• No results found

VI\IJBIID IN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "VI\IJBIID IN "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VI\IJBIID IN

DEMOCRATIE

VRIJDAG 19 MEI 1950 Ho. 11 0

WAAR ZIJN DIE STEMMEN GEBLEVEN 7

Pag. 4

WEEKBLAD VAN DE VOLKSPARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATIE

Vrucht van Liberaal Initiatief

Naar aanleiding van de inpoldering van de Dosterpolder De betekenis van ir. Lely voor de droogmaking der Zuiderzee

De in de nacht van Donderdag 11 Mei door de Tweede Kamer genomen be·

Blissing moet aanleiding zijn tot een arti·

kei op deze plaats. Immers de aanneming van het wetsontwerp betreffende bedra·

gen, die nodig zijn voor de inpoldering van het gedeelte van het IJ sselmeer, dat de Oasterpolder zal worden, brengt ons on- middellijk de arbeid van de liberale staats·

man ir. Cornelis Lely in gedachten. Deze is het geweest, die met taaie volharding gearbeid heeft aan de voorbereiding van de afsluiting en droogmaking der Zuider·

zee en die als minister van waterstaat de desbetreffende wet van 14 Juni 1918 naar het Staatsblad heeft geloodst. Prach·

tige arbeid heeft deze liberale bewindsman daarmede ingeleid. De gedeeltelijke droog- making der Zuiderzee is één van de meest grootse werken geweest, die ons volk heeft uitgevoerd en die zijn aanzien over de gehele wereld heeft doen stijgen. Thans zal dit werk - vrucht van liberaal initia·

tief dus - worden voortgezet. Het moge ons volk de naam en de arbeid van Lely doen· gedenken.

wat Lely in 1918 tot stand bracht, was het resultaat van een periode van 32 jaar, waarin met energie naar het gestelde doel werd gestreefd. Interessant is deze strijd beschreven door mr. K.

Jansma, secretaris van de Zuiderzeeraad, in zijn boek "Lely, de bedwinger der Zui- derzee", welk boek vorig jaar is versche- nen •). Mr. Jansma doet ons geheel mede- leven met de figuur Lely, wiens omvang ..

rijke arbeid hij met grote liefde heeft be- schreven en wiens betekenis hij op duide- lijk wijze uiteenzet. Daar de schrijver ir'.

Lely mede plaatst in het kader van de staatkundige ontwikkeling van de laatste tien jaren der vorige en de eerste decennia van deze eeuw, is het werk van mr.

Jansma van zeer grote waarde.

Voor dit artikel maken wij er gaarne gebruik van.

Lely's arbeid voor de droogmaking der Zuiderzee is begonnen in 1886. Tot dat jaar had hij nog geen behoorlijke vaste betrekking kunnen krijgen! In 1885 was het zelfs zo ver gekomen, dat hij met vrouw en twee kinderen - hij was toen 31 jaar! - in het huis van zijn vader intrek moest nemen. Maar op 4 Januari 1886 werd de Zuiderzeevereniging opge- richt, welke ten doel had een onderzoek in te stellen naar de wijze waarop en de middelen waardoor afsluiting en droogleg- ging der Zuiderzee uitvoerBaar zou zijn en enige tijd daarna werd Lely chef van het Technisch Onderzoek. In deze functie stelde hij een plan op "dat dertig en meer jaren later de Dienst der Zuiderzeewer- ken, beschikkende over de bekwaamste wetenschappelijke en practische krachten, zomede een waterbouwkundig .laborato·

rium, slechts op onderdelen heeft kunnen verbeteren."

In 1891 werd Lely minister in het kabi·

net van Tienhoven en in het volgende jaar

werd een staatscommissie ingesteld met de opdracht te onderzoeken "of eene afslui- ting en droogmaking van de Zuiderzee, op eene wijze als door de Zuiderzeevereeniging is voorgesteld, in 's lands belang behoort te worden ondernomen, en, zoo ja, op welke wijze dit werk tot uitvoering moet worden gebracht."

Kort nadat deze commissie in 1894 haar rapport uitbracht - dat zich vóór Lely's plan uitsprak - trad evenwel het kabinet af. In 1897 werd Lely echter wederom mi·

nister, en wel in het kabinet-Pierson. Niet alleen besteedde de liberaal Lely toen we- derom aandacht aan het Zuiderzeevraag- stuk. Mr. Jansma zegt in zijn boek: "Hij vestigde in deze periode in het bijzonder zijn roem als één der grondleggers onzer sociale wetgeving en verkreeg daarmede voor het Ministerie-Piersou den eerenaam van "Minister van Sociale Rechtvaardig- heid". In dit verband mag worden ge- noemd de Ongevallenwet van 1901, waar- over Lely in het parlement zware strijd 1J,eeft moeten voeren, o.m. tegen Kuyper.

