• No results found

Afschaffing van de spelersmakelaarslicentie : Wat zijn de gevolgen en oplossingen voor de speler?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Afschaffing van de spelersmakelaarslicentie : Wat zijn de gevolgen en oplossingen voor de speler?"

Copied!
49
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

!

Afschaffing van de FIFA spelersmakelaarslicentie;

!

Wat zijn de gevolgen en oplossingen voor de speler?

!

!

!

!

Door: Stephanie Lücken

Studentnummer: 5731046

Begeleider: Roberto Branco Martins

!

!

!

!

!

(2)

Inhoudsopgave

!

!

!

Voorblad 1 Inhoudsopgave 2 Inleiding 3

Hoofdstuk 1; Het probleem van de afschaffing van de spelersmakelaarslicentie 6

1.1 De FIFA 6

1.2 De Players Agent Regulation 7

1.2.1 Doorwerking van de PAR in Nederland 9

1.3 Afschaffing van de PAR 10

1.4 Problemen bij afschaffing van de PAR en invoering van de

FIFA Regulations on Working with Intermediairies 17 Hoofdstuk 2; Welke vormen van geschilbeslechting lenen zich voor het probleem

en hoe ziet het proces eruit? 20

2.1 CAS: de procedure voor het internationale sporttribunaal 20

2.1.1 De arbiters van het CAS 22

2.2. Arbitrage 23

2.2.1 De Arbitrageprocedure 24

2.3. De geschillencommissie 26

2.3.1 De geschillencommissie voor de voetbalintermediair 26 Hoofdstuk 3; Wat zijn de normen waar een voetbalintermediair zich aan

dient te houden en hoe kunnen deze normen gehandhaafd worden? 30

3.1 Zorgplicht 30

3.1.1 Zorgplicht in het voetbal 30

3.2 Spelersprofiel 31 3.3 Mentale begeleiding 33 3.4 Nazorg 34 3.5 De RWI en de voetbalintermediair 36 3.6 Tuchtrechtspraak 38 3.6.1. De KNVB tuchtprocedure 39 3.6.2 In beroep en herziening 41

3.6.3 Tuchtrecht betreffende voetbalintermediairs 42

3.6.4 Verkorte procedure 42 3.6.5 Sancties en tenuitvoerlegging 43 Conclusie 44 Bronnen 46

!

!

!

!

!

!

!

!

(3)

!

Inleiding

!

!

Van thuis op de televisie tot aan de tribunes in Brazilië, iedereen was vorig jaar in de ban van het WK voetbal. De wereld houdt haar adem in, juicht en tiert bij elke wedstrijd. Trots en eer van ieder land ligt in de handen van het nationale team. Het lot van Nederland ligt in de handen van Arjen Robben en Robin Van Persie. In de eerste wedstrijden van het WK valt Memphis Depay in en scoort fenomenaal.

Memphis Depay is maar liefst elf jaar jonger dan Van Persie, begon met voetbal op zijn zesde en werd op zijn negende al gescout door Sparta Rotterdam, waar hij tot zijn twaalfde heeft gespeeld. PSV nam hem over en heeft Depay gecontracteerd tot 2017.

!

De grens tussen sport als spel en sport als arbeid vervaagt steeds meer. De voetballer lijkt een soort product geworden. In die hoedanigheid worden professionele voetballers in de regel vertegenwoordigd door een spelersmakelaar. In Player’s Agents Wordlwide: Legal Aspects wordt de volgende definitie gegeven van een spelersmakelaar: „Een spelersmakelaar is een persoon die bevoegd is om namens iemand anders op te treden bij onderhandelingen met een derde partij”. In 1 2012 ging er in de voetbalsector in totaal twee miljard euro om. Daarvan gaat maar liefst 30% naar de spelersmakelaars en tussenpersonen. Dat komt uit op een bedrag van 600 miljoen euro. 2

!

De Fédération Internationale de Football Assocation (FIFA) eist dat elke spelersmakelaar een licentie heeft. De spelersmakelaarslicentie is bedoeld als kwaliteitswaarborg en controlefunctie en is onderworpen aan de Player Agents Regulations (PAR). Uit eigen (maar niet gepubliceerd) onderzoek van de FIFA is echter gebleken dat zo’n 75% van de spelersmakelaars werkt zonder licentie. Mede hierom heeft de FIFA besloten om de makelaarslicentie per 1 april 2015 af te schaffen, en deze te vervangen door de Regulations on Working with Intermediaries (RWI). In 3 plaats een makelaarslicentie komt hierdoor de nadruk te liggen op een strenge controle op contracten en geldstromen. Daarbij is de term spelersmakelaar vervangen door ‘intermediair’. De club en spelers dragen de verantwoordelijkheid van de door hen ingeschakelde intermediair.

R. Parrish, Siekmann, R.C.R., Soek, J., R., Martins, R.B., Players’ Agents Worldwide: Legal Aspects, Den Haag: TMC Asser Press 2007, p. 1. 1

Zwichten voor het grote geld, 22-02-2014, Koen Greven, Hugo Logtenberg, NRC Handelsblad 2

Art. 11, Regulations on Working with Intermediaries, 2015, FIFA 3

(4)

Daarnaast dient elke voetbalassociatie zelf zorg te dragen voor het sanctioneren van een intermediair die een overtreding heeft begaan. 4

!

Het besluit om de makelaarslicentie af te schaffen heeft veel stof doen opwaaien in de voetbalwereld. Via de licenties waren spelersmakelaars namelijk middels een getrapt systeem -via de nationale bonden- aangesloten bij de FIFA. In het geval van geschillen tussen spelersmakelaars en spelers of clubs kon men bij de FIFA en bij de FIFA Players’ Status Committee (PSC) terecht. Groot voordeel hiervan is dat het PSC gespecialiseerd is in de geldende reglementen in het voetbal en de wijze waarop transfers dienen te geschieden. Onder de nieuwe regels, waar de spelersmakelaar de intermediair wordt, verliest hij zijn toegang tot het PSC.

!

Het beroep als spelersmakelaar heeft vanwege de afschaffing van de makelaarslicentie geen officiële status meer. Dit betekent onder meer dat zij niet meer op hun deskundigheid worden geëxamineerd. Daarnaast verliezen de spelersmakelaars de gebondenheid met de nationale voetbalassociaties en dientengevolge de FIFA. In de Laurent Piau-zaak bij het Hof van Justitie 5 (HvJ) is beslist dat FIFA bevoegd is de spelermakelaars te reguleren omdat zij werken in een markt die anders is dan alle andere markten. Dat komt met name doordat de werknemers (spelers) in die markt die gebruik maken van de diensten van de spelersmakelaar kwetsbaar zijn. Volgens het HvJ komt dat omdat de carrières van de spelers kort zijn. Spelers worden ook vaak op jonge leeftijd 6 gecontracteerd zoals Fodé Fofana die op 11-jarige leeftijd is gecontracteerd door FC Barcelona. 7 Indien het om minderjarige spelers gaat, lijkt het mij veilig te stellen dat zij weinig verstand hebben van contracten. Het is de vraag welke gevolgen het afschaffen van de makelaarslicentie zal hebben voor de (veelal jonge) professionele voetballers, die zoals gezegd als een juridisch kwetsbare groep werknemers kan worden beschouwd.

!

In deze scriptie zal vanuit het perspectief van de speler de gevolgen van de deregulering van de spelersmakelaardij worden onderzocht. Daarbij zal ook worden gekeken naar oplossingen die eventuele negatieve gevolgen voor de spelers kunnen mitigeren. De probleemstelling van deze scriptie luidt dan ook: Wat zijn de gevolgen van de afschaffing van de FIFA-makelaarslicentie

Art. 9, Regulations on Working with Intermediaries, 2015, FIFA 4

HvJ EU 26 januari 2005, zaak T-193/02 (Laurent Piau/Commissie). 5

HvJ EU 26 januari 2005, zaak T-193/02 (Laurent Piau/Commissie), r.o. 102. 6

Kinderhandel? Fodé leeft zijn jongensdroom bij FC Barcelona, Mark Misérus, Volkskrant, 21 oktober 2015. 7

(5)

voor de voetballers, en welke oplossingen kunnen worden bedacht om de eventuele negatieve gevolgen voor die voetballers te voorkomen dan wel te verminderen?

In het eerste hoofdstuk zal beknopt de werking van het (oude) licentiesysteem worden uitgelegd. Vervolgens worden de eventuele problemen die zullen ontstaan door de afschaffing van dat systeem in kaart worden gebracht.

Het tweede hoofdstuk wordt gewijd aan de vraag hoe eventuele geschillen tussen intermediair en werknemer onder de RWI kunnen worden beslecht. Hierbij zal met name aandacht worden besteed aan de procedurele kant, aangezien deze scriptie een burgerlijk procesrechtelijk achtergrond kent. Verder zal ik in het derde hoofdstuk de normen waaraan een voetbalintermediair zich zou moeten houden in kaart brengen en hoe deze normen gehandhaafd zouden kunnen worden. Ten slotte wordt in de conclusie een antwoord gegeven op de probleemstelling.

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

(6)

1. De afschaffing van de spelersmakelaarslicentie

!

1.1 De FIFA

!

In de situatie voor 1 april 2015 gaf de FIFA de randvoorwaarden aan voor het uitgeven van een spelersmakelaarslicentie. Wie en wat is de FIFA en waarom heeft zij de bevoegdheid tot het stellen van de voorwaarden voor het uitgeven van een spelersmakelaarslicentie?

