Vraag nr. 71
van 23 december 2004
van de heer MARK DEMESMAEKER
Vlaamse Rand – Taalgebruik verkoop onroerend goed
Steeds meer aankondigingen van openbare verko- pen van eigendommen en verkoopakten van ei- gendommen in de Vlaamse Rand worden in een andere taal opgesteld dan het Nederlands.
Wat die verkoopakten betreft, is dit naar mijn bescheiden mening een inbreuk op de taalwetge- ving. Aangezien verkoopakten die betrekking hebben op het grondgebied van het Vlaamse ge- west, geregis-treerd worden op de dienst Registra- ties van de Federale Overheidsdienst (FOD) Fi- nanciën, moeten die in het Nederlands worden opgesteld. Graag kreeg ik hierover uitsluitsel.
Een gelijkaardige vraag rijst wat de aankondigin- gen van openbare verkopen van onroerende goe- deren betreft. Mijns inziens mogen die in gemeen- ten van het Vlaamse gewest niet in een andere taal dan het Nederlands gebeuren. Idem voor het ver- loop van de betrokken openbare zittingen.
1. Heeft de minister weet van inbreuken tegen de taalwetgeving bij verkoopakten van eigendom- men, en meer specifiek in de gemeenten van de Vlaamse Rand ?
Zo ja, wordt terzake overlegd met de bevoegde fe- derale overheidsdienst, teneinde tot een correcte toepassing van de taalwetgeving te komen ? Hoe wordt er opgetreden ?
2. Heeft de minister weet van inbreuken tegen de taalwetgeving bij aankondigingen van openba- re verkopen van eigendommen, en meer speci- fiek in de gemeenten van de Vlaamse Rand ? Hoe wordt er in voorkomend geval opgetreden ? Wordt er bij de gemeentebesturen op aangedron- gen deze aankondigingen te verwijderen ?
3. Heeft de minister weet van inbreuken tegen de taalwetgeving bij het verloop van de openbare verkopen zelf, en meer specifiek in de gemeen- ten van de Vlaamse Rand ?
Zo ja, hoe wordt er opgetreden ?
Antwoord
Bij de verkoop van een eigendom moet men in de procedure een onderscheid maken tussen ener- zijds het opstellen van een notariële akte en an- derzijds de registratie van deze akte. Bij de ver- koop van een eigendom moet men ook onder- scheid maken tussen de verkoop waarbij een over- heidsdienst betrokken is en de loutere verkoop tussen particulieren.
Bij een loutere verkoop tussen particulieren mag de notariële akte in om het even welke taal gesteld zijn. Deze handeling is immers niet onderworpen aan de wet op het gebruik der talen in bestuursza- ken. Hier geldt immers artikel 30 van de Grond- wet dat stelt dat het gebruik der talen vrij is, be- halve bij de uitdrukkelijk door de wet geregelde zaken. In de praktijk wordt de akte meestal opge- steld in de taal van de koper (voorzover dit een taal is die de notaris begrijpt). Indien de verkoper deze taal niet begrijpt, kan ofwel een akte in beide talen worden opgesteld, ofwel een vertaling wor- den toegevoegd of voorgelezen. De registratie van deze akte gebeurt evenwel in de taal van het ge- bied waar het goed gelegen is. De ontvanger van de registratie kan een vertaling vragen van de akte indien deze in een andere dan één van de drie landstalen (Nederlands, Frans, Duits) is opge- steld.
Bij de verkoop van een eigendom daarentegen waarbij een openbare dienst betrokken is die is onderworpen aan de taalwetgeving moet eveneens de notariële akte worden opgesteld in de taal van het gebied waar het betrokken goed gelegen is.
Deze zelfde redenering kan worden opgebouwd voor de aankondigingen van openbare verkopen of het verloop van de openbare verkoop zelf.
Hieruit vloeit voort dat er dus enkel van een over- treding van de taalwet bij een verkoop van een onroerend goed sprake kan zijn wanneer een openbare dienst bij deze verkoop betrokken is.
Ik heb momenteel geen weet van inbreuken tegen de taalwetgeving bij dergelijke verkopen.