• No results found

University of Groningen Early detection of left ventricular remodeling Hendriks, Tom

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "University of Groningen Early detection of left ventricular remodeling Hendriks, Tom"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

University of Groningen

Early detection of left ventricular remodeling

Hendriks, Tom

DOI:

10.33612/diss.144600179

IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Publication date: 2020

Link to publication in University of Groningen/UMCG research database

Citation for published version (APA):

Hendriks, T. (2020). Early detection of left ventricular remodeling. University of Groningen. https://doi.org/10.33612/diss.144600179

Copyright

Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Take-down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.

(2)

Appendices

Nederlandse samenvatting

Acknowledgements

About the author

List of publications

(3)

Nederlandse samenvatting

Het doel van dit proefschrift was het verkrijgen van nieuwe inzichten in het effect van cardiovasculaire risicofactoren en hartinfarcten op remodeling (het veranderen van structuur en functie) van het linker ventrikel van het hart. Ook bevat dit proefschrift aanbevelingen voor het optimaliseren van vroege detectie van schadelijke remodeling van het hart met als doel de primaire preventie van hart- en vaatziekten te verbeteren.

Deel I: Risicofactoren voor hart- en vaatziekten

De doelstelling van het eerste deel van het proefschrift was om meer inzicht te verkrijgen in de mechanismen die leiden tot remodeling van het linker ventrikel, door verbanden tussen risicofactoren voor hart- en vaatziekten en verandering in structuur en functie van het hart te onderzoeken. In Hoofdstuk 2 vonden we een dosisafhankelijke associatie tussen roken en een verminderde functie van de linker (en rechter) ventrikel, zowel in de vorm van ejectiefractie als myocardiale strain metingen. Eerdere studies lieten ook een mogelijk verband zien tussen roken en een verhoogde linker ventrikel massa, maar dit werd door ons niet gevonden. Dit zou kunnen komen doordat wij met strenge in- en exclusiecriteria een gezonde populatie zonder cardiovasculaire ziekte of overgewicht hebben geselecteerd, en matching hebben toegepast waardoor er zo min mogelijk verschil in baseline kenmerken was tussen de studiegroepen. We hebben subtiele verschillen in contractiliteit van het hard beoordeeld met strain analyses. De resultaten van het onderzoek lijken te wijzen op een direct verband tussen roken en subklinische verminderde systolische functie van het hart, hoewel een bijdrage van myocardiale ischemie of stille hartinfarcten aan de verschillen tussen de groepen niet compleet kan worden uitgesloten. Tabaksrook is ook eerder geassocieerd met verhoogde biomarkers voor linker ventrikel wandspanning zoals NT-proBNP en troponine T. Ook al was er te weinig power om dit te onderzoeken vonden we geen significant effect van gelegenheidsroken op structuur en functie van het hart. Een belangrijke beperking van de studie was de onderzoeksopzet van de UK Biobank, waardoor veel belangrijke parameters zoals het aantal gerookte sigaretten per dag niet aanwezig was voor alle deelnemers.

Naast roken is hypertensie, een verhoogde bloeddruk, een belangrijke risicofactor voor het ontstaan van een hartinfarct die meestal geen klachten veroorzaakt. Dit betekent dat mensen met hypertensie vaak geen medische hulp zoeken totdat een symptomatische comorbiditeit zoals myocardiale ischemie (wat zich uit als pijn op de borst) zich voordoet. Hypertensie is de oorzaak van meer dan 40% van alle cardiovasculaire dood en daarmee de meest belangrijke risicofactor. De afkapwaarde van systolische en diastolische bloeddruk voor hypertensie blijft een veelbesproken onderwerp, zelfs kleine verhogingen in bloeddruk vanaf afkapwaardes van

(4)

