• No results found

Rijkdom. In hoeverre kan een leerkracht in het basisonderwijs de waarde van persoonlijke rijkdom bij kinderen stimuleren? Onderzoek Myrthe Wessels

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rijkdom. In hoeverre kan een leerkracht in het basisonderwijs de waarde van persoonlijke rijkdom bij kinderen stimuleren? Onderzoek Myrthe Wessels"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

R ijkdom

In hoeverre kan een leerkracht in het basisonderwijs de waarde van persoonlijke rijkdom bij kinderen stimuleren?

Onderzoek Myrthe Wessels

29V4C2  2062207 Vera van Jaarsveld Identiteit  Katholiek

KBS De Zandberg  Groep 8C

(2)

Voorwoord

Voor u ligt mijn onderzoek. Mijn naam is Myrthe Wessels. Ik ben een vierdejaars PABO student aan Avans Hogeschool in Breda. Voor de minor Teaching English Abroad By Means Of Drama And Music in het derde leerjaar van mijn opleiding heb ik vier maanden in Ghana, West-Afrika, gewerkt en gewoond.

Hier ben ik in aanraking gekomen met extreme armoede. Bij terugkomst heb ik wekenlang in een cultuurshock geleefd.

Het verschil tussen de Westerse wereld en de armoede in Afrika is enorm. Deze levensles wil ik delen met mijn leerlingen van Groep 8C op De Zandberg in Breda. Naar aanleiding van mijn ervaringen in Ghana heb ik de keuze gemaakt om dit onderzoek te richten op rijkdom.

Ik wil al mijn Ghanese vrienden en leerlingen uit de grond van mijn hart bedanken voor de inspiratie die ik heb opgedaan tijdens mijn tijd in Ghana. Ten slotte bedank ik Avans Hogeschool voor de kansen die ik heb gekregen en Vera van Jaarsveld voor de begeleiding tijdens de onderzoeksperiode.

Myrthe Wessels Breda,

18 januari 2016

(3)

Inhoudsopgave

Voorwoord 2

Inhoudsopgave 3

Inleiding 4

Theorie

Hoofdstuk 1 5

Eigen Identiteit Ervaring

Deelvraag 1.1 Wat is rijkdom?

Deelvraag 1.2 Maakt geld gelukkig?

Hoofdstuk 2 8

Identiteit van de School

Deelvraag 2.1 Hoe is rijkdom verdeeld?

Hoofdstuk 3 10

Ontwikkeling van het Kind

Deelvraag 3.1 Hoe ontwikkelt een kind levensbeschouwelijke waarden en normen?

Deelvraag 3.2 Hoe gaan kinderen om met rijkdom?

Levensbeschouwelijk Verhaal 12

Visie Verhaal Reflectie Praktijk

Theorie Over Praktijk 15

Beginsituatie 16

Activiteit 1 17

Activiteit 2 18

Activiteit 3 19

Activiteit 4 20

Reflectie 21

Proces Onderzoeker 21

Proces Kinderen 21

Evaluatie 22

Bronnen

Bronnen 23

(4)

Inleiding

Uit literatuur blijkt dat 800 miljoen mensen ter wereld leven in extreme armoede. Dit betekent dat zij minder dan 1,25 dollar te besteden hebben per dag. In Nederland krijgen kinderen gemiddeld vanaf hun vijfde levensjaar zakgeld. Deze ontwikkelingen zetten zich voort en de kloof tussen rijk en arm zal blijven groeien. Als leerkracht zie ik het als mijn taak leerlingen op de hoogte te brengen van de verschillen in welvaart en welzijn in de wereld.

Zij wij Westerlingen zo hard bezig om geld te verdienen dat we vergeten hoe we kunnen genieten van de kleine dingen in het leven? Wat is de waarde van vrienden, familie, gezondheid en geluk voor kinderen tegenwoordig? Is dit onlosmakelijk verbonden met het inkomen van papa? Ik hoop het niet.

In dit onderzoek wordt een antwoord gezocht op de onderzoeksvraag In hoeverre kan een leerkracht in het basisonderwijs de waarde van persoonlijke rijkdom bij kinderen stimuleren?’

Het onderzoek wordt uitgevoerd in Groep 8C van De Zandberg in Breda. Deze 27 leerlingen zijn het uitgangspunt voor het antwoord op de onderzoeksvraag.

(5)

Hoofdstuk 1

Eigen Identiteit

Mijn naam is Myrthe Wessels. Gewoon Myrthe. Niet gedoopt en ook geen extra namen.

Makkelijk dus. Opgegroeid in een gezin met alleenstaande moeder, heb ik altijd geleerd dat mensen samen sterker zijn dan alleen. Contact met mijn vader heb ik nog iedere twee weken, maar het feit dat mijn moeder mij, mijn tweelingzus en broertje, alleen heeft opgevoed maakt dat zij mijn voorbeeld is en zal blijven voor de rest van mijn leven. Als viertal waren we een eenheid en dat maakt dat ik graag samenwerk. Zorgen voor elkaar en goed zijn voor elkaar zijn waarden die mij erg aanspreken.

Vriendelijkheid en humor brengt men ver in het leven; daar ben ik van overtuigd. Een van mijn favoriete quotes blijft dan ook: “Better to be the one who smiled than the one who didn’t smile back.” Een glimlach kan een verschil maken in iemands dag, dus waarom niet lachen naar voorbijgangers?

Mijn levensbeschouwelijke waarden komen naar voren in mijn lessen. Vriendelijk en humoristisch, dat is wat mij maakt als leerkracht. Kinderen voelen zich snel veilig bij mij, omdat ik op het juiste niveau spreek. School is serieus, maar lachen is noodzakelijk in mijn klaslokaal. Ik maak graag grapjes over mezelf of vertel verhalen over gekke situaties waar ik in beland ben geraakt. Ik leer kinderen vriendelijk te zijn tegen elkaar en het beste uit zichzelf naar boven te halen. Fouten maken mag altijd, proberen moet. Ik ben benieuwd naar ieders geloof en overtuigingen. Meerdere culturen in mijn klas zal mij verrijken in plaats van in de weg zitten.

Ervaring

Afgelopen jaar heb ik vier maanden in Ghana gewerkt en gewoond. Dit is de ervaring van mijn leven geweest. Een dag die me altijd bij zal blijven is de donderdag twee weken voor mijn vertrek terug naar Nederland. De school is erg arm. Er staat een gebouw van beton; zonder ramen, deuren of de juiste leermiddelen. In ieder klaslokaal hangt een krijtbord, behalve in Class 5. Deze klas is geplaatst tussen de twee betonnen gebouwen die de basisschool van de middelbare school scheidt. Class 5 heeft een slecht, oud krijtbord dat staat op een kapot bankje tegen de betonnen muur. De werkwijze van dat bord is: schrijven, het bord draaien, kinderen laten overschrijven en weer opnieuw beginnen. De directeur weigerde deze werkwijze toe te passen en eiste dat ik mijn lokaal, met redelijk krijtbord, opgaf en naar Class 5 verhuisde met mijn klas. Dit zou in de eerste plaats niet passen en ik had de vorige dag de hele dag lesgegeven met dat bord. Ik wilde niet vertrekken en hij ook niet, dus dat werd ruzie. Hij

schreeuwde dat ik niet tegen hem in mocht gaan en ik schreeuwde dat hij verantwoordelijkheid voor zijn school moest nemen, aangezien hij er nooit was en ik iedere dag.

Ruzie om het schrijven op een fatsoenlijk krijtbord zal in niet Nederland gebeuren. Ruzie maken met een directeur zou ik in Nederland niet eens durven. Wij hebben alles hier en zij hebben daar niks. Ik kwam op voor de kinderen in mijn klas; dat zou ik in Nederland ook doen. Het verschil tussen mijn rijke wereld en de arme, Ghanese wereld was die dag te groot. Met het afscheid in mijn hoofd wist ik dat ik zou terugkeren naar alles wat ik hier heb. Mensen hier weten niet wat ze hebben; ze zijn niet dankbaar zoals ze zouden moeten zijn.