!

De FIFA is een vereniging die in 1904 in Parijs naar Zwitsers recht is opgericht en is gevestigd te Zürich. Haar doel is, zoals verankerd in haar statuten, het continu verbeteren van voetbal als sport en spel. Inmiddels zijn er 209 verenigingen lid van de FIFA met als gevolg dat FIFA de wereldwijd 8 overkoepelende voetbalorganisatie is. Volgens de statuten is het FIFA-congres, het wetgevende 9 orgaan en tevens het hoogste orgaan. Als wetgevend orgaan draagt het Congres bij aan de 10 ontwikkeling van het spel. Elk lid heeft een stem tijdens het Congres. De FIFA-voorzitter heeft tijdens het Congres de leiding en draagt er zorg voor dat het debat behoorlijk wordt uitgevoerd. De huidige voorzitter is Sepp Blatter die deze positie al sinds 1998 bezet. Naast het Congres is Blatter 11 verantwoordelijk voor de daadwerkelijke implementatie van de genomen beslissingen. Het uitvoerende orgaan bestaat uit een voorzitter, door het Congres verkozen in het jaar na een FIFA World Cup, acht vicepresidenten en vijftien leden, die door de confederaties en verenigingen worden benoemd.

!

Volgens de statuten functioneert de FIFA als beschermheer van het voetbal. In het kader van deze 12 functie heeft zij ten aanzien van spelersmakelaars de verantwoordelijkheid op zich genomen om regels en grenzen te stellen om zowel clubs als spelers te beschermen. Dit reglement wordt de 13 Players’ Agent Regulations (PAR) genoemd. De meest recente PAR dateert uit 2008. 14

!

!

Art. 2 General Provisions, FIFA Statutes, August 2014 edition, p.6. 8

FIFA, about FIFA, the organisation. http://www.fifa.com/aboutfifa/organisation/index.html. 9

Art. 21.1, Organisation, FIFA Statutes, August 2014 edition, p.21. 10

Id. 11

Art. 2.a, General Provisions, FIFA Statutes, Augustus 2014 edition, p.6. 12

Art. 2.e, General Provisions, FIFA Statutes, Augustus 2014 edition, p.6. 13

Player’s Agent Regulation, FIFA, 2008. 14

(7)

1.2 The Players’ Agent Regulations 2008

!

Na het befaamde Bosman-arrest is de voetbalmarkt ingrijpend veranderd. In de situatie vóór het 15 Bosman-arrest, kon als het contract van de speler was afgelopen, de oude club voor het aangaan van een arbeidsovereenkomst van de speler met de nieuwe club alsnog een transfersom eisen. Het Hof stelde dat voor spelers in EU-landen waarvan het contract was afgelopen, geen transfersom meer kon worden gevraagd. Het Hof achtte dit in strijd met het vrije verkeer van werknemers dat is vastgelegd in artikel 45 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Deze uitspraak had tot gevolg dat de 3+2 regel werd afgeschaft en spelers na afloop van het contract 16 transfervrij naar een andere club konden. Om dit te voorkomen, verhoogden de clubs de salarissen van de spelers, kregen zij steeds vaker tekengeld en werden de contracten voor een langere duur afgesloten. Indien de speler tussentijds het contract wilde ontbinden om bij een andere club te 17 spelen, moest door de nieuwe club een afkoopsom worden betaald. 18

In het Kolpak-arrest werd de werking van het Bosman-arrest uitgebreid tot spelers die van buiten 19 de EU kwamen indien het een beroepsspeler betrof die reeds overeenkomstig de nationale bepalingen van de lidstaat van ontvangst wettig werd tewerkgesteld. Door deze ontwikkelingen in 20 de regels over transfers ontstond begrijpelijkerwijs meer behoefte aan spelersmakelaars die de nieuwe regels zich eigen hadden gemaakt.

!

De wijze van regulering van het beroep van de spelersmakelaars werd tot 1 april 2015 beheerst door de PAR van de FIFA. De PAR benadrukt dat zowel clubs als spelers alleen gebruik dienen te maken van een spelersmakelaar die zijn licentie van een nationale voetbalbond heeft verkregen. Over dit 21 laatste volgt in de volgende paragraaf meer. Het gebruik van een spelersmakelaar die geen licentie bezit is niet toegestaan tenzij het een uitgezonderd persoon betreft als bedoeld in artikel 4 van de PAR 2008. Dit zijn ten eerste de ouders, broers, zussen of echtgenoot van de speler. Deze 22

Europese Hof van Justitie van 15 december 1995, zaak C-415/93; NJ 1996, 637 15

De 3+2 regel houdt in dat nationale bonden het aantal buitenlandse contractspelers dat een club tijdens een wedstrijd mocht opstellen kon beperken 16

tot 3 . Daarnaast konden bonden dan nog 2 buitenlandse contractspelers opstellen die gedurende een (ononderbroken) periode van vijf jaar in het land van de betreffende nationale bond hadden gespeeld.

G. Bouwer, ‘De financieel-economische gevolgen van de afschaffing van het transfersysteem’, in: N.J.P. Giltay Veth & R.C.R. Siekmann (red.), De 17

afschaffing van het transfersysteem in het betaald voetbal (de zaak-Bosman), Haarlem: De Vrieseborch 1996, p. 57 e.v.

Zie F.B.J. Grapperhaus & M. Jansen, ‘Geen reden tot paniekvoetbal: de gevolgen van Flexibiliteit en zekerheid voor afkoopsommen bij 18

profsportcontracten’, ArbeidsRecht 1998-11, p. 10-14 en H.T. van Staveren & M. Boetekees, ‘Voetbaltransfers onder vuur van de Europese Commissie en de FIFA?’, Ars Aequi 2001, p. 224-233.

HvJ EU 8 mei 2003 (Kolpak-arrest),C-438/00. 19

Id., r.o. 49. 20

Artikel 2.1, PAR 2008, FIFA 21

Artikel 2.2, PAR 2008, FIFA 22

(8)

uitzondering geldt indien een van deze personen hem kan vertegenwoordigen in de onderhandeling of heronderhandeling van een arbeidsovereenkomst. Ten tweede de persoon die wettelijk bevoegd is het beroep van advocaat uit te oefenen en een speler of een club kan vertegenwoordigen bij het onderhandelen van een arbeidsovereenkomst of een transfer.

Indien een persoon die een voetbalspeler wil vertegenwoordigen niet onder deze uitzondering valt, zal hij in het bezit moeten zijn van een spelersmakelaarslicentie. De procedure voor het verkrijgen van een licentie begint met een formele applicatie bij de nationale voetbalbond. Verder is het vereist dat de kandidaat-spelersmakelaar een schriftelijke bekwaamheidstoets aflegt over relevante wetgeving en regels in het voetbal. Wanneer een kandidaat deze toets doorstaat dient hij een 23 aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten bij een verzekeringsmaatschappij dan wel een bankgarantie op te stellen van CHF 100.000,- (=€82.341,80) . Als hij hieraan voldaan heeft, dient 24 hij als kandidaat-spelersmakelaar de Code of professional Conduct te ondertekenen. Wanneer aan 25 de bovenstaande vereisten is voldaan kan de daartoe bevoegde nationale voetbalbond de licentie uitgeven en wordt de kandidaat-spelersmakelaar als een volwaardige spelersmakelaar geregistreerd. De licentie verloopt na vijf jaar; na deze vijf jaar dient de spelersmakelaar opnieuw examen te doen. Voor de tijd tussen het verlopen van de vergunning en het behalen van de nieuwe examens, 26 wordt de vergunning tijdelijk geschorst.

!

Zoals uit de PAR blijkt, reguleert de FIFA niet alleen de voorwaarden en vereisten voor het spelersmakelaarschap, maar stelt de FIFA ook gedragsregels vast ten aanzien van de gelicenseerde spelersmakelaar door middel van de Code of professional Conduct. Dat deze gedragsregels 27 streng zijn blijkt uit het vermoeden van schuld aan de zijde van de makelaar als de speler zijn contract met de club voortijdig afbreekt zonder een ’just cause'. In een dergelijk geval wordt a 28 priori vermoed dat de schuld bij de makelaar ligt, tenzij de spelersmakelaar zijn onbetrokkenheid bewijst. Wanneer de makelaar hier niet in slaagt, loopt hij risico op een waarschuwing en/of sancties zoals een boete van CHF 5000 ( =€4.114,88), schorsing van 12 maanden, intrekken van de licentie of zelfs een verbod op deelname aan elk voetbal gerelateerde activiteit. Deze boete mag de

Art. 8, PAR 2008, FIFA 23

Art. 9 jo. 10, PAR 2008, FIFA 24

Art.11, PAR 2008, FIFA 25

Art. 17, PAR 2008, FIFA 26

Art 11 jo 24 en Annex I, PAR 2009, FIFA 27

Art 33 lid 1, PAR 2008, FIFA 28

(9)

nationale voetbalbond opleggen zodra een speler, een club of spelersmakelaar de regels van de PAR schendt.

Daarnaast zijn de rechten en plichten van clubs en spelers vastgesteld in de PAR. Zo moeten clubs verzekeren dat zij de makelaar volgens afspraak een som ineen vergoeden voor zijn verdiensten die in verhouding staan tot de verrichte werkzaamheden. 29

!