A

115 mmHg systolische bloeddruk en 75 mmHg diastolische bloeddruk zijn geassocieerd met een verhoogd risico op het ontstaan van hartziekte. In Hoofdstuk 3 hebben we het effect onderzocht van systolische bloeddruk op MRI-afgeleide maten van linker ventrikel structuur en functie met een Mendeliaanse randomisatie door het selecteren van 300 individuen met de extremen (de meest hoge en de meest lage waarden) van genetisch voorspelde systolische bloeddruk. De studie levert bewijs voor een causaal verband tussen een levenslange blootstelling aan een verhoogde systolische bloeddruk en nadelige remodeling van het linker ventrikel, in de vorm van een verhoogde linker ventrikel massa en een verhoogde linker ventrikel globale radiale strain, een maat voor contractiliteit van het hart. Voor zover wij weten is het de eerste studie die associaties rapporteert tussen genetisch voorspelde bloeddruk en MRI-afgeleide metingen van structuur en functie van het hart. We vonden een sterk effect van genetisch voorspelde systolische bloeddruk op de linker ventrikel massa. Deze bevindingen komen overeen met een eerdere studie die genetisch voorspelde bloeddruk relateerde aan een verhoogde linker ventrikel wanddikte op echografische beelden en met vele eerdere studies die het fenotype systolische bloeddruk hebben gerelateerd aan een verhoogde linker ventrikel massa. Ook al komen betrouwbaarheidsintervallen iets overeen, puntschattingen van de absolute effectgrootte van genetisch voorspelde bloeddruk waren groter dan die van gemeten bloeddruk. Dit is te verwachten, aangezien gemeten bloeddruk een momentopname is terwijl genetisch voorspelde bloeddruk stabiel is en een cumulatief effect geeft over de gehele levensduur. Naast het verwachte effect op linker ventrikel massa vonden we ook een sterke associatie tussen genetisch voorspelde bloeddruk en verhoogde linker ventrikel radiale strain, een associatie die ook in mindere mate werd gevonden met de gemeten bloeddruk. Eerdere studies toonden vooral verbanden tussen hypertensie en verminderde longitudinale strain, en in sommige gevallen ook met verminderde circumferentiële strain. In deze studies was echter het effect op strain het grootst in deelnemers met obesitas, terwijl in onze studie obesitas een exclusiecriterium was. Dit kan de gevonden associaties hebben beïnvloed. Een lange blootstelling aan een hoge bloeddruk kan uiteindelijk ook irreversibele schade geven aan het myocard, wat kan leiden tot hartfalen. De eerder genoemde studies hebben mogelijk individuen bestudeerd die al hypertensie-gerelateerde schade aan het myocard hebben ondergaan, wat heeft geleid tot subklinische verminderde contractiliteit van het hart. Onze hypothese is zodoende dat genetisch voorspelde systolische bloeddruk initieel is geassocieerd met een toegenomen contractiliteit, maar dat op termijn de schade aan het hart door continue blootstelling aan verhoogde drukken leidt tot een verminderde contractiliteit.

Deel II: Hartinfarct

In het tweede deel van dit proefschrift verandert de focus van subklinische linker ventrikel remodeling in gezonde individuen met cardiovasculaire risicofactoren naar een ernstiger fenotype van linker ventrikel remodeling in patiënten die een hartinfarct hebben doorgemaakt. Dit deel van

(5)

