• No results found

Je leert wat je nodig hebt voor nu en voor later!

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Je leert wat je nodig hebt voor nu en voor later!"

Copied!
38
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

St. Jozefschool

Schooljaar 2021 2022

Je leert wat je nodig hebt voor nu en voor later!

Molenweg 2 7045 AG Azewijn

telefoon : 0314 651527

e-mail: info@jozefazewijn.nl

website: www.jozefazewijn.nl

Facebook St. Jozefschool

(2)

2

Voorwoord

Wij bieden u de schoolgids van de St. Jozefschool voor het schooljaar 2021-2022 aan.

Deze gids is geschreven om u een zo goed mogelijk inzicht te geven in onze school en is bedoeld voor de ouders van onze (toekomstige) leerlingen. De schoolgids is digitaal te lezen via onze website www.jozefazewijn.nl

Scholen verschillen in sfeer, manieren van werken en resultaten.

Om ouders te helpen bij het kiezen van een goede school voor hun kind vraagt de overheid aan basisscholen om een schoolgids te maken. Deze digitale gids is dus bedoeld voor ouders van toekomstige leerlingen, maar zeker ook voor ouders die hun leerlingen al op onze school hebben.

Hierin kunt u lezen wat u van onze school mag verwachten. U vindt veel praktische informatie over schooltijden en de schoolorganisatie. Er is ook het een en ander te lezen over de doelstellingen van ons onderwijs, de manier waarop we die doelen proberen te bereiken. Verder kunt u gegevens vinden over de contacten met de ouders, de vertrouwenspersoon en de klachtenregeling.

Goede informatie geven aan de ouders vinden wij heel belangrijk. Naast de jaarlijkse schoolgids informeren wij ouders met een nieuwsbrief die ook op onze website wordt geplaatst:

www.jozefazewijn.nl. Het allerlaatste nieuws en de meest recente foto’s ziet u op onze Facebookpagina of via de Parro-app.

Onze schoolkalender staat aan het begin van het schooljaar op de website. Hierop zijn data ingevuld die voor leerlingen en ouders van belang zijn: vakantiedagen, ouder- en thema-avonden, feestdagen, enzovoorts.

Vanzelfsprekend bent u van harte welkom voor een toelichting op deze gids. U kunt onze school bereiken op telefoonnummer 0314 651527 of via info@jozefazewijn.nl.

Wij hopen dat deze nieuwe schoolgids met plezier wordt gelezen. Mocht u na het lezen vragen, opmerkingen of suggesties hebben dan horen wij dat graag. Suggesties tot verbetering van de schoolgids zijn altijd welkom.

Wij wensen iedereen een leuk, leerzaam en succesvol schooljaar 2021 - 2022.

Namens het team van de St. Jozefschool en de Medezeggenschapsraad, Remko Brinkhuis

Directeur St. Jozefschool

(3)

3

Inhoudsopgave

Voorwoord 2 Hoofdstuk 1: de St. Jozefschool 5 1.1 St. Jozefschool 5 Hoofdstuk 2: Onderwijs op St. Jozefschool 6 2.1 Doel van ons onderwijs 6 2.2 Visie op ons onderwijs 6 2.3 Missie 6 2.4 Normen en waarden 7 2.5 Uitgangspunten 7 2.6 Hoe en wat leren leerlingen 7 2.7 Vaardigheden – inzichten – feiten 8 2.7.1 Vaardigheden en routines: basisvakken,

bewegen en creativiteit 8 2.7.2 Inzichten: kernconcepten 9 2.7.3 Feiten 9 2.8 Pedagogische doelen en klimaat 9 2.9 Structuur en grenzen 10 2.10 Onderwijs in beweging 10 Hoofdstuk 3: Ons onderwijs in de praktijk 11 3.1 Schooltijden 11 3.2 Werken in BASIS en basisgroepen 11 3.3 Inrichting 12 3.4 De dagindeling 12 3.5 urenrooster 14 Hoofdstuk 4: De leerlingen 15 4.1 Het volgen van de ontwikkeling

van de leerlingen 15 4.2 Rapportage 16 4.3 Zorg voor leerlingen 17

4.3.1 Algemeen 17 4.3.2 Doubleren 17 4.3.3 Meerbegaafde leerlingen 17 4.3.4 Micadogroep 18 4.3.5 Zorg voor leerlinge met specifieke onderwijsbehoeften 18 4.3.6 Passend onderwijs 18 4.3.7 Ondersteuningsprofiel 19 4.3.8 Dyslexie 20 4.4 Verwijzing naar het VO 20 4.5 Uitstroom Voortgezet Onderwijs 20 4.6 Contacten met het VO 21 Hoofdstuk 5: De ouders 23 5.1 Educatief partnerschap met ouders 23 5.2 De medezeggenschapsraad (MR) 24 5.2.1 De Gemeenschappelijke MR (GMR) 24 5.3 De Ouderraad 24 5.4 Hoofdluiswerkgroep 25 5.5 klachten 25 5.6 Vertrouwenspersoon, intern en extern 25 Hoofdstuk 6: Het team 27 6.1 Wie werken er op St. Jozefschool 27 6.2 Vervanging van leerkrachten 28 6.3 De begeleiding en inzet van stagiaires 28 6.4 Nascholing 28 6.5 De preventiemedewerker 28

(4)

4

Inhoudsopgave – vervolg -

Hoofdstuk 7 Het bestuur en inspectie 29 7.1 PRO8 29 7.2 Inspectie 30 Hoofdstuk 8: Praktische zaken 31 8.1 Aanmelding 31 8.1.1 Toelating 31 8.1.2 Zorgplicht 31 8.1.3 Inschrijving 31 8.1.4 Schooltijden/schoolbezoek 32 8.2 Ziekmelding 32 8.3 Verlof aanvragen 32 8.4 Veiligheid bij brengen en halen 33 8.5 Buitenschoolse opvang 33 8.6 Mobiele telefoontjes 34 8.7 Traktaties 34 8.8 Schoolmaatschappelijk werk/Centrum voor Jeugd en Gezin 34 8.9 Schoolverzekering 34 Bijlage 1: Schoolondersteuningsprofiel 35 Bijlage 2: Klachtenregeling 37

(5)

5

Hoofdstuk 1: de St. Jozefschool

1.1 De St. Jozefschool

De St. Jozefschool is een school waar leerlingen onderwijs krijgen in een leeromgeving die past bij deze tijd. We hebben vertrouwen in de motivatie die leerlingen van binnenuit hebben om zich te ontwikkelen. Nieuwsgierigheid en leren gaan daarbij hand in hand. De sfeer op school draagt bij aan succes. We leren de leerlingen regels door goede gewoontes aan te leren en het goede voorbeeld te geven.

Wat onze school onderscheidt is het werken met kernconcepten. Een programma met inspirerende lessen en activiteiten gericht op ontdekkend leren, ontworpen en gegeven door bevlogen

leerkrachten met veel persoonlijke aandacht voor het kind.

We willen leerlingen op de huidige moderne samenleving voorbereiden. Flexibiliteit en diversiteit spelen een belangrijke rol. Het aanbod van ons onderwijs is breed, vele vaardigheden worden aangeboord en op de proef gesteld. Wij leggen een goede basis voor het voortgezet onderwijs en, in het verlengde daarvan, voor in de maatschappij. Aan de basisvakken wordt gewerkt aan de hand van een methode, de methode kan ook als bronnenboek worden ingezet. De taken die de methode aan leerlingen aanbiedt, worden in een weektaak gepland.

Naast de basisvakken is er veel aandacht voor sociale vaardigheden. We vinden het fijn als leerlingen op een fijne en prettige manier met elkaar omgaan en zich kunnen verplaatsen in een ander. Bij de opbouw van kernconcepten wordt rekening gehouden met de kerndoelen die de overheid stelt, maar ook met vaardigheden die we de leerlingen graag willen meegeven. Hieronder vallen bijvoorbeeld vaardigheden als doorzetten, samenwerken en genieten.

In de vernieuwde onderwijskundige aanpak staat de voorbereiding op het leven en werken in de 21e eeuw centraal. We gaan uit van verschillen tussen leerlingen en het is mede onze taak hun talenten te ontwikkelen. We werken hierbij nauw samen met de ouders in het belang van het kind. Voor de visie en missie en de verdere beschrijving van de school, zie hoofdstuk 2 en verder.

(6)

6

Hoofdstuk 2: Onderwijs op St. Jozefschool

2.1 Doel van ons onderwijs

We streven naar een actieve en moderne basisschool met kwalitatief goed onderwijs. De school biedt een doorgaande leerlijn en streeft naar een voor elk kind maximaal haalbaar niveau op cognitief, motorisch, creatief en sociaal-emotioneel gebied. De school sluit aan bij de

ontwikkelbehoefte van elk kind en bereidt leerlingen voor op vaardigheden die nodig zijn voor werken en leven in de 21e eeuw. De leerlingen leren met elkaar samen te leven, ongeacht afkomst of levensovertuiging.

We gaan uit van wat elk kind nodig heeft. We werken met een basisaanbod per leerjaar en daarnaast kunnen kinderen met extra stof uitgedaagd en gemotiveerd worden of ondersteund worden om het basisaanbod te bereiken. We halen eruit wat er inzit; we motiveren en dagen uit; we brengen veel variatie, we leren op verschillende manieren; we hebben veel tijd voor expressie, bewegen en ontspanning; we hebben een eenduidig pedagogisch profiel dat door alle leerkrachten wordt gedeeld.

2.2 Visie op ons onderwijs

Ieder kind is uniek en heeft recht op goed onderwijs. Een kind wil zich gezien en gehoord voelen om de beste versie van zichzelf te worden. Een kind wil plezier maken, maar ook leren en ontdekken.

Het is belangrijk dat elk kind met een uitstroomprofiel op maat onze school kan verlaten. We bieden binnen de grenzen van onze mogelijkheden een gedifferentieerd onderwijsaanbod aan, rekening houdend met de kerndoelen en zorgend voor een veilige leeromgeving.