Spelers kunnen kiezen of ze de makelaar willen vergoeden door een som ineens of door een vergoeding op jaarbasis. Deze vergoeding is gebaseerd op een percentage van het jaarlijkse inkomen van de speler. Indien er geen afspraken zijn gemaakt, heeft de agent recht op 3% van het jaarlijkse inkomen van de speler. Indien een club regels van de PAR schendt, kan de club sancties 30 opgelegd krijgen in de vorm van een waarschuwing, boetes, punt reductie, transferverbod of zelfs een degradatie in divisies. In het geval een speler de regels van de PAR schendt, kan hij een 31 waarschuwing, een boete van CHF 5.000, een schorsing van een wedstrijd of - net als de spelersmakelaar - een verbod op deelname aan enig voetbal gerelateerde activiteit krijgen. 32

!

Zoals eerder gezegd is het niet de FIFA zelf die de licenties uitgeeft. De FIFA stelt slechts de voorwaarden en vereisten voor het uitgeven ervan door een nationale voetbalbond. Het is aan de nationale voetbalbond om ervoor te zorgen dat de PAR geïmplementeerd wordt in hun land.

!

1.2.1 Doorwerking van de PAR in Nederland

!

In Nederland is de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (de KNVB) de bond die de licenties uitgeeft. Dit is geregeld in het Reglement Spelersmakelaars van de KNVB. De spelersmakelaar die in het bezit is van een licentie van de KNVB, is bevoegd om voor spelers en betaald voetbal organisaties (BVO’s) op te treden. De spelersmakelaar representeert een van de partijen in het kader van arbeidsovereenkomsten, alsmede de overschrijving van spelers binnen de KNVB en van en naar buitenlandse voetbalbonden.

Zolang de spelersmakelaar geen lid is van de KNVB, is hij niet verbonden aan het Reglement Spelersmakelaar. Hoe raakt de spelersmakelaar toch verbonden aan dit reglement?

Art 20, PAR 2008, FIFA 29

Art 20 lid 4, PAR 2008, FIFA 30

Art 35, PAR 2008, FIFA 31

Art 34, PAR 2008, FIFA 32

(10)

De spelers en de BVO’s zijn op grond van art 6 lid 2 van de statuten van de KNVB automatisch lid van de KNVB. Zij zijn gebonden aan het Reglement spelersmakelaars van de KNVB. Zodra de spelersmakelaar een licentie heeft is hij middels die licentie gebonden aan de regels van de KNVB en daardoor gebonden aan het Reglement Spelersmakelaar. Zo is indirect, middels de licentie, het verenigingsrecht van toepassing op de activiteiten van de spelersmakelaar. Het toepassen van het verenigingsrecht is van belang omdat hierdoor de spelersmakelaar uiteindelijk, via een getrapt systeem, verbonden is aan de reglementen van de FIFA - waaronder de PAR. Het getrapt systeem ziet er als volgt uit: de KNVB is lid van de Union of European Football Associations (UEFA), de overkoepelende voetbalbond van Europa. Deze confederatie en daarmee ook de KNVB zijn weer lid van de FIFA. Dat de KNVB deze statutaire verplichtingen dient na te leven is geregeld in art 4 lid 2 onderdeel d van de KNVB statuten. Op deze wijze zijn de spelers en de BVO’s die weer lid zijn van de KNVB indirect gebonden aan de naleving van de voorschriften van de FIFA en de spelersmakelaar zodra hij voetbalspelers middels een licentie vertegenwoordigt ook.

!

1.3 Afschaffing van de PAR

!

In de vorige paragraaf is gebleken dat de PAR 2008 veel aspecten rond de spelersmakelaar reguleert. Het oogt als een solide regeling, die de belangen van het voetbal, de clubs, de spelers en de spelersmakelaar lijkt te behartigen. Er zijn duidelijke regels en gedragscodes opgesteld en de sancties zijn substantieel. Desondanks is de PAR 2008 per 1 april 2015 afgeschaft. Hierna zal ik 33 bespreken hoe dat zo ver is gekomen.

!

De PAR werd voor het eerst substantieel betwist in de Piau zaak. Laurent Piau, een Franse 34 spelersmakelaar, stelde in 1998 dat de PAR van de FIFA in strijd is met artikel 56 van het EU werkingsverdrag betreffende de vrijheid van diensten. Hij stelde dat de FIFA, als particuliere organisatie, regels opstelde in de PAR die een belemmering vormen voor de vrijheid van diensten. Mede op aanzetten van de Europese Commissie kwam de FIFA met de PAR 2001 als reactie op deze bezwaren. Ten aanzien van de nieuwe regels stelde Piau dat de vereisten van examinering en 35 garantiestelling alsnog een beperking opleverden voor de uitoefening van dit beroep. Hij stelde 36 dat deze nieuwe vereisten tevens in strijd zijn met het mededingingsrecht zoals vastgelegd in artikel

Art. 31-36 PAR 2008, FIFA. 33

HvJ 26 Januari 2005, zaak T-193/02(Laurent Piau/Commissie). 34

Id., r.o. 13 35

Id., r.o. 21. 36

(11)

101 en 102 van het EU werkingsverdrag. De Commissie wees zijn verzoek af, waarop Piau met zijn zaak naar het Hof van eerste aanleg ging. Dit Hof achtte het licentiesysteem niet in strijd met het mededingingsrecht. Volgens het Hof ging het immers om een kwalitatieve selectie en geen kwantitatieve selectie. Een kwalitatieve selectie hoeft niet in strijd te zijn met het mededingingsrecht indien het voldoet aan vier voorwaarden. Het dient te gaan om een kwalitatieve selectie, die (i) vanwege de aard van de dienst noodzakelijk is, (ii) plaatsvindt op basis van objectieve criteria, (iii) op eenvormige wijze zonder discriminatie wordt toegepast en (iv) niet verder gaat dan noodzakelijk. Volgens het Hof van eerste aanleg werd aan die voorwaarden voldaan en waren de belemmeringen voor het beroep door de certificering kwalitatief van aard. Daar voegde hij aan toe dat een dergelijke selectie noodzakelijk is voor professionaliteit in de voetbalwereld. 37

!

Een ander punt van zorg was de vraag hoe de regelgevende bevoegdheid van de FIFA gelegitimeerd kon worden. Het is immers geen publieke autoriteit, noch heeft het de bevoegdheid tot regulering van het spelersmakelaarschap gekregen van een publieke autoriteit. Volgens Piau maakt de FIFA misbruik van haar machtspositie door dergelijke vereisten te stellen aan de spelersmakelaar. Het Hof van eerste aanleg zag dit anders. Het Hof benadrukte de behoefte aan bescherming van het beroep van de spelersmakelaar voor de spelers, zeker omdat de carrière van een voetballer van korte duur is. Het feit dat de FIFA geen publieke autoriteit vormt doet volgens het Hof geen afbreuk aan 38 haar bevoegdheid om nadere regels te stellen omtrent de spelersmakelaar. De legitimiteit hiervan vindt het Hof in het feit dat er geen of nauwelijks nationale regels ten aanzien van spelersmakelaars bestonden. Verder bestond er op dat moment ook geen collectieve organisatie van spelersmakelaars die hierover geadviseerd kon worden. Het Hof komt met een gerechtvaardigde oplossing om de 39 belangen van spelers te kunnen beschermen, bij gebrek aan beter.

Het Hof was het wel met Piau eens dat de FIFA de voetbalmarkt domineerde maar kwam niet tot het oordeel dat er sprake was van misbruik van deze positie. Piau ging in hoger beroep, maar het Hof van Justitie wees zijn verzoek, om de uitspraak van de Commissie en Hof van eerste aanleg te vernietigen, af.

!

Met deze zaak werd duidelijk dat er een noodzaak was tot een effectief stelsel ter regulering van de spelersmakelaars. Het Hof zei dat het reguleren via de PAR niet verenigbaar was met het

Id., r.o. 8. 37 Id., r.o. 102. 38 Idem. 39

(12)

Gemeenschapsrecht omdat de FIFA geen publieke bevoegdheid had om regels te stellen. Haar bevoegdheid werd slechts gelegitimeerd omdat er verder geen regels op nationaal niveau aanwezig waren. Het is door afwezigheid van regulering dat de FIFA de spelersmakelaar mag reguleren, dit 40 wil echter niet zeggen dat het ook verenigbaar is met het Gemeenschapsrecht. Volgens het Hof kan het niet gezien worden als een op het Gemeenschapsrecht gebaseerde bevoegdheid, dit zou onaanvaardbaar zijn met het oog op respect voor de burgerlijke en economische vrijheden. Het Hof achtte FIFA’s wetgevende bevoegdheid legitiem in zoverre daar er geen of nauwelijks regels over bestonden. Bovendien bestond op dat moment geen organisatie van spelersmakelaars die geraadpleegd kon worden ten aanzien van de regelgeving van de FIFA. 41

!