het proefschrift had als doelstelling het identificeren van voorspellers van structurele linker ventrikel remodeling na een hartinfarct, het onderzoeken van verschillen tussen beeldvormende technieken voor het beoordelen van linker ventrikel remodeling, en het beoordelen van empirisch bewijs voor het plaatsen van devices in de linker ventrikel die zijn ontworpen om de linker ventrikel te herstellen naar zijn oorspronkelijke vorm. In Hoofdstuk 4 bleken cardiospecifieke biomarkers de beste voorspellers van structurele linker ventrikel remodeling na een hartinfarct. Linker ventrikel wanddikte van gezonde hartspier bleek niet gecorreleerd met infarctgrootte, biomarkers voor hartschade of andere linker ventrikel remodeling parameters, wat suggereert dat de veronderstelde hypertrofische reactie van gezond hartspierweefsel niet gecorreleerd is aan de schade die wordt veroorzaakt door een hartinfarct. De sterkste voorspeller van eind-diastolisch volume was NT-proBNP, een maat voor linker ventrikel wandspanning, terwijl de sterkste voorspeller voor eind-systolisch volume piek enzymatische infarctgrootte was. Dit is een verwacht resultaat, aangezien eind-systolisch volume het eerst aangedaan is in linker ventrikel remodeling na een hartinfarct. In de dagelijkse praktijk varen artsen over het algemeen op enzymatische infarctgrootte om linker ventrikel remodeling te voorspellen. De data van deze studie suggereert dat NT-proBNP op 6-8 weken na ziekenhuisopname een betere voorspeller is van linker ventrikel volume vergeleken met Troponine T, CK en CK-MB en vaker gebruikt zou kunnen worden in de kliniek voor risicostratificatie en optimalisatie van de behandeling. Linker ventrikel massa werd het best voorspeld door NT-proBNP, een meting die al regelmatig geassocieerd is met linker ventrikel massa en wel eens is geopperd als screeningstool voor linker ventrikel hypertrofie. In onze studie correleerden voorspellers voor linker ventrikel wanddikte van gezonde hartspier grotendeels met voorspellers van linker ventrikel massa, behalve HbA1c en roken, die beide geassocieerd waren met een grotere wanddikte. Deze resultaten lijken onlogisch omdat diabetes mellitus en roken beiden geassocieerd zijn met hartfalen met verminderde ejectiefractie en niet met hartfalen met een behouden ejectiefractie. Mogelijk verhogen de proinflammatoire effecten van roken en diabetes mellitus de kans op een schadelijke hypertrofische reactie van het myocard, wat op lange termijn te kans op het ontstaan van hartfalen zou kunnen vergroten. Na een hartinfarct zijn nauwkeurige metingen van linker ventrikel structuur en functie erg belangrijk voor een goede risicostratificatie. Linker ventrikel ejectiefractie is een meting die regelmatig wordt gebruikt voor klinische indicaties zoals voor ICD implantatie (ejectiefractie ≤35%) en medicamenteuze behandeling voor hartfalen (ejectiefractie ≤40%), of voor classificatie van patiënten met hartfalen in bijvoorbeeld de relatief nieuwe categorie van hartfalen met mid-range ejectiefractie (40-49%). Cardiale MRI wordt beschouwd als de gouden standaard voor het beoordelen van cardiale structuur en functie maar heeft nadelen wat betreft beschikbaarheid, tijdsduur en kosten. Echografie is een ruim beschikbaar, tijd- en kostenefficiënt alternatief wat aan het ziekenhuisbed kan worden uitgevoerd en is standaard klinische zorg in patiënten die zijn opgenomen met een hartinfarct. In Hoofdstuk 5 hebben we de overeenkomst onderzocht tussen

(6)

A

MRI en echografie metingen van linker ventrikel structuur en functie en gekeken naar mogelijke bronnen van bias. In MRI en echografie metingen van dezelfde dag in een groot cohort met ST-elevatie hartinfarct patiënten vonden we een substantiële onderschatting van linker ventrikel massa in echografie metingen vergeleken met MRI, wat overeenkomt met eerdere studies. De bias in ejectiefractie metingen was klein, maar met een grote range of agreement. Slechts één eerdere studie is uitgevoerd in patiënten met een hartinfarct, met 150 deelnemers, waarin een iets kleinere bias in linker ventrikel volumes werd gezien met een vergelijkbare range of agreement en een ongeveer 10% groter bereik in limits of agreement tussen ejectiefractie metingen, wat het belang onderstreept van reproduceerbare metingen in een core laboratory. Om meer inzicht te verkrijgen in de gevonden resultaten was onze studie, voor zover wij weten, de eerste studie die het effect van mogelijke confounders of bronnen van bias tussen MRI en echografie heeft onderzocht door lineaire regressie toe te passen op de absolute verschillen tussen de metingen. Verrassend genoeg was BMI niet geassocieerd met bias in massa, volume of ejectiefractie metingen, ook al is bekend dat het de kwaliteit van echografie beelden negatief beïnvloedt. Mogelijk beïnvloedt het wel de betrouwbaarheid van de metingen maar leidt het niet tot een structurele onder- of overschattingen van echografie metingen. Een hogere enzymatische infarctgrootte was geassocieerd met bias in eind-systolisch volume en ejectiefractie metingen, mogelijk resulterend in een onderschatting van eind-systolisch volume en een overschatting van ejectiefractie in echografische metingen bij patiënten met een groot doorgemaakt infarct. Dit zou de lage sensitiviteit van echografie kunnen verklaren om een ejectiefractie <50% te voorspellen, en een nog lagere sensitiviteit voor het voorspellen van een ejectiefractie ≤35%, hoewel dit slechts gebaseerd was op 8 patiënten. Deze resultaten ondersteunen het gebruik van MRI bij patiënten met een groot hartinfarct voor klinische besluitvorming rondom ICD implantatie en medicamenteuze behandeling, en voor het classificeren van hartfalen patiënten voor klinische studies. Van een aantal medicamenteuze behandelingen die aangrijpen op neurohormonale regulatie is aangetoond dat ze schadelijke remodeling van het linker ventrikel na een hartinfarct gedeeltelijk kunnen voorkomen, wat is geassocieerd met een lagere langetermijnsterfte. De associatie tussen het verminderen van schadelijke remodeling van het linker ventrikel en verbeterde uitkomsten heeft geleid tot de hypothese dat chirurgisch herstel van het oorspronkelijke volume en ellipsoïde vorm van het linker ventrikel gunstig zou kunnen zijn in ernstige gevallen van schadelijke remodeling. In Hoofdstuk 6 vinden we, door het kritisch beoordelen van bestaande literatuur, dat er weinig empirisch bewijs is voor het gebruik van chirurgische en transkatheter devices die het linker ventrikel herstellen. Zowel chirurgische als transkatheter technieken om het linker ventrikel te herstellen verbeteren regelmatig kwaliteit van leven en functionele status maar laten (nog) geen duidelijke verbetering in overleving zien. Het paraplu-achtige Parachute® device (Cardiokinetix, Redwood City, California, USA) zou een gunstig effect kunnen hebben in hartfalen patiënten met een recent voorwandinfarct, slechte systolische functie en een geschikte anatomie van het linker