Wij zijn een school met vertrouwen in en aandacht voor iedere leerling en zijn/haar ontwikkeling.

Leerlingen ontdekken waar ze goed in zijn, maar leren ook omgaan met eventuele tegenslagen. In onze school vinden wij het woord ‘samen’ erg belangrijk. Dit geldt niet alleen voor samen leren, maar ook voor het samen vieren, samen ontdekken, samen presenteren, samen oplossen en samen verantwoordelijk zijn.

Wij willen de kinderen een aantal normen en waarden meegeven en is er ook ruimte om deze zelf te ontwikkelen. Ze krijgen het vertrouwen om zelf verantwoorde keuzes te maken. Wij gaan op een respectvolle manier met elkaar om en tonen belangstelling in de ander.

Op onze school is er ruimte om eigenaar te worden van het eigen leerproces. De kinderen worden stap voor stap medeverantwoordelijk door middel van reflecteren en het opstellen van leerdoelen.

Dit doen wij door middel van het voeren van gesprekken met kinderen. De gesprekken zijn waardevol, omdat hierdoor gepeild kan worden wat een kind nodig heeft om de beste versie van zichzelf te worden.

2.3 Missie

Het geven van goed, inspirerend onderwijs.

2.4 Normen en waarden

Het team draagt de kernwaarden van de school actief uit. Er wordt ook gehandeld naar deze kernwaarden en de daar toe behorende normen en waarden. De kernwaarden van de St.

Jozefschool zijn herkenbaar binnen de aspecten van ons onderwijs.

We werken vanuit een krachtige missie en met een aantal kernwaarden van waaruit wij ons onderwijs opbouwen.

(7)

7

• Autonomie

• Vertrouwen, Waardering & Aandacht

• Vakmanschap & Durven loslaten

• Flexibiliteit

• Transparantie

• Verbinding

• Ambitie, Bloei & Groei

• Verantwoordelijkheid

• Respect, Duidelijkheid & Veiligheid

• Verwondering

• Plezier & Humor

• Onderzoekend & Ondernemend

De kunst is om in deze kernwaarden de goede ‘Balans’ te vinden en te behouden.

Uitgangspunten

• Je leert wat je nodig hebt voor nu en voor later!

• Betekenisvol en uitdagend onderwijs: de betrokkenheid en nieuwsgierigheid van het kind is de motor van het leerproces.

• Leerlingen worden uitgedaagd om initiatieven te nemen en op onderzoek uit te gaan.

• De omgeving daagt uit en motiveert tot leren.

• Leerlingen ontdekken en ontwikkelen hun talenten.

• Leerlingen leren op verschillende manieren, daarom differentiëren wij in ons onderwijs.

• Leerlingen worden uitgedaagd tot het leren van en met elkaar, kritisch en creatief te denken en problemen op te lossen.

• We leven in de 21e eeuw, daarbij hoort de inzet van digitale middelen en de ontwikkeling van mediawijsheid.

• Ouders en school zijn partners in de opvoeding, die elkaar goed informeren en weten waar elkaars verantwoordelijkheden liggen. Wederzijdse betrokkenheid en respect zijn hierbij uitgangspunten.

• We werken in een team waarin we van en met elkaar willen leren om goed onderwijs te geven.

2.6 Hoe en wat leren leerlingen?

We willen leerlingen volwaardig laten ontwikkelen. Daar horen, naast de basisvakken taal, lezen en rekenen, ook bewegen, creativiteit, persoonsontwikkeling en kennis van de wereld bij. We weten uit onderzoek dat leerlingen verschillen in aanleg, leertempo, in belangstelling en in hoe ze het beste leren. In het aanbod van het onderwijs willen we hiermee rekening houden om een maximale ontwikkeling van leerlingen te stimuleren.

Als je leerlingen meer en meer uitdaagt en hun omgeving zo inricht dat ze enthousiast zijn, dan zullen ze meer willen weten, uitproberen en onderzoeken. Als leerlingen ontdekkend leren, zijn ze bezig om zelf een oplossing te zoeken. Als dat lukt, kunnen ze trots zijn op zichzelf. Dit enthousiaste leren wordt een houding. Deze leerlingen blijven nieuwsgierig en ontwikkelen zichzelf daardoor. Ze kunnen creatief denken en zijn ondernemend. Je leert beter door iets mee te maken, zelf te ervaren en door te zien, te voelen, door je zintuigen optimaal te benutten. Leren is een activiteit waarbij je in verbinding staat met je omgeving, zodat je daarvan leert.

(8)

8 We werken met vakspecialisten, die een specifiek vakgebied, zoals rekenen, taal of (begrijpend) lezen aansturen en houden de doorgaande lijn in de gaten. Instructies staan centraal. De vakspecialisten geven niet alle instructies zelf, maar sturen de lesgever wel aan. Na een

instructiemoment blijven de leerlingen nog in het instructielokaal om aan het vakgebied te werken.

De vakspecialist of lesgever kan zo ook nog een extra looproute voor begeleiding maken. De

(vak)leerKRACHT doet er toe! Daarnaast worden de wereld oriënterende vakken, sport en beweging en creatieve vakken via de kernconcepten groep overstijgend aangeboden.

2.7 Vaardigheden – inzichten – feiten

2.7.1 Vaardigheden en routines: basisvakken, beweging en creativiteit

Er is veel aandacht voor lezen, taal en rekenen. Het gaat bij deze vakken veelal om het verwerven van vaardigheden. Je bouwt een handigheid, een routine op (bv. de tafels van vermenigvuldiging of spelling). Je leert dit door te oefenen. Wat voor het ene kind veel oefening vraagt zal voor een ander in een veel kortere tijd kunnen. De instructie en begeleiding wordt afgestemd op de leerbehoefte van het kind. Er zijn verschillende werkvormen en materialen aanwezig waar het kind een keuze uit kan maken, al dan niet gestuurd door de leerkracht. Waar mogelijk worden vaardigheden geoefend tijdens het werken met kernconcepten (zie hoofdstuk 2.7.2.).

Naast de vaardigheden van de basisvakken zijn sport en bewegen en de expressieve vakken belangrijk. Ook hier worden vaardigheden ontwikkeld, ook op het gebied van de

persoonsontwikkeling. Opdrachten worden gekoppeld aan de kernconcepten en er wordt veel aandacht besteed aan de technieken.

2.7.2 Inzichten: Kernconcepten

Kernconcepten zorgen voor inzicht in jezelf, de directe sociale en fysieke omgeving en inzicht in de

‘grotere’ wereld, afhankelijk van de ontwikkelfase waar het kind zich in bevindt.

De acht kernconcepten zijn onder te verdelen in twee groepen:

Mens & Maatschappij

• Macht (bijvoorbeeld: wie is de baas?)

• Binding (bijvoorbeeld: bij wie hoor ik?)

• Evenwicht en kringloop (bijvoorbeeld: waarom zien we steeds hetzelfde patroon?)

• Communicatie (bijvoorbeeld: hoe breng ik mijn boodschap over?)

Natuur & Techniek

• Energie/Kracht en Golven (bijvoorbeeld: waarom werkt iets en hoe sterk is iets?)

• Materie (bijvoorbeeld: waar is het van gemaakt?)

• Groei en Leven (bijvoorbeeld: wat is leven en hoe ontwikkelt iets?)

• Tijd en ruimte (bijvoorbeeld: hoe ontstaat tijd, hoe groot is onze aarde?)

We werken met 8 verschillende kernconcepten in twee jaar. We zorgen voor een goede afwisseling in de hoofdindelingen “Mens en Maatschappij” en “Natuur en Techniek.

2.7.3 Feiten

De meeste feiten zijn gekoppeld aan de kernconcepten. Bijvoorbeeld de feitenkennis die aan bod komt tijdens het behandelen van de Tweede Wereldoorlog (macht) of bepaalde topografische kennis (tijd en ruimte). De feiten die leerlingen leren hangen ook samen met hun interesses. Ze kunnen via de kernconcepten stuiten op onderzoeksvragen die zij stellen

(9)

9 en die uitdagen om meer te weten te komen over een onderwerp. Dit geeft een dusdanige

betrokkenheid dat de feiten die ze daarbij leren heel goed onthouden worden. Ze zijn er immers zelf achter gekomen en ze wilden het zelf weten! De manieren waarop feiten aangeleerd worden zijn veelzijdig. Een quiz, de computer, een boek, een filmpje……

2.8 Pedagogische doelen en klimaat

Veiligheid is op elke basisschool van groot belang. Als een kind zich niet veilig voelt, ontwikkelt het zich niet goed. Voor veiligheid zijn een aantal belangrijke afspraken gemaakt:

• In combinatie met zelfstandig werken is er veel tijd voor persoonlijke aandacht.

• Leerlingen worden veel geobserveerd met als onderliggend doel te zien hoe zij in hun vel zitten en hoe de ontwikkeling verloopt.

• Leerlingen hebben veel ruimte, maar starten, lunchen en eindigen altijd in hun eigen BASISgroep.

(zie hoofdstuk 3.2)

• Er zijn duidelijke regels, die de kaders van wat kan en wat niet kan, duidelijk aangeven.

• Regelmatig vinden individuele voortgangsgesprekken met leerlingen plaats.

• Pesten en ander ongewenst gedrag wordt direct aangepakt, zodat de pester en de gepeste leren wat wel en niet toelaatbaar is.

Het kunnen aangaan van relaties is een zeer belangrijke vaardigheid in onze samenleving. Leerlingen werken veel met andere leerlingen samen, maken afspraken, wisselen gegevens uit, ontspannen en sporten samen en bouwen zo relaties op. Ook met de volwassenen bouwen zij banden op, omdat volwassenen meewerken, een leerbron zijn en voor rust, regelmaat en veiligheid zorgen.

