• No results found

Praktische Motorschakelingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Praktische Motorschakelingen"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Praktische

Motorschakelingen

Werkboek – ASYNCHRONE KOOIANKERMOTOR – deel 2

Samengevat door Frank Rubben

(2)

Praktische Motorschakelingen

Werkboek – ASYNCHRONE KOOIANKERMOTOR – deel 2

(3)

Samengevat door Frank Rubben

Dit werkboek behandelt de vragen en theorie uit ‘Watt met Elektriciteit’. Deze bundel gaat over het hoofdstuk ……

Aansluiten van een asynchrone motor

1. Aansluitingen

1.1. Hoeveel aansluitklemmen heeft een asynchrone kooiankermotor?

……….

1.2. Teken de aansluitklemmen van een asynchrone kooiankermotor (volgens

de norm IEC34-8). Geef de klemmen de juiste naam.

(4)

fasedraden, nulgeleider en de beschermingsgeleider?

 L1:

………

…………

 L2:

………

…………

 L3:

………

…………

 N:

………

…………

 PE:

………

…………

1.4. Er bestaat een alternatieve normering voor de fasedraden (EN….), die drie verschillende kleuren voorstelt:

 L1:

………

…………

 L2:

………

…………

 L3:

………

…………

(5)

Samengevat door Frank Rubben

 N:

………

…………

 PE:

………

…………

(6)

2.1. De lijndraden L1, L2 en L3 worden respectievelijk aangesloten op U1, V1 en W1.

 Hoe draait de motor? LINKS RECHTS

 Kun je de motor laten draaien van kant? JA NEEN

 Indien je “ja” antwoordde op de vorige vraag, leg uit in eigen woorden wat je gaat doen.

 Speelt de draaizin van een motor een rol? Leg je antwoord uit.

2.2. Ter info: RECHTSDRAAIEND VERSUS LINKSDRAAIEND?

 Rechtsdraaiend =

………

 Linksdraaiend =

………

(7)

Samengevat door Frank Rubben

Figuur 1: schakelschemaboekje EATON

3. STER of DRIEHOEK?

3.1. Benoemen van de markering van de motorklemmen volgens de norm IEC34-8 (herhaling)

of

(8)

3.2. Hoe moet men de klemmen verbinden in driehoek op de motor?

3.3. Hoe moet men de klemmen verbinden in ster op de motor?

 Let op dat er bij ster twee mogelijke configuraties zijn, maar de motor zal in beide gevallen rechts draaien!

(9)

Samengevat door Frank Rubben

3.4. Hoe moet men de motor in driehoek aansluiten als de aansluitingen op

een klemmenstrook zitten?

(10)

3.5. Hoe moet men de motor in ster aansluiten als de aansluitingen op een

klemmenstrook zitten?

(11)

Samengevat door Frank Rubben

3.6. Praktische spanningen bij Ster en Driehoek

(12)

Lijnspanning van het net? Spanning over de fase in driehoek? (Uf = Uw)

Spanning over de fase in ster? (Uf = Uw)

3 x 230V

3 x 400V

3 x 690 V

(13)

Samengevat door Frank Rubben

3.7. Voorbeelden berekenen en aansluiten in ster en/of/nof driehoek

Welke configuratie kan een 230/400V motor aannemen bij elk net?

Lijnspanning van het

net? Kenplaatje motor Spanning over de fase in driehoek?

(Uf = Uw)

Spanning over de fase in ster? (Uf = Uw)

3 x 230V 230 / 400V ………. V

OK / NOK

………. V OK / NOK

3 x 400V 230 / 400V ………. V

OK / NOK

………. V OK / NOK

3 x 690 V 230 / 400V ………. V

OK / NOK

………. V OK / NOK

Welke configuratie kan een 400/690V motor aannemen bij elk net?

Lijnspanning van het net?

Kenplaatje motor Spanning over de fase in driehoek?

(Uf = Uw)

Spanning over de fase in ster? (Uf = Uw)

3 x 230V 400 / 690 V ………. V

OK / NOK

………. V OK / NOK

3 x 400V 400 / 690 V ………. V

OK / NOK

………. V OK / NOK

3 x 690 V 400 / 690 V ………. V ………. V

(14)

3.8. Oefeningen op de keuze tussen ster en driehoek:

o Oefening 1

 Het kenplaatje van een kooirotormotor vermeldt:

230V/400V 1.73A / 1A

 Het net waar de motor moet geplaatst worden is 3x400V+N.

 Welke motorconfiguratie moet deze motor aannemen?

 Kan men de motor in ster schakelen?

 Kan men de motor in driehoek schakelen?

o Oefening 2

 Het kenplaatje van een kooirotormotor vermeldt:

230V/400V 3A / 1,73A

 Het net waar de motor moet geplaatst worden is 3x230V+N.

 Welke motorconfiguratie moet deze motor aannemen?

 Kan men de motor in ster schakelen?

 Kan men de motor in driehoek schakelen?

o Oefening 3

 Het kenplaatje van een kooirotormotor vermeldt:

230V/400V 3A / 1,73A

 Het net waar de motor moet geplaatst worden is 3x690V+N.