Dat waren mijn gedachten die dag. Kennen Nederlandse kinderen dit verschil? En zien zij dit als probleem? Is er inderdaad een kloof tussen rijk en arm? En wat is dan precies rijkdom?

1.1 Wat is rijkdom?

Encyclo (2015) beschrijft het begrip rijkdom als ‘alle eigendommen of bronnen die geld- of ruilwaarde hebben of van economisch nut zijn’. Synoniemen (2006-2015) stelt dat pracht, overvloed en bezit gebruikt kunnen worden als synoniem van rijkdom. Rijk zijn heeft dus vooral te maken met geld.

(6)

De motivatietheorie van Maslow (1934) stelt dat ieder mens bepaalde basisbehoeften heeft. Deze behoeften kunnen gecategoriseerd worden in vijf delen van de welbekende Piramide van Maslow.

Fysiologische behoeften zijn cruciaal om in leven te blijven. Hieronder vallen eten, slapen, hygiëne en geld verdienen. Het is dus niet verrassend dat Van Dale (2006) rijkdom omschrijft als goederen die de mens van nut zijn. Geld wordt immers gezien als eerste levensbehoefte. Het tegenovergestelde van een gevulde spaarpot is armoede. Van Dale (2006) omschrijft armoede als een gebrek aan iets. Er wordt dus niet specifiek over geld gesproken.

Figuur 1: Piramide van Maslow

Het christendom gaat ervan uit dat aardse schatten vernield zullen worden. De enige waarde ligt in de geestelijkheid. (Mok, z.j.) Ieder jaar ga ik met Kerstmis naar de kerk. Op een bepaald moment wordt de collecte aangekondigd. Rijkdom in de vorm van geld wordt gevraagd om de kerk en de geestelijken te kunnen onderhouden. De Bijbel roept mensen op de aardse schatten niet als waardevol te zien.

(Matteüs 6:19-34) Toch zijn het de glinsterende euromunten die in het mandje worden gelegd. De collecte is een vast onderdeel in iedere mis. Spreekt deze traditie de Bijbel tegen?

Het christendom bestaat uit verschillende stromingen. KutsalKitap (z.j.) stelt dat vanuit het rooms- katholicisme meerdere heiligen, zoals Maria, vereerd worden. De volgers van het rooms-katholieke geloof hechten waarde aan beeldvorming van de kerk in de vorm van versiering, het altaar en beelden van onder andere Jezus en Maria. De Paus is de menselijke vorm van God die leeft om mensen te sturen. Roomskatholiek (2006) spreekt over het verwijt vanuit de protestantse kerk dat de rooms- katholieken te veel pracht en praal hebben in hun kerk. Sam Sam (z.j.) legt uit hoe het protestantisme protesteerde tegen de rooms-katholieke kerk en hun manier van vereren. Vanuit mijn eigen kennis over het geloof zie ik de protestantse kerk als sober, nederig en volledig op het geloof gericht. De rooms- katholieke kerk hecht meer waarde aan rijkdom in de vorm van beelden, altaren en aankleding van de kerk.

Het is dan ook de rooms-katholieke kerk die jaarlijks langs de deuren gaan om te collecteren. De jaarlijkse Kerkbalans bracht in 2013 ongeveer 183,9 miljoen euro op. (Trouw, 2014) Deze situatie is vanuit meerdere invalshoeken te bekijken. Persoonlijk ben ik een mens van geven en niet van vragen, wat de kerk naar mijn mening hier doet. Gelovigen geven juist hun rijkdom weg, zoals het beschreven wordt in de Bijbel. Is het te rechtvaardigen wat de kerk hier van gelovigen vraagt? Vanuit het perspectief van een volger wel, vanuit mijn perspectief niet.

(7)

In Ghana werd ik uitgenodigd voor een katholieke begrafenis . In tranen las de dochter van de

overledene haar afscheidsbrief voor. “I want to thank you for all the nice things you bought us. We will miss them.” Zelfs tijdens deze trieste gebeurtenis wordt een vader bedankt voor de materialistische rijkdom die hij zijn dochter heeft kunnen bieden in zijn leven. Meer en meer lijkt het erop dat de aardse schatten grotere waarden hebben dan de Bijbel oppert.

1.2 Maakt geld gelukkig?

Levensbeschouwing Ontwikkelen (2004) omschrijft levensbeschouwing als “het geheel aan impliciete en expliciete overtuigingen, opvattingen en beelden aangaande de mens en de wereld waardoor de alledaagse verschijnselen worden verklaard en betekenis krijgen”. De materialistische wereld waarin het gaat over rijk en arm in de vorm van geld druist in tegen mijn opvattingen. Mijn levenbeschouwelijke identiteit staat hier ver van af. Mijn grootste rijkdommen zijn mijn familie en mijn vrienden. Als leerkracht draag ik deze mening uit naar mijn leerlingen. De kinderen in mijn klas weten dat ook zij een onderdeel uitmaken van mijn rijkdom.

Palmer (z.j.) deelt mijn mening. Hij vraagt zich af waar hij op zijn sterfbed over na zal denken en stelt dat dit niet zal gaan over de hoeveelheid geld die hij in zijn leven heeft verdiend. Brenifier (2009) slaat de spijker op de kop met de vraag ‘Maakt geld gelukkig?’. Hij start met positieve antwoorden. Geld maakt inderdaad gelukkig, want geld zorgt ervoor dat men eten heeft en gezond blijft. Geld leidt tot vrijheid in het leven. Mensen met geld zien er verzorgd uit en worden gerespecteerd. Toch beschrijft hij de keerzijde van dit geluk. Geld brengt angst en ruzie met zich mee. Hij sluit af met een samenvatting.

Geld kan het leven makkelijker maken, maar geluk is niet te koop. Deze opvatting wil ik mijn leerlingen meegeven.

Idema (2010) bundelt verhalen samen over levensbeschouwelijke thema’s. ‘De Rijkste Man’ van Veerman (2010) sluit aan bij mijn visie. Zij beschrijft hoe kinderen opscheppen over hun bezittingen.

Joeri neemt de twee grootste opscheppers mee naar zijn vriend. Hij zou de rijkste man op aarde zijn, aldus Joeri. Deze man leeft op straat, maar vertelt de kinderen over zijn goud en zilver. De zon en de wolken zijn het zilver en de ondergaande zon is zijn goud. De kinderen beseffen dat zij niet hoeven te werken om rijk te zijn. Spiegelbeeld (2008) omschrijft rijkdombewustzijn als de overtuiging dat er overvloed is voor iedereen. Deze overtuiging vindt plaats op twee gebieden. Het materiële gebied, waarin geld en spullen centraal staan, en het immateriële gebied, waarin trefwoorden als vrede, liefde en geluk van belang zijn. Armoedebewustzijn leidt, volgens Van Beers (2008), tot beschermingsdrang voor wat men heeft. Rijkdombewustzijn leidt tot ontspanning en rust. Met de focus op innerlijke rijkdom, hetgeen waar men gelukkig van wordt, is de weg naar geluk snel gevonden.

Mijn rijkdombewustzijn gaat ervan uit dat ieder mens iets heeft waar hij gelukkig van wordt. In Ghana is dat de rust en de vriendelijkheid van de mensen, in Nederland staat veelal materieel geluk voorop. Ik besef dit en heb me hierbij neergelegd. Nog steeds kan ik schatrijk niet beschrijven. Ter Linden (2015) doet een poging in zijn kinderbijbel. Hij vertelt over een schatrijke jongen. Deze jongen heeft mooie kleren en veel bezittingen. Om een mens naar Gods hart te zijn, vraagt Jezus hem zich te ontdoen van al zijn bezittingen en deze te schenken aan de armen. In dit verhaal maakt geld inderdaad gelukkig, want de jongen geeft zijn bezit niet weg. Hij leeft in armoedebewustzijn: bang om afstand te nemen van wat hij heeft. Dit klinkt als een Westers denkbeeld. Toch heerst er armoede in ieder deel van de wereld.

Hoe is deze armoede precies verdeeld?