Elk kind is autonoom. Het krijgt de kans veel eigen keuzes te maken, zelf verantwoordelijkheid te nemen en initiatieven te tonen. Zo groeit het gevoel voor eigenwaarde op een natuurlijke manier.

We willen graag dat leerlingen zich ontwikkelen tot leerlingen die:

• Zichzelf en anderen waarderen.

• Vertrouwen hebben in zichzelf.

• Eigen normen en waarden hebben.

• Verantwoordelijkheid zijn voor hun eigen gedrag.

• Zich breed ontwikkeld hebben, hun plek in de maatschappij kennen en daarin kunnen bewegen.

• Respectvol omgaan met zichzelf en de ander en belangstelling tonen.

Om dit te bereiken is het belangrijk dat de volwassenen binnen de school dit gedrag laten zien en voorleven. Leerlingen leven dit na en zien dit dan als gewoon gedrag.

2.9 Structuur en grenzen

• Juist in een onderwijsvorm, waarin leerlingen ruimte krijgen om zelf keuzes te maken, is een duidelijke onderliggende structuur nodig:

• Het respectvol en consequent nakomen van de afspraken en de gestelde regels.

• Duidelijkheid over werkverzorging, verzorgen en opbergen van eigen spullen.

• Een opgeruimde en geordende werkruimte;

• We lopen door de school.

• Je praat met je liniaalstem in de werkruimtes.

(10)

10 2.10 Onderwijs in beweging

Een school is een dynamische organisatie. Dat wil zeggen dat we altijd bezig zijn met het ontwikkelen en verbeteren van ons onderwijs. Jaarlijks evalueren wij als team ons onderwijs en maken we plannen voor het komende jaar. We houden u hiervan op de hoogte. Het team evalueert ook met de MR. Daarnaast zullen we ook alle ouders regelmatig vragen om hieraan mee te werken door middel van een ouderenquête. Evalueren betekent ook bijstellen en verbeteren. N.a.v. de evaluaties zullen we een schoolplan opstellen en doelen stellen waar we aan gaan werken. Als het goed is zijn we nooit tevreden, want als we tevreden zijn gaan we achter over leunen en dat betekent geen vooruitgang.

Wij vinden het belangrijk dat:

• We elkaar begroeten;

• We de anderen ongestoord laten werken en spelen;

• We rustig lopen en spreken;

• We altijd met een doel lopen;

• We de werk- of speelplek opgeruimd en schoon achterlaten;

• We gewenst gedrag benoemen;

• We eten in de BASISgroep.

• We de dag starten en afsluiten in de BASISgroep.

Hoofdstuk 3: Ons onderwijs in de praktijk

3.1 Schooltijden

We werken op school volgens het 5 gelijke dagenmodel. Het rooster is voor iedere dag hetzelfde.

Concreet betekent dit, normaal gesproken, dat alle leerlingen van maandag t/m vrijdag van 8.30 uur -14.00 uur naar school gaan.

De leerlingen moeten om 8.30 uur in de eigen basisgroep in de startkring zitten. Vanaf 8.20 uur zijn de schooldeuren open en kunnen de leerlingen rustig naar binnen. Ouders van basis 1 kunnen ’s morgens met hun kind meelopen naar het lokaal, (ouders van groep 3 tot aan de herfstvakantie).

Ouders van groep 1 mogen nog mee in het lokaal. Om 8.30 uur begint de startkring/de les en dienen de ouders het lokaal/ de school verlaten te hebben. U mag natuurlijk altijd mee lopen als u wat belangrijks te melden heeft wat niet kan wachten tot na schooltijd.

Alle leerlingen krijgen ’s morgens de gelegenheid om tussen 10 en 10.15 uur in de basisgroep iets te eten en te drinken. Wij vragen aan u om uw kind hiervoor een gezonde pauzehap mee te geven.

Voorbeelden van een gezonde pauzehap zijn: fruit, tomaat, wortel, komkommer, paprika, ontbijtkoek, mueslireep, een bruine boterham met gezond beleg.

Alle groepen hebben een half uur pauze (12.00 uur -12.30 uur).

De leerlingen eten gezamenlijk in de groep. We verzoeken ouders om een gezonde en eenvoudig te nuttigen lunch mee te geven.

Wat is uw taak?

U geeft uw kind een tussendoortje en een lunchpakket mee. Dit kan bewaard worden in een koeltasje. Wilt u de leerlingen een beker drinken (voorzien van naam) meegeven in plaats van een pakje drinken, zodat we bewust omgaan met het afval.

(11)

11 3.2 Werken in BASISgroepen

De school is verdeeld in 3 BASISgroepen Basis 1: groepen 1-2-3

Basis 2: groepen 4-5 Basis 3: groepen 6-7-8

De BASISgroep is een sociale groep met een vaste leerkracht. Deze groep geeft de leerlingen veiligheid.

3.3 Inrichting

De inrichting kent geen indeling in klaslokalen. De deuren van de lokalen staan open en zo vormen de lokalen samen met de aangrenzende ruimtes diverse werkplekken. Kenmerkend is dat de opdrachten gedaan worden op de plekken die daar het meest geschikt voor zijn. In die ruimte zijn ook alle materialen voor die activiteit aanwezig en gemakkelijk te pakken en op te ruimen. Uiteraard wordt met de inrichting rekening gehouden met activiteiten die om rust vragen.

Er is afwisseling in het aanbod en er wordt gewerkt met betekenisvolle materialen. Dit sluit aan op de doelen en bij de kernconcepten. Er is ruimte voor ontdekken en experimenteren.

De inrichting kenmerkt zich door structuur. Er is een logische indeling van werkruimtes, niemand loopt zonder doel. Alle leerkrachten zijn op de hoogte van de afspraken op de werkvloer en tonen voorspelbaar gedrag en voorbeeldgedrag. De afspraken binnen de BASIS gelden voor iedereen:

leerlingen, leerkrachten en ouders. De inrichting is geordend, materialen hebben een vaste plaats en worden weer netjes opgeruimd. De inrichting is zo duidelijk dat leerlingen de materialen gemakkelijk kunnen vinden en weer opruimen.

3.4 De dagindeling

De school is open om 8.20 uur. De leerlingen komen zelfstandig binnen en gaan naar de BASISgroep.

Ouders van basis 1 mogen mee naar binnen (ouders van groep 3 tot aan de herfstvakantie), ouders van groep 1 mogen mee in de klas. Leerkrachten, ouders en leerlingen begroeten elkaar. Ouders kunnen een korte vraag aan de leerkracht stellen of iets doorgeven. Als er meer tijd nodig is, volgt een afspraak. Ouders verlaten voor 8.30 uur de BASISgroep.

In de startkring of inloop is van 8.30 tot 8.45 uur de gelegenheid om de dag te openen en door te spreken, aandacht te geven aan feestdagen, te praten over het kernconcept of de actualiteit, ook wordt het aanbod / programma van de dag besproken.

Vanuit de inloop/startkring krijgen de leerlingen instructie/aanbod, verwerken ze de stof en ontvangen ze reflectie. Dit geldt voor de basisvakken en de kernconcepten. Van het kind hangt af hoeveel vrijheid het krijgt in de planning van de activiteiten. In de ruimtes geven de leerkrachten instructie, begeleiding en lopen rondes.

Instructies worden gegeven in de instructielokalen, techniek in de ontdekruimte, schilderen in het atelier. Het verplaatsen in de ruimte is altijd doelgericht ofwel we lopen altijd met een doel. Het is niet de bedoeling dat de leerlingen gaan buurten of rondhangen.

Aan het eind van de dag sluiting we de dag af. Er wordt teruggekeken op de dag, leerlingen vertellen elkaar hun ervaringen. Centraal staan de vragen: ‘Wat heb je geleerd?’ en ‘Hoe is het gegaan?’ Na de afsluiting gaan de leerlingen om 14.00 uur naar huis.

(12)

12 3.5 Het onderwijs in basis 1

Basis 1 bestaat uit kinderen uit de groepen 1, 2 en 3. Op de Jozefschool vinden we het belangrijk dat kinderen met en van elkaar leren in een veilige leef- en werkomgeving. De eerste maanden van een schooljaar staan daarom in het teken van groepsvorming. Ieder kind wordt gekoppeld aan een maatje en er worden veel activiteiten ondernomen om elkaar en de klas (opnieuw) te leren kennen.

Daarnaast staan de basisvaardigheden centraal. In basis 1 vormt het spelend leren hiervoor de basis.

Jonge kinderen leren door te ontdekken, te oefenen en te imiteren, maar vooral door ‘te doen’ met al hun zintuigen. Naast het spelend leren neemt ook het vertellen een belangrijke plaats in. Er is aandacht voor de taalvorming, door middel van bijvoorbeeld kringgesprekken, versjes, liedjes en spelletjes. Het met elkaar omgaan, naar elkaar luisteren, initiatief nemen om te vertellen en elkaar begrijpen staan hierbij centraal. We hebben een balans gevonden tussen het zelfstandig werken van de ene groep en instructie voor de andere. Waar het kan, zoeken we de verbindingen in het aanbod tussen de groepen. Activiteiten die samen kunnen worden uitgevoerd, doen we samen. In de ochtend vinden de instructies plaats, in de middagen staat het gezamenlijk thematisch werken aan de kernconcepten centraal.

Groep 1-2

In de eerste maanden op school (in groep 1) staat het wennen aan school en het leren spelen en werken in de groep centraal. Er is veel aandacht voor het dagelijkse ritme en de gewoontes. De kinderen worden ook gestimuleerd om zelfstandig te worden (zoals zelf je jas aan kunnen doen).

Vanaf groep 1 werken de kinderen daarnaast aan een weektaak, met een aantal verplichte opdrachten waar ze uit kunnen kiezen. De kinderen werken hierbij met verschillende materialen, zoals knutsel-, teken-, bouw-, constructie- en ontwikkelingsmateriaal. Alle activiteiten zijn gekoppeld aan het thema dat centraal staat. De activiteit kiezen ze de dag ervoor.

