhouding, de zelfstandigheid en/of de motorische ontwikkeling.

• Ook observaties door leerkracht en intern begeleider worden meegenomen in de afweging. In de groepen 0 -1 - 2 wordt daarvoor KIJK gebruikt.

Van groep 3 naar groep 4:

• Lezen : AVI M3 wordt niet beheerst

Wanneer er sprake is van een achterstand bespreekt de leerkracht het kind in het ondersteuningsteam.

Wanneer spreken wij van een versnelde ontwikkeling:

• Bij doortoetsen van het volgende leerstofjaar moet op alle genoemde gebieden een Niveau I score bij de Cito-toetsen worden behaald.

• Tevens kijken wij ook hier nadrukkelijk naar de aspecten sociale en emotionele ontwikkeling en werkhouding, en of het kind dus ook op deze gebieden past in de leeftijdsgroep waarin het dan terecht komt.

• Bij het nemen van de beslissing omtrent wel of niet versnellen kunnen ook wij gebruik maken van de VersnellingsWenselijkheidsLijst

Wanneer er sprake is van een versnelde ontwikkeling bespreekt de leerkracht het kind in het ondersteuningsteam.

3.8 De overgang van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs

De school ondersteunt ouders en leerlingen in hun keuze van een gepaste vorm van voortgezet onderwijs voor de leerlingen van groep 8. Over een periode van ongeveer een jaar wordt een aantal aspecten gemeten.

Eind groep 7 ziet de werkwijze er als volgt uit:

(19)

19

• Eind juni wordt m.b.v. de toetsen LOVS van CITO nagegaan of en in welke mate de leerling vorderingen heeft gemaakt op het gebied van technisch en begrijpend lezen, spelling en rekenen.

De vorderingen worden vergeleken met landelijke normen. De leerkrachten van groep 7 en 8 + intern begeleider bespreken samen het pré-advies.

In groep 8 ziet de werkwijze er als volgt uit:

• Potentiële zorgleerlingen worden aangemeld voor extra ondersteuning.

• In januari nemen we de toetsen LOVS van CITO af en bekijken we in welke mate de leerling vorderingen heeft gemaakt op het gebied van technisch en begrijpend lezen, spelling en rekenen.

• In april nemen wij de Eindtoets Route 8 af.

• We overwegen elk jaar of het afnemen van een ADITtoets (capaciteitenonderzoek) voor leerlingen een aanvulling is voor het pre-advies in groep 7.

Wanneer er leerlingen zijn die op twee of meer Cito onderdelen een lage niveau IV of een niveau V behalen bepalen wij de leerachterstand door de scores om te zetten naar zogeheten DLE’s. Wanneer er sprake is van een bepaalde leerachterstand moet men voor deze leerlingen rekening houden met praktijkonderwijs of VMBO met extra ondersteuning.

Voor deze leerlingen moet in groep 8 een speciale procedure gevolgd worden.

De leerkracht van groep 8 vult voor alle leerlingen die doorstromen naar het voortgezet onderwijs een Onderwijskundig Rapport (DOD) in.

De begeleiding van de ouders naar het vervolgonderwijs gebeurt in principe door de groepsleerkracht.

De IB-ers en de directie ondersteunen de leerkracht als dat nodig is.

3.9 Remedial Teaching en therapie onder schooltijd

Indien u, in een uitzonderlijk geval, overweegt om individuele hulp op het gebied van rekenen, taal of lezen voor uw kind te regelen buiten de school om maar wel onder schooltijd, dient u vooraf verlof aan te vragen bij de directeur. Die zal op inhoudelijke gronden vaststellen of er vrijstelling kan worden verleend voor het niet bijwonen van bepaalde onderwijsactiviteiten en de duur van de vrijstelling. Het aanvraagformulier voor alle vormen van ondersteuning of begeleiding van uw kind door externen, onder schooltijd, is op te vragen bij de directeur. Deze aanvraag wordt ook ingevuld voor therapie onder schooltijd, zoals bijvoorbeeld fysiotherapie, ergotherapie, logopedie.

3.10 Leerlingen met een speciale ondersteuningsbehoefte

De school bespreekt samen met de ouders de hulpvraag van het kind en samen maken zij de afweging of met de extra ondersteuning en middelen die beschikbaar komen, de school aan die hulpvraag tegemoet kan komen. Uitgangspunten zijn het belang van het kind en de mogelijkheden van de school.