(8)

Hoofdstuk 2

Identiteit van de School 2.1 Hoe is rijkdom verdeeld?

Europa Nu (z.j.) spreekt over 800 miljoen mensen die leven in absolute armoede. Een persoon is officieel arm als hij minder dan 1,25 dollar per dag te besteden heeft. De armoedegrens geeft duidelijk aan dat rijk en arm wereldwijd te maken heeft met de meest bekende materialistische waarde: geld.

Leven met minder dan 1,25 dollar per dag is armoede. Human Development Report (2013) maakt de schatting dat bij een gelijke verdeling van rijkdom ieder gezin ter wereld een inkomen van 2850 dollar per maand zou hebben. In werkelijkheid leeft 1 op de 6 mensen in extreme armoede. Zeventien procent van de wereldbevolking is arm. Deze armoede komt met name voor in Afrika en India (2010). Uit een recente bron van Index Mundi (2014) blijkt dat Liberia en Tsjaad het er heel slecht van af brengen. In deze landen leeft 80% van de mensen in armoede. NPO Journalistiek (z.j.) meldt dat 10% van de Nederlandse bevolking onder de armoedegrens leeft.

EO (2015) verwoordt een aantal uitspraken van de Paus. Hij spreekt over de drie t’s: trabajo (werk), techo (dak) en tierra (grond). De kerk verkondigt dat ieder mens recht heeft op de drie t’s. Toch valt er te zeggen dat er armoede heerst in ieder deel van de wereld. Geld maakt het leven makkelijker; het staat niet garant voor geluk, aldus Brenifier (2009). Dit laat het rapport van de Volkskrant (2013) zien. In Nederland leeft slechts 10% van de totale bevolking onder de armoede grens. Toch blijkt dat ruim 16%

depressief is. Voor een van de welvarendste landen in Europa scoort Nederland het hoogst. Per 1000 levensjaren, brengen Nederlanders er 1850 depressief door. Geld maakt niet gelukkig, dat wordt hier duidelijk gemaakt.

Op immaterieel gebied brengen wij het er slecht van af. Al jaren wordt geluk gemeten door het

berekenen van het Bruto Nationaal Product. Als men een goed inkomen heeft, wordt er van uit gegaan dat geluk vanzelfsprekend is. NU.nl (2011) schrijft over de VS, een economische grootmacht, waar 17,9% van de bevolking depressief is. Vijftien procent van de mensen in landen met hoge inkomens raakt in de put. Rijkdom leidt tot armoedebewustzijn en de angst om deze rijkdom te verliezen. De druk die op mensen wordt gelegd is te groot en mensen worden depressief, stelt De Jonge (2011). De paus (EO,2015) stelt dat de menselijke inhaligheid, het gebrek aan solidariteit en het egoïsme ons arm maakt. Toch geeft hij de kerkelijke schatten niet af. Hij noemt dit geen bezittingen van de kerk, maar schatten van de gehele mensheid.

Bhutan, een land met een laag BNP, ontwikkelde het Bruto Nationaal Geluk. Deze opvatting komt voort uit het Boeddhisme waarin geluk belangrijker wordt gesteld dan rijkdom. Uit onderzoek blijkt dat een goed inkomen, een hoge levensverwachting en het gevoel van vrijheid zonder corruptie grote invloed hebben op het geluk van inwoners. Uit het World Happiness Report (z.j.) scoort Denemarken op algemene schaal het hoogst, maar op tevredenheid over het dagelijks leven is Costa Rica de winnaar.

IJsland bereikt de absolute top in de ranking hoe gelukkig de mensen zijn.

Layard (z.j.) onderscheidt externe factoren en persoonlijke factoren in het berekenen van geluk. Dit onderscheid wil ik mijn kinderen laten zien en hierover in gesprek gaan. Gebaseerd op externe factoren, zoals inkomen, werk en overheid stel ik de vraag: hoe gelukkig ben jij? Daarna komt de vraag hoe tevreden mijn leerlingen zijn met betrekking tot hun persoonlijke factoren, zoals gezondheid, onderwijs en seksualiteit. Dit verschil is van groot belang bij mijn uitleg over innerlijke rijkdom.

KBS De Zandberg is een grote school in Breda. De school telt 800 leerlingen en blijft groeien. Geplaatst in een goedbedeelde wijk, trekt de school vooral leerlingen aan met een goede economische

achtergrond. De Zandberg is een katholieke basisschool. De school wordt vanuit een katholieke grondgedachte vormgegeven en opent tegelijkertijd haar deuren voor iedereen die van het onderwijs gebruik wil maken.

(9)

Respect en verdraagzaamheid voor elkaars mening en levensovertuiging is een norm. De school is een compleet witte school, maar staat open voor andere geloofsovertuigingen en culturen. De Zandberg is een duidelijke dialoogschool. Een dialoogschool verwelkomt iedere leerling. Vanuit een christelijke inspiratie wil de school alle leerlingen uitdagen, motiveren en kracht geven.

De Zandberg staat niet stil, maar is vooruitstrevend en verandert haar visie op het moment dat het nodig is. De maatschappij is aan het veranderen en de school ziet het als haar taak om de kinderen waarden en normen bij te brengen die voor het functioneren in de samenleving van belang zijn. Op het gebied van geld heeft de school niets te klagen. In de korte tijd dat ik les geef op de school ben ik een aantal keer in aanraking gekomen met zaken die te maken hebben met geld. Ieder jaar wordt namelijk de Week van de Pauzehap georganiseerd op de school. Alle producten worden gesponsord door de Albert Heijn. Veel kinderen kennen de producten goed; in iedere straat staat immers een AH tegenwoordig. Er wordt geen aandacht besteed aan de kosten van fruit en groenten. Ervan uitgaand dat iedereen de redelijk hoge prijs van de Albert Heijn kan betalen, wordt hier niet over gepraat. Een ander voorbeeld laat juist wel zien dat de school kinderen stimuleert verstandig met geld om te gaan. Ieder groepje kinderen uit mijn klas krijgt zes euro om een zoete snack te maken tijdens de teambuildingsdag.

Kinderen gaan al snel op zoek en komen erachter dat het geld snel op zal raken als ze al hun

boodschappen bij de AH doen. De kinderen worden gestimuleerd door de groepsleerkracht om prijzen te vergelijken en het goedkoopste te vinden. Dit is namelijk net zo lekker! De komende maanden zullen uitwijzen hoe de school om gaat met geld en de lessen die de kinderen hierin geleerd krijgen.

Interessant is het juiste woord. Het is interessant om op deze witte, rijke school mijn opleiding af te sluiten nadat ik jaren lang op multiculturele scholen heb lesgegeven en mijn minor in Ghana heb volbracht. Mijn keuze voor ‘Rijkdom’ was dan snel gemaakt. Hoe kijken deze kinderen tegen rijkdom aan? Ja, ze hebben allemaal een iPhone of Samsung. Is dat rijkdom? Of kijken de kinderen verder?

Gaan ze in op innerlijke rijkdom en weten ze wat dit betekent? In het praktijkdeel van dit onderzoek zal verder ingegaan worden op de activiteiten die met Groep 8C van de Zandberg zullen worden

uitgevoerd.

(10)

Hoofdstuk 3

Ontwikkeling van het Kind

3.1 Hoe ontwikkelt een kind levensbeschouwelijke waarden en normen?

Fowler (2011) onderscheidt zeven fasen in de levensbeschouwelijke ontwikkeling bij mensen. In de eerste fasen neemt een kind vooral de visie van de ouders over. Vanaf 12 jaar groeit de persoonlijke levensbeschouwing van een kind. Het kind is echter nog wel beïnvloedbaar door de omgeving. Vanaf dat moment leert een kind kritisch denken en is er sprake van een eerste eigen visie. Uiteindelijk komt een kind erachter dat hij niet ‘the center of the universe’ is. De wereld draait door krachten waar hij geen invloed op heeft. Natuurlijke- en menselijke verschijnselen zijn niet altijd te verklaren en hier zal hij genoegen mee moeten nemen. In groep 8 merk ik dat kinderen al een eigen mening ontwikkeld hebben of hier mee bezig zijn. Het ene kind is verder in zijn ontwikkeling dan het andere en dit verschil is in deze groep goed zichtbaar. In gesprekken over maatschappelijke onderwerpen, zoals het

vluchtelingenprobleem, heeft een grote meerderheid van mijn leerlingen hier een duidelijke mening over. Erg positief is dat de meningen enorm uit elkaar liggen. Dit geeft aan dat de kinderen kritisch denken en een eigen mening hebben ontwikkeld zonder beïnvloed te worden door klasgenoten.