In groep 2 wordt meer nadruk gelegd op het verkrijgen van de basisvaardigheden die nodig zijn in groep 3. We starten met het spelenderwijs aanbieden van allerlei voorbereidende taal- en rekenactiviteiten. Ze leren klanken onderscheiden in woorden en het herkennen van symbolen (cijfers/letters). De weektaak wordt uitgebreid en het systematisch leren krijgt, naast het

spelenderwijs leren, meer aandacht. Naast de voorbereidende taal- en rekenactiviteiten spelen ook schrijfoefeningen een belangrijke rol in het dagelijkse programma.

De leerkracht observeert en registreert dagelijks hoever een kind is in zijn/haar ontwikkeling. Het kind wordt uitgedaagd en de brede ontwikkeling wordt gestimuleerd. Hier worden de ‘Leerdoelen jonge kind’ van het SLO voor gebruikt.

Groep 3

In groep 3 wordt het spelenderwijs leren in de ochtend meer losgelaten. Het leren lezen neemt een centrale rol in. We maken hiervoor gebruik van de methode ‘Veilig leren lezen’. De kinderen leren letters en ontdekken dat ze met die letters woorden kunnen lezen en schrijven. Kinderen die al goed kunnen lezen, gaan op hun eigen niveau verder. Leesplezier speelt een belangrijke rol. Naast het lezen staat ook het schrijven van woorden en het rekenen tot 20 (m.b.v. de methodiek Wereld in getallen) centraal.

Kernconcepten

Voor het leren is betrokkenheid een belangrijke voorwaarde. Daarom bieden we interessante thema’s en onderwerpen in de middagen voor de gehele groep aan. We kiezen thema’s die aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen. We stimuleren de kinderen hierbij om hun ideeën te ontplooien. We starten altijd vanuit de kring, daarna volgt een vrije keuze aan activiteiten.

(13)

13 In de kring staan diverse activiteiten centraal, zoals het leren omgaan met elkaar, het voorlezen, het oefenen met nieuwe woorden en muziek, dans of drama. Er wordt tijdens de vrije keuze gewerkt in verschillende hoeken, zoals de schrijfhoek, de huishoek, de bouwhoek, de rekenhoek en de

leeshoek. Alle ontwikkelingsgebieden komen aan bod. De ‘Leerdoelen’ vormen hierbij het uitgangspunt. Elk thema staat ongeveer vier weken centraal en valt onder een groter geheel: het kernconcept. Elk kernconcept omvat twee thema’s. Hierbij wordt onder andere aandacht

geschonken aan de seizoenen en feesten. De leerkracht begeleidt de kinderen en stemt de leerstof af op wat een kind nodig heeft en aankan.

3.4 urenrooster

basis 1 basis 2 basis 3

1 2 3 4 5 6 7 8

Bewegingsonderwijs 5 u 45 1 u 30 1 u 1 u 30 1 u 30 1 u 30

Nederlandse taal 6 u 15 4 u 5 u 30 5 u 30 5 u 30 5 u 30 Lezen / begrijpend lezen 7 u 15 4 u 45 4 u 45 4 u 45 4 u 30

Schrijven 2 u 30 1 u 15 0 u 45 0 u 45 0 u 15

Rekenen en Wiskunde 2 u 30 5 u 5 u 30 5 u 45 5 u 45 5 u

Engelse Taal 0 u 45

Wereldverkenning /

Kernconcepten 1 u 30 1 u 30 3 u 15 3 u 15 3 u 15 4 u 15

Aardrijkskunde Geschiedenis

Natuur, scheikunde en milieu

Bevordering sociale

redzaamheid 0 u 30 0 u 30 0 30 0 u 30 0 u 30 0 u 45

Gedrag in het verkeer 0 u 30 0 u 30 0 u 30 0 u 30

Creatieve vakken /

Kernconcepten 2 u 30 1 u 30 0 u 45 0 u 45 0 u 45 0 u 45

Tekenen Muziek

Handvaardigheid werken met

ontwikkelingsmateriaal 4 u 45

(14)

14

Hoofdstuk 4: De leerlingen

4.1 Het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen

Het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen is belangrijk om aan te kunnen sluiten bij de leer- en instructiebehoefte. De te behalen doelen zijn bekend bij de leerkracht, het kind en de ouders. Het kind is betrokken bij zijn leerproces en is daardoor gemotiveerd om zich te ontwikkelen. De

leerkrachten hebben dagelijks mondeling of schriftelijk overdracht. Als aanvulling op het beeld van de leerkrachten kiezen we er voor om de leerlingen regelmatig te toetsen en te observeren.

Hiervoor gebruiken we observatiemethoden, methode-afhankelijke toetsen en de methode- onafhankelijke schoolvaardigheidstoetsen van CITO.

Ouders krijgen informatie over:

- Waar staat het kind in zijn of haar ontwikkeling en blijft het zich ontwikkelen?

- De behaalde scores van de toetsen;

- Wat zijn de talenten van het kind;

- Welke onderdelen vragen extra inzet en oefening;

- Hoe leert het kind en wat kan het aan;

- Hoe ontwikkelt het kind zich op sociaal-emotioneel vlak;

- Waar is het kind trots op en wat wil het graag leren.

De school bewaakt systematisch de kwaliteit van het onderwijs en voert o.a. trendanalyses uit om na te gaan wat de kwaliteit van de school is. We volgen systematisch de ontwikkeling en de vorderingen van de leerlingen. We onderzoeken wat de resultaten zijn op de Cito-eindtoets en naar welke

vormen van voortgezet onderwijs de leerlingen uitstromen en welke resultaten leerlingen daar behalen. We gaan na of daarin trends te ontdekken zijn en stellen vast of en hoe de kwaliteit van de school nog verbeterd kan worden.

Hier volgt een overzicht van de toetsen en de maand waarin ze worden afgenomen.

AMV 0 u 45 0 u 30 0 u 30

Pauze 1 u 15 1 u15 1 u 15 1 u 15 1 u 15 1 u 15

Totaal per week 25 25 25 25 25

(15)

15 Toets kalender

Maand Groep Vak/vormingsgebied

Oktober 3 Herfstsignalering

4-5-6-7-8 AVI/DMT (waar nodig)

6-7-8 Taalverzorging

November 8 Proef eindtoets

Januari 2 Rekenen voor kleuters

2 Taal voor kleuters

3-4-5-6-7-8 Spelling

4-5-6-7-8 Rekenen-wiskunde

4-5-6-7-8 Begrijpend lezen

3-4-5-6-7-8 DMT/AVI

Maart 2 DyslexieProtocol groep 2

April 8 Centrale Eindtoets

3-4-5-6-7 DMT/AVI(waar nodig)

Mei 1-2(waar nodig) Rekenen voor kleuters

1-2(waar nodig) Taal voor kleuters

3-4-5-6-7 Begrijpend lezen

3-4-5-6-7 DMT/AVI

3-4-5-6-7 Spelling

3-4-5-6-7 Rekenen- wiskunde

Wanneer een kleuter bij ons op school begint vullen wij de signaleringslijst hoogbegaafdheid in en de leerling maakt een menstekening. Tevens vindt er een gesprek plaats met de ouders voer de ontwikkeling van hun kind.

4.2 Rapportage Leerjaar 1 en 2

Drie keer per jaar is er voor de ouders de gelegenheid om voor een vijftien minuten gesprek op school te komen om over uw kind te praten. Tijdens dit gesprek bespreken de leerkrachten de ontwikkeling van het kind.

Twee maal per jaar, in februari en juni krijgen de leerlingen van leerjaar 1 en 2 een schriftelijke rapportage. De volgende aspecten komen aan bod: grove en fijne motoriek, visuele en auditieve waarneming, rekenontwikkeling, ruimtelijke oriëntatie, taalontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling en werkhouding.

Leerjaar 3 t/m 7

Drie keer per jaar is er voor de ouders de gelegenheid om voor een vijftien minuten gesprek op school te komen om over uw kind te praten. De eerste keer is september /oktober. In februari krijgen de leerlingen schriftelijke rapportage nadat dit van tevoren met de ouders is besproken. De ouders worden gevraagd voor het gesprek het rapport van hun kind te bekijken. De leerkracht bespreekt samen met de ouders het rapport. Tevens wordt het leerlingvolgsysteem besproken.

Indien noodzakelijk maakt de leerkracht afspraken voor de komende periode. Op het einde van het

(16)

16 schooljaar vinden er oudergesprekken op verzoek van de leerkracht of op verzoek van de ouders plaats. De kinderen van leerjaar 7 krijgen aan het eind van het schooljaar samen met hun ouders advies gesprekken voor het Voortgezet Onderwijs.

Leerjaar 8

De groepsleerkracht van leerjaar 8 zal aan het begin van het schooljaar samen met het voortgezet onderwijs informatie verstrekken aan de ouders hoe het proces van de schoolkeuze van hun kind zal verlopen. Wij willen er als school alles aan doen om te zorgen dat uw kind op de juiste school voor voortgezet onderwijs komt. We gebruiken het leerlingvolgsysteem van CITO, de werkhouding en sociaal emotionele ontwikkeling om een verantwoorde schoolkeuze te maken voor het voortgezet onderwijs. De Centrale Eindtoets wordt medio groep 8 afgenomen.

De leerkracht vult ook een onderwijskundig rapport in. Al deze gegevens samen geven een goed beeld van de leerling en zorgt ervoor dat de juiste keuze gemaakt kan worden.

In februari/maart vult de groepsleerkracht een onderwijskundig rapport in, dat ontwikkeld is door het voortgezet onderwijs. Deze gegevens, waarin ook de wens van de ouders wordt opgenomen, worden na bespreking met de ouders, doorgegeven aan de toelatingscommissie. Bij verschil van mening tussen ouders en onze school vindt nader overleg plaats. De definitieve beslissing tot toelating wordt genomen door en valt onder de verantwoordelijkheid van de toelatingscommissie van de school voor voortgezet onderwijs.