Daarbij geldt het volgende stappenplan:

1. De ouders melden bij de directeur het kind aan of geven aan het kind graag op de huidige basisschool willen laten.

2. Het Ondersteuningsteam (of een vertegenwoordiging daarvan) bespreekt met de ouders de aard van de handicap en vraagt toestemming om het dossier te mogen bestuderen. Als ouders dit weigeren wordt de leerling niet toegelaten. Aandachtspunten bij de bestudering van het dossier zijn:

- de didactische mogelijkheden - de pedagogische mogelijkheden

- kennis en vaardigheden van de leerkrachten - de organisatorische mogelijkheden

- de gebouwelijke en materiële voorzieningen (school en klas) - de financiële mogelijkheden

- de toereikendheid voor eventuele medische en / of verzorgende handelingen

- de draagkracht, aard en samenstelling van de groep waarin het kind geplaatst kan worden

- het gedrag van de leerling mag geen ernstige verstoring van de rust en de veiligheid van de andere kinderen in de groep / op school tot gevolg hebben

- door de zorg - verzorging mag het onderwijsproces voor het kind en de groep niet in het gedrang komen

In het Ondersteuningsteam hebben zitting: de intern begeleider(s), de orthopedagoog en de

(20)

20

directeur.

3. De intern begeleider draagt zorg voor het aanleveren van alle relevante (dossier)gegevens. Na bestudering van het dossier vindt een gesprek plaats tussen ouders en (een vertegenwoordiger van) het Ondersteuningsteam, waarin de wederzijdse wensen en verwachtingen worden besproken. Van dit gesprek wordt een verslag gemaakt.

4. De stappen 2 en 3 worden door het Ondersteuningsteam in kaart gebracht (zie schema). Als het Ondersteuningsteam een positief advies formuleert wordt dit besproken met het team.

Indien er voldoende draagvlak is binnen het team om het kind te begeleiden kan de leerling geplaatst worden. Ouders ontvangen binnen 6 weken uitsluitsel, met daarbij het advies van de school.

5. Indien de leerling niet geplaatst wordt ontvangen de ouders hiervan bericht met daarbij de redenen. Als wij als school niet de benodigde ondersteuning kunnen bieden gaan wij samen met ouders op zoek naar een passende onderwijsplaats.

6. Indien de leerling wordt geplaatst wordt in samenspraak met ouders, Ondersteuningsteam en ambulant begeleider een OPP opgesteld. Ouders en school ondertekenen dit OPP.

7. Het OPP wordt gevolgd, en om de 6 à 8 weken geëvalueerd in een overleg tussen school en ouders. Van dit gesprek wordt een verslag gemaakt, dit wordt uitgereikt aan de ouders.

Indien blijkt dat de tussendoelen niet worden behaald:

- worden de doelen bijgesteld of:

wij komen overeen dat plaatsing op de basisschool niet langer verantwoord is, omdat de school niet kan voldoen aan de onderwijs- en ondersteuningsvraag van het kind.

De aanbeveling zal dan zijn om het kind alsnog aan te melden bij de school voor Speciaal Onderwijs die wel tegemoet kan komen aan de hulpvraag van de leerling.

8. Als na de plaatsing het kind gedurende een periode van 6 weken heeft kunnen wennen en er gedurende een periode van twee keer drie maanden het OPP is uitgevoerd blijkt dat er

nauwelijks of geen betekenisvolle meerwaarde is te zien vanuit de problematiek bij binnenkomst van de leerling, dan bevelen wij de ouders aan het kind alsnog aan te melden bij de school voor speciaal onderwijs die eventueel wel tegemoet kan komen aan de hulpvraag van de leerling.

Dit advies is gebaseerd op:

- de didactische resultaten - een pedagogisch verslag

- verslaggeving van het Ondersteuningsteam - verslaggeving individuele begeleiding - gegevens vanuit leerlingbesprekingen

9. De ontwikkeling en het welbevinden van het kind worden nauwgezet gevolgd. Niet alleen het welbevinden van kind, ook dat van de groep en de leerkracht moeten gewaarborgd blijven. Is er sprake van onvoldoende leerbaarheid en ontwikkeling en/of onvoldoende welbevinden dan zal plaatsing op een andere of het Speciaal (Basis) Onderwijs worden geadviseerd.