(7)

ventrikel, door het verminderen van de linker ventrikelgrootte en daarmee het verminderen van einddiastolische wandspanning. Helaas zijn de lopende gerandomiseerde studies stilgelegd en is het onduidelijk of onderzoek met het device zal worden voortgezet. Theoretisch kan het grootste potentiële effect van herstellende devices worden bereikt in de vroege fase na een hartinfarct om daarmee remodeling van het linker ventrikel te voorkomen, met devices die de mechanische eigenschappen van de hartspier kunnen veranderen, zoals transkatheter injectie van biomaterialen in het geïnfarceerde gebied. Dit vereist een zeer gerichte selectie van patiënten met het grootste risico op schadelijke remodeling van het linker ventrikel, wat alleen mogelijk kan worden als we dit heel nauwkeurig kunnen voorspellen.

Deel III: Verbeteringen

In het derde en laatste deel van dit proefschrift verandert de focus van het bestuderen van mechanismes achter remodeling van het linker ventrikel naar het onderzoeken van mogelijke verbeteringen in het beoordelen en meten van linker ventrikel structuur en functie om daarmee vroegtijdig schadelijke remodeling van het linker ventrikel te kunnen vaststellen. In Hoofdstuk 7 stellen we een verbeterde indexering van linker ventrikel volumes voor door het gebruik van de vetvrije massa en het R-R interval. In deelnemers van de UK Biobank met handmatig bepaalde metingen van cardiale structuur en functie vonden we zes onafhankelijke voorspellers van linker ventrikel einddiastolisch en eindsystolisch volume. Zowel vetvrije massa berekend uit DXA scans als impedantie metingen voorspelde substantieel meer variantie in linker ventrikel volumes dan het lichaamsoppervlak, de meest gebruikte waarde voor het indexeren van linker ventrikel volumes. Het R-R interval tijdens de MRI scan was de op een na belangrijkste voorspeller van linker ventrikel volumes en het effect ervan kan met een simpele formule worden gecorrigeerd. Smalle marges in klinische metingen door het rekening houden met normale fysiologische variatie zijn essentieel voor het vroeg herkennen van subtiele afwijkingen in structuur en functie van het hart. In eerdere publicaties was er een grote variatie in linker ventrikel volumes op basis van geslacht, leeftijdsgroepen en etniciteiten, wat er voor heeft gezorgd dat er verschillende categorieën met referentiewaarden zijn, wat verwarrend kan zijn voor clinici. Met een verbeterde indexeringsmethode kunnen referentiewaarden worden gesimplificeerd en is de verscheidenheid aan categorieën en tabellen met referentiewaarden niet meer nodig.. Om de meest optimale indexeringsmethode te vinden is het nuttig om te begrijpen waarom waarden zoals cardiale output, hartgrootte, glomerulaire filtratiesnelheid en longfunctie variëren tussen individuen. In het menselijk lichaam is de ademhaling, circulatie en uitscheiding afhankelijk van de snelheid van metabolisme. De ideale indexeringsmaat zou daarom een meting van het rustmetabolisme met calorimetrie zijn. In 1883 vond Max Rubner dat het lichaamsoppervlak van honden proportioneel was aan hun metabolisme. Omdat het rustmetabolisme lastig te bepalen was in een klinische setting leek lichaamsoppervlak een goed alternatief om te gebruiken voor indexering. In onze