Tussentijds verlaten van de school

De school verstrekt bij vertrek naar een andere basisschool (bijvoorbeeld bij verhuizing) een onderwijskundig rapport aan de ouders en aan de nieuwe school. De ouders ontvangen een kopie van dit onderwijskundig rapport.

4.3 Zorg voor leerlingen 4.3.1 Algemeen

Zorg voor elke individuele leerling heeft onze hoogste prioriteit. Observatie door de leerkracht, verwerkingsopdrachten, methode gebonden toetsen en een leerlingvolgsysteem geven een beeld van het ontwikkelingsproces van elke leerling. Mocht er in dit proces om wat voor reden dan ook onvoldoende vordering zijn dan gaan we in samenspraak met de ouders op zoek naar de oorzaak en een mogelijke oplossing. In sommige gevallen kan er volstaan worden met wat extra hulp van de groepsleerkracht. Deze extra begeleiding kan bestaan uit een korte periode van extra hulp bij een bepaald leerprobleem. Het is mogelijk dat een leerling het groepsniveau loslaat en een geheel individueel programma doorloopt. Uitgangspunt hierbij moet eigenlijk wel zijn dat iedere leerling minimaal 1F niveau haalt en dat pas aan het eind van leerjaar 6 gestart wordt met een eigen leerlijn als blijkt dat de leerling dan het 1F niveau nog niet heeft bereikt. Het doel van de eigen leerlijn moet zijn om alsnog zoveel mogelijk toe te werken naar het 1F niveau. Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders.

4.3.2 Doubleren

In onze leerjaren zal zoveel mogelijk worden gelet op de mogelijkheden van de leerling zelf.

Doublure wordt alleen overwogen wanneer de ontwikkeling van het kind in gevaar dreigt te komen, bijvoorbeeld: bij langdurige ziektes, bijzondere huiselijke omstandigheden, hiaten in de leerstof of onoverkoombare sociaal-emotionele problemen. Er is een protocol overgang aanwezig. Het moet in ieder geval in het belang van de leerling zijn voor deze stap wordt genomen. Ouders worden daarbij

(17)

17 gezien als belangrijke partner in het overleg. Mocht men ondanks zorgvuldig overleg niet tot een eensluidend oordeel komen, dan neemt de directeur, na alle argumenten te hebben gehoord, de uiteindelijke beslissing in welk leerjaar een leerling wordt geplaatst.

4.3.3 Meer begaafde leerlingen

Ook begaafde leerlingen hebben extra zorg nodig. Veel van deze leerlingen zijn op een aantal gebieden hun leeftijdsgenootjes vooruit en worden niet voldoende uitgedaagd door de normale stof. Met behulp van een signaleringslijst krijgen wij de meer begaafde leerlingen in beeld. Binnen onze school hanteren wij verschillende methodes om deze leerlingen uit te dagen. Een leerling krijgt binnen zijn/haar leerjaar de mogelijkheid vanuit de diverse vakspecialisten om te compacten en verrijken. Compacten wil zeggen dat een leerling versnelt door de basisstof gaat. Verrijkingsstof zijn complexere opdrachten. De leerling moet verschillende denkstrategieën toepassen om tot het juiste antwoord te komen. Een leerling kan op een bepaald vakgebied een eigen leerlijn volgen door de leerstof van een hoger leerjaar te volgen. Meer begaafde leerlingen uit groep 8 kunnen deelnemen aan de plusklas op het voortgezet onderwijs. Zij gaan dan een aantal weken één middag naar het VO om daar met andere meer begaafde leerlingen les te krijgen.

De directeur blijft eindverantwoordelijk en neemt de uiteindelijke beslissing of een kind een leerjaar binnen de basis kan overslaan.

4.3.4 Micadogroep

Voor begaafde leerlingen is het van groot belang dat zij uitgedaagd worden en dat zij contact

hebben met leerlingen die net als zij begaafd zijn. Voor sommige leerlingen is dit van belang m.n. om hun sociaal- emotionele ontwikkeling in balans te houden. Hiervoor heeft PRO8 de MICADO groep voor leerlingen van (februari) groep 4 t/m groep 8. Begaafde leerlingen kunnen de kans krijgen om een dag per week in de plusgroep MICADO deel te nemen aan onderwijs speciaal gericht op deze groep leerlingen. Voor de toelating tot deze groep gelden specifieke regels.

4.3.5 Zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Leerlingen verschillen en dat mag!

Omdat er meer ruimte is voor persoonlijke ontwikkeling en verschillen in ontwikkeling meer worden geaccepteerd, zullen er minder leerlingen als ‘zorgleerling’ bestempeld worden. Pas bij echte ontwikkelingsstoornissen, waar structurele hulp nodig is, wordt over een ‘zorgleerling’ gesproken.

Ondersteuning kan op verschillende manieren geboden worden. Dit gebeurt door de vakspecialist per vakgebied of in de basisgroep door de leerkracht van de basis als het sociaal-emotionele problematiek betreft. door de leerkracht van de basis. Op vaste momenten, wanneer andere leerlingen zelfstandig aan de weektaak werken. We geven kinderen verlengde instructie (na de klassikale instructie extra herhaling/in oefening) of pre-teaching (voor-instructie zodat kinderen goed voorbereid de klassikale instructie kunnen volgen).

Leerkracht en intern begeleider bespreken samen, vaak in overleg met ouders, wat het beste is voor het kind. Er wordt door de leerkracht (groeps)plan gemaakt. Na een bepaalde tijd ( meestal zo’n 6 tot 8 schoolweken) wordt het handelings(groeps)plan geëvalueerd en eventueel bijgesteld.

Soms heeft een plan onvoldoende effect en wordt, in overleg met ouders, externe hulp

ingeschakeld. Er kan gekozen worden een leerling te bespreken in het ondersteuningsteam. In dit team heeft een aantal externe deskundige zitting. De samenstelling kan wisselen maar bestaat meestal uit ouders, leerkracht, IB-er, schoolmaatschappelijk werk, verpleegkundige en

(18)

18 orthopedagoge. Voorafgaand aan deze bespreking wordt het HGW formulier (handeling gericht werken) ingevuld. Hierin wordt het kind goed beschreven en wordt een hulpvraag geformuleerd. De bespreking in het ondersteuningsteam is oplossingsgericht, d.w.z. steeds zoekend naar nieuwe mogelijkheden om het kind zo goed mogelijk te kunnen begeleiden.

Voor leerlingen die (gedeeltelijk) een eigen leerlijn volgen wordt (doorgaans vanaf leerjaar 6) een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Hierin wordt het (vermoedelijke) uitstroomprofiel van de leerling aangegeven en wordt voor elk nieuw schooljaar de aanpak, methodes en af te nemen toetsen aangegeven. Het ontwikkelingsperspectief dient door de ouders ondertekend te worden.

4.3.6 Passend onderwijs

De Wet passend onderwijs ging op 1 augustus 2014 in. Scholen hebben een zorgplicht. Dat betekent dat scholen (binnen een samenwerkingsverband) er voor verantwoordelijk zijn om elk kind een goede onderwijsplek te bieden. Passend onderwijs gaat over de manier waarop extra ondersteuning in het onderwijs aan leerlingen wordt georganiseerd en gefinancierd. Uitgangspunt is dat alle leerlingen het onderwijs krijgen dat ze nodig hebben en op een onderwijsplek zitten die bij hen past.

Het gaat om zowel lichte als zware ondersteuning. Bijvoorbeeld extra begeleiding op school,

aangepast lesmateriaal, hulpmiddelen of onderwijs op een speciale school. Passend onderwijs is dus geen schooltype; kinderen zitten niet ‘op’ passend onderwijs. Om passend onderwijs te realiseren werken scholen in een regio samen in een samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband is ervoor verantwoordelijk dat alle leerlingen in de regio een passend onderwijsaanbod krijgen. De scholen in het samenwerkingsverband maken onderling afspraken over hoe ze ervoor zorgen dat alle leerlingen onderwijs krijgen dat bij hen past. Geen enkele leerling mag thuiszitten. De scholen maken samen afspraken over: de begeleiding die iedere reguliere school biedt; welke kinderen naar het speciaal onderwijs gaan en welke procedure daarvoor geldt; hoe het geld voor extra

ondersteuning over de scholen wordt verdeeld; de kwaliteit van het onderwijs aan leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften; hoe ouders worden geïnformeerd over wat scholen kunnen bieden.

4.3.7 Ondersteuningsprofiel

Onze school heeft een schoolondersteuningsprofiel opgesteld. Dit is een wettelijk voorschrift bij de invoering van passend onderwijs. Een schoolondersteuningsprofiel biedt informatie over de kwaliteit van de basisondersteuning en over wat onze school verder aan ondersteuning biedt. Het legt vast waar onze school voor staat. De school-ondersteuningsprofielen van alle scholen van ons

samenwerkingsverband samen geven een beeld van de ondersteuningsvoorzieningen in de regio. Op die manier is er voor alle kinderen een plek om passend onderwijs en ondersteuning te krijgen.

In de bijlage van deze schoolgids is het document “conclusies en plannen ondersteuningsprofiel St.

Jozefschool opgenomen.

Passend onderwijs is op de St. Jozefschool eigenlijk niets anders dan goed onderwijs. Ook als er

‘zorg’ is om een kind. Bijvoorbeeld omdat het leren moeilijker gaat, omdat een kind uitdaging mist of omdat extra begeleiding nodig is vanwege een beperking of gedragsproblemen. Met extra

begeleiding kan onze school vaak prima passend onderwijs bieden. Is een kind hier echt niet op zijn of haar plek, dan onderzoeken we of een andere basisschool beter past of dat verwijzing naar een speciale basisschool aan de orde is. Om ervoor te zorgen dat ieder kind inderdaad dat passende onderwijs krijgt, is passend onderwijs landelijk ook wettelijk geregeld.