3.11 Onderwijs aan langdurig zieke kinderen

Als uw kind ziek is, dient u dat zo spoedig mogelijk te melden bij de leerkracht. Als blijkt dat uw kind door een ernstige ziekte voor een langere tijd niet naar school kan komen dan is het van belang dat u dit aan de leerkracht kenbaar maakt. De leerkracht kan dan samen met u bekijken hoe wij het onderwijs aan uw kind toch kunnen voortzetten. Hierbij kunnen we gebruik maken van de deskundigheid van een consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen van de onderwijsbegeleidingsdienst of van het academisch ziekenhuis. Datzelfde kan ook voor de onverhoopte situatie dat uw kind in het ziekenhuis moet verblijven of regelmatig voor behandelingen naar het ziekenhuis moet. Het is niet alleen onze wettelijke plicht om voor elke leerling , ook als hij/zij ziek is, te zorgen voor goed onderwijs. Wij vinden het minstens zo belangrijk dat een leerling van onze school, ook als hij/zij ziek is, een goed contact heeft met de klasgenoten en de leerkracht.

Zeker een leerling die voor een langere tijd door ziekte niet op school kan komen moet weten en ervaren dat hij/zij ook dan meetelt en erbij hoort. Vanzelfsprekend is het continueren van het onderwijs belangrijk omdat een zieke leerling dan actief blijft met wat bij het dagelijkse leven hoort namelijk:

onderwijs. Hierdoor wordt voorkomen dat een leerling die ziek is achterop raakt of, in het ergste geval, zelfs doubleert. Als u meer wil weten over onderwijs aan zieke leerlingen dan kunt u informatie vragen aan de leerkracht van uw kind. U kunt ook informatie hierover vinden op de website van Ziezon, het landelijk netwerk van ziek-zijn & onderwijs: www.ziezon.nl.

(21)

21 3.12 Instanties

Bij ons onderwijs en de zorg voor uw kind kunnen veel instanties betrokken zijn:

* scholen in de buurt

* peuterwerk

* buitenschoolse opvang

* buurtvereniging In de Bergen

* bibliotheek

* scholen voor voortgezet onderwijs

* GGD afdeling Jeugdgezondheidszorg

* Eindhovens Psychologisch Instituut (EPI)

* inspectie voor het onderwijs

* wijkagent

* maatschappelijk werk

* leerplichtambtenaar

* logopedisten

* Samenwerkingsverband Eindhoven

* scholen voor Speciaal (basis) Onderwijs

* Eindhovense Muziekschool

* Fontys-Hogeschool

* Stichting Jeugd en Beroep

* GGzE (afdeling Jeugdzorg)

* Welzijn

* WIJeindhoven

* bureau Jong

3.13 Informatie over de GGD:

Gelukkig gezonde kinderen

Wat kan Jeugdgezondheid betekenen voor u en uw kind?

Gezond en veilig (op)groeien gaat bij de meeste kinderen vanzelf. Als ouder of verzorger gaat u voor het beste voor uw kind, zodat het kan opgroeien in een veilige en stimulerende omgeving. Maar kinderen op de basisschool ontwikkelen zich razendsnel. En dat roept ook wel eens twijfels, vragen of zorgen op. Dan kan Jeugdgezondheid helpen.

Jeugdgezondheid

Onze school werkt samen met het team Jeugdgezondheid van de GGD Brabant-Zuidoost. Het team bestaat uit een jeugdarts, jeugdverpleegkundige, assistent en een medewerker gezondheidsbevordering. De jeugdverpleegkundige neemt deel aan de zorgstructuur van de school.

Wat kunnen zij voor u en uw kind betekenen?

Zit uw zoon of dochter in groep 2? Dan ontvangt u een uitnodiging voor een gezondheidsonderzoek.

Tijdens dit onderzoek kijken de medewerkers van het team naar de lichamelijke, psychische en sociale ontwikkeling van uw kind. Denk aan groei, gewicht, leefstijl, spraak en taal, maar ook aan schoolverzuim en gedrag. Misschien heeft u zelf vragen? Tijdens het onderzoek kunt u die stellen.

Ook in groep 7 besteedt het team Jeugdgezondheid aandacht aan de ontwikkeling van uw kind en aan verschillende leefstijlthema’s. Daarnaast worden alle kinderen in groep 7 gemeten en gewogen.

Even praten….