Naar aanleiding van de Piau zaak leek de Europese Unie (EU) zich meer te bekommeren om de gang van zaken in het professioneel voetbal. Het Europees Parlement (EP) kwam in 2007 met het Belet-rapport. Dit rapport gaat over het voornemen om het oprichten van een Europese richtlijn 42 voor spelersmakelaars. Deze richtlijn zou strikte eisen moeten stellen aan de examinering en de toegang tot het beroep. Het rapport stelt dat de richtlijn dient te voorzien in minimumharmonisatie op het gebied van spelersmakelaarscontracten en het oprichten van controlerende en disciplinaire functies door Europese instanties. Minimumharmonisatie houdt in dat de richtlijn bepaalde minimumvereisten stelt waarbij elke lidstaat naar eigen weten dit onderwerp kan reguleren. Als de richtlijn bijvoorbeeld stelt dat de spelersmakelaar minimaal 3% krijgt van de transfersom, kan een lidstaat daar ook 4% van maken. Afwijken van een dergelijke richtlijn is toegestaan zolang het niet onder de minimumvereisten valt. Verder stelt het Belet rapport voor een registratie systeem te ontwerpen ter verzekering van de onpartijdigheid en het voorkomen van belangenverstrengeling bij representatie en bij betaling.

De EC kwam vervolgens in 2007 met de White Paper on Sport, dat verder ingaat op zowel het Belet rapport als andere sportgerelateerde initiatieven die daarin zijn gepubliceerd. De Commissie geeft 43 in de White Paper on Sport aan welke rol sport heeft binnen de EU. De doorbraak kwam met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, het huidige EU werkingsverdrag. In dit verdrag heeft de sport een eigen plek verkregen, te weten artikel 165 VWEU. Hierdoor creëert de EU een 44 platform voor discussie en bewustwording van de rol van sport in de EU. Het artikel luidt als volgt;

R.o. 5-6, Europese Hof van Justitie van 26 Januari 2005, zaak T-193/02(Laurent Piau/Commissie). 40

R.o. 101-104, Idem. 41

The Belet Report, European Parliament, 2007, Resolution of the European Parliament on the Future of Professional football in Europe, 42

A6-0036/2007, 29 Maart.

Europese Commissie, White Paper on Sport, COM 2007, 391 final. 43

Verdrag van Lissabon, 2007, betreffende aanpassing Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie 2003 44

(13)

’De Unie draagt bij tot de bevordering van de Europese inzet op sportgebied, rekening houdend met haar specifieke kenmerken, haar op vrijwilligerswerk berustende structuren en haar sociale en educatieve functie’. 45

Met betrekking tot de rol van de spelersmakelaar kwam de Commissie in 2009 met het Study on sports agents in the European Union. Daarin werden kwalijke praktijken zoals witwassen, 46 corruptie en uitbuiting van minderjarige spelers besproken. Deze praktijken schaden de sportsector in het algemeen en roepen belangrijke bestuurlijke vragen op. Zodoende ging de EC onderzoeken wat nu precies het speelveld van de spelersmakelaar is en in hoeverre dit een invloed uitoefent op de rest van de gemeenschap.

Uit dit onderzoek naar het werk van spelersmakelaars kwamen veel ethische kwesties naar boven. 47 Zo werd aan het licht gebracht dat er sprake kon zijn van dubbele vertegenwoordiging. Dit houdt in dat de spelersmakelaar zowel als intermediair optrad voor de kopende club als de verkopende club en tussen de speler en zijn nieuwe club. De financiële constructie van een transfer is daarom zeer gevoelig voor witte boorden criminaliteit. Een ander groot aandachtspunt vormt de mensenhandel 48 in de voetbalsector. Denk hierbij aan jonge talenten van buiten de EU die via een spelerscontract 49 de EU binnenkomen.

!

In het algemeen werd de bescherming van de spelers, zowel jong als oud, ver onder de maat geacht. Het is duidelijk uit de White Paper on Sport en de Study on sports agents in the European Union dat het noodzakelijk is dat deze sector gereguleerd wordt. Waarom wordt FIFA’s PAR toch afgeschaft?

!

Ten eerste werd de regelgevende bevoegdheid van de FIFA gelegitimeerd door het Hof omdat er niet of nauwelijks regels over bestonden en er ook geen zelfstandige spelersmakelaars organisatie bestond om te kunnen raadplegen. Er bestond op dat moment wel een spelersmakelaars organisatie maar die was niet actief noch representatief. Dit laatste gebrek is echter opgelost in 2007 met de oprichting van de European Football Agents Assocation (EFAA). De EFAA is een overkoepelende organisatie dat nationale spelersmakelaars verenigingen bij elkaar brengt. De EFAA is opgericht naar Nederlands recht. Het doel van de EFAA is het verbeteren en het behouden van de 50

Art. 165 VWEU 45

Europese Commissie, Study on sports agents in the European Union, 2009. 46

Id. 47

Europese Commissie, Study on sports agents in the European Union, 2009, p. 111. 48

Europese Commissie, Study on sports agents in the European Union, 2009, IV, p. 120 e.v. 49

www.eufootballagents.com 50

(14)

beroepskwaliteit behorende bij de spelersmakelaar. Zij staan voor een hoge mate van professionaliteit, transparantie en controle in dit beroep. Daarnaast helpen zij bij het oprichten van nationale spelersmakelaars organisaties in landen waar dit nog ontbreekt. Het gewilde resultaat is een gemeenschappelijke vaste basis voor alle Europese spelersmakelaars om op terug te kunnen vallen.

Al in hun eerste jaar onderzochten zij dezelfde problematiek als de EU en kwamen in 2008 met een lijst van urgente zaken die onmiddellijke aandacht behoefden. Van de tien aandachtspunten, behelst de top drie het vereiste van een solide juridische regeling voor spelersmakelaars, dat er strengere controles dienen plaats te vinden en een betere bescherming voor spelers, met name de jongeren onder de zestien jaar. 51

!

Daarnaast zorgt de verscheidenheid van nationale bonden met ieder hun eigen nationale wet en regelgeving er voor dat de FIFA de PAR nauwelijks geïmplementeerd krijgt.

Roberto Branco Martins schrijft in The International Sports Law Journal dat de gelicenseerde 52

spelersmakelaars gebonden zijn aan andere nationale wettelijke regelingen die de PAR van de FIFA prevaleren. De PAR is van toepassing via verenigingsrecht waardoor natuurlijke personen die spelersmakelaar zijn en niet aangesloten bij een voetbalvereniging, niet gebonden is aan de PAR. Hierdoor waren in 2005, 95% van alle gelicenseerde spelersmakelaars in de Europese Unie niet gebonden aan de regels van de FIFA. In 2009 is dit percentage gedaald naar 93% van de spelersmakelaars in de Europese Unie. Volgens het onderzoek van de EFAA uit 2008 wordt de 53 complexiteit van deze situatie alleen maar verergerd door regels die nationale wetgevers en sportbonden in het leven roepen. Een voorbeeld van deze complexiteit vindt men in het Nederlandse recht. Volgens art 3 Wet Allocatie Arbeidskrachten Door Intermediairs (WAADI) mag er bij het verrichten van arbeidsbemiddeling geen tegenprestatie van de werkzoekende worden bedongen. Bij de spelersmakelaar moet duidelijk zijn wat hij als vergoeding krijgt en wie hem dat verschuldigd is. Deze vergoeding mag volgens de WAADI niet door de speler zelf worden betaald terwijl de FIFA dit wel toelaat. Het gaat hier om een dwingendrechtelijk voorschrift. Een afspraak die hiermee in strijd is, is op grond van art. 3:40 van het Burgerlijk Wetboek (BW) nietig.

!

Branco Martins, R., (2009), The Laurent Piau Case of the ECJ on the Status of Players’ Agents, in Gardiner S, Parrish R & Siekman R, 51

EU Sport Law and Policy. Regulation, Re-regulation and Representation, The Hague: TMC Asser Press.

The Laurent Piau Case of the ECJ on the status of Players’ Agents, Branco Martins, R. 2005, editie 3-4, The International Sports Law Journal.

52

The Laurent Piau Case of the ECJ on the status of Player’s Agents, Branco Martins, R. (2009), In Gardiner S, Parrish R & Sieksmann R, EU Sport 53

(15)

Er bestaan wel degelijk nationale regels en wetten aangaande de spelersmakelaar. Zoveel zelfs, dat de toepassing van de PAR daardoor wordt overstemd. Deze bevindingen maken de uitspraak van het Hof in de Piau zaak eigenaardig. Daar waar het Hof de regelgevende bevoegdheid van de FIFA legitimeert doordat sprake is van gebrek aan regelgeving op nationaal niveau, blijkt er eigenlijk een overvloed aan nationale regels. Wellicht was het de bedoeling van het Hof om de FIFA de gelegenheid te geven de regels omtrent spelersmakelaar te uniformeren. Zoals gezien in het Nederlands recht, regelt de WAADI het beroep van intermediair in het arbeidsrecht maar is het niet specifiek gericht op het voetbal. Het zou de bedoeling van het Hof geweest kunnen zijn om de regelgevende bevoegdheid van de FIFA te legitimeren niet op grond van gebrek aan nationale regels maar op grond van een gebrek aan voetbal specifieke regels.

Alhoewel dit zou verklaren waarom het Hof de regelgevende bevoegdheid van de FIFA legitimeert, heeft zij dit niet zo gesteld. Dan resteert de vraag of los van deze kwestie over regelgevende bevoegdheid, de PAR verder wel functioneert zoals is bedoeld.

!

Een tweede reden voor de afschaffing van de PAR is dat uit een intern onderzoek van de FIFA is gebleken dat 70-75% van de internationale transfers wordt bemiddeld door niet-gelicentieerde spelersmakelaars. Dit betekent dat de PAR slechts invloed uitoefent op 25 tot 30% van de transfers. 54

In de wandelgangen van de voetbalwereld ging het rond dat de FIFA niet de mankracht heeft om het licentie-systeem te controleren en de controle op de niet-gelicentieerden een vrijwel onmogelijke opgave is. Kanttekening hierbij is dat de presentatie van deze berichten afkomstig van de FIFA wel bekend is gemaakt door de FIFA maar het onderzoek waaruit deze cijfers blijken niet. Door het achterwege blijven van deze publicatie is het begrijpelijk dat er scepsis ontstaat over de authenticiteit van dit rapport en of het überhaupt bestaat.