Passend onderwijs op onze school binnen het samenwerkingsverband.

(19)

19 Scholen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs werken samen in een samenwerkingsverband om elk kind een goede plek te bieden. Het samenwerkingsverband Doetinchem is het overkoepelende orgaan van 80 scholen in onze regio. Het doel is om samen te zorgen voor passend onderwijs. Onze school is ook bij dit samenwerkingsverband aangesloten.

Het Samenwerkingsverband heeft zich tot doel gesteld alle kinderen op de aangesloten scholen zorg op maat te bieden.

Als de ondersteuning van de basisschool niet toereikend is, dan beoordeelt het Onderwijszorgloket van het samenwerkingsverband welke specifieke ondersteuning een kind nodig heeft. De

medewerkers van het loket winnen daarbij altijd advies in van ouders, de school en overige deskundigen.

Wilt u meer weten over passend onderwijs, dan verwijzen wij u graag naar de website www.pro8.nu, www.passendonderwijs.nl en www.steunpuntpassendonderwijs.nl. Wilt u zich op de hoogte

houden van de ontwikkelingen in het samenwerkingsverband Doetinchem, kijk dan op www.wsnsdoetinchem.nl.

4.3.8 Dyslexie

Onze school volgt het Protocol Leesproblemen & Dyslexie en het beleid van het

samenwerkingsverband WSNS. Wij volgen de taal- en leesontwikkeling van ieder kind nauwgezet vanaf het eerste leerjaar, om zodoende eventuele leesproblemen te signaleren, aan te pakken en verdere leesproblemen te voorkomen. Daarom geven wij bij een (vermoeden van) achterblijvende taalontwikkeling en leesproblemen direct extra aandacht en oefening. Instructie bij technisch lezen is essentieel.

Leesprobleem of dyslexie? Soms wordt al heel snel gezegd dat een kind dyslectisch is, terwijl de leesontwikkeling alleen wat trager is. Ongeveer 10% van de leerlingen heeft een leesprobleem, ongeveer 5% is dyslectisch. Leesproblemen gaan over, mits het kind de juiste begeleiding krijgt.

Dyslexie is een leerstoornis die niet overgaat. Dyslexie is vaak erfelijk, dus is het voor ons van belang te weten of er dyslexie in de familie voorkomt. Leerlingen met (ernstige) leesproblemen en dyslexie krijgen bij ons adequate hulp en ondersteuning bij het leren lezen door extra instructie, extra begeleiding en extra tijd. Een vergoede aanvraag voor een dyslexie verklaring kan bij de gemeente worden aangevraagd. Daarvoor moeten er bepaalde LOVS scores zijn met drie interventie periodes.

De Ib-er van de school zal dit proces begeleiden.

Om ook in het Voortgezet Onderwijs in aanmerking te komen voor compenserende en

dispenserende maatregelen is een dyslexie-verklaring nodig. Leerlingen met een dyslexieverklaring kunnen daar aangepaste leerstof en examinering krijgen. Een dyslexieonderzoek kan in een groeiend aantal gevallen door de ouders zelf betaald worden via de ziektekostenverzekering. We werken als school uiteraard mee om de benodigde gegevens te verzamelen.

4.4 Verwijzing naar het Voortgezet Onderwijs (VO)

Aan het eind van BASIS 3 staan u en uw kind voor een belangrijk keuzemoment, het

vervolgonderwijs. Onze ervaring is dat leerlingen en ouders hier gedurende het laatste schooljaar naar toe groeien. Hoewel het aan het begin van het jaar vaak een grote stap lijkt, is uw kind er in het voorjaar echt aan toe. Samen met de leerkrachten van uw kind gaat u op zoek naar een passende school. In juni zullen de leerkrachten van groep 7 een voorlopig advies geven aan ouders en leerling.

In januari zal het definitieve advies in groep 8 volgen.

In dit gesprek geven de leerkrachten aan welke vorm van onderwijs volgens het team past bij het kind. De leerkracht licht dit advies toe. Het advies wordt gebaseerd op de persoonskenmerken van

(20)

20 het kind, zoals werkhouding, omgaan met huiswerk, motivatie. Daarnaast kijkt de leerkracht naar de uitslagen van het kind volgsysteem. Het advies wordt vóór de Eindtoets gegeven en is dus

onafhankelijk van de score. De bedoeling van de Eindtoets is dat deze toets het beeld van het kind bevestigt, indien dit niet zo is gaan we uitzoeken hoe dat komt. De leerkrachten van BASIS 3 geven alleen het niveau aan, u kiest de school. Wanneer het advies van de basisschool, de wens van ouders en de score in overeenstemming zijn, verloopt de aanmelding soepel. Als dit niet het geval is volgt er een gesprek of een afwijzing. Het kan zijn dat het vervolgonderwijs nog een test af wil nemen. De uitslag van deze test is dan bindend. Aan het begin van het laatste schooljaar krijgt u van de leerkracht uitgebreide informatie over de verwijzing.

4.5 Uitstroom Voortgezet Onderwijs

In leerjaar 8 nemen de leerlingen deel aan de Centrale Eindtoets. Vanzelfsprekend is een goede uitslag op de Eindtoets nog geen garantie voor een optimaal resultaat in de verdere

onderwijsloopbaan. Ook andere zaken die niet in de Centrale Eindtoets gemeten worden zijn belangrijk.

Wij denken dan aan zaken als het ontwikkelen van een eigen persoonlijkheid, het verwerven van zelfkennis, het durven nemen van verantwoordelijkheid, zelfstandigheid, e.d.

De individuele score (uitslag) die voor elke leerling wordt berekend is een van de hulpmiddelen bij de keuze voor het vervolgonderwijs. Daarnaast is ook het advies van de basisschool van belang.

Van de Eindtoets wordt ook een schoolscore berekend. Deze geeft samen met de

uitstroomgegevens naar het voortgezet onderwijs een indicatie van de resultaten van de school.

Schooljaar Landelijk gemiddelde Schoolscore St. Jozefschool

2020-2021 535,1 538,2

2019-2020 (Corona) -- --

2018-2019 535,7 540,0

2017-2018 534,9 532,3

2016-2017 535,6 531,6

2015-2016 534,5 533,8

In november 2018 bezocht de inspectie van het onderwijs onze school. Het volledige

inspectierapport is te vinden op de website van de inspectie: http://www.onderwijsinspectie.nl/

Schooljaar VMBO BB

VMBO BB + LWOO

VMBO KB

VMBO KB + LWOO

VMBO TL

VBMO TL t/m HAVO

HAVO HAVO t/m VWO

VWO

2020-2021 1 1 2 3 1

2019-2020 1 1 2 2 2 1

2018-2019 1 1 1 1 2 2

2017-2018 3 2 2 1

2016-2017 1 2 1 VSO 5 1 1

2015 -2016 4 3 1 2 1 3

Verklaring afkortingen:

VMBO: Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs

(21)

21 BB: Beroepsbegeleidend

KB: Kaderberoepsgericht TL: Theoretische Leerweg

GT: Gemengd-Theoretische Leerweg

MAVO: Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs HAVO: Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs VWO: Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs.

4.6 Contacten met het Voortgezet Onderwijs

Met enige regelmaat is ook overleg met de scholen voor Voortgezet onderwijs, waar onze leerlingen naar toegaan.

- Via de POVO-commissie vindt contact plaats over de aansluiting van het basisonderwijs op het voortgezet onderwijs.

- In de verwijzingsprocedure naar het voortgezet onderwijs vindt overleg plaats over de leerlingen, waarbij ook het advies van de school wordt vermeld.

- Er worden contacten onderhouden over de individuele leerlingen gedurende de eerste twee jaar in het voortgezet onderwijs. Daardoor kunnen we samen goed evalueren of de verwijzing goed

geweest is en wat we daar nog aan zouden kunnen verbeteren.

De leerkracht van leerjaar 8 heeft daarnaast, in een van de laatste maanden voor het einde van het schooljaar, een gesprek met de coördinator van de brugklas van de school waar de leerling is opgegeven. Dan worden de resultaten en de werkhouding van de leerling besproken. Daardoor is het voor leerlingen met een speciale leeraanpak mogelijk een doorgaande lijn voort te zetten. Deze

‘warme overdracht’ vinden wij erg waardevol.

Leerlingen die voor Leerwegondersteuning of Praktijkonderwijs in aanmerking komen zullen in januari/februari daar een speciale toets voor moeten doen op het VO. De opgave verzorgt de leerkracht van leerjaar 8

(22)

22

Hoofdstuk 5: De ouders

5.1 Educatief partnerschap met ouders

Ouders en school hebben een gezamenlijk belang:

‘Het realiseren van optimale omstandigheden voor de ontwikkeling, het leren en de opvoeding van leerlingen, thuis en op school.’ Daarom gaan we als gelijkwaardige partners met elkaar in gesprek en werken we zoveel mogelijk samen. Er zijn wel verschillen in de eindverantwoordelijkheid (voor het leren ligt dat bij school, voor de opvoeding bij de ouders). Ouders en leerkrachten zijn de

voorbeelden voor de leerlingen. Hun gedrag, gewoontes, stijlen enz. zijn dus ook medebepalend hoe leerlingen zich ontwikkelen. We houden rekening met de groeiende eigen verantwoordelijkheid van het kind. We praten zoveel mogelijk met de leerlingen, in plaats van over de leerlingen.

Kennismakingsgesprek

In het eerste kennismakingsgesprek informeren we u graag over de gang van zaken bij ons op school. We vertellen over de dagelijkse praktijk en er is ruimte om de vragen van uw kant te

beantwoorden. U krijgt een rondleiding door het schoolgebouw. Het is prettig als u ook iets over uw kind(eren) vertelt zodat wij hiermee rekening kunnen houden als ze bij ons op school komen.

Na de aanmelding volgt een startgesprek met de ouders en een leerkracht van de BASIS. Dit gesprek vindt plaats voordat het kind op school komt.