Mijn dochter in groep 3 is nog niet helemaal zindelijk. Mijn zoon van 9 vindt het moeilijk om met

(22)

22

andere kinderen samen te spelen. Zijn die driftbuien van mijn kind normaal en hoe kan ik daar het best mee omgaan? Een lastige eter aan tafel…..

Voor dit soort vragen kunt u altijd terecht bij het team Jeugdgezondheid. Praten met een deskundige van Jeugdgezondheid biedt vaak nieuwe inzichten en helpt u verder. Zij bieden een luisterend oor, geven hulp en advies en informatie die helpt. Als het nodig is verwijzen ze door.

Extra informatie

Betrouwbare en actuele informatie over opgroeien en opvoeden vindt u op de website www.informatiediehelpt.nl De informatie is ontwikkeld door de Stichting Opvoeden.nl in samenwerking met wetenschappers en deskundigen uit de praktijk en is getoetst door ouders.

Inentingen

In het jaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt hij of zij de inentingen tegen DTP (Difterie, Tetanus en Polio) en BMR (Bof, Mazelen en Rode hond). Meisjes krijgen in het jaar dat ze 13 worden ook de vaccinatie tegen HPV (baarmoederhalskanker) aangeboden. De GGD verstuurt de uitnodigingen en vaccineert op een aantal centrale locaties in de regio. Meer info op www.bmr-dtpprik.nl, www.hpvprik.nl of www.rijksvaccinatieprogramma.nl.

Altijd welkom

Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken voor een gezondheidsonderzoek of gesprek? U kunt altijd contact opnemen met de sector Jeugdgezondheid.

• Kijk op de website www.ggdbzo.nl/ouders en klik op de button “Ik heb een vraag”

• Of bel de GGD Brabant-Zuidoost via: 088 0031 414 op maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur.

De GGD doet meer:

• De GGD helpt scholen bij projecten over bijvoorbeeld overgewicht, genotmiddelen, pesten en seksualiteit.

• Medewerkers van de GGD kijken of de school schoon en veilig is en geven hierbij advies.

• Zij verzorgen voorlichtingsbijeenkomsten en cursussen voor ouders, scholen en kinderen.

• Ze ondersteunen scholen om hoofdluis te voorkomen en te bestrijden.

• Elke 4 jaar doet de GGD een groot onderzoek naar de gezondheid van alle kinderen van 0 t/m 11 jaar en van 12 t/m 17 jaar. Met de resultaten uit deze onderzoeken kunnen onder andere gemeenten en scholen hun beleid en activiteiten ontwikkelen.

GGD Brabant-Zuidoost Bezoekadres www.ggdbzo.nl

Postbus 8684 Clausplein 10 /ggdbzo

5605 KR Eindhoven 5611 XP Eindhoven @ggdbzo

3.14 Meldcode huiselijk geweld

De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling wordt toegepast als de school signalen heeft dat er mogelijk sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling. De meldcode bestaat uit vijf stappen.

In stap 4 en 5 weegt de school af of een melding bij Veilig Thuis noodzakelijk is. Wanneer er sprake is van melding wordt u altijd geïnformeerd. Meer informatie over de meldcode vindt u op

https://www.schoolenveiligheid.nl/po-vo/kennisbank/meldcode-huiselijk-geweld-en-

kindermishandeling/. Vragen hierover kunt u onder andere stellen aan de schoolcontactpersoon.

(23)

23 4. OUDERS EN ONZE SCHOOL

4.1 Betrokkenheid van ouders

Bekeken vanuit de Jenaplanvisie is onderwijs onderdeel van de opvoeding. Mede daarom hechten wij veel waarde aan een intensieve en goede samenwerking tussen ouders en school. Daarbij gaan wij ervan uit dat u als ouder de visie van SALTO in het algemeen onderschrijft, en die van de Ontmoeting in het bijzonder. Ouders en groepsleerkrachten zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de opvoeding en het onderwijs van de kinderen, waarbij de onderwijskundige kant de verantwoordelijkheid van school blijft. Naast contact over de ontwikkeling en de vorderingen van uw kind stellen wij het ook erg op prijs als u op andere manieren bij school betrokken bent, bijvoorbeeld bij het organiseren van activiteiten, hulp bij leesgroepjes of incidenteel bij activiteiten in de groep.

Daarnaast is er een zogeheten werkgroep “Luizenpluizen”, die de controle op en opvolging van hoofdluis uitvoert met ondersteuning door de GGD. Nog een manier om bij school betrokken te zijn is om overblijfouder te worden. Ook hebben wij 4x per jaar een ouderpanel, vooral als klankbord voor de school en voor de MR.