!

Het Hof heeft in de Piau zaak ervoor gekozen de PAR te beschermen. De argumenten voor de PAR draaien vooral om rechtszekerheid en bescherming voor de spelersmakelaar en de speler. Naar 55 mijns inziens valt er ook te spreken over de PAR ten aanzien van rechtszekerheid, eenheid en overzicht van regels. Op dit moment is het duidelijk dat de voetbalwereld een wirwar is van verenigingsrecht en nationaal recht. Als hypothetisch gezien elke spelersmakelaar zich alleen diende te houden aan de PAR, zou dit rechtszekerheid creëren voor alle betrokken partijen. Een

Omar Ongaro, 30 Maart 2011, Brussels,EPP Group Hearing on Sport, European Parliament 54

R.o 100, Europese Hof van Justitie van 26 Januari 2005, zaak T-193/02(Laurent Piau/Commissie). 55

(16)

Duitse spelersmakelaar zou in geen enkel opzicht belemmerd worden als hij een Franse speler zou willen vertegenwoordigen. Eenheid in regels leidt tot overzicht wat op zijn beurt weer leidt tot een controleerbare situatie, en dat laatste is precies wat de voetbalwereld nodig heeft. De realiteit toont ons echter dat het in de praktijk niet zo werkt.

!

Een derde reden is de bescherming van de korte carrière van de sporter. Deze bescherming zou derhalve niet of nauwelijks bestaan indien de vertegenwoordiger van de speler, geen licentie bezit. Daar zit immers de bescherming van de PAR.

De licentie is onder de PAR niet verplicht voor de uitgezonderde personen in art. 4 PAR. Daar zit de eerste uitzondering op de licentie zelf. De broer, de zus, de echtgenote enzovoort, kunnen zonder licentie de speler vertegenwoordigen. Dit brengt mee dat deze personen niet op de hoogte hoeven te zijn van geldende wetten, beroepscodes en beroepsethiek. Onder deze uitgezonderde personen valt ook de advocaat, waarvan kan worden verwacht dat hij beter op de hoogte is van het toepasselijke recht. Echter, met deze uitzondering ontstaat een tweede doorbraak in de bescherming daar het geen garantie is dat elke advocaat goed op de hoogte is van de geldende voetbalreglementen.

In de praktijk komt het voor dat een spelersmakelaar zonder licentie, de handtekening van een advocaat gebruikt om hun handelingen als spelersmakelaar juridisch geldend te maken. Dit is 56 tevens een van de tien suggesties van de EFAA waar naar hun mening rekening mee dient te worden gehouden bij de regelgeving van de spelersmakelaar. Door de advocaat uit te zonderen in de PAR 57 is een achterdeur open gelaten voor de niet-gelicenseerde makelaars. Op deze manier werken zij wel binnen de sfeer van de FIFA maar vallen zij noch onder de jurisdictie van de FIFA, noch onder nationale regels. Naast de advocaat kan ook de spelersmakelaar met een licentie zijn handtekening zetten onder het werk van een niet-gelicenseerde makelaar. Door de handtekening op deze wijze te ’verkopen’ maken zij oneigenlijk gebruik van hun beroep.

Bovendien is de kans op misbruik vergroot doordat de advocaat ook kan optreden namens de ouders van een jong talent. In Nederland geldt het verbod van kinderarbeid tot 16 jaar op grond van art. 3:2 lid 2 van de Arbeidstijdenwet (Atw). In art 8 Reglement Spelersmakelaar wordt het de spelersmakelaar verboden werkzaamheden te verrichten voor spelers die jonger zijn dan 16 jaar. Dit verbod geldt niet voor de advocaat als uitgezonderd persoon. Stel dat een befaamde club een talent van 14 jaar wilt werven, kan de club geen spelersmakelaar inschakelen maar wel een advocaat. In diezelfde wet wordt in art. 3:1 Atw gezegd dat het aan de ouder en/of voogd is om te zorgen dat een

‚Ban de malafide voetbalmakelaar’, Erik Oudshoorn, NRC Handelsblad, 24 januari 2007. 56

Spelersmakelaars en regulering - Op weg naar een nieuw systeem, R.B. Martins , Tijdschrift voor Sport&Recht, p. 61 2011/2. 57

(17)

kind niet werkt. De vraag is dan of voetballen voor een BVO onder deze omstandigheden daaronder valt. In art 3:2 lid 2 Atw zijn hierop uitzonderingen gemaakt maar daar valt sport niet onder. Is er een wezenlijk verschil tussen arbeid en zaterdagochtend voetballen met je vriendjes. In de beleving van het kind zal het hoogstwaarschijnlijk niet zo zijn. Een dergelijke situatie kan in sommige omstandigheden toch een nare smaak achterlaten indien het kind een overeenkomst naleeft die is gesloten door zijn ouders en de BVO. 58

Uit het voorgaande valt af te leiden dat dit systeem fraudegevoelig is, waarbij zowel advocaten als gelicenseerde makelaars functioneren als een façade voor de niet-gelicenseerde makelaar. Dit holt naar mijn inziens de beoogde bescherming van de speler uit, met name de bescherming van jonge spelers. Ook hier is de controleerbaarheid van het systeem gewenst maar niet aanwezig.

!

Het laatste argument dat tegen de PAR spreekt in dit onderzoek is het argument van belangenverstrengeling. Het komt voor dat spelersmakelaars fungeren als de belangenbehartiger van zowel de club als de speler aangezien een spelersmakelaar ook gebruikt kan worden door een club. Dit kan afbreuk doen aan hun benodigde objectiviteit en de bescherming van de speler. Hierdoor kan getwijfeld worden over in hoeverre de spelersmakelaar de belangen van de speler nog daadwerkelijk behartigt.

!

1.4. Problemen bij afschaffing van de PAR en invoering van de FIFA Regulations on Working with Intermediairs

!

Dat de licentie voor spelersmakelaars wordt afgeschaft zonder alternatief, lijkt na deze bevindingen kwalijke gevolgen te kunnen hebben. Uit het bovenstaande is gebleken dat regulering van de spelersmakelaars nodig is. De eerste geruchten in 2009 over de afschaffing boezemden velen angst in. De voetbalmakelaars vreesden dat de wildgroei aan agenten zou toenemen. Achter deze angst 59 schuilt het gedachtegoed dat alhoewel vrije marktwerking positief wordt ontvangen, een willekeurig persoon het werk van een professional zonder slag of stoot kan overnemen. In de vorige paragrafen is reeds aangetoond wat er allemaal mis gaat of mis kan gaan met een spelersmakelaar. Daartegenover staat dat het tevens duidelijk is dat spelers goede begeleiding nodig hebben. Dit kan in de vorm van een professionele spelersmakelaar. Indien hij in bezit is van een licentie, is dat een indicatie dat de spelersmakelaar kennis heeft van de reglementen van de FIFA en de KNVB, en

Art 1:2 lid 2 Atw 58

Bijvoorbeeld:Trouw de verdieping, De voetbalwereld wordt harder, Jan-Cees Butter, interview met Rob Jansen, 2 maart 2013. 59

(18)

door middel daarvan de belangen van de speler in de regel adequaat kan behartigen. In mijn ogen is het een verontrustend idee om de bescherming van een talentvolle (jonge) speler over te laten aan een persoon die niet weet hoe die speler beschermd dient te worden.

De huidige situatie werkt niet zoals het zou moeten, de licentie is inmiddels afgeschaft en de FIFA

Regulations on working with Intermediaries is in werking getreden. Om verwarring met een

reguliere intermediair te voorkomen zal hierna gesproken worden van de voetbalintermediair.

!

Er zijn twee problemen ontstaan voor de speler die in deze scriptie aan de orde komen. Ten eerste komt de arbeidsrechtelijke bescherming in het geding. Als de speler afhankelijk is van de spelersmakelaar en die doet zijn werk niet goed of het is de verkeerde persoon, dan wordt de speler gecomprimeerd om zijn sport en zijn arbeid te verrichten zoals hij zelf zou willen. In de nieuwe situatie zal de voetbalintermediair niet altijd professioneel zijn, hij hoeft namelijk geen examen meer af te leggen waardoor een speler niet de kwaliteit kan inschatten. De consequenties hiervan zijn dat de spelersmakelaar niet meer de kennis behoeft te hebben waardoor de speler slechter af is. De Europese Commissie stelde in Piau dat er rekening dient te worden gehouden dat een speler wordt blootgesteld aan risico’s indien zijn transfer slecht onderhandeld is. Zo kan a) het salaris 60 lager worden omdat de spelersmakelaar slecht heeft onderhandeld of b) de speler gaat naar een club die misschien niet iets voor hem is of c) er staan clausules in het contract waar de speler geen weet van heeft omdat dit niet goed uit onderhandeld is.