In dat zelfde jaar 1901, op 7 Mei, werd ook een wetsontwerp inzake droogmaking der Zuiderzee ingediend. Maar daar het kabinet in verband met de verkiezingsuit- slag moest aftreden, kon Lely ook nu

weer niet verder. En zijn opvolger, de Marez Oyens, was tegenstander der Zui- derzeewerken. Voorts bracht een wetsont- werp van minister Kraus, van 1907 dat van beperkter strekking was dan Lely's plannen, het ook niet tot de eindstreep.

J n 1913 evenwel wordt Lely voor de derde maal minister. Zijn intreden in het bekende kabinet-Cort van der Lin- den maakt hij dan echter afhankelijk van de Yoorwaarde, dat de droogmaking der Zuiderzee een deel van het regeringspro- gram zou zijn. En met succes. In de Troonrede van 16 September 1913 komt de volgende passage voor:

"Ik acht den tijd gekomen om de af·

sluiting en droogmaking van de Zuiderzee te ondernemen. Verbetering van den wa- terstaatkundigen toestand der omliggende provinciën, uitbreiding van grondgebied eu blijvendP- vermeerdering van arbeids- gelegenheid zullen daarvan het gevolg zijn.

Een wetsontwerp tot uitvoering van die afsluiting en gedeelte1jke droogmaking zal U worden aangeboden."

(Vervolg op pag. 3, 3e kol.)

T "

,, rouw

en de gekookte eieren van Dr. Kuyper De beschouwingen in mijn openings-

rede voor onze algemene vergade- ring over de "derde macht", hebben thans ook geleid tot een reactie van de zijde der redactie van "Trouw".

Die redactie is van oordeel, dat mijn mening, als zou er tussen christelijk- historischen, anti-revolutionnairen en li·

beralen een zekere overeenstemming be- staan, waar het de verhouding tussen staat en maatschappij betreft, althans voor zoveel de anti-revolutionnairen aan- gaat, onjuist is. Het beroep, dat ik ter staving van mijn oordeel heb gedaan op de behandeling der P. B. 0., houdt geen stuk. De anti-revolutionnai- ren hebben alleen tegen de P.B.O. ge- stemd, omdat het instellen der bedrijfs- -schappen bij algemene maatregel van be- stuur in strijd was met de Grondwet.

Wij daarentegen, zouden, ook als strijd met de Grondwet niet aanwezig was ge- weest, tegen de wet hebben gestemd, om- dat wij een dergelijke wijze van instel- ling der· bedrijfsschappen ook afgezien van het grondwettelijk voorschrift, on- juist zouden hebben geoordeeld.

Het is jammer, dat "Trouw" het bij deze enkele, op zichzelf juiste, medede- ling laat. Het zou toch zeer belangwek- kend zijn geweest te vernemen, op welke gronden "Trouw" onze zienswijze, dat een zo belangrijke beslissing, ook al schreef de grondwet het niet met zoveel woor- den voor, bij de wetgever behoort, ver-

keerd acht. De motieven voor ons stand- punt heb ik uitvoerig ontwikkeld, zowel in de Kamer als in mijn "jaarrede" en mijn artikel in ons blad van 6 Mei. Kort samengevat kwamen zij hierop neer, dat ik bedrijfsschappen wens, die inderdaad zijn opgekomen uit het bedrijfsleven zelf en geen bedrijfsschappen, opgelegd van boven af, die ik verlengde armen der overheid heb genoemd. Moet ik thans uit de beschouwing van "Trouw" afleiden, dat haar redactie tegen deze verlengde armen der overheid geen bezwaar heeft?

Dan is er inderdaad tussen ons en de anti-revolutionnairen een groot ver- schil. Het staatssocialisme heeft dan voor hen meer aantrekkingskracht dan ik tot dusver uit de beschouwingen uit hun kring had begrepen. Meer aantrek- kingskracht ook voor de huidige anti- revolutionnairen dan voor hun grote voorganger Dr. Kuyper. Zijn waarschu- wing tegen een zodanige hantering ener broedmachine, dat er gekookte eieren te voorschijn komen in plaats van kuikens heb ik bij herhaling met instemming aangehaald. "Trouw" vergat de gekook- te eieren minder te duchten. Wij blij- ven het op dit punt maar liever houden met Dr. Kuyper. En het zou ons zeer verwonderen, indien er in het anti-revo- lutionnaire kamp niet velen zouden zijn, die het, wat dit betreft, meer met ons eens zijn, dan met hun eigen dagblad.

P.J. 0.