Filosoferen is een activiteit die terug zal komen in het praktijkdeel van dit onderzoek. Naar aanleiding van de gesprekken die ik heb gevoerd in mijn klas ben ik erg benieuwd hoe de kinderen reageren op dit

‘maatschappelijke probleem’.

3.2 Hoe gaan kinderen om met rijkdom?

Naast het overbrengen van waarden en normen, is financiële opvoeding een belangrijke taak van ouders. In deze tak van opvoeden staat het omgaan met geld centraal. Onderwerpen als sparen, lenen, zakgeld en omgaan met reclame komen aan bod.

Vanaf zes jaar kunnen kinderen verschillende munten herkennen. Erg tegenstrijdig is dat 45% van alle vijfjarigen al zakgeld krijgt. Op de middelbare school krijgt 88% van alle kinderen een extra zakcentje.

Jaarlijks wordt de Week Van Het Geld georganiseerd. Tijdens deze week leert men kinderen verstandig om te gaan met geld, ofwel hun rijkdom. Uit een peiling van platform Wijzer geldzaken (2015) blijkt dat 76% van de kinderen hun geld het liefst bewaard in een spaarpot. Kan er nu gesteld worden dat de rijkdom van de Nederlandse kinderen zich bevindt in een roze, groen of blauw spaarvarkentje?

Geld kan het leven inderdaad fijner maken, maar vrienden zijn niet te koop. Een van mijn klasgenoten op de basisschool probeerde haar klasgenoten om te kopen met snoep, in de hoop dat ze bij haar kwamen spelen. Natuurlijk werkte deze truc op het begin, maar uiteindelijk vervaagde de vriendschap.

Gezellig samen spelen is niet te koop; die rijkdom gaat vanzelf. Deze anekdote heb ik in vorige jaren aan mijn klas verteld. De kinderen lachten, maar begrepen ook de boodschap van de situatie.

In Mali worden kinderen beschouwd als rijkdom. Zij dienen als extra handen voor een gezin. Extra handen kunnen helpen in huis of geld verdienen. Wederom wordt rijkdom verbonden met geld. Aan de andere kant kunnen kinderen gezien worden als persoonlijke rijkdom. Tuckwell, een Australische miljonair, stelt dat rijkdom kinderen vergiftigt. Als kinderen zelf iets opbouwen, zullen ze hier trots op zijn. Spullen geven zal echter leiden tot een verlangenloos bestaan. Ik ben het eens met Tuckwell. Ik ben opgegroeid in een goed milieu. Toch hadden wij geen geld over om maandelijks uit eten te gaan of een abonnement op de Efteling te krijgen. Een wandeling door het bos was een uitje voor mij. Genieten van de pure, immateriële zaken in het leven is deel geweest van mijn opvoeding.

In totaal leven 430.000 kinderen in een huishouden met een laag inkomen. Het gaat hier om financiële armoede. Dit kan leiden tot sociale uitsluiting op scholen. Stichting De Vonk ontwikkelde een spel om kinderen kennis te laten maken met leven met weinig te besteden. 13% van de kinderen denkt namelijk dat geld onbeperkt uit de automaat komt.

(11)

De armoedegrens ligt op dit moment op 1,25 dollar per dag. Dit betekent dat een persoon arm genoemd wordt als hij dagelijks minder dan 1,11 euro te besteden heeft. Nederlandse kinderen krijgen gemiddeld 5,95 tot 9,25 zakgeld per week op een leeftijd van 18 jaar. Uitgaand van het grootste bedrag van ongeveer negen euro hebben deze jongeren dagelijks meer te besteden dan iemand die leeft onder de armoede grens. Dit zijn schokkende resultaten. Door het zien van deze harde cijfers kunnen kinderen zien hoe goed zij het hebben. Mijn vraag is: hebben zij dit door en hoe zullen zij op dit nieuws reageren?

Figuur 2: Een beeld van armoede dat in mijn lessen besproken en ter discussie gesteld zal worden.

(12)

Levensbeschouwelijk Verhaal

Visie

Na mijn reis in Afrika heb ik weken geleefd in een enorme cultuurshock. Ik was boos over de

Nederlandse gang van zaken. Ik leefde vanuit armoedebewustzijn; ik had immers al die tijd in armoede geleefd. Waarom liggen onze schappen in de Albert Heijn helemaal vol als de mensen daar één rotte paprika per dag tot hun beschikking hebben? De materiële wereld in Europa maakte me verdrietig. De keuze voor een thema was dan ook snel gemaakt. De dankbaarheid die ik voel voor mijn leven in de luxe, Westerse wereld wil ik overdragen aan mijn leerlingen. Ik wil kinderen leren dat rijkdom niet alleen gaat over geld, maar ook over persoonlijke rijkdom, zoals vrienden en gezondheid. Het verhaal dat ik gevonden heb, sluit aan op het doel van dit onderzoek.

Verhaal

Harde Kern: Verhalen bij Wetenschappelijke Thema’s (2010)

Idema, E., Renkema, E., Thijs, A. & Veerman, G. – Kwintessens NZV Uitgevers, Amersfoort

De Rijkste Man

‘Wij hebben thuis twee auto’s.’

‘Mijn vader heeft een Porsche.’

‘Wij gaan altijd drie keer op vakantie.’

‘Wij hebben een boot.’

Iedereen staat op te scheppen, nadat Tim heeft verteld dat bij hem thuis misschien een zwembad in de tuin komt. Joeri staat erbij en luistert. Hij ziet hun eigen flat voor zich, waar nog net een bank in kan, een tafel en vier stoelen.

Maar ik heb Piet, denkt hij, als Maaike over haar eigen tv begint. Piet is beter, klinkt het in zijn hoofd als Emma meedeelt dat haar vader misschien wel honderdduizend euro verdient. Piet heeft meer, gaan zijn gedachten als Roos zegt dat ze misschien gaat verhuizen naar een villa.

‘Ik ken de rijkste man op aarde’, zegt Joeri ineens hardop.

Alle gezichten draaien naar hem. Jij?, lijken ze te denken, jij kunt toch niet eens merkkleding kopen?

‘Oh ja?’, vraagt Joep. ‘Waar woont hij dan?’

‘Zeg ik niet,’ antwoordt Joeri. ‘Maar ik kan je er wel heenbrengen als je wilt.’

‘Kan die man games voor ons kopen?’ vraagt Roos, ‘van mijn moeder mag ik die niet.’ ‘Ja, en de nieuwste spelcomputer? Dat maakt voor hem toch niks uit, hij heeft geld zat.’ ‘Waarom loop jij er eigenlijk zo goedkoop bij?’ vraagt Tim. ‘Als je hem zo goed kent, waarom geeft hij jou dan niks?’ Joeri staat op en loopt weg. ‘Laat hem maar,’ roept Roos hem na. ‘Hij is een zielig bijstandskind.’

Maar de nieuwsgierigheid gaat knagen bij zijn klasgenootjes en als Joeri aan het einde van de middag zijn fiets uit het fietsenhok wil pakken, komt Tim voor zijn neus staan en pakt zijn stuur vast. Roos ploft op zijn bagagedrager.

‘Jij kent toch de rijkste man?’ zegt Tim. ‘Wij willen hem zien.’ Joeri grijnst. ‘Het is wel ver weg hoor,’

antwoordt hij. ‘Je moet aan je ouders vragen of je een paar dagen van huis mag. Tim’s gezicht betrekt.