Ten tweede is dat de (korte) carrière van de speler in gevaar komt. De carriere van een profvoetballer is kort en specifiek. Van Berenschot heeft op aanvraag van de sociale partners in 61 het betaald voetbal (de werkgeversvereniging FBO en de belangenbehartigers VVCS en ProProf) onderzoek gedaan naar de carrières van profvoetballers en wat nodig is om hen voor te bereiden op een maatschappelijke loopbaan na het voetbal. Net zoals het HvJ oordeelde in de Piau zaak, blijkt tevens uit onderzoek van Van Berenschot dat de carrière van een voetbalspeler van korte duur is. Uit het onderzoek blijkt dat de carrière van een profvoetballer een gemiddelde omvang van 10,5 jaar kent. Een spelersmakelaar die niet de integriteit en kennis heeft die er voorheen was vanuit de 62 regulering die er was in de PAR, welke wegvalt, kan deze carrière in gevaar brengen. Onder de

R.o. 100, Europese Hof van Justitie van 26 Januari 2005, zaak T-193/02(Laurent Piau/Commissie). 60

Een succesvolle overstap, De voorbereiding van profvoetballers op een maatschappelijke loopbaan, Van Berenschot, Drs. Jochem Poelman Dr. 61

Filip van den Bergh Simon Heesbeen MSc Jort van Aken, 23 mei 2014.

Een succesvolle overstap, De voorbereiding van profvoetballers op een maatschappelijke loopbaan, Van Berenschot, Drs. Jochem Poelman Dr. Filip 62

(19)

voetballers blijkt er een hoge mate van werkloosheid te zijn. Zo stelt het onderzoek van Van Berenschot:

!

„Na beëindiging van de voetbalcarrière heeft 12% van de respondenten (241 oud-voetballers red.) niet meer gewerkt. Van hen is 1% volledig afgekeurd en 11% werkzoekend. In dezelfde periode (december 2013) was de gemiddelde werkloosheid in Nederland volgens het CBS 8,2%. Oud-profvoetballers zijn dus vaker werkloos dan gemiddeld in Nederland”. 63

!

Uit dit hoofdstuk blijkt dat de speler deze problemen kan hebben maar wat gebeurt er nu als de speler ergens naar toe moet met deze problemen indien de speler een geschil met zijn spelersmakelaar heeft omdat hij bijvoorbeeld het salaris van de speler slecht heeft uitonderhandeld. De reglementen van de RWI nu regelen niets voor de kwaliteit van de spelersmakelaar en geven niets over wat de speler moet doen als hij een geschil heeft met zijn spelersmakelaar. Dit is redelijk problematisch. Wat wij dus eigenlijk nodig hebben is een plek waar de speler terecht kan met zijn geschil en normen die gehandhaafd moeten worden waar die spelersmakelaar zich aan moet houden zodat de speler niet (te veel) in de problemen komt.

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

Idem, p. 13. 63

(20)

2. Welke vormen van geschilbeslechting lenen zich voor het probleem en hoe ziet

het proces er uit?

!

Mede omdat mijn scriptie een achtergrond heeft in het burgerlijk procesrecht, ga ik hier wat uitgebreider in op de verschillende procedures die er zijn om tot geschilbeslechting te komen binnen het onderwerp van mijn scriptie.

!

In de RWI staat in artikel 9 dat de voetbalassociaties zelf de verantwoordelijkheid dragen om overtredingen te beoordelen en te sanctioneren. Het is dus aan de KNVB om hiervoor een geschikt platform en geschikte middelen in het leven te roepen. Om verwarring te voorkomen met de reguliere intermediair, zal gesproken worden van de voetbalintermediair.

!

Eerst zal er gekeken worden naar de procedure bij het Court of Arbitration for Sport (CAS) omdat het CAS gespecialiseerd is in geschilbeslechting in de sportwereld. De voordelen van deze procedure zullen gebruikt worden voor de voetbalwereld om de overige vormen van geschilbeslechting op hun bruikbaarheid te testen. De overige vormen die ik zal bespreken zijn de reguliere arbitrageprocedure en een geschillencommissie zoals de Players’ Status Committee van de FIFA.

!

2.1.1 CAS: de procedure voor het internationale sporttribunaal

!

Indien een federatie, associatie of andere sportinstantie een beslissing heeft genomen tegen een partij, kan deze partij daartegen in beroep bij het CAS. Voor de ontvankelijkheid van een beroepsprocedure zijn er drie vereisten. Deze zijn opgenomen in artikel R47 van het reglement van de CAS, genoemd de ’CAS Code’.

Ten eerste moet er een beslissing zijn genomen door een federatie, associatie of andere sportinstantie. Het CAS geeft een ruime interpretatie aan het begrip beslissing, zo valt de weigering een beslissing te nemen daar ook onder. Het dwarszitten van de rechtsgang of het rekken daarvan, kan tevens gekenmerkt worden als een beslissing. 64

Ten tweede moeten partijen de jurisdictie van het CAS hebben geaccepteerd. Dit gebeurt indien het reglement of statuut van de associatie, federatie of sportinstantie voorziet in een CAS

CAS 2004/A/659 en CAS 2004/A/748 64

(21)

beroepsprocedure óf indien de partijen in een arbitrageovereenkomst het CAS hebben aangewezen als bevoegde instantie.

Tot slot moet de appellant de beschikbare interne juridische instanties van de associatie, federatie of sportinstantie hebben uitgeput. Alleen na het uitputten van deze juridische wegen staat een rechtsgang naar het CAS open. Wanneer er een eindbeslissing is genomen zoals expliciet uitgelegd binnen een sportorganisatie, statuut of reglement, kan die eindbeslissing aangevochten worden voor het CAS. Artikel 52 lid 1 van het KNVB dopingreglement is hier een voorbeeld van. 65

!

Het proces vangt aan met het indienen van een Verklaring van Beroep door de appellant. De Verklaring van Beroep dient de appellant in tegen een beslissing van een sportinstantie bij het CAS. In artikel R48 van de CAS Code worden de vereisten gegeven voor de ontvankelijkheid van de Verklaring van Beroep. Dit artikel stelt ook een herstelperiode beschikbaar indien er fouten zijn gemaakt in de Verklaring van Beroep. De appellant dient gelijktijdig met het inzenden van de Verklaring van Beroep ook het voorschot van 1000 Zwitserse Frank (CHF) te betalen aan het 66 CAS. Indien het voorschot niet wordt betaald, stelt de Raadgever van het CAS een deadline van 67 een aantal dagen waarin het voorschot alsnog moet worden betaald. Indien het voorschot na de deadline nog niet betaald is, wordt het beroep geacht te zijn ingetrokken.

!

De termijn voor het indienen van de Verklaring van Beroep verschilt per sportinstantie. Dit komt doordat elke sportinstantie haar eigen statuten en reglementen kent die aangeven hoeveel dagen de appellant heeft om tegen de eindbeslissing in beroep te gaan. Het CAS hanteert een termijn van 21 dagen indien er geen termijn is opgenomen door de sportinstantie zelf. Nadat de ontvangst van de 68 Verklaring van Beroep is bevestigd door de Raadgever van het CAS, krijgt de verweerder tien dagen om een arbiter te benoemen. Indien de verweerder dit nalaat, kiest het International Council of Arbitration for Sport (ICAS) een arbiter voor de verweerder. 69

!

Tot slot levert de appellant het beroepsschrift in. In dit beroepschrift is het juridisch pleidooi opgenomen en wordt het feitencomplex weergegeven. Het beroepschrift is tevens het laatste

Art. 52 lid 1:’in dopingzaken betreffende (begeleidend personeel van) spelers die op het moment dat de overtreding van dit reglement plaatsvond, 65

waren opgenomen in de testing pool van de internationale federatie, dan wel voortvloeiend uit participatie in een onder auspiciën van de

internationale federatie georganiseerde wedstrijd en/of evenement kan, nadat de beroepsmogelijkheden binnen de Bond zijn uitgeput, alleen beroep worden aangetekend bij het arbitragehof voor de Sport (CAS). OP dit beroep zijn de voorwaarden van het CAS van toepassing.’

1000 CHF is €967,38. 66

Art. R64.1,CAS Code. 67

Art. R49 jo R32, CAS Code. 68

Art. R40.2, Cas Code. 69

(22)

moment waarop de appellant bewijs kan leveren en zijn verzoek kan aanpassen, dit is na het inzenden van het beroepschrift niet meer mogelijk. Daarnaast moet in het beroepschrift aangegeven worden wie de appellant als experts en getuigen wil oproepen. Het beroepschrift dient tien dagen na ontvangst van de Verklaring van Beroep te worden ingezonden.

!

Het belangrijkste stuk van de verweerder is het Verweerschrift, dat bestaat uit de verdediging, een eventuele claim dat het CAS geen jurisdictie heeft, bewijsmateriaal en een eventuele counterclaim. Dit verweerschrift dient twintig dagen na ontvangst van het beroepschrift te worden ingediend. Dezelfde voorwaarden (welke voorwaarden bedoel je precies? Wees iets specifieker) die van toepassing zijn op het beroepschrift zijn tevens van toepassing op het verweerschrift.

!

2.1.2 De arbiters van het CAS

!

Zoals gezegd kan er sprake zijn van een enkele arbiter, of, indien de appellant en verweerder daarvoor opteren, twee arbiters. In dat geval vormen beide arbiters samen met de president het panel. De president wordt niet gekozen door de partijen, maar door het ICAS. Het vonnis wordt 70 uitgesproken op basis van meerderheid van stemmen. 71

De arbiters dienen na benoeming een verklaring van onafhankelijkheid te ondertekenen. Daarbij dienen ze alle feiten voor te leggen die kunnen leiden tot de schijn van partijdigheid. Indien een partij een arbiter of president verdenkt van partijdigheid, kan hij deze wraken. Het wraken van de panel dient direct bij aanvang van de procedure aangekaart worden. Op een later moment is dit niet mogelijk, zo kan een partij die geen bezwaar maakt het panel niet wraken wanneer de uitspraak hem ongunstig uitvalt. 72

!