(2)

VRI.JHEID EN DEMOORATIE 1~ MIIJI ltle - PAG. I

*tütUWiit4i'EIIIil flit•en

HOLLEN OF STILSTAAN;

een pijnlijk gemis, een overladen programma en een nieuw belsysteem

De heet· Schouten heeft enige weken geleden bij het vaststellen van de agenda van de Tweede Kamer geklaagd over de gang van zaken der vergaderingen. En zo zeide hij, het is hollen of stilstaan, want of er:

wordt in het openbaar gedurende enige tijd niet vergaderd of men komt IJijeen met zo'n overladen programma, dat het hollen wordt. En hij had daarin stenig gelijk, want als . men de werkzaamheden van de Tweede Kamer in de afgelopen week nog eens nagaat, dan komt men tot de slotsom, dat deze gang van zaken bepaald niet bevorderlijk is voor de.

goede gang van zaken. Het komt de belangstelling toch stellig niet ten goede, als de Kamer Donderdag vergadert van 's middags één uur tot!

des nachts kwart over twee met alleen een pauze voor de middagmaal- tijd en Vrijdag daarop dan weer begint met te vergaderen om elf uur 's mo1'gens. Dit leidt er toe, dat in de nachtvergaderingen er nog slechts enkele Kamerleden over zijn van de velen, die de presentielijst getekend hebben, zodat stemmingen over amendementen of wetsontwerpen niet kunnen plaats hebben en tot de volgende dag moeten wachten, waardoo1·

de agenda opnieuw verwatert.

Tweede Kamer op deze tiende Mei 1950 niets.

*••

V an de gewone zaken, die toch voor ·het verloop van de ver·

gadering van groot belang zijn, valt dit keer nog iets bijzonders te vermelden. Nu de vergaderingen van de Tweede Kamer, in verband met de verbouwingen aan het Ka- mergebouw, gehouden worden in de Ridderzaal, is er een tijd van 2 mi- nuten nodig tussen het bellen voor de stemmingen, opdat de Kamer- leden, die nog in het gebouw van de Tweede Kamer vertoeven voor

Dit klemt te meer, als de agen- da, zoals in de afgelopen week het geval was, zo overvuld is en er op een bepaald moment zelfs drie interpellaties op staan, waarvan tenslotte één interpellatie n.l. van de heer Nederhorst (P.v.d.A.) van de agenda werd afgevoerd. Die in- terpellatie lrad betrekking op de verruiming van de werkgelegenheid en de maatregelen tot bestrijding Yan de werkloosheid. Het is ons niet duidelijk geworden, waarom de heer Nederhorst deze interpellatie van de agenda liet afvoeren: wij mogen toch niet aannemen, dat dit vraagstuk met het aanvragen van de interpellatie alleen reeds opge- lost is?

Ook zonder deze interpellatie bleer de agenda nog te overladen, het- geen te meer onbegrijpelijk is, om-, dat naast enige wetsontwerpen, welke wel een spoedeisend karakter hadden als de afschaffing van de ondernemingsbelasting, welke door de Tweede Kamer thans aanvaard is, er verschillende andere op ston·

den, die gerust veertien dagen had·

den kunnen wachten. Men zegt wel eens dat het groeperen van cijfers een kunst is, maar het saménstellen van een agenda is dat niet minder en hier -was in de afgelopen week bepaald sprake van een overladen programma.

•••

E n hoe wonderlijk het moge klinken, ondanks dat overla- den programma hebben wlj toch iets zeer gemist. De voorzitter van de Tweede Kamer, mr. Kortenhorst, heeft altijd, o.i. terecht, gesteld, dat de volksvertegenwoordiging tot uiting moet brengen, hetgeen in het volk leeft. Meer dan ééns heeft de voorzitter dan ook bij vliegrampen van de K.L.M. op de juiste wijZ4il weergegeven, hetgeen er onder het Nederlandse volk leefde, meer dan ééns heeft hij ook bij het overlijden van hen, die in ons staatsbestel een rol hadden gespeeld zoals kort ge- leden bij het overlijden van baron van Wijnbergen de gevoelens van deelneming van de Kamer vertolkt en geschetst, welk verlies de Ne·

dcrlandse samenleving door een der- gelijk sterfgeval leed. Des te smar·

telijker trof ons het achterwege blij.

ven van elk woord van herinnering aan de tiende Mei 1940, waar de

Tweede Kamer nu juist op 10 Mei 1950 ook in vergadering bijeen was.