Maar Roos zegt stoer: ‘Geen probleem. Wat spreken we af?’

Die zaterdag staan Roos en Tim keurig te wachten als Joeri het fietsenhok binnenrijdt. Roos heeft een grote rugzak om en Tim draagt een sporttas. ‘Rijd maar achter mij aan,’ zegt Joeri. Ze fietsen de stad uit, onder een viaduct door en een heel eind door de polder. Bij een brug over het kanaal staat Joeri stil.

´Nu moeten we lopend verder,´ zegt hij. Ze wringen zich door prikkelstruiken en klauteren naar beneden de kade af. Onder de brug zit een man in een lange rode jas. Een slappe zwarte hoed hangt half voor zijn gezicht. ´Piet!´ roept Joeri vrolijk.

(13)

De man hijst zich overeind en omhelst hem. ´Jij bent toch de rijkste man op aarde, Piet?’ vraagt Joeri.

Piet begint te stralen. ‘Jazeker’, antwoordt hij. ‘Maar waar is je geld dan?’ vraagt Roos en ze kijkt zoekend om zich heen.

Tim begint weer de kade op te klimmen en roept nijdig: ‘We zijn genept, Roos!’ ‘Als je mijn rijkdom wilt zien dan zul je een dag en een nacht geduld moeten hebben,’ zegt Piet. Roos begint te grinniken. Ze haalt haar slaapzak uit haar tas en legt hem op de schuine betonnen wand onder de brug. ‘Kom we gaan, Roos!’ schreeuwt Tim, die al bijna weer boven staat. ‘En Joeri krijgen we nog wel!’ Piet knikt hem vriendelijk toe en gaat aan de waterkant zitten. Joeri ploft naast hem aan de ene kant, en Roos aan de andere. Tim zucht en blijft staan waar hij staat. De zon schijnt fel op het water van het kanaal. ‘Zie je dat?’ wijst Piet. ‘Dat is mijn zilver.’ Hij loopt onder de brug uit, strekt zijn armen en tolt rond. ‘Dit alles is mijn huis, zover je kijken kunt. Is het niet fantastisch groot?’ Hij tuimelt in het gras en draait zich op zijn rug. ‘Kom ook!’ roept hij. Met z’n drieën staren Joeri, Piet en Roos naar de wolken. ‘Ze spelen spelletjes met me,’ zegt Piet. ‘Soms zijn het grote enge monsters die elkaar achterna zitten. Soms zijn het

schaapjes die even blijven staan zodat je ze rustig kunt bekijken. Als ze met veel zijn moet je uitkijken want dan gooien ze je soms ineens nat. ‘Game over,’ grinnikt Joeri. ‘Als de wolkjes geen zin meer hebben kan ik je mijn goud laten zien,’ zegt Piet.

Tim, die er bij is komen zitten, tuurt op zijn horloge. ‘Het is al laat,’ bromt hij. ‘Zullen we niet eens gaan?’

Maar de anderen luisteren niet. Het begint al te schemeren. De wind ruist door de bomen en de

vogeltjes geven een fluitconcert. ‘Wat een mooie geluidsinstallatie heb ik hè?’ fluistert Piet. ‘Kijk, daar is mijn goud al.’ De zon zakt als een schitterende oranje bal de polder in. ‘Dat goud bewaar ik aan de grens van mijn land en elke dag wordt het meer.’ Piet gniffelt. ‘Maar ’s ochtends geef ik meestal wel wat weg hoor.’

Het wordt een beetje fris en Piet legt een vuurtje aan. Hij roostert een verse eend, die ze even later heerlijk oppeuzelen. ‘Kijk,’ zegt Piet, naar de sterren wijzend. ‘God heeft allemaal gaatjes geprikt in de hemel, zodat hij mij een beetje in de gaten kan houden.’ Dan begint hij over een ree dat hem af en toe komt bezoeken en daarna vertelt hij het Ongelofelijke Verhaal over de zeven taarten die nooit werden opgegeten. Roos begint te knikkebollen van de slaap en haar hoofd zakt langzaam op de ene schouder van Piet. Joeri leunt aan de andere kant. ‘Voel je je nou nooit eens alleen, Piet?’ vraagt Tim. ‘Nee hoor,’

zegt Piet. ‘Als ik overdag in het water kijk zie ik daar zo’n aardige man. Als ik lach dan lacht hij terug en als ik zwaai steekt hij ook zijn hand op.

Het viertal wordt wakker van de eerste zonnestralen. Joeri trekt zijn sokken uit. ‘Kom jongens, we gaan door het gras rennen!’ roept hij. Ze rennen en gillen en Piet valt op zijn neus. Hij de grassprieten vol dauwdruppels beet en roept: ‘Kijk, parels!’

‘Wat is eigenlijk zo goed aan rijk?’ peinst Tim als ze terug fietsen. ‘En toch wil iedereen het!’ Joeri en Roos liggen dubbel van het lachen. ‘Zullen we een geheim genootschap oprichten?’ vraagt Roos. ‘Het genootschap van de rijkste man?’

Als ze de volgende ochtend op school komen, willen de andere kinderen allemaal weten hoe het was en hoeveel hij had en en…. De drie leden van het genootschap geven elkaar veelbetekenende knipogen.

‘Wij zeggen niks,’ antwoorden ze. ‘Behalve dan dat wij nooit meer hoeven te werken om rijk te worden!’

(14)

Achtergrond

Het verhaal ‘De Rijkste Man’ is gebaseerd op meerdere christelijke verhalen en versen. In het verhaal wordt rijkdom omschreven als goud van de zon en zilver van de wolken. In Psalm 8 wordt de zilveren maan genoemd. Al deze schoonheden zijn door God geschapen. In Matteüs 19;16-26 is een man op zoek naar het eeuwige leven. Hij vraagt Jezus hoe hij dit kan bereiken. Jezus roept de man op alles te verkopen wat hij heeft. Zijn geld moet hij aan de armen geven en pas dan kan hij als volmaakt mens leven. Lucas 19;11-28 roept naar mijn mening iets anders op. In dit verhaal krijgt de rijke juist al het geld. Hij heeft hier hard voor gewerkt, maar hoeft blijkbaar niks weg te geven.

De Rijkste Man heeft ook een negatieve kant, namelijk de kinderen die opscheppen over hoeveel zij hebben. Het is mogelijk dat dit negatieve stuk gebaseerd is op Lucas 19;11-28. Uit de

achtergrondinformatie is te halen dat de Bijbel mensen oproept zich van hun geld te ontdoen en dit aan armen te geven.

In Gesprek

Bron: Theo van der Zee – In gesprek met een (bijbel)verhaal:

Het verhaal ‘De Rijkste Man’ gaat over Joeri. De kinderen in zijn klas scheppen altijd op over hoe rijk ze zijn. Als Joeri zegt dat hij de rijkste man ter wereld kent gelooft niemand hem; Joeri is namelijk zelf niet heel erg rijk. Toch gaan de twee grootste opscheppers met hem mee. Ze ontmoeten de rijkste man, een zwerver, en geloven niet dat hij rijk is. Als de zwerver voor het slapen gaan begint te vertellen over zijn rijkdom en pas ophoudt als de zon weer is opgekomen, zijn de kinderen van mening veranderd.

De hoofdpersonen in het verhaal zijn Joeri, de rijkste man en de twee opscheppers. Joeri en de rijkste man zijn gelukkig, maar de opscheppers voelen de drang beter en rijker te zijn dan ieder ander. Bij mij komt het woord ‘verwend’ naar boven. Deze verwende kinderen lachen Joeri uit, terwijl hij inderdaad de rijkste man ter wereld is. Uit dit verhaal leren kinderen dat rijkdom verschillende aspecten heeft. Een zwerver heeft inderdaad weinig geld, maar rijk is hij zeker!