4.2 De medezeggenschapsraad

Volgens de Wet op de Medezeggenschap is er aan onze school een Medezeggenschapsraad (MR) verbonden. De uitvoering is vastgelegd in het MR-reglement en regelt de inspraak voor ouders en personeel. De MR bestaat uit 3 ouders en 3 leerkrachten, de directeur is namens het bevoegd gezag als adviseur aanwezig. De MR kent een voorzitter en een secretaris / penningmeester. De zittingsperiode is minimaal 3 jaar en de raad vergadert ongeveer 8 keer per jaar en bij bijzondere gelegenheden. Sommige besluiten worden slechts genomen na advisering of instemming van de MR.

In het jaarverslag vermeldt de MR waar zij zich zoal mee heeft bezig gehouden. De belangen van alle SALTO-scholen worden behartigd in de GMR (Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad).

4.3 Activiteiten

Wilt u een bijdrage leveren aan werk en activiteiten op school, dan is de MR niet de enige mogelijkheid.

Er is sinds een aantal jaren een stuurgroep. Deze groep bestaat uit een afvaardiging van het team, die samen met een groep ouders de algemene organisatie van de activiteiten Sinterklaas, Kerstmis, Carnaval, Sportdag en Schoolfeest en eventuele andere activiteiten verzorgt. Bij het begin van het schooljaar kunnen ouders zich hiervoor opgeven. Naast deelnemen aan deze groep kunt u natuurlijk ook per activiteit een praktische bijdrage leveren.

Sportcomplex Eindhoven-Noord en Sportformule organiseren ook (na)schoolse sportactiviteiten.

De groepen 1 t/m 7 gaan op schoolreis en groep 8 gaat op kamp.

Er zijn regelmatig excursies en uitstapjes, die vaak gekoppeld zijn aan bepaalde thema’s binnen de groep(en): bijvoorbeeld naar een museum via ‘Museumschatjes’, het ontdeklokaal, de Paddenpoel, of een actuele passende excursie.

De kinderen uit groep 8 gaan ter kennismaking op bezoek bij scholen voor voortgezet onderwijs.

Bij al deze activiteiten is hulp van ouders, of misschien wel van opa’s en oma’s, van harte welkom!

4.4 Informatievoorziening aan ouders

Om goed samen te kunnen werken en het beste te kunnen doen voor uw kind, is het delen van informatie van belang. School informeert u daarom over zaken, zoals: rapporten, nieuwsbrieven, voortgangsrapportages, de schoolgids, ouderavonden en verzoeken om toestemming voor onderzoek of begeleiding. Wij verwachten van u dat u ons tijdig en naar waarheid informeert over belangrijke ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op het welzijn of het onderwijsleerproces van uw

kind(eren). Ook wijzigingen van adresgegevens en/of telefoonnummers horen we graag tijdig van u.

In geval van echtscheiding informeert u de school over wie ouderlijk gezag heeft over het kind, door een kopie af te geven van documenten van de rechtbank waarin dit staat aangegeven. Ouders van kinderen met gescheiden ouders worden door de school zo veel als mogelijk op een gelijke wijze en op een gelijk tijdstip geïnformeerd. Als u alleen bent belast met het ouderlijk gezag, verwachten wij dat u de informatie van de school doorgeeft aan de ouder die niet met het ouderlijk gezag belast is. In

(24)

24

SALTO-school de Ontmoeting I Hettenheuvellaan 2a I 5628 DP Eindhoven I 040 2414663 I info@bs-ontmoeting.nl geval van voogdijschap vindt de informatieverstrekking aan de gezinsvoogd op eenzelfde wijze plaats als aan ouders met ouderlijk gezag.

Als een ouder zonder ouderlijk gezag informatie van de school wenst over de ontwikkeling van zijn/haar kind, kan dit aangeven worden bij de directeur. De directeur geeft aan de ouder zonder gezag alleen informatie over de schoolontwikkeling van het kind. Daarnaast kan de directeur informatie weigeren te geven, wanneer hij/zij dit in het belang van het kind noodzakelijk vindt.

De school verstrekt geen informatie aan anderen, tenzij de ouder(s) met ouderlijk gezag hiervoor toestemming verleent/verlenen. Het liefst verstrekken we deze informatie alleen als u zelf ook aanwezig bent bij het gesprek.