Op 10 Mei 1940 is de Tweede Ka- mer, op de dag dat ons land werd

·overvallen, kort bijeen geweest en ongeveer veertig Tweede Kamerle.

den woonden op die dag de verga.

dering bij, die slechts enkele minu- ten duurde, daar de agenda be- perkt werd tot een korte rede van de toenmalige Kamervoorzitter, mr.

van Schaik, waarin deze tot uiting bracht, hoezeer het Nederlandse volk zich in dat uur, waarin het oorlogsgevaar over ons land was gekomen, zich schaarde rond de troon der Oranjes. Wie heeft op deze tiende Mei 1950, toen het net zo'n dag was als op 10 Mei 1940, niet gedacht aan tien jaar geleden en gekeken naar de lucht, die net zo blauw en ijl was, maar thans zonder de brommende Duitse vlieg- tuigen. En daarvan bleek tot onze spijt in de vergadering van de

Mr. KORTENHORST .... nieuw bellen ....

een commissie-vergadering, op de bibliotheek vertoeven of voor ande- re werkzaamheden in het Kamer- gebouw moeten zijn, tijdig de Rid- derzaal kunnen bereiken. Toch schijnt het huidige belsysteem niet te voldoen. Want met ingang van 15 Mei heeft mr. Kortenhorst een nieuw belsysteem ingevoerd, daar het hem gebleken is, dat van het belsysteem in de Kamer een nutti-

0 f<&eze burger

verliest, wanneer de zomer gaat komen met de zon en de meisjes op 'r aardigst,·

roekeloos alle burgerzin.

Hii gaat dan lopen langs de zee of tussen de laatste, 1·eeds een beetje kwijnen·

'

~

0 t

~ f

9 ~

de bloesemboeketten van de Betuwe. Bij Schoort of Buurmalsen, of bij die poort van dat kleine, verrukkelijke stadje Buren verliest hij dan, voor een ganse zonnige dag, alle verantwoordelijkheidszin jegens de staat van de Staat.

Een afschuwelijke bekentenis, maa1· het is niet anders.

En juist in dat stadje, in Buren, met dat prachtige an- tieke weeshuis en die kleine fraaie gevels in die paar stille straten - daar vond ik aan een muur een al-weer- half-vergaan aanplakbiljet voor de Statenverkiezingen.

Ik was nog helemaal verrukt van al dat wit en rose van de bloesembomen, van het hel-gele koolzaad, de donker- groene uiterwaarden en het riviertje zèlf, de Linge, 't liefste water van geheel Nederland wellicht.

F:n kwam toen in dat stille stadje en alles was als een droom-op-Zondag, zo vèr van de werkelijkheid en van de hartstochten die de mensen en de wereld stuwen door de

oneindigheid. ,

Dan staat ge plotseling voo1· zo'n rest van de verkie- zingen.

Een plakkaat aan een verwee1·de muur. Een naam, nauwelijks meer leesbaar en geteisterd, tot onherkenbaar- heid, door water en wind.

Wanneer er iets is dat zonder zin of doel is, dan is het een verkiezingsbiljet één seconde na de stemming. Laat staan twee weken.

En deze burger, o burge1'S, verliest, wanneer de laatste bloesems bloeien en het laatste verkiezingsbiljet hangt te vergaan aan een oude muur van een stil stadje op

Zondag, alle burgerzin. ·

Hij bekommert zich, die éne dag die hem voor deze sfeer gegeven is, niet om de mensen. Noch om hun streven.

Hij loopt langs een dijk tussen Hollands bruidsboeketten, komt in een antiek stadje en gaat langs een kleine rivier in de lente.

Vergeet àlles van de mensen.

Het is of die bloesem wiegt op de wind alléén voor DEZE BURGER.

ger gebruik kan worden gemaakt, dan tot dusverre het geval is ge- weest. Dit systeem maakt het mo- gelijk lang of kort te bellen, waar- bij wij de details hier achterwege laten, maar waarbij thans in het vervolg de lange bel zal worden om de aanvang der vergadering ·en de stemming aan te duiden en de korte bel, die slechts gedurende 2 A 3 seconden wordt gebruikt, als deze één keer luidt, betekent, de minis•

ter komt aan het woord. Bij twee•

maal bellen dient men te weten, dat de vergadering voor korte tijd ge·

schorst wordt, driemaal bellen duidt aan, dat de vergadering hervat wordt, terwijl viermaal bellen bete- kent, dat de vergadering gesloten wordt of aan het einde van de middag geschorst tot 's avonds.

Zo ziet men, dat ook een Kamer, gelijk in elk huishouden met een bakker of een melkboer afspraken worden gemaakt over het aantal bellen, regelingen moet treffen voor het bellen om de zaken goed te doen verlopen.

