• No results found

Industriële Beveiligingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Industriële Beveiligingen"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Industriële Beveiligingen

In het kader van onze motorschakelingen moeten we de beveiligingen eens van nabij bekijken. In het boek “Watt met elektriciteit – deel 1” wordt dit in hoofdstuk 9 besproken.

Vraag: Welke soorten beveiligingen bestaan er op industrieel niveau? (TIP: Figuur 9.1.)

De industriële beveiligingen moeten ons beveiligen tegen:

- Te grote stroom

o In de vorm van kortsluiting o In de vorm van overbelasting - Te grote spanning

- Te kleine spanning

De stroombeveiliging is in eerste instantie het belangrijkste.

(2)

Een beetje woordenschat:

Vraag 2,3,4,5,6: Wat bedoelt men met de volgende termen?

Term Afkorting Uitleg

De nominale stroom

In

Icc = Ik

Uitschakelvermog en

Of

Afschakelvermoge n

Overstroom

Ideële

kortsluitstroom

(3)

Begrensde kortsluitstroom of

Kapstroom

Voorbeeld bij het berekenen van de kortsluitstroom:

1. Kortsluitstroom in een installatie wordt bepaald door

1.1. de ……… in de installatie. (Ik1)

1.2. De lengte en de diameter van de ………. tot waar de fout optreedt. (Ik2)

2. Figuur 9.2 geeft een overzicht van de kortsluitstromen in het net. Teken deze figuur over.

3. Berekening: (auto)transformator in CV6 (KTA MoBi) heeft het onderstaande kenplaatje. Bereken de kortsluitstroom.

(4)

4. Berekening: Wat is de korstsluitstroom die de driefasige transfo (S=1 MVA, 20kV/690V; 4%) kan leveren?

Grootheden in de elektriciteit

In de elektriciteit werden tot nu toe enkel 3 grootheden bekeken: U, I en R. Nochtans is er bij wisselspanning meer dan dit; ook vermogen speelt een rol.

Grootheid Afkorting

grootheid Eenheid Afkorting

grootheid U

I R P S Q

cos φ

(5)

Enkelfasig net Driefasig net

S=U . I S=3 . U

L

. I

L

P=U . I . cos φ=S . cos φ

P=3 . U

L

. I

L

. cos φ=S . cos φ Q=U . I . sin φ=S

2

−P

2

Q=3 . U

L

. I

L

. sin φ=S

2

P

2

Vraag 57: (figuur 9.55) Teken de symbolen voor:

Toestel Letter op

schema Symbool Smeltveiligheid

Automatische schakelaar met thermisch- magnetische én minimimspannings- beveiliging

Driefasige motor

(6)

met directe beveiliging door PTC-voelers

Automatische schakelaar met aardlekbeveiliging

Thermisch beveiligde hulpcontacten (bimetaal)

Smeltveiligheid met slagstift

Automatische schakelaar met thermisch- magnetische beveiliging (2 symbolen – 1ste)

Automatische schakelaar met thermisch- magnetische beveiliging (2

(7)

symbolen - 2de)

Automatische schakelaar met minimum-

spanningsbeveiligin g

Automatische schakelaar met magnetische beveiliging

(2 symbolen – 1ste)

Automatische schakelaar met magnetische beveiliging

(2 symbolen – 2de) NO- en NG-

hulpcontact van thermisch- magnetische beveiliging

Automatische schakelaar met verlies-

spanningsbeveiligin g

Elektronische overstroombeveiligi ng met

stroomtransformato ren

(8)

Monofasige overspannings- beveiliging

Vraag: Bij onze motorschakelingen (1,2,3) gebruikten we ter beveiliging altijd een automaat. Is dit altijd een goede keuze bij een motorschakeling?

5. JA / NEEN 6. Uitleg:

(9)

Vraag: Los de volgende vragen op:

6.1. Een thermische beveiliging beschermt uw installatie tegen: (kleur het bolletje)

6.1.1. Kortsluiting 6.1.2. Overspanning 6.1.3. Verliesstroom 6.1.4. Overbelasting 6.1.5. Minimumspanning

6.2. Een HOV beveiligt uw installatie tegen: (kleur het bolletje) (H9 §3) 6.2.1. Kortsluiting

6.2.2. Overspanning 6.2.3. Verliesstroom 6.2.4. Overbelasting 6.2.5. Minimumspanning

(10)

6.3. Een magnetische overstroombeveiliging beschermt uw installatie tegen:

(kleur het bolletje) 6.3.1. Kortsluiting

6.3.2. Overspanning 6.3.3. Verliesstroom 6.3.4. Overbelasting 6.3.5. Minimumspanning

6.4. Een thermisch-magnetische overstroombeveiliging beschermt uw installatie tegen: (kleur het bolletje)

6.4.1. Kortsluiting 6.4.2. Overspanning 6.4.3. Verliesstroom 6.4.4. Overbelasting 6.4.5. Minimumspanning

6.5. Een automaat beveiligt uw installatie tegen: (kleur het bolletje) 6.5.1. Kortsluiting

6.5.2. Overspanning 6.5.3. Verliesstroom 6.5.4. Overbelasting 6.5.5. Minimumspanning

Vraag: Welk type toestel is het toestel op de figuur hieronder:

(11)

………

………..

Uitschakelkarakteristieken van beveiligingen:

(12)

Teken de uitschakelkarakteristiek een thermische beveiliging.

Teken de uitschakelkarakteristiek een magnetische beveiliging.

Teken de uitschakelkarakteristiek een thermisch-magnetische beveiliging.

(13)

Teken de uitschakelkarakteristiek een HOV.

Teken de uitschakelkarakteristiek een automaat. (b.v. C20)

Vraag: vergelijk de uitschakelkarakteristiek van de volgende automaten:

(14)

B20 vs C20 vs D20

Vraag: Waarom kiest men soms toch voor smeltveiligheden en niet voor een automaat om de inkomende voeding van de installatie te beschermen?

(15)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1. Zodra de processen~verbaal van' aIle Groepen zijn in- gekomen, vergadert het Dagelijks Bestuur der Unie. Het telt voor elke kandidaat het aantal punten samen, dat deze voor

ik wil een motor op een voet, maar de voet moet onder de tafel van de transportband ingebouwd worden. een motor – met twee assen – een flens en een horizontale voet

A Nominale werkspanning en -stroom bij sterschakeling Nominaal nuttig vermogen op de as.. Arbeidsfactor

Het rechtvaardigend geloof is, volgens de Catechismus, Vraag 21 „niet alleen een zeker weten of kennis, waardoor ik alles voor waarachtig houd, hetgeen God ons in

KVB= Kortdurende Verblijf LG= Lichamelijke Handicap LZA= Langdurig zorg afhankelijk Nah= niet aangeboren hersenafwijking. PG= Psychogeriatrische aandoening/beperking

maatschappelijk relevant zijn en zich inzetten voor een samenleving waarin iedereen de beste versie van zichzelf kan zijn.. Samen creëren we verbinding,

A) Het is een robuuste maat voor samenhang, want r is gevoelig voor uitbijters B) Het is een robuuste maat voor samenhang, want r is niet gevoelig voor uitbijters C) Het is

Als ze deze examentraining hebben gedaan, zijn ze eigenlijk klaar voor het ETW-examen.’.. Zo’n twintig procent van de leerlingen bestaat uit carrièreswitchers en die zijn