(8)

A

studie verklaart DXA-gecorrigeerde vetvrije massa substantieel meer variantie in einddiastolisch en eindsystolisch volume dan lichaamsoppervlak en lengte. Dit is begrijpelijk, omdat vetmassa vooral gebruikt wordt voor energieopslag en niet heel metabool actief is. Vetvrije massa is al eens eerder voorgesteld als indexeringsmethode en leverde grotere hartvolumes en hartmassa op in vrouwen. In de klinische praktijk zal het verrichten van een DXA scan niet haalbaar zijn maar het zou mogelijk van toegevoegde waarde kunnen zijn in klinische studies. Daarom hebben we ook een alternatieve methode onderzocht, namelijk het gebruik van makkelijk verkrijgbare bioelektrische impedantie metingen. Ook al werden de impedantie metingen afgenomen tijdens het baseline bezoek en niet tijdens het bezoek waarop de MRI scan werd verricht, impedantie-afgeleide vetvrije massa was alsnog beter in het voorspellen van variantie in linker ventrikel volumes dan lichaamsoppervlak en lengte. Onze resultaten lijken erop te wijzen dat verschillen in linker ventrikel volumes tussen de geslachten worden verminderd tot niet-significante waarden wanneer we corrigeren voor vetvrije massa. Dit zou ook het geval kunnen zijn voor verschillen tussen etniciteiten, maar dit hebben we niet kunnen onderzoeken. Een geoptimaliseerde indexeringsmethode met vetvrije massa vermindert dus verschillen in cardiale volumes tussen de sexen en mogelijk ook tussen etniciteiten en resulteert in makkelijker toepasbare en generaliseerbare referentiewaarden voor in een klinische setting. Na vetvrije massa was het R-R interval tijdens de MRI scan de belangrijkste fysiologische determinant van einddiastolisch volume. Om de variabiliteit in de metingen te verminderen hebben we een simpele formule geconstrueerd die toegevoegde waarde heeft in het verminderen van variantie in linker ventrikel volumes. Dit zou mogelijk kunnen leiden tot vroegere detectie van schadelijke remodeling van het hart en het herkennen van klinische diagnoses zoals een gedilateerde cardiomyopathie. Een tweede manier om vroege detectie van schadelijke remodeling van het linker ventrikel te verbeteren is door metingen van cardiale structuur en functie preciezer en meer reproduceerbaar te maken. Algoritmes die zijn gemaakt met behulp van kunstmatige intelligentie maken dit mogelijk. In Hoofdstuk 8 presenteren we een serie methodes gebaseerd op kunstmatige intelligentie en het mogelijke gebruik ervan voor het verbeteren van nauwkeurigheid en reproduceerbaarheid in beeldvormende technieken, alsook het leveren van op maat gemaakte therapieën die zijn afgestemd op het individu.

(9)

Acknowledgements

An MD/PhD programme is intended to be a two year programme. I started the trajectory on January 1st, 2016, and finally completed the whole ordeal 58 months later, on November 11th,

2020. Yet, I do not feel like a slacker. Over this period of time, I have acquired a set of skills that has not only helped me to deliver a final product in the form of the page-turner in front of you, but one that will keep helping me answer questions and overcome problems in life. And like most achievements in life, I could never have accomplished it on my own.

My scientific pursuits started during my scientific internship in 2015. In a faraway building without a functioning thermostat, at a time where a T-test was something we vaguely remembered from our statistics course, Sebastiaan, Anne, and Yldau and I were making the most of our time and getting each other excited about continuing research by starting an MD/PhD programme. Thank you for making those early experiences very fun, and I am proud that we all managed to achieve our goals.