* * •

E n dat is te meer noodzakelijk, daar de vergaderingen in de Ridderzaal uitermate vermoeiend zijn. De lichtvalling is er

1 slecht, zo•

dat men zelfs overdag, als ·men enigszins behoorlijk wil zien, de grote electrische kronen moet aan•

steken, hetgeen de temperatuur in de zaal tot een zeer hoge graad opvoert. Waar ook de thee- kamer voor de Kamerleden, die in de Rolzaal gevestigd is, niet gezel•

lig is, heeft dit tot gevolg, dat een groot aantal leden het oude Kamer•

gebouw opzoekt. Dat mettegen- staande alle bezwaren, welke wij hierboven eens samengevat hebben, de Kamer in de afgelopen week nog zoveel werk verzet heeft, pleit voor het uithoudingsvermogen van Ka· · merleden en Ministers, die zich tof in de nacht geen rust gunnen in. 't ; belang van het land.

Noemden wij daarstraks reeds de afschaffing van de ondernemings- belasting, welke door de Tweede Kamer aanvaard is, daarnaast heeft de Kamer met slechts de stemmen van de communisten tegen, het be· · langrijke plan tot uitbreiding van de Hoogovens aangenomen, waarbij de . heer Korthals een belangrijke en gedegen economische uiteenzetting heeft gehouden. Eveneens was van , belang de wijzigJng van de Dr,ank- ..

wet, waar minister Joekes ook aan de bezwaren, welke in onze !{ring leefden tegen het voorgestelde ont.

werp en welke naar voren gebracht werden door de heer Ritmeester, met bezwaren uit andere partijen, voor deze druk moest zwichten en tenslotte willen wij nog vermelden de aanvaarding van de Praeventie- wet, waarbij voor het eerst het Par- lement kennis maakte met de nieu- we staatssecretaris voor de Volks-·

gezondheid, dr. MuJttendaln. Op ver- · schillende zaken hopen wij de ko·

mende week nog terug te komen, maar dit keer hebben wlj eens in het bijzonder enkele kleine zaken, ..

die toch voor het geheel van be· .

~kenis zijn, in de bundel van onze parlementair~'! flitsen willen stellen.

DE WEEDE, (ad interim.)

(3)

·VBUREID BN DEMOORATO:

VliJHElD IK DEMOCIATIE

NI·II<.BLAD VAN OE VOlKSPARTIJ VOOR VlfUHEIO I1H OEMO<!·RANE.

Voorzitter Redactie-comm.: Drs. H. A. Korthals.

Redactie-secretaris: Mr. E. Eliás.

Adres: Victoria Hotel Amsterdam, Kamer 435.

Administratie: Postbus 4 3, A'foort, tel. 5267.

Abonnementsprijs f 1.90 p. kwartaal, f 7.50 p. jaar.

Voor het zenden van abonnements- en adverten·

tie-gelden: Postgiro no. 245103, ten name van de Penningmeester van de Stichting ,. Vrijheid en Democratie" te Amersfoort.

[.o"se nummers 15 cent.

Voor advertenties wende men zich· tot de admi- nistratie of tot de hoofdvertegenwoordiger: L.

Vlug, Geestbrugweg 69, Rijswijk (Z.-H,).

Belasting (I)

De jongste fiscale debatten in de Tweede Ka~r

hebben, vooral na de door onze partij tijdens de verkiezingen voor de Provinciale Staten gelan•

ceerde leuze inzake de belastingverlaging, een bi.j4 zonder actueel karakter gekregen. Duidelijk is- weer eens gebleken, welk een waarde men moet hechten aan de verkiezingsbeloften van de Partij van de Arbeid, die wel een zeer grote tegenstellmg vormen met de door deze gevoerde practische poli- tiek. Het was vooral de socialistische afgevaardigde de heer Hofstra, die weer eens zonneklaar be·

wees, hoe onwaar het is, dat de belangen van de Nederlandllf middenStand in de handen van de Partij van de Arbeid veilig zouden zijn. Nog op·

vallender was in dit verband het feit, dat genoem- de afgevaardigde met betrekking tot de onderne-, mingsbelasting nog verder wilde gaan dan zijn par:

tijgenoot, minister Lieftinck. De heer Hofstra voel·

de er n.l. weinig voor om de ondernemingsbelasting geheel af te schaffen en wilde haar handhaven voor zover betreft de grondslag-bedrijfsopbrengst, met dien verstande, dat hij, ter tegemoetkommg aan de kleine ondernemingen f 6000 wilde vrij- stellen. Noch de minister van Financiën, noch de meerderheid van de Kamer voelde veel voor dit ongelukkige voorstel om het bedrijfsleven nog verder de knellende band der ondernemirlgsbelas- ting te leggen. Het antwoord van minister Lieftinèk · liet dan ook weinig aan duidelijkheid te werisèn over toen hij verklaarde: "De regering heeft dlt voorstel (afschaffing der ondernemingsbelasting red.) zeer weloverwogen gedaan als onderdeel van de sociaal-economische politiek, die haars inziens onder de tegenwoordige omstandigheden in ons land moet worden gevoerd." Het gevolg was, dat de heer Hof11tra zijn amendement zag verworpen met 55 tegen 28 stemmen, waarbij het leerzaam is te weten, dat de voorstemmers uitsluitend beston- den· uit leden van de Partij van de Arbeid en de communisten. Nader commentaar lijkt ons over- bodig. Opdat men - en vooral de middenstanders - een en ander niet vergete!