(15)

Theorie over de Praktijk

Levensbeschouwing

Als een kind praat over zijn levensbeschouwing, praat hij over de betekenis die het leven voor hem heeft. Het leven wordt vanuit een betekenis, een gevoel, een emotie of een filosofie beschouwd waardoor het leven een doel krijgt. In het onderwijs wordt levensbeschouwing onderverdeeld in domeinen en aspecten, stelt De Schepper (2004). Zo kan het leven door ervaringen, opvattingen, beelden, rituelen, sociale verbanden en een moraal betekenis krijgen. Deze betekenis kan worden verdeeld over dingen, mensen, de maatschappij, de geschiedenis, het geheel en de ik-vorm. De Schepper spreekt over zes basisvaardigheden van levensbeschouwing: waarnemen, verkennen, verbeelden, redeneren, communiceren en handelen. Deze vaardigheden zullen in de praktijklessen terug komen. Voelen en denken is belangrijk voor dit onderdeel van het onderwijs. Levensbeschouwing heeft een brede definitie die door iedere school anders ingevuld wordt.

Filosoferen

Filosofiejuf (z.j.) is duidelijk: filosoferen is belangrijk voor ieder kind. Het leert kinderen tot inzicht te komen door te redeneren. Ofwel: het is even niet van belang hoe snel je 5 x 3 kan uitrekenen, maar hoe goed je bent in het loslaten van die kennis en vanuit gevoel een filosofische vraag te beantwoorden. Het antwoord op zo’n vraag is niet in een encyclopedie te vinden. Door fantasie en emotie te gebruiken leren kinderen hun ideeën en opvattingen onder woorden te brengen en een antwoord te formuleren.

Voor een filosofisch gesprek is het verstandig het denkproces van kinderen al op gang te laten brengen, stelt Van Bodegraven (2000). Dit kan door middel van een tekening, een toneelstuk, een filmpje of een foto. Het is belangrijk dat er een moreel dilemma zichtbaar is. Kinderen denken hier al over na en vanuit dat denkproces kan een filosofisch gesprek op gang komen. Een filosofisch gesprek bevat vragen waar geen standaardantwoord op te vinden is. Er is namelijk geen goed of fout. Filosofische vragen dagen uit om grondig en diepgaand na te denken en hierover in discussie te gaan.

Leraar24 (2009) stelt dat filosoferen in verschillende werkvormen kan gebeuren: in duo’s, in groepjes of klassikaal. Deze discussie kan over talloze onderwerpen gaan met de voorwaarde dat de kinderen het onderwerp waardevol vinden. Een veilige leeromgeving wordt door de leerkracht gecreëerd. Belangrijk hierbij is dat de leerkracht duidelijk maakt dat ieder antwoord goed is. Filosofie is niet op zoek naar het perfecte antwoord, maar naar zoveel mogelijk antwoorden.

Filosofiejuf (z.j.) biedt leerkrachten materiaal voor het uitvoeren van een les filosofie. Daarnaast zijn een paar regels opgesteld. De belangrijkste regel is dat de leerkracht alleen vragen mag stellen en nooit zelf een antwoord mag geven. De kinderen moeten zelf tot een antwoord komen zonder de hulp van de leerkracht. Het enige wat hij mag doen is doorvragen. Een aantal voorbeelden van doorvraag-vragen zijn: is dat zo?; hoezo dan?; is dat altijd zo?; kun je een voorbeeld geven? Het is belangrijk dat kinderen worden gestimuleerd door te denken.

(16)

Beginsituatie

Het onderzoek wordt uitgevoerd in de bovenbouwgroep van KBS De Zandberg. Hieronder wordt een korte profielbeschrijving van de groep gegeven:

KBS De Zandberg

Een katholieke basisschool in een goedbedeelde wijk in Breda.

Groep 8C

Een klas die de afgelopen zeven jaar een groep heeft gevormd.

27 leerlingen 10 jongens

De jongens houden van voetbal en hockey. 17 meisjes

De meisjes houden van hockey en paardrijden.

27 van de 27 kinderen komen uit Nederland.

Twee kinderen hebben nog geen telefoon.

75% van de kinderen gaat iedere vakantie naar het buitenland.

Het is duidelijk dat de kinderen in groep 8C wat betreft materiële rijkdom niet veel te klagen hebben. Ieder jaar haalt de school geld op voor een goed doel door middel van een kerstmarkt. De kinderen zijn dus vaker in aanraking geweest met maatschappelijke- of internationale problemen. Het is lastig te zeggen hoe de kinderen zullen reageren op de activiteiten die op de volgende bladzijden beschreven zijn. In de reflecties wordt

teruggeblikt op het proces dat de kinderen hebben doorgemaakt.

(17)

Activiteit 1

Kerndoel 37

De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen.

Kerndoel 5

De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals:

informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen.

Doel

- De leerlingen beschrijven hun beeld van rijkdom in de vorm van een tekening, zin of tekst.

- De leerlingen beantwoorden vragen over eigen rijkdom en verklaren hun keuzes.

Uitwerking

- De leerlingen vullen een werkblad in over rijkdom.

- De leerlingen verantwoorden hun keuzes in een klassikaal gesprek.

Fasen

Introductie Een anekdote over een cultuurshock wordt aan de

klas verteld. Aan de hand hiervan wordt het thema en de reden hiervan uitgelegd aan de kinderen.

Instructie Het werkblad wordt kort besproken.

Zelfstandig werken Het werkblad wordt afgenomen in stilte, zodat kinderen elkaar niet kunnen beïnvloeden. Het is belangrijk dat het werkblad naar waarheid wordt ingevuld, omdat dit deel is van de terugkoppeling die in de vierde activiteit terug zal komen.

Klassikaal gesprek In een klassikaal gesprek worden de antwoorden (en belangrijker: de verklaringen) van de kinderen besproken. Kinderen krijgen de kans op elkaar te reageren en hun eigen antwoord te verduidelijken.

Let op: dit is geen filosofisch gesprek, maar een klassikaal gesprek.

Afsluiting De kinderen worden erop attent gemaakt dat dit

werkblad belangrijk is om netjes te bewaren.

Aspecten Domeinen Vaardigheden

Ervaringen De Wereld van de Dingen Waarnemen

Opvattingen Ik Verkennen

Redeneren

(18)

Activiteit 2

Kerndoel 37

De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen.

Kerndoel 2

De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.

Doel

- De leerlingen leren luisteren naar een ander.

- De leerlingen leren hoe het is om een filosofisch gesprek te voeren.

Uitwerking

- De leerlingen luisteren naar een presentatie over rijkdom en armoede.

- De leerlingen voeren een filosofisch gesprek.

Fasen

Introductie Door middel van een presentatie over rijkdom en

armoede wordt de les geïntroduceerd. De presentatie is gevuld met feiten uit het theorieonderzoek.

Presentatie Er wordt teruggeblikt op het werkblad. Wat valt

op? We zoomen klassikaal in op de hoeveelheid zakgeld die kinderen krijgen en de armoedegrens die wereldwijd bekend is.

Instructie Het filosofisch gesprek wordt uitgelegd. Regels

worden opgesteld.

Filosofisch gesprek Wat is rijkdom?

Deze filosofische vraag wordt gesteld en een filosofisch gesprek volgt. De leerkracht stapt in de rol van doorvrager begeleider en stapt uit haar rol van leerkracht. Er zijn geen goede of foute antwoorden. Welke emoties en gedachten komen los?

Afsluiting Er wordt geëvalueerd op het filosofisch gesprek.

Zijn er verbeterpunten?

Aspecten Domeinen Vaardigheden

Opvattingen De Maatschappij Verbeelden

Het Geheel Redeneren

Ik Communiceren

(19)

Activiteit 3

Kerndoel 37

De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen.

Kerndoel 9

De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten.

Doel

- De leerlingen leren het verschil kennen tussen persoonlijke- en externe rijkdom.

- De leerlingen herschrijven een verhaal op basis van hun eigen beeld van persoonlijke rijkdom.

Uitwerking

- De leerlingen blikken terug op het filosofisch gesprek.

- De leerlingen luisteren naar het verhaal.

- De leerlingen herschrijven het verhaal en delen de resultaten met elkaar.

Fasen

Introductie Er wordt teruggeblikt op de vorige les. Hierin

stonden rijkdom en armoede centraal. Wat is er naar boven gekomen in het filosofisch gesprek?