In those first days of research, the ischemia research group was very different from the large team we know today. Minke, Ruben, Yanick, and Niek, thank you for introducing me to the group, for the dry humor about certain ethnic backgrounds, and for the awkward silences... DUS... Slowly, I got acquainted with my illustrious supervisor, prof dr. van der Harst, Pim, as well. As (at the time) the youngest cardiology professor in the Netherlands, somehow everyone I speak to, both within and outside the UMCG, knows about you. Somehow, just mentioning your name seems to open doors. Thank you for inspiring me to take this route, for teaching me that the world is full of opportunities, and that with the right mindset and approach anything is possible. I am amazed by the sheer amount of balls that you keep in the air at once, as if in some magical way your days contain twice the number of hours. Thank you for the chances that you gave me and also for being a genuinely nice person.

As time passed, along with Pim's ambitions, the ischemische chain gang grew in size. Abdullah, Yordi, Jan Walter, Carlijn, Marie Sophie, Hilde, Randy, Daan, Luis, Irene and Femke, thank you for all of the input in our brainstorming sessions, for sharing the victories and the disappointments (which were usually larger in number), and for all the comic relief in between. I really hope that we will stay in touch. A special thanks to Lawien for generously hosting me just before I went to San Francisco, and for letting me use your future nursery as a storage space. And even though I don't know you very well, Rens, Paulien, Qiao, Siqi, Ming, it was great getting

(10)

A

to know you all. Getting our group together for Christmas celebrations was always great fun. I would also like to specifically thank Lara for spending so many hours segmenting left ventricles and helping me a great deal to get the data together for our publication in Hypertension. All of my former colleagues in the other research groups (heart failure, rhythm, experimental cardiology), thanks for all the coffee machine and lunch talks, and all the walks to the hospital to get good coffee (although we couldn't complain with our Jura machine).

During my time as a PhD student, I spent quite some hours on the Cardio Research department to assist with clinical trials. Thank you Greetje, Trienke, Geert and Margriet, for helping me out with all of the practical study-related questions and all of the administrative work.

Alma and Daniëlle, without you two everything would simply fall apart. Keep up the good work and know that we all value your efforts very very much.

Prof. dr. van Veldhuisen, Dirk Jan, and dr. Lipsic, Erik, thank you for all your support and for being part of the team that helped to bring this thesis to fruition.

To all of my (other) friends, although you have not provided a tangible contribution to this thesis, enjoying the things outside the office with me has definitely helped me to have fun in between the research sessions, so yes, you were part of this too!

My dear parents, I appreciate your support so much. Not only did you raise me to be curious and to follow my own path, you continue to provide me with your listening ears and a place to rest and recharge. And of course, this extends to the rest of my family, in particular my grandma. I really hope that you can be there on the day of the defense to finally watch me become a real doctor. Near the end of my MD/PhD I took an internship position abroad in San Francisco. I would like to thank the Arterys team for giving me this opportunity. While intellectual property rights prevented me from being able to conduct the research that I intended, understanding the business of tech and product creation in a start-up company were invaluable.

And of course, San Francisco is the place where I found my Rita. Thank you for coming over to this side of the ocean to hang out with me, and for pushing me to finalize this project. I am looking forward to celebrating this milestone and all our future achievements together with you.

(11)

About the author

Tom Hendriks was born in Utrecht, the Netherlands, on the 8th of January, 1989. He attended

primary school in Den Dolder, secondary education in Hilversum, and obtained his degree in 2006 before taking a gap year which he used for working and travelling. In 2007 he started the study Technical Medicine at the University of Twente, completing the Bachelor in 2011. During this period he also spent a fulltime year in the board of study association Paradoks as Commissary of External Affairs and completed the Honours Programme. In 2011 he was accepted into the premaster Medicine at the Rijksuniversiteit Groningen, starting with clinical rotations at the University Medical Center Groningen (UMCG) in 2012, and proceeding with the second year of clinical rotations at the Ziekenhuis Groep Twente (ZGT). In January 2015 he started with his scientific internship under supervision of prof. dr. van der Harst, which led him to applying for an MD/PhD position, which was granted to him at the end of the year. In January 2016 he graduated as a medical doctor and started his PhD project, first investigating into the effects of MitraClip implantation on cardiac structure and function and later transitioning towards the effects of cardiovascular risk factors and myocardial infarction, using various imaging techniques. His PhD project resulted in this thesis which he plans to defend on November 11, 2020.

Tom has work experience as a medical doctor at the cardiology department of the UMCG in 2019, at a nursing home in Hoogezand in 2020, and has started as a general practitioner resident in Sappemeer in September, 2020.