Indien de partijen over weinig financiële middelen beschikken of hiertoe een keuze maken, kan er ook een sole arbitrator worden aangesteld door het ICAS en zal dezelfde procedure worden ondergaan als het driekoppige panel. Ingeval partijen over weinig financiële middelen beschikken, 73 kunnen zij er ook mee akkoord gaan dat de uitspraak gebaseerd wordt op de schriftelijke inzendingen. Om hoor en wederhoor toch te garanderen, kan het panel een extra ronde schriftelijk verweer inlassen.

Art. R40.2, Cas Code. 70

Art. R46, CAS Code. 71

Dit is bepaald door de Zwitserse Federale Rechtbank in Trbunal Fédéral Suisse 4A_2/2007(X./Y.). 72

Art. R50, CAS Code. 73

(23)

Het panel kan op grond van artikel R57 besluiten geen zitting te houden indien het zichzelf voldoende geïnformeerd acht. Het voordeel van de zitting is de herstelmogelijkheid voor onvolledige pleidooien en de mogelijkheid van de appellant tot reactie op het verweerschrift van de verweerder. Een bijzonder aspect van de zitting is dat het CAS het geschil de novo hoort. Dit 74 betekent dat nieuwe ontwikkelingen en feiten die zich voordoen tijdens de zitting gelijk meegenomen worden door het panel. Dit heeft als gevolg dat het panel zowel de feiten als het toegepaste recht van de geappelleerde beslissing kan herzien tijdens de zitting. Het voordeel hiervan is dat een beroep gebaseerd op procedurefouten kan worden genegeerd, aangezien het CAS het geschil de novo beoordeelt. In dat geval kan het CAS eerder gemaakte procedurefouten herstellen in het huidige, lopende proces.

!

De kosten bestaan uit het voorschot van 1000 CHF , een voorschot van de procedurekosten en de 75 uiteindelijke kosten bij einde van de procedure. Indien de appellant het voorschot van de procedurekosten niet kan betalen, dan wordt het beroep geacht te zijn ingetrokken. Indien de verweerder niet betaalt, vraagt het panel aan de appellant of hij bereid is het voorschot voor de verweerder te betalen. Dit wordt ook wel substitution of costs genoemd. De appellant gaat hier veelal mee akkoord, aangezien hij erbij gebaat is bij de voortzetting van de procedure.

De kosten verschillen per geschil en worden verdeeld door het panel. In disciplinaire zaken is de procedure vrij van kosten en hoeft alleen het vereiste bedrag van 1000 CHF betaald te worden. 76

!

2.2 Arbitrage

!

Arbitrage is een particuliere vorm van rechtspraak door particuliere rechters. Het is een uitzondering op de Nederlandse wet die stelt dat privaatrechtelijke geschillen worden beslecht door de overheidsrechter. Arbitrage is in Nederland geregeld bij wet in het Vierde Boek van het 77 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Indien de overheidsrechter ziet dat een geschil op geldige wijze aan arbitrage is onderworpen, verklaart hij zichzelf onbevoegd. 78

Partijen kunnen ervoor kiezen om hun geschil aan arbitrage te onderwerpen door een arbitragebeding op te nemen in de overeenkomst. Het arbitragebeding kan zowel opgenomen

Art. R57, CAS Code. 74

Art. R64.1, CAS Code. 75

Art. R65.1 jo. R65.2, CAS Code. 76

Artikel 1020 lid 1, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, Vierde Boek. 77

Tenzij het een voorlopige voorziening of conservatoir beslag betreft. Artikel 2022 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, Vierde Boek 78

(24)

worden in de overeenkomst als in de algemene voorwaarden of aanvullende afspraken. In het geval zij dit niet gedaan hebben en er doet zich een geschil voor, kunnen zij er op dat moment alsnog voor kiezen om het geschil aan arbitrage te onderwerpen. Hiervoor is vereist dat beide partijen hiermee akkoord gaan. In Nederland kan men een geschil aanhangig maken bij de stichting Arbitrage Rechtspraak Nederland. 79

!

Partijen in het bedrijfsleven kunnen kiezen voor arbitrage in plaats van een procedure bij de rechter. Zij kunnen dit bewerkstelligen door een arbitragebeding op te nemen in hun overeenkomst dat zij eventuele toekomstige geschillen voorleggen aan een arbitragecommissie. Een dergelijke commissie bestaat uit één of drie arbiters. Aangezien partijen zelf hun arbiter kiezen zal 80 waarschijnlijk gekozen worden voor een arbiter die werkzaam is in dezelfde bedrijfstak als de partijen. Dit heeft tot gevolg dat partijen weten dat de arbiters op de hoogte zijn van de ontwikkelingen in deze specifieke bedrijfstak. De uitspraak zal daardoor voor de partijen zo passend en correct mogelijk zijn. Een rechter kan niet van elke specifieke bedrijfstak volledig op de hoogte zijn van de ontwikkelingen in die bedrijfstak, noch kan dat redelijkerwijs van hem worden verwacht. Hierdoor kan het aantrekkelijker zijn voor partijen in het bedrijfsleven om te kiezen voor Arbitrage dan een procedure bij de rechter.

!

2.2.1 De Arbitrageprocedure

!

De arbitragecommissie behandelt het conflict op een soortgelijke wijze als die van de publieke rechter. De eiser dient schriftelijk een eis in waarop de tegenpartij reageert met een schriftelijk verweer. De commissie kan eventueel een tweede schriftelijke ronde inlassen. De eiser voert dan een schriftelijk repliek en de tegenpartij dupliek. Volgend op het schriftelijke gedeelte volgt een zitting waar partijen hun standpunt kunnen toelichten en waar de commissie getuigen en deskundigen kan horen. Deze zittingen zijn in beginsel niet openbaar, sommige arbitragecommissies kennen wel openbare zittingen. Afhankelijk van het onderwerp van geschil kan de commissie zelf naar de locatie van het geschil gaan. Dit is praktisch gezien handig in bijvoorbeeld de bouwsector als er een geschil bestaat over een bepaalde uitvoering. 81

http://www.arbitragerechtspraak.nl/ 79

Artikel 12 lid 2, Arbitragereglement NAI 2015. 80

Raad van Arbitrage voor de Bouw,Procederen voor de RvA, http://www.raadvanarbitrage.nl/php/main.php. 81

(25)

Na de zitting neemt de commissie een beslissing en stuurt het vonnis schriftelijk naar de beide partijen. Het arbitraal vonnis wordt tevens gedeponeerd bij de griffie van de rechtbank. De 82 uitspraak is bindend en beide partijen dienen zich te houden aan het vonnis.

Indien partijen het vonnis van de commissie niet naleven kan de arbitragecommissie of de winnende partij een exequaturprocedure starten bij de rechtbank. De rechtbank kan dan de partijen 83 verplichten tot naleving van de uitspraak. Vervolgens kan de winnende partij een deurwaarder inschakelen indien nodig. Het vonnis hoeft niet altijd te gaan over een verschuldigde geldsom, het kan ook een verplichting tot herstel van een tekortkoming bevatten.

!

In beginsel is het arbitraal vonnis bindend en uitgesloten van hoger beroep. Slechts bij enkele arbitragecommissies is hoger beroep mogelijk. Partijen kunnen naar de rechter stappen en vragen 84 om vernietiging van het arbitrale vonnis. De rechter is hier slechts toe bevoegd in een aantal gevallen, bijvoorbeeld indien de uitspraak in strijd is met de openbare orde. 85

De eiser die de arbitrageprocedure heeft gestart dient de kosten van de procedure en eventuele kosten van een arbiter te betalen. De kosten bestaan uit administratiekosten , de kosten van een 86 griffie/secretaris, eventuele ingeschakelde deskundigen, zaalhuur en kosten van het deponeren van het vonnis.

!

Als voorbeeld van de kosten van een arbitrageprocedure, gebruik ik de informatie van de Raad van Arbitrage in de Bouw. Deze kosten zijn exclusief BTW. Het dagloon van een arbiter is bij deze 87 Raad vastgesteld op €1.150,-, de secretaris kost gemiddeld €210,- per uur, deponering van het vonnis €120,- en zaalhuur €500,- . Stel dat een zitting vier uur duurt, dan komt men op een bedrag 88 van €2.490,- ex BTW voor de zitting. 89

Arbitrage is een betaalbare gespecialiseerde vorm van rechtspraak, elk niche kan via arbitrage een gespecialiseerde uitspraak krijgen.

!

Artikel 1062 Wetboek van Rechtsvordering, Vierde Boek 82

Artikel 34 EEX Verdrag; Het gerecht, tot hetwelk het verzoek is gericht, doet onverwijld uitspraak; de partij tegen wie de tenuitvoerlegging wordt 83

gevraagd, wordt in deze stand van de procedure niet gehoord.