Presentatie De tekst wordt voorgelezen.

Instructie Het verschil tussen persoonlijke- en externe

rijkdom wordt uitgelegd.

Zelfstandig werken De kinderen herschrijven de voorgelezen tekst.

Afsluiting De kinderen lezen in groepjes hun tekst voor.

Aspecten Domeinen Vaardigheden

Ervaringen Ik Verbeelden

Opvattingen Redeneren

Beelden Communiceren

(20)

Activiteit 4

Kerndoel 37

De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen.

Kerndoel 1

De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.

Doel

- De leerlingen leren luisteren naar elkaar.

- De leerlingen leren hun mening bij te stellen en te reflecteren op een vooraf gekozen thema.

Uitwerking

- De leerlingen blikken terug op de herschreven teksten.

- De leerlingen delen de resultaten met elkaar en verklaren de keuze voor de tekst.

- De leerlingen reflecteren op het thema.

Fasen

Introductie Er wordt teruggeblikt op de vorige les.

Presentatie Van ieder groepje leest één kind zijn herschreven

tekst voor. Deze tekst is in overleg gekozen. Het team legt uit waarom deze tekst gekozen is.

Instructie Het werkblad wordt kort besproken.

Zelfstandig werken Het werkblad wordt afgenomen in stilte, zodat kinderen elkaar niet kunnen beïnvloeden. Het is belangrijk dat het werkblad naar waarheid wordt ingevuld, omdat dit deel is van de reflectie.

Afsluiting Uiteindelijk zal het verschil tussen persoonlijke- en

externe rijkdom worden afgebeeld door middel van een weegschaal. De kinderen vullen op dit werkblad bij beide gebieden in wat zij belangrijk vinden en zij tekenen de schaal vanuit eigen perspectief in. Deze werkbladen worden geëvalueerd.

Het thema wordt afgesloten met het nieuwe liedje Mooi van Marco Borsato. “Je bent zo rijk als je je voelt” is een zin is de tekst die het thema perfect samenvat.

Aspecten Domeinen Vaardigheden

Ervaringen De Wereld van de Dingen Verbeelden

Opvattingen Het Geheel Redeneren

Moraal De Maatschappij Communiceren

(21)

Reflectie

Proces Onderzoeker

Dit onderzoek is uitgevoerd op basis van een persoonlijke ervaring. Door het vinden van de juiste theorie, is mijn verslag een duidelijke richting opgegaan. Tijdens de uitvoering van het onderzoek merkte ik echter dat ik vast zit in een bepaalde denkwijze. Door het schrijven van dit onderzoeksverslag is een deel van mijn woede eruit gekomen. Ik kan tot op de dag van vandaag het verschil tussen Nederland en Ghana niet rechtvaardigen, maar dat is mijn taak niet.

Mijn verwachtingen voor dit onderzoek hoog. Ik hoopte dat alle kinderen zouden beseffen wat armoede is en hoe oneerlijk rijkdom verdeeld is. Eenmaal bij de uitvoering aangekomen, besefte ik dat deze kinderen niks kunnen doen aan het salaris van hun vader en moeder. Ja, ze zijn allemaal opgegroeid in een rijk gezin. Maar als ik diep nadenk, ben ik dat ook. In vergelijking tot wat ik heb gezien, is bijna iedereen in Nederland rijk.

Het moment dat ik startte met het theoriedeel zat ik nog deels in mijn cultuurshock. De boosheid was nog niet weg en een aantal maanden later begrijp ik mijn standpunt nog steeds, maar kan ik het beter relativeren. Ik weet zeker dat de kinderen in mijn klas begrijpen wat ik in Afrika heb gezien en dat ze hebben geleerd van dit onderzoek. De bewustwording en de harde feiten zijn binnengekomen en dat was mijn doel in de eerste plaats. Voor mijn gevoel is het onderzoek geslaagd en hebben de kinderen bereikt wat ik zo hoopte. Voor mezelf heb ik ook een doel bereikt: acceptatie. Ik heb leren accepteren dat de wereld is zoals zij is. Eén enthousiaste juf kan hier het verschil niet in maken.

Ik ben dankbaar voor het proces dat ik heb doorgemaakt tijdens het schrijven en uitvoeren van dit onderzoek.

Proces Kinderen

• Tijdens de eerste activiteit bleek dat de meeste kinderen erg tevreden zijn over hun materialistische rijkdom. Rijkdom werd veelal omschreven als de hoeveelheid geld die een gezin heeft. Er werd ook verwezen naar het huis waar men in woont of de auto waarin een man rijdt. Tot mijn schrik schreef bijna de hele klas op dat hun grootste bezit hun iPhone was. Op dat moment zakte de moed me in de

schoenen. Zoals ik had verwacht, dachten de kinderen niet na over persoonlijke rijkdom. Aan de andere kant begonnen mijn handen te jeuken om mijn onderzoeksresultaten met de kinderen te delen. Gelukkig vulden alle kinderen in dat rijkdom niet aan de buitenkant te zien is. Kleren kunnen een verschil maken,

“maar er zijn toch ook rijke mensen die graag goedkope kleren kopen”, aldus een leerling van 8C.

“Sommige mensen zijn zo arm, het enige wat ze hebben is geld.”

Het uitleggen van bovenstaande quote werd door het grootste deel van de klas op de volgende manier gedaan: “Mensen zijn zo gefocust op hun geld dat ze geen vrienden meer overhouden.”

• Tijdens het filosofisch gesprek hebben de kinderen gediscussieerd over wat rijkdom en armoede nu precies inhouden. Er werd voornamelijk gesproken over dunne kindjes op tv en Amerikanen die in grote auto’s rijden. Als leerkracht stelde ik vragen als ‘Waarom denk je dat?’ en ‘Hoe zie jij dat?’. Het was lastig om niet gelijk op innerlijke rijkdom over te gaan. Op een gegeven moment stelde ik de vraag

‘Waar kan ik jouw rijkdom terugzien?’. De kinderen dachten diep na en daar kwam het antwoord waar ik op had gehoopt: “Juf, rijkdom zit toch ook in vrienden?” Vanaf dat moment draaide het gesprek om en beseften de kinderen dat er ook een andere kant is.

(22)

• Tijdens het herschrijven van het verhaal heb ik de les ter plekke veranderd. Ik merkte dat het verhaal een gesprek teweeg bracht tussen de kinderen. Ik heb ervoor gekozen het verhaal klassikaal te herschrijven. Ik heb niks opgeschreven. Hier heb ik bewust voor gekozen, omdat ik me volledig wilde focussen op de kinderen. De kinderen gaven een andere invulling aan het verhaal. Ze veranderde het goud van de zon in de waarde van familie. Een leuke toevoeging was de gouden ring die een moeder had gekregen van haar moeder. Was dit nu externe of persoonlijke rijkdom? Onze conclusie: het goud van de ring is rijkdom in de vorm van geld, maar de betekenis van de ring hoort bij persoonlijke rijkdom.

Ik vond dit een prachtig voorbeeld van hoe twee soorten rijkdom bij elkaar kunnen komen en hoe kinderen op mooie verwoordingen kunnen komen.

Evaluatie

De lessen zijn geëvalueerd aan de hand van een weegschaal. Uiteindelijk hangt de weegschaal ongeveer gelijk. Ik wil de evaluatie afsluiten met een uitspraak van een van mijn leerlingen:

“Kijk, ik zal eerlijk zijn. Ik kan echt niet zonder rijkdom, zoals mijn telefoon. En eten

hoort daar ook bij toch?! Niemand kan zonder eten! Ik denk alleen dat ik nu weet

dat ik ook niet zonder die persoonlijke rijkdom kan, want ik kan wel een mooie

telefoon hebben, maar wie moet ik dan appen?”

(23)

Bronnen

- Arme Kant van Nederland/EVA (z.j.). Informatiepakket voor jongeren over armoede in Nederland.