Meer informatie vindt u in het SALTO-protocol ‘Informatieverstrekking aan gescheiden ouders’. Deze vindt u op de website van SALTO (https://www.salto-eindhoven.nl/nl/ouders/regelingen

Goede informatie vanuit school voor de ouders vinden we erg belangrijk. De volgende communicatie- middelen gebruiken we op onze school:

- de schoolkalender - de schoolgids

- de informatieavond voor elke groep

- het voortgangsgesprek, de rapportavonden en adviesgesprekken - thema- en informatiebijeenkomsten

- mededelingenborden bij elke groep - e-mail

-Isy-app

- nieuwsbrief bij extra algemene informatie

4.5 Informatie aan (gescheiden) ouders

Om op een goede manier met elkaar samen te werken, moeten de school en u elkaar blijven informeren over belangrijke ontwikkelingen van uw kind(eren). Daarom informeren wij u over allerlei relevante zaken die uw kind(eren) en de schoolorganisatie betreffen, zoals: rapporten, nieuwsbrieven, voortgangsrapportages, de schoolgids, ouderavonden en verzoeken om toestemming voor onderzoek of begeleiding. Van u verwachten wij dat u ons tijdig en naar waarheid informeert over belangrijke ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op het onderwijsleerproces van uw kind(eren).

Ook als u gescheiden bent, heeft u recht op bepaalde informatie over uw kind. De school informeert beide ouders, die na de scheiding met het ouderlijk gezag belast zijn, op een gelijke wijze en (indien mogelijk) op een gelijk tijdstip. Als u alleen bent belast met het ouderlijk gezag, informeert de school in eerste instantie alleen u. U bent als ouder met ouderlijk gezag wettelijk verplicht de informatie van de school door te geven aan de ouder die niet met het gezag belast is. Als de ouder zonder ouderlijk gezag informatie van de school wenst, kan dit door een gesprek aan te vragen bij de directeur van de school. Tijdens dit gesprek verstrekt de directeur geen informatie, die niet aan de ouder met ouderlijk gezag is verstrekt. De directeur kan informatie weigeren te geven, wanneer hij/zij dit in het belang van uw kind(eren) noodzakelijk vindt.

In geval van voogdijschap vindt de informatieverstrekking aan de gezinsvoogd op eenzelfde wijze plaats als aan ouders met ouderlijk gezag.

De school heeft geen informatieplicht aan nieuwe partners. De school verstrekt geen informatie aan de nieuwe relatie, tenzij u als ouder(s) met ouderlijk gezag hierin toestemming verleent/verlenen en (een van hen) ook aanwezig is/zijn bij het gesprek.

Meer informatie vindt u in het SALTO-protocol ‘Informatieverstrekking aan (Gescheiden) Ouders/Verzorgers’. Deze is in te zien via de website van SALTO (https://www.salto- eindhoven.nl/nl/ouders/regelingen)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In verband met Corona gaat een aantal zaken niet door, De leiding van de school is alleen verantwoordelijk voor de activiteiten die officieel door school georganiseerd worden..

Deze schoolgids is bedoeld voor de ouders, verzorgers en andere betrokkenen bij onze school.. In deze gids vindt u praktische informatie zoals de schooltijden, vakanties,

De decaan verzorgt onder andere de coördinatie van alle LOB-gerelateerde zaken binnen de school, LOB-materialen voor gebruik door leerling en mentor, voorlichting voor ouders,

Deze gids is bedoeld voor ouders die nu al kinderen op onze school hebben en voor ouders van toekomstige leerlingen.. Aan wie al kinderen op school heeft, leggen wij in deze gids

‘Ik nodig hen maar niet uit op de derde verjaardag van mijn kind, want dat is te confronterend voor hen.’, of ‘Ze zullen toch wel niet kunnen door hun kind dus ik vraag ze

Leerlingen en ouders krijgen in de eerste helft van groep 8 een overzicht van de diverse “open dagen” die door scholen voor voortgezet onderwijs worden georganiseerd en bezocht

Deze gids is bestemd voor alle ouders waarvan kinderen op De Pollenhof zitten, maar ook voor ouders die overwegen om hun kind op onze school aan te melden.. Voor wie onze

Deze gids is geschreven om u een zo goed mogelijk inzicht te geven in onze school en is bedoeld voor de ouders van onze (toekomstige) leerlingen.. De schoolgids is digitaal te