(12)
(13)

List of publications

van Blokland IV, Groot HE, Hendriks T, Assa S, van der Harst P. Sex differences in leukocyte profile in ST-elevation myocardial infarction patients. Sci Rep. 2020;10(1):6851-020-63185-3. Hendriks T, van Dijk R, Alsabaan NA, van der Harst P. Active tobacco smoking impairs cardiac systolic function. Sci Rep. 2020;10(1):6608-020-63509-3.

Hendriks T, Said MA, Janssen LMA, et al. Effect of systolic blood pressure on left ventricular structure and function: A mendelian randomization study. Hypertension. 2019;74(4):826-832. Benjamins JW, Hendriks T, Knuuti J, Juarez-Orozco LE, van der Harst P. A primer in artificial intelligence in cardiovascular medicine. Neth Heart J. 2019;27(9):392-402.

Hendriks T, Al Ali L, Maagdenberg CG, et al. Agreement of 2D transthoracic echocardiography with cardiovascular magnetic resonance imaging after ST-elevation myocardial infarction. Eur J Radiol. 2019;114:6-13.

Van Der Ende MY, Hendriks T, Van Veldhuisen DJ, Snieder H, Verweij N, Van Der Harst P. Author correction: Causal pathways from blood pressure to larger QRS amplitudes: A mendelian randomization study. Sci Rep. 2018;8(1):10290-018-27848-6.

Van Der Ende MY, Hendriks T, Van Veldhuisen DJ, Snieder H, Verweij N, Van Der Harst P. Causal pathways from blood pressure to larger qrs amplitudes a mendelian randomization study. Sci Rep. 2018;8(1):5817-018-24002-0.

Lau F, Hendriks T, Lieman-Sifry J, Norman B, Sall S, Golden D. ScarGAN: Chained generative adversarial networks to simulate pathological tissue on cardiovascular MR scans. arXiv e-prints. 2018:ar:1808.04500.

Kortlandt F, Velu J, Schurer R, et al. Survival after MitraClip treatment compared to surgical and conservative treatment for high-surgical-risk patients with mitral regurgitation. Circ Cardiovasc Interv. 2018;11(6):e005985.

Hendriks T, Schurer RAJ, Al Ali L, van den Heuvel AFM, van der Harst P. Left ventricular restoration devices post myocardial infarction. Heart Fail Rev. 2018;23(6):871-883.

(14)

A

Velu JF, Kortlandt FA, Hendriks T, et al. Comparison of outcome after percutaneous mitral valve repair with the MitraClip in patients with versus without atrial fibrillation. Am J Cardiol. 2017;120(11):2035-2040.

Hendriks T, Hartman MHT, Vlaar PJJ, et al. Predictors of left ventricular remodeling after ST-elevation myocardial infarction. Int J Cardiovasc Imaging. 2017;33(9):1415-1423.

Velu JF, Kortlandt FA, Hendriks T, et al. Percutaneous mitral valve repair: Refining selection criteria. J Am Coll Cardiol. 2017;69(23):2875-2876.

van der Ende MY, Hartman MH, Hendriks T, van der Werf HW, Lipsic E, van der Harst P. Left ventricular ejection fraction and mortality in patients with ST-elevation myocardial infarction and bundle branch block. Coron Artery Dis. 2017;28(3):232-238.

(15)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In this nested matched case control study within Caucasian subjects of the UK Biobank free of major cardiovascular disease, active tobacco smoking was dose dependently

Adding baseline characteristics that were significantly different (P&lt;0.05) between study groups (TDI, moderate physical activity, smoking status) to linear regression analyses

We studied clinical, biochemical and angiographic determinants of LV end diastolic volume index (LVEDVi), end systolic volume index (LVESVi) and mass index (LVMi) as global

One large study including STEMI patients (N=150) investigated the agreement between 2D TTE and CMR in the assessment of LV volumes and LVEF, and found a slightly smaller bias in

Treatment of functional mitral valve regurgitation with the permanent percutaneous transvenous mitral annuloplasty system: results of the multicenter international

In long short-term memory networks, the most widely used recurrent neural networks, a model state can remember cumulative information from previous input and output to

Traditional cardiovascular risk factors in relation to left ventricular mass, volume, and systolic function by cardiac magnetic resonance imaging: The multiethnic study of

Left ventricular restoration devices could be beneficial early after myocardial infarction in patients at risk of severe left ventricular remodeling (this thesis). Indexation