Geraadpleegd op 3 december 2015, via http://www.armekant-eva.nl/jongeren/watis.html

- Biblegateway (z.j.). Matteüs 6:19-34. Geraadpleegd op 12 november 2015, via

https://www.biblegateway.com/passage/?search=Matthe%C3%BCs+6%3A19-34&version=HTB - Bodegraven, van. N (2000). Spelenderwijs filosoferen met kinderen. Uitgeverij Reed Business Brenifier, O. (z.j.). Wat is geluk?. Leuven: Davidsfonds/Infodok.

- Carré (2015). Rijkdom: kinderen en doopfeesten. Geraadpleegd op 4 december 2015, via http://www.nederlandseofficierenvereniging.nl/Carre/Carre%202015/April/Ca201503_022.pdf

- De Wereld Morgen (z.j.). Human Development Report 2013: Verrassende cijfers over armoede en kantelende wereldverhoudingen. Geraadpleegd op 12 december 2015, via

http://www.dewereldmorgen.be/docs/2013/05/03/hdr_2013_voor_bijlage.pdf

- EO (2015). Uitspraken paus over geloof, kerk en armoede. Geraadpleegd op 2 januari 2016, via http://www.eo.nl/geloven/nieuws/item/uitspraken-paus-over-geloof-kerk-en-armoede/

- Encyclo (2015). Rijkdom. Geraadpleegd op 21 november 2015, via http://www.encyclo.nl/begrip/rijkdom

- Europa NU (z.j.). Europese Unie en armoede in de wereld. Geraadpleegd op 4 december 2015, via http://www.europa-nu.nl/id/vhcydvjr6hzb/europese_unie_en_armoede_in_de_wereld

- Filosofiejuf (z.j.). Mini-cursus filosoferen met kinderen. Geraadpleegd op 30 november 2015, via http://www.filosofiejuf.nl/mini-cursus-filosoferen-met-kinderen/

- FTM (z.j.). Rijkdom ‘vergiftigt’ kinderen. Geraadpleegd op 5 december 2015, via http://www.ftm.nl/rijkdom-vergiftigt-uw-kinderen/

- Idema, E. (2010). Harde Kern. Amersfoort: Kwintessens NZV Uitgevers.

- Index Mundi (z.j.). Bevolking onder armoedegrens. Geraadpleegd op 11 december 2015, via http://www.indexmundi.com/map/?v=69&l=nl

- Jongeren en Armoede (2007). Special jongeren en armoede. Geraadpleegd op 28 december 2015, via

http://www.armekant-eva.nl/pdf/jongerenenarmoedespecial.pdf

- KU Leuven (2002-2016). Wat is een katholieke dialoogschool? Geraadpleegd op 6 december 2015, via

http://www.kuleuven.be/thomas/page/dialoogschool/#block139593

- KutsalKitap (z.j.). Waarom is er een rooms-katholieke kerk en een protestantse kerk? Geraadpleegd op 10 januari 2016, via

http://www.kutsalkitap.nl/zuilen/90.html

- Leraar24 (2009). Dossier: filosoferen met kinderen. Geraadpleegd op 30 november 2015, via https://www.leraar24.nl/dossier/747#tab=0

- Levensbeschouwing ontwikkelen – Jef de Schepper

Schepper, de, J. (2005). Levensbeschouwing ontwikkelen: didactiek voor godsdienst / levensbeschouwing in het primair onderwijs. Kwintessens

(24)

- Mok, D. (z.j.). Rijkdom. Geraadpleegd via

http://home.zonnet.nl/daanmok/O.%20P.%20Ghai/Tijdloze%20themas/Rijkdom.html

- Nibud (z.j.). Financieel opvoeden. Geraadpleegd op 28 december 2015, via http://www.nibud.nl/consumenten/financiele-opvoeding/

- Nibud (2013). Nibud kinderenonderzoek: onderzoek naar basisschoolkinderen en hun geldzaken.

Geraadpleegdop 28 december 2015, via

http://www.nibud.nl/wp-content/uploads/Rapport-2013-Nibud-kinderonderzoek-2013.pdf

- Nibud (z.j.). Zakgeld: hoeveel geef je? Geraadpleegd op 28 december 2015, via http://www.nibud.nl/consumenten/zakgeld/

- NOS (2011). We zijn rijk maar ook ongelukkig. Geraadpleegd op 10 december 2015, via http://nos.nl/artikel/259591-we-zijn-rijk-maar-ook-ongelukkig.html

- Nu.nl (2015). Kinderen stoppen geld liefst in spaarpot. Geraadpleegd op 22 november 2015, via http://www.nu.nl/geldzaken/4006869/kinderen-stoppen-geld-liefst-in-spaarpot.html

- Nu.nl (2011). Nederland in top drie depressiefste landen. Geraadpleegd op 9 december 2015, via http://www.nu.nl/gezondheid/2575120/nederland-in-top-drie-depressiefste-landen.html

- Profi-leren (z.j.). Motivatietheorie: Maslow. Geraadpleegd op 29 november 2015, via http://www.profi-leren.nl/files/oa_dc_10_maslow.pdf

- Psalmboek (2016). Psalm 8. Geraadpleegd op 8 december 2015, via http://www.psalmboek.nl/psalmen.php?psID=8

- Rijkdomsbewustzijn. (z.j.). rijkdomsbewustzijn. Geraadpleegd via http://www.rijkdomsbewustzijn.nl/media/artikel_Spiegelbeeld_2008.pdf

- Roomskatholiek (2006). Kerkelijke rijkdom… ? Geraadpleegd op 5 januari 2016, via https://roomskatholiek.wordpress.com/2006/05/25/kerkelijke-rijkdom-3/

- SamSam (z.j.). Christendom. Geraadpleegd op 5 januari 2016, via http://www.samsam.net/godsdiensten/christendom/

- Synoniemen.net (2006-2016). Rijkdom. Geraadpleegd op 21 november 2015, via http://synoniemen.net/index.php?zoekterm=rijkdom

- Trouw (2014). Kerken gaan weer met de collectebus langs de deur. Geraadpleegd op 10 december 2015, via

http://www.trouw.nl/tr/nl/4716/Christendom/article/detail/3574634/2014/01/09/Kerken-gaan-weer-met- collectebus-langs-de-deur.dhtml

- Volkskrant (2013). Nederlanders depressiefste volk van Europa. Geraadpleegd op 9 december 2015, via

http://www.volkskrant.nl/binnenland/nederlanders-depressiefste-volk-van-europa~a3539853/

- Wijzer in geldzaken (2015). Spaarpot is en blijft favoriete plek om geld te bewaren. Geraadpleegd op 29 november 2015, via

http://www.wijzeringeldzaken.nl/in-het-nieuws/spaarpot-favoriete-plek-geld-bewaren/

- World Happiness Report (z.j.). World Happiness Report. Geraadpleegd op 28 december 2015, via http://vkplusmobilebackend.persgroep.net/rest/content/assets/839c7658-256a-43f1-800f-

69d89c66053f

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

242 Voor deze dagvaarten werden tot het derde decennium van de zestiende eeuw ‘allen prelaten, baenroetsen, ridderen, edelen, amboichtsheeren, burgermeesters, scepenen ende rade

License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden.. Downloaded

Mijn collega’s van de sectie Middeleeuwse Geschiedenis van de Universiteit Leiden wil ik bedanken voor de collegialiteit en de prettige samenwerking; in het bijzonder Serge ter

License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden. Downloaded

The noble population of late medieval Zeeland is difficult to demarcate; the group of people regarded as noble altered over time according to changes in the

Alleen de informatie over bezit, geografische herkomst, huwelijken, kindertal, heerlijke en ridderlijke titels, vorstelijke ambten, convocaties voor dagvaarten

GH Archief van de Graven van Holland GRReg Grafelijkheidsrekenkamer, Registers GRRek Grafelijkheidsrekenkamer, Rekeningen GRLH Grafelijkheidsrekenkamer, Leenhof GZ

de Smidt, Inventaris en beschrijving van de processtukken (dossiers) behorende tot de beroepen uit Holland, berustende in het archief van de Grote Raad van Mechelen, Algemeen