De nieuwe kleuters mogen 6 dagdelen meedraaien/inlopen vóór hun vierde verjaardag. De leerkracht maakt hiervoor met u een afspraak.

Informatievoorziening

Door het schooljaar heen proberen wij u zo goed mogelijk te informeren. Wij doen dat via de schoolgids, door middel van nieuwsbrieven, de website, Facebook, tijdens oudergesprekken, tijdens leerstofinformatieavonden en tijdens directe contacten op school.

Zelf kunt u ook op een andere manier actief met de school bezig zijn. Dit kan door te assisteren bij onderwijsactiviteiten, excursies, overblijven, sportdagen en schoolfeesten. Dat kan ook door in de Ouderraad of de Medezeggenschapsraad mee te denken over de opzet, de inhoud en de organisatie van ons onderwijs. Daar kunt u ook uw ideeën over het onderwijs en de school kwijt.

Mocht u vragen hebben, dan kunt u altijd terecht bij de leerkrachten van de basisgroep of bij de directie.

Nieuwsbrieven

Iedere maand verschijnt er een digitale nieuwsbrief van de school.

Website

Op www.jozefazewijn.nl vindt u naast informatie over onze school en de nieuwsbrieven ook regelmatig foto’s van schoolactiviteiten. Mist u nog iets, laat het ons weten. Wij zijn voortdurend bezig de website zo actueel mogelijk te houden. De allerlaatste nieuwtjes vindt u echter op onze…

Facebook-pagina. Op onze FB-pagina staan de allerlaatste foto’s en filmpjes. De pagina wordt al door vele mensen bezocht. I.v.m. de Wet op de AVG wordt het steeds moeilijker om foto’s etc. met u te delen. Het wordt al afgeraden om foto’s op Facebook en zelfs op onze eigen website te plaatsen. Wij werken ook met de Parro-app. Dit is AVG veilig.

(23)

23 U merkt dat er veel georganiseerd wordt om u als ouder op de hoogte te houden. Maar naast al deze geplande activiteiten hechten we ook waarde aan de informele contacten. Tijdens de ochtendinloop hebt u de gelegenheid om even met uw kind mee de leerjaar in te lopen. Wilt u er zeker van zijn dat we tijd hebben voor een inhoudelijk gesprek, maakt u dan even een afspraak.

5.2 Medezeggenschapsraad

De medezeggenschapsraad (MR) is een overlegorgaan van ouders en personeel en staat voor inspraak en medezeggenschap. De MR spreekt voor zowel ouders, leerlingen, als personeel. Via de MR (en de GMR) hebben zowel ouders als leerkrachten invloed op het beleid van de school. Het is de taak van de MR ervoor te zorgen dat de meningen en belangen van de achterban worden vertegenwoordigd.

De MR van onze school wordt gevormd door twee ouders en twee leerkrachten.

Oudergeleding: Rens Hendricksen (vader van Chiel/Janne) en Jeroen Schinkel (vader van Hidde/Sanne).

Personeelsgeleding: Hanneke Arnold en Frans ten Velde.

Uw mening en suggesties

Als ouder kunt u de MR voorzien van waardevolle informatie. Wat leeft er, wat is uw mening, heeft u suggesties, waar zit u over in? Door deze informatie weten we wat belangrijk is en waar we onze aandacht aan moeten geven.

Het mailadres is: mr.jozef@pro8.nu

5.2.1 Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad

De Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) functioneert bovenschools en bestaat uit een afvaardiging van ouders en teamleden van de scholen van Stichting PRO8 vallen. De GMR adviseert het college van bestuur in m.n. school overstijgende zaken. Bij sommige beslissingen heeft zij instemmingsrecht.

5.3 De ouderraad

De ouderraad (OR) activeert de ouderparticipatie en heeft een organiserende en coördinerende functie bij iedere vorm van ouderhulp. De OR regelt hulp bij activiteiten, zoals het sinterklaasfeest, kerstfeest, afscheidsavonden en schoolreisje. De bekostiging hiervan wordt betaald uit de vrijwillige ouderbijdrage.

Leden van de oudervereniging: Narell Keizer, Annemiek Schuurman, Liesanne Bosman,Mirella Schinkel, Desie Jansen, Maaike Evers, Ellen Post en Judith Roelofzen.

5.3.1 vrijwillige ouderbijdrage

De oudervereniging van onze school vraagt de ouders om een vrijwillige ouderbijdrage, die ouderbijdrage wordt gebruikt om de kosten van die activiteiten te kunnen betalen.

Het bedrag wordt tijdens de jaarvergadering in september/ oktober vastgesteld.

Tevens legt de oudervereniging dan verantwoording af over de bestede gelden.

(24)

24 De bijdrage heeft een vrijwillig karakter. De oudervereniging is belast met het innen van de bijdrage bij ouders. De ouderbijdrage wordt per schooljaar geïnd. Voor ouders die de bijdrage niet kunnen betalen is er altijd de mogelijkheid om een betalingsregeling te treffen, zoals betalen in termijnen.

Ouders kunnen tevens gebruik maken van het meedoen arrangement. Meer informatie is te vinden op https://meedoenarrangement.nl/

5.4 Hoofdluiswerkgroep:

De oudergroep hoofdluis houdt zich bezig met het preventief controleren van kinderen op hoofdluis.

In samenwerking met de GGD is een protocol vastgesteld. Dit houdt in dat er na elke vakantie een hoofdluiscontrole wordt uitgevoerd door een aantal ouders die daarvoor speciaal zijn opgeleid.

Mocht er hoofdluis worden geconstateerd, dan worden de ouders van het betreffende kind op de hoogte gebracht en vragen wij de ouders om het kind op te halen en direct te behandelen. Na twee weken vindt er een extra controle plaats. Naast deze vaste controles, vragen wij u direct te melden als er bij uw kind hoofdluis is geconstateerd, ook als u het in het weekend ontdekt. Hoofdluis heeft niets te maken met een slechte verzorging, maar is wel erg besmettelijk. De coördinator van de hoofdluiscontrole is op het moment van printen nog niet bekend. Wij zullen u zo spoedig mogelijk informeren. Wanneer u vragen over hoofdluis/neten heeft dan kunt deze aan juf Peggy stellen.

5.5 Klachten (zie klachtenregeling http://www.pro8.nu/index.php/ouders/klachtenregeling)

Het kan voorkomen dat u als ouder vragen, ideeën en/ of problemen heeft rondom schoolzaken. We gaan er vanuit dat u bereid bent om daarover met ons in gesprek te gaan om zodoende het

probleem of de onduidelijkheid te verhelpen. In eerste instantie kunt u met vragen m.b.t. uw kind terecht bij één van de leerkrachten uit de BASIS. Zij is immers degene die op school het dichtst bij uw kind staat. Wanneer dit voor u niet leidt tot het gewenste resultaat kunt u een afspraak maken met de directeur. Samen hopen we dan alsnog het probleem op te lossen.

5.6 Vertrouwenspersoon, intern en extern (zie klachtenregeling)

http://www.pro8.nu/index.php/ouders/klachtenregeling) Intern vertrouwenspersoon

Als u als ouders/verzorgers een klacht hebt over de school is het de bedoeling dat u die eerst

bespreekt met de desbetreffende leerkracht en/of de directie. Mocht dit geen oplossing bieden of is de klacht zo ernstig dat u daarmee voor uw gevoel niet bij een van hen terecht kunt, dan kunt u met uw klacht terecht bij de intern vertrouwenspersoon van de school. Dit is Peggy Roelofs. De intern vertrouwenspersoon fungeert als meldpunt, informatie-baken en schakel. Schakel, omdat als er een klacht binnenkomt zij na eerste opvang, indien nodig, verwijst naar de externe vertrouwenspersoon.

De leerlingen kunnen ook terecht bij de intern vertrouwenspersoon als zij vragen of zorgen hebben waarmee ze niet bij een leerkracht terecht kunnen of willen komen. De leerlingen kunnen

persoonlijk op school of via een briefje of telefoontje hun zorg uiten. De intern vertrouwenspersoon maakt tijd vrij en onderneemt vervolgstappen indien nodig. Hierbij wordt, indien nodig, de extern vertrouwenspersoon ingeschakeld.

(25)

25 Extern vertrouwenspersoon

Onze extern vertrouwenspersoon is mevrouw Ellen te Winkel: 06-14004160.

Zij heeft als taak de door de intern contactpersoon doorverwezen klager(s) te begeleiden, te bemiddelen tussen klager en aangeklaagde en ondersteuning te bieden bij het indienen van een klacht bij de klachtencommissie. De klachtenregeling is opgenomen als bijlage 2.

(26)

26

Hoofdstuk 6: Het team

6.1 Wie werken er op St. Jozefschool?

Verschillende kwaliteiten en persoonlijkheden met hetzelfde doel: Kwalitatief goed onderwijs voor de leerlingen in een uitdagende leeromgeving.

Directie

Remko Brinkhuis info@jozefazewijn.nl

dinsdag, donderdag (maar altijd bereikbaar) tel. 0314-651527 of 06 46 135400

Leerkrachten BASIS 1:

Hanneke Arnold maandag t/m vrijdag

Eline Hendriks (leerkrachtondersteuner) Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag Leerkrachten BASIS 2:

Susan Kraaijvanger

maandag dinsdag donderdag Frans ten Velde

Woensdag donderdag en vrijdag Leerkracht BASIS 3:

Lizette Driessen.

Maandag t/m vrijdag

Tessa van Groesen (leerkrachtondersteuner) Do morgen en vr morgen (tot 1-1-2022) Intern begeleider: Peggy Roelofs p.roelofs@pro8.nu

maandag, dinsdag en donderdag Onderwijs ondersteunend personeel Conciërge: Tom Hendriks

maandagochtend, donderdagochtend

Huishoudelijke dienst: Bernadette Bolder-Westerveld en Mabeon

(27)

27 6.2 Vervanging van leerkrachten

De school (stichting) is een contract aangegaan met personeelscluster Oost Nederland (PON) om bij afwezigheid (door ziekte, verlof of nascholing) van een leerkracht een vervanger te regelen. Als er geen vervangers van de PON beschikbaar zijn proberen we zelf een vervanger te vinden. Mocht ook dit niet lukken, dan kan het gevolg zijn, dat we in het uiterste geval een leerjaar naar huis moeten sturen.