Artikel 1050, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, Vierde Boek. 84

Artikel1065, Idem 85

Zoals bij het Nederlands Arbitrage Instituut (NAI) verschilt het bedrag naar gelang het bedrag van het geschil, van €800,- tot €25.000,-. Bijlage A, 86

behorende bij het Arbitragereglement van het Nederlands Arbitrage Instituut te Rotterdam, ingaande 1 januari 2015, versie 12 de dato 1 januari 2015. Raad van Arbitrage voor de Bouw, Waarborgsom en Kosten,

http://www.raadvanarbitrage.nl/content-col/31/0/waarborgsom-en-87

kosten.html#honorarium. In geval van 3 arbiters. 88

4x 210 + 500 +1150 = 2.490 89

(26)

!

!

!

!

2.3 De geschillencommissie van de FIFA

!

De PSC is een geschillencommissie van de FIFA. De commissie bestaat uit een voorzitter, vice-voorzitter en de leden van het PSC die zijn verkozen door de Executive Committee. Het is voor 90 alle leden van de FIFA dus voor zowel de spelers als de gelicenseerde spelersmakelaars. De 91 procedures geschieden schriftelijk en worden ingeleid met een petitie, die dient te worden ingeleverd bij het generale secretariaat van de FIFA. De procedure vindt plaats op het 92 hoofdkantoor te Zurich Zwitserland, indien de commissie het nodig acht, kan zij een hoorzitting gebieden. De commissie kan in haar beoordeling tevens bewijs meenemen dat niet door de 93 partijen zelf is aangevoerd. 94

De uitspraak wordt middels meerderheid van stemmen bepaald en uiterlijk binnen twintig dagen na de zitting gegeven. In urgente gevallen kan het zo zijn dat de PSC binnen vierentwintig uur al met 95 een uitspraak komt. 96

De kosten van deze procedure verschillen naar gelang de hoogte van het belang in het geschil. Tot een belang van 25.000 CHF hoeven alleen de kosten van de werkzaamheden van de PSC worden betaald. Bij belangen tot 50.000 CHF zijn de procedurekosten 5.000 CHF en zo per 50.000 CHF komt er 5.000 CHF bij. 97

!

2.3.1 De geschillencommissie voor de voetbalintermediair

!

Het CAS en de PSC zijn instellingen die een voorbeeld bieden hoe procedureel een geschil met een voetbalintermediair beslecht dient te worden. Door aspecten van deze bestaande instanties over te nemen kan er een geschillencommissie voor de voetbalintermediair worden geschetst.

Art. 4 Rules Governing the Procedures of the Players’ Status Committee and the Dispute Resolution Chamber (DRC), FIFA 2005. 90

Art. 6 lid 1 Idem. 91

Art. 8 jo. Art 9 lid 1 Idem. 92

Art. 10 jo 11 lid 1,Idem. 93

Art. 12, Idem. 94

Art 13 lid 1, Idem. 95

Art 14 lid 11, Idem. 96

Annex A, costs of proceedings, Rules Governing the Procedures of the Players’ Status Committee and the Dispute Resolution Chamber (DRC), 97

(27)

De procedure zal lijken op de procedure bij het CAS en de PSC. De betrokkene dient een klacht in bij de geschillencommissie. De commissie bestaat uit een of drie leden. De verweerder wordt in de gelegenheid gesteld om een verweerschrift in te dienen. In beginsel is de procedure schriftelijk tenzij de commissie anders wenselijk acht. De procedure kent korte termijnen om de snelheid van de procedure te waarborgen.

Op basis van de schriftelijke stukken oordeelt de commissie of het over voldoende informatie beschikt om tot een oordeel te komen of dat zij de partijen wilt horen. Indien de commissie de partijen wil horen zal daarvoor een zitting worden ingepland om zo een beter inzicht in het geschil te krijgen.

!

De normen waar de commissie aan zal toetsen zijn voornamelijk normen uit het algemeen contractenrecht, statuten en reglementen van leden en de normen waar de voetbalintermediair als beroepsmatige tussenpersoon zich aan dient te houden. Deze normen, waar een voetbalintermediair aan gebonden is, zullen in het volgende hoofdstuk aan bod komen.

Indien de commissie tot het oordeel komt om de partijen naar mediation te verwijzen, dienen partijen hier daadwerkelijk gebruik van te maken. Voor de efficiëntie is het handig als de mediationprocedure door de commissie zelf wordt geleid of dat partijen daarin worden begeleid. Zo kan de commissie een lijst bijhouden van mediators die kundig zijn op het gebied van sport en/of ervaren zijn in deze branche. Hieruit vloeit ook het voordeel dat de informatielijnen kort en transparant blijven.

!

De procedure zal door de voornamelijk schriftelijke insteek laag in kosten zijn. Tevens zal het relatief goedkope uurloon van een mediator (gemiddeld €150,00) de kosten niet te veel opdrijven. De mogelijkheid van substition of costs zoals bij het CAS, dient ook hier mogelijk te zijn. Daarnaast moet het mogelijk zijn om net als bij het CAS de zaak schriftelijk te laten afhandelen door een sole arbitrator. Door het invoeren van deze constructies zal de appellant altijd de mogelijkheid hebben om een uitspraak te verkrijgen. Op deze wijze wordt er gestreefd naar transparantie, toegankelijkheid en betaalbaarheid.

!

De uitspraak van de commissie is ofwel verwijzing naar mediation ofwel dat zij zelf een uitspraak doet waarin zij een der partijen in het gelijk stelt. Zoals eerder vermeld is de oplossing die uit mediation voortvloeit niet bindend. Indien een der partijen zijn toezegging niet nakomt, kan dat niet

(28)

als een bindende uitspraak afgedwongen worden. Het product van mediation is een schriftelijk compromis dat juridisch te gelden heeft als een contract tussen de partijen. De uitvoering hiervan is afhankelijk van de naleving ervan door partijen. Dit vormt een nadeel ten opzichte van een vonnis van de rechter maar dit weegt mijn inziens niet zwaarder dan de voordelen. Indien het geval een der partijen haar toezegging na mediation niet nakomt zal dat tot gezichtsverlies leiden in de voetbalwereld.

Wat de gedupeerde partij kan doen in een dergelijk geval is een verzoekschrift sturen naar de commissie zeggende dat de wederpartij niet nakomt. Uit de stukken moet blijken dat de wederpartij zijn verplichtingen niet nakomt. In dat geval kan de commissie het geschil zelf aanhoren en tot een uitspraak komen. De commissie kan in dat geval de verzuimende partij sancties opleggen bijvoorbeeld ingeval van een speler, uitsluiting van deelname aan een wedstrijd. Hier doen de statuten en reglementen van de leden hun intrede. Het college kan hier aansluiting vinden bij de reeds bestaande sancties van het KNVB.

!

Indien de commissie het geschil te complex acht of als er te grote financiële belangen mee gemoeid zijn, wijst zij de zaak zelf. Voor ontvankelijkheid dient net als bij het CAS een waarborgsom voor de procedure te worden betaald. Ook hier is de mogelijkheid van substitution of costs. Indien de verkregen stukken onvoldoende zijn kan zij een extra ronde van repliek en dupliek inlassen zoals bij een arbitrageprocedure. Indien de commissie over voldoende bewijs beschikt doet zij uitspraak, zo mogelijk, binnen veertien dagen na ontvangst van alle verklaringen. Wanneer dat niet het geval is zal de commissie een zitting gelasten waarin partijen de gelegenheid krijgen om de zaak te verduidelijken en eventuele getuigen en/of deskundigen op te roepen. De commissie bestaat uit drie of vijf leden afhankelijk van de ernst van de zaak en de hoogte van de financiële belangen. Hiervoor kan een indeling worden gemaakt bij welke bedragen hoeveel leden de commissie dient te tellen. Net als bij het CAS is de commissie bevoegd om het geschil de novo te horen. Hierdoor wordt er veel tijd en geld bespaard. De uitspraak volgt binnen veertien werkdagen en wordt schriftelijk en/of per e-mail aan partijen verzonden. In een urgent geval dient het mogelijk te zijn dat de commissie net als het PSC een uitspraak doet binnen 24 uur.

!

Een geschillencommissie zoals de geschillencommissie voor de voetbalintermediair zou een antwoord kunnen zijn op de vraag waar de speler heen kan indien hij een geschil heeft met zijn voetbalintermediair. De geschillencommissie voor de voetbalintermediair fungeert dan als een

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dat betekent dat degene die de begeleiding van het kind op zijn schouders heeft genomen met name een pedagogische taak heeft, van waaruit hij/zij er op toeziet dat de normen

y Ook wanneer volgens het NTSC-kleurensysteem opgenomen schijven door uw tv correct worden weergegeven, is het mogelijk dat dit signaaltype niet correct door uw recorder wordt

→ Hang het net laag, zodat de kinderen er makkelijk over kunnen slaan, maar laat het vanonder los hangen, zodat ze er nog onderdoor kunnen. Zo hangt het meteen goed voor de rest

Gebruik de knoppen I î , ï I om de gewenste functie te selecteren en druk vervolgens op de knop Play/Pause ( √»)1. 3 MODE

Na het starten van VLC (een video b.v.) krijgen we het volgende beeld :.. Onder Weergave schakelen we eerst Geavanceerde

Op die ma- nier toonde de enquête de belang- rijkheid aan van de dienstverlening in de technologische industrie in Brussel in 2002, niet enkel op het vlak van informatica maar ook

3.Lijm de beide luidsprekers met alleslijm of een lijm- pistool zoals in de tekening rechts wordt getoond in het midden aan de onderkant van het deksel2. Let erop dat de