Belasting (11)

Het is voor velen &oms moeilijk om ·het zich te realiseren, doch er mag ook op deze plaats

· noc wel eene op gewe:~:en worden op de oude waar.-.

beid, dat men het succes m de politiek nimmer omnlddellijk kan verwachten. Politieke beginselen moeten jaren en jaren aaneen worden verdedigd en tenslotte zal blijken, dat de aanhouder wint. Dit geldt vooral voor een politieke beweging als de onze, die ofschoon niet zo· groot in getal, op.de duur toch voldoende invloed op het politieke leven in ons land vermag uit te oefenen. De jongste fiscale debatten in de Kamer hebben dit duidelijk bewezen.

Jaren achtereen hebben wij er op gewezen, hoe noodzakelijk het is, dat de regering .streeft naar meer efficiëncy, naar inkrimping van haar overtol- lip diensten en naar vermijding van alles wat naar luxe zweemt. Jaren achtereen bleef men in regeringskringen voor dit vermaan doof, totdat ten- slotte minister Lieftinck zelf, de door dé V.V.D.

reeds zo lang en hardnekkige geuite waar11chuwing overnam en haar in de Kamer t1itsprak. Zo is het ook. met de belastingpolitiek. Steeds heeft de V.

V, I>· voor meer vrijheid voor de ondernemer op de bres gestaan, niet alleen . ten. voordele van die ondernemer zelf, maar vooral ook ten voordele van ·de arbeiders, die m deze ondernemingen te- werk zijn gesteld. Steeds hebben wij gezegd, dat een vrije ontplooiing van het bedrijfsleven een waarborg vormt voor de welvaart van cieg@len, die m dit bedrijfsleven te werk zijn gesteld. Steeds bleef de reiering ook in dit opzicht doof, totdat minister Lief~k bij de jongste debatten in de Tweede Kamer verklaarde, dat de door de fiseale wetsontwerpen van de regering beoogde verbete- ring van de investeringsmol{elijkheden voor de on- dernemers, een gunstige uitwerking voor de ar-

beiders zal hebben doordat er meer werkgelegen- heid zal komen. Welnu, dat is voor ons een oude waarheid, doch het is ongètwijfeld verileugend, dat onze invloed op de duur dermate is toegenomen, dat de regering gaat :itJ.zien hoe juist ons standpunt is. Met dit alles willen wij allerminst betogen, dat wij er reeds zouden zijn en dat wij reeds zouden hebben bereikt wat wij voor een gezonde economie van ons land noodzakelijk achten. Integendeel.

Maar dit alles leert ons wel, dat onze strijd niet tevergeefs is en dat onze invloed sterk genoeg is om op de duur haar stempel op ons politieke en economische leven te drukken. Het kan van belang zijn, deze winstpunten terdege in het oog te hou·

den. Onze invloed zal groter worden naarmate de partij groeit. Daarom is het noodzakelijk - zeker na de voor ons zo gunstige verkiezingen - de partij groter en·> sterker te maken in het besef, dat onze politieke arbeid wezenlijk vruchten afwerpt.

""

Jeugd (I)

Toen wij lazen hoe dat heel knappe 15-jarige jongetje uit de 4e klas van een Lyceum 2 maanden naar Amerika mag, dachten wij zo:

wat zal dit kereltje het tussen nu en zijn 25- ste jaar moeilijk krijgen. Juist omdat hij zo'n erg knappe en begaafde jongen is: de uitver- koren nummer één uit 350 nummers één op 350 scholen.

Want onlangs vonden wij heel toevallig bij een oude schoolmakker, met wie wij school- bank en repetities deelden, een kiek van onze oude klas, nu al weer bijna vijftig jaar gele- den.

Die schoolmakker is een eerbiedwaardige rechtsgeleerde geworden - wij zochten het in de stukjesschrijverij. Beiden bestaan wij nog en zelfs boven de grens van de verplichte ziekteverzekering. Maar geen van beiden we- ten wij wat van de vier knapste jongetjes uit die klas is geworden - nooit meer iets van gehoord. Spoorloos verdwenen in een geluid- loze baan en levensloop. En hoe werden zij t o e n als knappen geprezen en... voortdu- rend naar groter knapheid qpgejaagd!