6.3 De begeleiding en inzet van stagiaires

De St. Jozefschool is een opleidingsschool. Michel Stokman is de intern opleider.

In een opleidingsschool lopen studenten uit verschillende jaarlagen en opleidingsvarianten stage. De intern opleider is voor zowel de mentoren als studenten de aanspreekpersoon. Vanuit de opleiding is er een studieloopbaanbegeleider die gekoppeld is aan de opleidingsschool en daar ook komt om in gesprek te gaan, intervisie te leiden of om de ontwikkeling van studenten te bespreken en

beoordelen. Opleiden in school versterkt de aansluiting tussen ontwikkelingen binnen scholen en het opleiden. Niet alleen studenten worden er opgeleid, maar ook het zittende personeel. We werken actief aan de ontwikkeling van de school en de ontwikkeling van mensen. Onze school begeleidt studenten van Iselinge en het Graafschap College. De opleidingsscholen geven de studenten taken op die in overleg met en onder eindverantwoording van de leerkracht worden uitgevoerd.

6.4 Nascholing

Als team willen we bijblijven op het gebied van onderwijs geven en ons bekwamen zodat ons onderwijs steeds verbetert en bij de tijd blijft. Deze nascholing vindt voornamelijk plaats in de middaguren en op de studiedagen. Op deze dagen is het hele team aanwezig. De leerlingen zijn dan vrij. De studiedagen staan vermeld in de kalender.

6.5 De preventiemedewerker

In de Arbowet geldt de verplichting dat één of meerdere deskundige werknemers aangesteld worden die de werkgever bijstaan in het naleven van de verplichtingen uit de Arbowet.

Op onze school is de directeur de preventiemedewerker. De taken en taakverdeling omvatten in ieder geval:

1. Medewerking verlenen aan het verrichten en opstellen van een risico-inventarisatie en – evaluatie. (RI&E);

2. Het uitvoeren van arbo-maatregelen;

3. Het adviseren aan en overleggen met de MR.

De bedrijfshulpverlening (BHV) is ieder schooljaar een terugkerend onderdeel in de nascholing van de teamleden.

(28)

28

Hoofdstuk 7: Het bestuur en inspectie

7.1 PRO8

Stichting “PRO8”.

De stichting heeft 15 scholen voor primair onderwijs onder haar beheer in de gemeenten Montferland, Doetinchem, Bronckhorst en Oude IJsselstreek met 3000 leerlingen en 270 personeelsleden.

College van Bestuur

De voorzitter van het College van bestuur, dhr Bart van der Ent, is bestuurder van de organisatie. Hij is door de raad van toezicht benoemd en geeft uitvoering aan door de stichting vastgesteld beleid betreffende personeel, onderwijs, financiën, huisvesting en beheer. Daarnaast voert hij overleg met de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR).

Dhr Bart van der Ent 0314-354290, b.vanderent@pro8.nu

Raad van Toezicht

De stichting Primair Onderwijs Achterhoek (PRO8) heeft toezicht en bestuur gescheiden middels het raad van toezicht-model.

De raad van toezicht heeft een toezichtkader vastgesteld. De raad van toezicht bestaat uit 5 leden, waarvan één lid is voorgedragen door de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad.

Het adres van het bestuurskantoor is:

Bestuursbureau Stichting Primair Onderwijs Achterhoek (PRO8) Lohmanlaan 23

7003 DJ Doetinchem 0314-653400

Directieteam

Het directieteam is een zelfstandig functionerend orgaan binnen de stichting.

Het voorzitterschap van het directieteam wordt wisselend uitgevoerd door één van de directeuren.

Doel van het directieteam is gezamenlijk invulling te geven aan de integrale taak van schoolleider, elkaar te adviseren, samen te leren. Tevens formuleert het team adviezen aan het College van bestuur.

Daarnaast voeren de directeuren overleg binnen werkgroepen, die op basis van wisselende thema's ingesteld zijn en tot doel hebben onderzoeks- en ontwikkelopdrachten van het directieteam uit te voeren.

7.2 Inspectie Postadres Inspectie:

Inspectie van het Onderwijs Locatie Zwolle

Postbus 310 8000GA Zwolle

(29)

29 Meer informatie over de Inspectie van het Onderwijs vindt u op

http://www.onderwijsinspectie.nl

Jaarlijks geven scholen diverse toets gegevens door aan de inspectie van het ministerie van onderwijs. Verder bezoekt de inspecteur scholen om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken.

Sinds kort worden scholen die het goed doen minder vaak bezocht dan scholen die matig presteren.

Onze school heeft het laatst bezoek van de inspectie gehad in november 2018. Het verslag van het inspectiebezoek is na te lezen op internet: www.onderwijsinspectie.nl

(30)

30

Hoofdstuk 8: Praktische zaken

8.1 Aanmelding

Ouders/verzorgers kunnen een leerling aanmelden bij onze basisschool met het verzoek om toelating. De aanmelding moet altijd schriftelijk en kan worden gedaan vanaf de dag waarop het kind 3 jaar is maar zo mogelijk uiterlijk 10 weken vóór de datum waarop de toelating tot de school wordt gevraagd. Ouders dienen bij de aanmelding aan te geven of zij hun kind ook bij een andere school en zo ja welke school hebben aangemeld.

8.1.1 Toelating

Vanaf de leeftijd van 4 jaar kan het kind daadwerkelijk tot de basisschool worden toegelaten.

Kinderen die al eerder een andere basisschool bezochten kunnen ook worden aangemeld op onze school. De school bepaalt vervolgens of de aangemelde leerling kan worden toegelaten.

De toelating is niet afhankelijk van het verlenen van een geldelijke bijdrage door de ouders.

Met 6 weken (eventueel verlening van 4 weken) na aanmelding dient het bevoegd gezag van de school te beslissen over de toelating.

8.1.2 Zorgplicht

Zodra de leerling op een basisschool schriftelijk is aangemeld gaat voor deze school de zorgplicht in.

Dit geldt ook voor SBO- en SO-scholen als de leerling nog niet op een andere (basis)school staat ingeschreven. Dit betekent dat de (basis)school van aanmelding verantwoordelijk is voor de zorg van deze leerling. Mocht de (basis)school niet in staat zijn de leerling op de eigen school voldoende te begeleiden dan is het de plicht van de school om samen met ouders een andere (reguliere)

basisschool te zoeken die wel aan de onderwijsbehoefte van de leerling voldoet, aan de hand van de ondersteuningsprofielen. De termijn hiervoor is 6 weken. Dit kan in sommige gevallen één maal verlengd worden met 4 weken.

Voor een plaatsing op het SBO (Speciaal Basis Onderwijs) of SO (Speciaal Onderwijs) is het aan het bevoegd gezag van de school om bij het Samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring aan te vragen. Met deze verklaring heeft de leerling recht op plaatsing op het SBO van het SWV of SO in heel Nederland. Een leerling mag pas geweigerd worden als de school aan de zorgplicht heeft voldaan. Een andere reden kan zijn dat er op de school van aanmelding geen plaatsruimte is of als de ouders weigeren te verklaren de grondslag van het onderwijs van de school te respecteren.

Zorgplicht en verhuizing van een kind

Bij verhuizingen buiten de regio gelden dezelfde regels van plaatsing. Ouders melden hun kind aan op de school van hun voorkeur. Deze school bekijkt of ze het kind een passende plek kan bieden. Kan deze school het kind niet toelaten, dan biedt ze binnen 6 weken een plek aan op een andere school waar het kind wel geplaatst kan worden. De school mag deze termijn 1 keer met maximaal 4 weken verlengen. Verder blijft het kind ingeschreven op een school totdat een andere school bereid is hem of haar in te schrijven. Dus: Zorgplicht gaat in bij schriftelijke aanmelding op de nieuwe school.

8.1.3 Inschrijving

Zodra een toegelaten leerling ook daadwerkelijk de school gaat bezoeken wordt het als leerling van de school ingeschreven. In verband met nieuwe regelgeving zijn ouders verplicht een kopie in te leveren van het officiële document van de belastingdienst waarop het BSN-nummer van het kind

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze gids is bedoeld voor ouders die nu kinderen op onze school hebben én voor ouders van toekomstige leerlingen.. We hopen dat deze gids u de informatie geeft die

Kinderen die wegens allergie geen fruit mogen eten, kunnen uiteraard steeds voor een ander gezond tussendoortje kiezen. Wij stellen het erg op prijs als alle leerlingen zich

Vinden zij het nodig dat wij als school komen tot een structurele benadering (protocol) van begaafde kinderen. De leerkrachten schalen zich niet hoog in wanneer het gaat om het

Hierbij worden de wensen van ouders en kind naast de opbrengsten (citoresultaten van groep 6 en 7), motivatie, doorzettingsvermogen, het maken van huiswerk en werkhouding van

Deze gids is niet alleen bedoeld voor ouders waarvan de kinderen nu op onze school zitten, maar ook voor ouders van toekomstige leerlingen.. U vindt in deze gids informatie over

Deze gids is bedoeld voor ouders die nu al kinderen op onze school hebben en voor ouders van toekomstige leerlingen.. Aan wie al kinderen op school heeft, leggen wij in deze gids

Leerlingen en ouders krijgen in de eerste helft van groep 8 een overzicht van de diverse “open dagen” die door scholen voor voortgezet onderwijs worden georganiseerd en bezocht

Deze gids wordt jaarlijks uitgegeven en is bedoeld voor ouders die nu kinderen op onze school hebben en voor ouders van toekomstige leerlingen.. Aan wie al kinderen op school