 Welke motorconfiguratie moet deze motor aannemen?

 Kan men de motor in ster schakelen?

 Kan men de motor in driehoek schakelen?

o Oefening 4

 Het kenplaatje van een kooirotormotor vermeldt:

400V/690V 3A/1.73A

 Het net waar de motor moet geplaatst worden is 3x690V+N.

 Welke motorconfiguratie moet deze motor aannemen?

 Kan men de motor in ster schakelen?

 Kan men de motor in driehoek schakelen?

o Oefening 5

 Het kenplaatje van een kooirotormotor vermeldt:

(15)

Samengevat door Frank Rubben

 Kan men de motor in driehoek schakelen?

Kiezen van de bouwvormen van asynchrone motoren

1. IEC-frame of NEMA-frame?

(16)

Er zijn afspraken gemaakt tussen allerlei landen en instanties om gelijke type motoren te kunnen uitwisselen. Wanneer een motor kapot is kan men een andere motor bestellen:

1.1. Wat moet men doorgeven bij een bestelling als een motor stuk is?

(17)

Samengevat door Frank Rubben

………

………

1.2. Vraag 16: Door welke factoren wordt de uitvoeringsvorm van een motor bepaald?

………

 Uitleg:

………

………

………

………

………

………

 Uitleg:

………

………

………

………

………

1.3. Wat versta je onder ‘de bouwvormen van een motor’?

………

………

1.4. Hoe wordt de bouwvorm weergegeven?

………

………

1.5. Geef drie voorbeelden van bouwvormen:

1.6. Extra vraag: Hoe wordt de IEC-code samengesteld?

(18)

kiezen.

(19)

Samengevat door Frank Rubben

1.7. Vraag: Welk IEC-code heb ik nodig als: (gebruik tabel p46)

1.7.1. ik een flensmotor (grote flens) wil met een as volgens de standaardafmetingen.

De motor moet horizontaal ingebouwd worden.

CODE: ……….

1.7.2. ik wil een motor op een voet, maar de voet moet onder de tafel van de transportband ingebouwd worden. De as (gestandaardiseerd, 1 kant) moet horizontaal uit de motor komen na montage:

CODE: ……….

1.7.3. een motor – met twee assen – een flens en een horizontale voet moet hebben.

De eerste as dient om uitgelijnd te staan met een pomp (via de flens). De tweede as dient om verbonden te worden met een generator (via de voet uitgelijnd).

CODE: ……….

2. Beschermingsgraad van een motor

(20)

2.1. Hoe wordt de beschermingsgraad van een behuizing (van b.v. een motor) weergegeven? Leg uit.

………

………

………

………

………

………

………

………

………

………

………

………

………

2.2. Een motor heeft een beschermingsgraad IP55-7. Verklaar de code.

IP:

………

………

5:

………

………

5:

………

………

7:

………

(21)

Samengevat door Frank Rubben

2.3. Tabellen:

(22)
(23)

Samengevat door Frank Rubben

3. Isolatieklasse

3.1. Standaardmotoren zijn uitgerust met wikkelingen met een isolatiesysteem van klasse B. Leg dit uit.

………

………

………

………

………

………

………

………

………

………

………

………

(24)

………

(25)

Samengevat door Frank Rubben

(26)

controleren?

………

………

………

………

………

………

………

………

………

………

………

(27)

Samengevat door Frank Rubben

4. Koeling van de motor

4.1. Hoe wordt de koeling van een toestel aangeduid?

………

………

………

………

………

………

………

………

………

………

………

4.2. De meest gebruikte koelwijze bij standaardmotoren is die met de code IC411. Leg uit in eigen woorden

………

………

………

………

………

………

………

………

………

(28)

………

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Behandeling inmiddels 1 week met hydroactief colloïd-gel op basis van alginaten en een antimicrobieel enzymesysteem.. Casus (situatie na

De anesthesioloog bepaalt vervolgens de juiste plaats voor het inbrengen van de plaatselijke verdoving.. De verdoving wordt aangebracht in

 Het draagvlak van de schoen (en zeker dat van de hak) moet breed zijn.  De schoen moet u op de wreef kunnen sluiten door middel van een veter of klittenbandsluiting.  De

 Op de eerste dag na uw operatie gaat u lopen op een hakschoen, dit wordt onder begeleiding van de fysiotherapeut gedaan...  Twee weken na uw operatie worden

De gegevens voor vaststelling van de beslagvrije voet moeten met het juiste formulier worden verstrekt2. Indien de gegevens op een andere manier worden verstrekt, bijvoorbeeld met

R.L.A.W. De voet verwerkt daarbij grote krachten. Voor aanpassing aan ongelijke oppervlakken is de voet geseg- menteerd. Dit maakt hem plooibaar en maakt ook dat er voor de voet en

Denk bijvoorbeeld aan koude voeten, droge voeten, verkleurende tenen of een tintelend gevoel in je

MCA versus combinatietherapie (voetwratten): MCA veroorzaakte tijdens de behandeling bij significant minder patiënten pijn dan cryotherapie in combinatie met salicylzuur (16%