Stuk voor stuk hebben wij al die kereltjes op die foto nagegaan, voor zo ver zij nog in leven zijn. Wel - wij beiden waren niet be·

gaafd en bovendien lastig en noch met ijver noch met toewijding behept... maar zachtjes en onder ons gezegd: wij hebben 't klaarblijke·

lljk nog het best geboerd. Dat, opvoeders, ouders en voogden, is het risico met die be·

gaafde knaapjes: zullen zij baanhouders b 1 ij•

v e n ? En indien zij baan houden voldoende effect opbrengen voor een glorieuze negen in•

plaats van een dom ·straatje? Zelfs een kam- pioen-kegelaar kan dit niet beantwoorden.

En aldus piekerden Wij over dat begaafde kereltje, dat wellicht als kantonrechter-rota- ri.a.n het slot van zijn levensbaan bereikt, en misschien ook opeens als student van zijn an- ker slaat en sjeest en dan ten einde raad door pa en ma maar op hoop van zégen naar ...

ja, daar hadden wij waarachtig bijna In d i ë geschreven! U weet wel dat Indië, waarheen men vro'eger familiemislukkelingen zond, althans zo ongeveer volgens de staatsman Willem Scher- merhorn. En al maar piekerende sloegen wij Vrij ·

Nederland open net bij de Jeugdrubriek van Thijs Booy en .... ja, en ....

]eugd(ll)

I s er eigenlijk op ons gerekend in deze we- reld-?", werd de bittere en eigenlijk ver- schrikkel\jke vraag, welke deze jongere stelt.

Want hij beredeneert dat deze jeugd na tien jaren oorlog geen scheppingsdrift, geen idea·

ten en dromen, geen geloof in de toekomst bezit en bezitten k a n. Hij ziet haar als een .,tne.engezonken jong gêSlaeht":

,.De ouderen kunnen het gevleugeld wOOTd :uoor hun rekening nemen. Wij leven in een bezeten We'l'eld en wij weten het". Wij jon~

geren moeten het wat anders zeggen. VooT ons is het "wij leven in een bezeten wereld en wij weten niet beter".... "wij kunnen ons met de beste wil niet ~oorstellen, hoe de samenleving er uit zag vóór Hitler EuTopa brandschatte". .

Wij zouden nog veel meer uit dit artikel willen aanhalen, maar moeten volstaan met nog één zinsnede:

,,Geboren in een we1·eLd met als symbool het vraagteken, opgevoed door mensen, die vaak aan hun eigen weg niet geloofden, ge- tuige van veel waan, waanzin en misdaad,

e1'f.late1's van een failliete fi1'ma en in de eerste plaats bedreigd door de toekomst, moet het niemand verwonderen, dat wij zijn :oaZs wij zijn".

Ja, inderdaad - dit kunnen rechtsgeleerde bankgenoot en wij ons aantrekken, en allen, die met ons deze geschonden wereld opbouwden en vervolgens in elkaar lieten zakken.

Thans - en d i t is het verschrikkelijke -- staan de ouderen en zeer ouden machteloos.

Onze tijd is geweest,. onze kt"a.eht is van geen betekenis meer. En de generatie, die deze jeugd voortbracht, haar vaders en moèders en op- voeders... wel, deze jongere ltenschetste hen beschamend juist: ·"mensen, dte vaak aan bun

19 MEI 1950 - PAG.· 8

eigen weg niet geloofden --- erflaters van een failliete firma".

Hier, in deze hulpeloze en geheel op zichzeH aangewezen jeugd, wroet wel het meest ver- nederende en ellendigste gevolg van de wereld- oorlogen, die wij è n onze kinderen nkt· wisten te voorkomen.

Jeugd (lil)

W ie over deze jeugd nadenkt en met haar contact heeft, vindt eigenlijk overal diP ellendige gevolgen.

Hier is er nog één - en hoe wil men dit op korte termijn verbeteren? Tallozen, die voor medicus, dierenarts, ingenieur enz. studeren, zijn in bezettingstijd j a r e n achterop geraakt.

Gevolg - vooral voor de medische studenten met hun jarenlange studie - dat zij zo tegen hun 30ste jaar "klaar" zijn. Voelt u dit ellen- dig-moeilijke vraagstuk? Al die lange studie- jaren ó f op kosten van je ouders leven ó f pro- beren "ergens" iets te verdienen?

Daarnaast het vraagstuk van het meisje.

"Moeten die student en zijn meisje nu maar samen wachten en oud voor hun tijd worden?

Totdat hij eindelijk - en nogmaals: zo om en bij zijn dertigste levensjaar - promoveert?

En dan? Want hoe en waar vindt hij een da·

delijke baan of praktijk, die hem in staat stelt een gezin te vormen?

Er zijn er, die "ten einde raad" en in over- leg met de ouders "als student in 's hemels- naam maar trouwen" en de wederzijdse vaders en moeders voor het jonge gezin laten zorgen.

Denkt u er in, besef wat deze verschrikke- lijke afhankelijkheid voor jonge, vrije mensen betekent, die z e 1 f willen doen, z e 1 f willen leven en werken... en die overal in deze ge- meenschap stniten op de gevolgen van twee wereldoorlogen, die - en laten wij ons dat toch goed voor ogen houden! - - wij, hun grootva- ders en vaders, niet konden voorkomen.

Jules Claretie schreef eens: "het is zo met het leven gesteld, dat de schulden der jeugd met een heel leven betaald worden" - hoe verschrikkelijk hebben wij deze jeugd dan wel belast met schulden door o n z e schuld!

VRUCHT VAN LIBERAAl.

INITIATIEF

(Vervolg van pag. lJ

In 1916, op 9 Seotember, werd het wets- ontwerp bij de Tweede Kamer ingediend.

Op 21 Maart 191?. werd het door deze Kamel.' zonder h<·c,fdelijke stemming aan- vaa-rd c n op 13 Juni d.a.v. eveneens door de Ee!.'Rte Kamer

Na Zijn mini~terschap is Lely, tot zijn onverwachte doo] in 1929, voorzitter g.;weest van de Zutderzeeraad, 't lichaam, dat o.m. bij de voorbereiding ef! uitvoe- ring der werken df' regering van advies

€.D O\istand dient, waardoor hij belangrijke invloed heeft bE-houden. ·

;;

. L ely wordt ons getekend als een man van vroomheid, eenvoud en onkreuk- baarheid. Daarnaast was hij hoffelijk en b&ia.chtzaam. Terwijl hij een grote inner- lijke beschaving had en uiterst verdraag- zaam was.

l..ely was zeer werkzaam en had een groot doorzettingsvermogen. In de poli- tiek heeft hij veel kunnen bereiken. Hij was een vooruitstrevende liberaal, die grote plannen tot uitvoering heeft ge- b acht, die reeds in 1906 de toekomstige betekenis van het automobilisme inzag en in 1922 met vuur pleitte voor de K.L.M., o:rr.dat hij de geweldige ontwikkeling der lnchtvaart voorzag. Van onze sociale po- litiek was hij een der grondleggers: Een

"partijganger" was hij niet, maar wel kon hij in 1925 worden gehuldigd "als een der kundigste bouwmeesters van het liberale erfgoed." En zijn antwoord op de waarderende redevoeringen getuigde van zijn goede liberale zin. De samenwerking van alle liberalen beval hij aan onder het motto: "Ziet toch niet steeds naar kleine verschillen, maar zoekt Uwe kracht in de grote liberale gedachte, die U verenigt."

Lely was een groot man en het leek goed aan hem enige woorden te wijden nu de verdere droogmaking der Zuiderzee in het parlement aan de orde is.

K.

*) Lely, de bedwinger der Zuiderzee, door mr.

K. ,Jansma, secretaris van de Zuiderzeeraad.

Uitgegeven bij H. S. Parls te Amsterdam. Pri,1111 gebonden f 1'2.-.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om die reden zijn voor elk Natura2000-gebied instandhoudingsdoelstellingen ontwikkeld, waarbij per habitattype en per (vogel)soort is uitgegaan van landelijke doelen en de

Doel Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit grijze duinen, kalkrijk (subtype A) en grijze duinen, heischraal (subtype C), behoud oppervlakte en verbetering kwaliteit grijze

Turkse verdachten worden relatief vaker aangehouden voor misdrijven tegen leven en persoon

Deze natuurbruggen zijn niet alleen bedoeld voor grotere dieren zoals damhert, ree, vos en konijn, maar voor álle soorten die thuishoren in bloemrijke duingraslanden.. Dit

Instromers uit de rest van de regio zijn jonger en vaker starter (voorheen niet zelfstandig wonend), maar behoren minder vaak tot de doelgroep voor de sociale huur en hebben vaker

Onze regio kent twee ringstations, in de Kennemerduinen en de AW-duinen, waar vanaf juli zeer geregeld vogels gevangen en geringd worden.. Ofschoon vele ringers dit najaar klaagden,

Omdat nog niet alle gevallen uit 2011 zijn be- handeld, heb ik voor dat jaar wel de waarnemingen meegeteld van zeld- zaamheden die goed gedocumenteerd zijn (foto, geluidsopname)

Het doel is door samenwerking tussen gemeenten, UWV, werkgevers, werknemers en onderwijs zo goed mogelijk in te spelen op de vraag van de regionale arbeidsmarkt, zodat zoveel