• No results found

buitenlandse pleegkinderen Wetsvoorstel Adoptie Aftreden minister Van Eekelen in de jaren negentig Ontwerpnota volkshuisvesting 200

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "buitenlandse pleegkinderen Wetsvoorstel Adoptie Aftreden minister Van Eekelen in de jaren negentig Ontwerpnota volkshuisvesting 200"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

9 s e p t e m b e r 1 9 8 8

200

TWEEDE KAMER

Aftreden minister Van Eekelen

De WD-fractie heeft groot respect voor de waardige wijze waarop de minister van Defensie zijn ambt heeft neergelegd. Hij heeft in bijna tien jaar in drie kabinetten gediend en hij heeft daarin een aantal goede dingen tot stand gebracht. Daarbij kan in het bijzonder worden gedacht aan zijn alom gewaardeerde Europese beleid en ook aan het feit dat de minister van Defensie, de heer Van Eekelen, bij onze fractie en in dit huis bekend staat als een integer mens. Voorts is het een feit dat uit de onderzoe­ kingen met betrekking tot zijn beleid (het rapport van de Algemene Rekenkamer en het rapport van de enquête­ commissie) nooit naar voren is gekomen dat de Kamer ,door hem niet goed was ingelicht.

De gang van zaken

Na lezing van het enquêterapport heb ik contact opgeno­ men met de heer Van Eekelen en met hem gesproken over hetgeen in dat rapport naar voren wordt gebracht over de periode waarin hij verantwoordelijkheid droeg voor het paspoortproject. Dit is ernstige kritiek. Ik heb hem, gezien de ernst van deze kritiek, gevraagd zich te beraden over de vraag of het voortduren van kritiek op aspecten van de zakelijke leiding die hij aan dit project heeft gegeven, maar die ook eerder in dit huis ter sprake is gekomen, hem niet ernstig gingen bemoeilijken in zijn functioneren als minister van Defensie. De minister heeft mij toen geantwoord, hierover te willen nadeken. Hij heeft hierover een aantal dagen nagedacht en mij toen gemeld dat hij inderdaad overwoog, zijn ambt neer te leggen. Gezien de belangen van het departement van Defensie, meende hij dat er een punt kon komen waarop hij zijn verantwoordelijkheden beter aan een opvolger kon overdragen.

Vanuit zijn loyaliteit tegenover de minister van Buiten­ landse Zaken heeft hij een bijdrage willen leveren aan het weerwoord van de bewindslieden van Buitenlandse Za­ ken op het rapport van de enquêtecommissie alvorens hij zijn definitieve besluit nam. Dit definitieve besluit heeft hij vanochtend genomen. Hij heeft mij dit meegedeeld en is daarop naar de Kamer gekomen om haar deelgenoot te maken van de motieven die hem tot het nemen van dit besluit hadden geleid.

Dat hij in zijn verklaring, hier afgelegd, de kritiek op zijn functioneren heeft verworpen, is naar mijn mening zijn goed recht.

Het aftreden van een bewindsman is altijd pijnlijk en dramatisch. Er is geen ideale manier; de zuiverste han­ delwijze verschilt van geval tot geval. De fractie van de W D meent dat de heer Van Eekelen juist heeft gehan­ deld, een juist besluit heeft genomen.

Joris J.C. Voorhoeve

Ontwerpnota volkshuisvesting

in de jaren negentig

De volkshuisvestingsnota van het kabinet is een interes­ sant en belangrijk beleidsstuk. Een groot aantal voorstel­ len, die daarin worden gedaan, zijn reeds eerder door de W D -Tw eede Kamerfractie bepleit. Dat geldt met name voor:

- het uitvoering geven aan het principe van meer markt en minder overheid;

- het geleidelijk verminderen van de subsidie-uitgaven; - de vereenvoudiging van ingewikkelde subsidierege­

lingen;

- de afschaffing van het d.k.p. huursysteem;

- de grotere vrijheid voor sociale verhuurders om de huur vast te stellen;

- het toestaan aan gemeenten om het toegekende bud­ get meer naar eigen inzicht te besteden;

- de keuze te laten tussen nieuwbouw of grootwoning- verbetering;

- de bevordering van de kamerverhuur (motie-De Beer); - de bevordering van het eigen woningbezit.

De W D-fractie juicht toe dat de verkoop van huurwonin­ gen aan de bewoners wordt opgevoerd. Wel betwijfelt zij dat de voorgestelde maatregelen voldoende effect zullen sorteren. De voorstellen in haar eigen Nota Verkoop van Sociale Huurwoningen acht zij doeltreffender. Er wordt een begin gemaakt met de huurliberalisatie; maar opge­ merkt dient te worden dat het voorstel niet zo ver gaat als was afgesproken in het regeeraccoord. De W D-fractie vindt het verstandig, dat het kabinet niet komt met een landelijke verhuisplicht of een huurbelasting. Wel zet zij grote vraagtekens bij de voorstellen, om de sociale verhuurders en de gemeenten in staat te stellen om doorstroming af te dwingen.

Het geheel overziende, constateert de W D-fractie dat de Nota een flink aantal stappen in de goede richting zet.

(V o o r n a d e re in lic h tin g e n : L .M . d e B e e r, tel. 0 7 0 -1 8 2 8 8 0 .)

Wetsvoorstel Adoptie

buitenlandse pleegkinderen

I. Algemeen

De W D heeft waardering voor het wetsvoorstel als zodanig. Het geeft de nodige duidelijkheid en rechtsze­ kerheid aan de adoptie. Tevens worden de bestaande procedures versneld en verbeterd.

II. Het kennelijke belang van het kind

(2)

200 2

Ten eerste, in de landen van herkomst is een tendens waarneembaar om toestemmen in adoptie te beschou­ wen als een brevet van onvermogen om voor de eigen bevolking te zorgen. Ten tweede, het is onduidelijk hoe zowel in de landen van herkomst als in ons land de afwegingen worden gemaakt tussen plaatsing in een kindertehuis in eigen land en adoptie in een vreemd land en tussen de betere materiële voorzieningen in het vreemde land en de culturele bindingen in de eigen omgeving.

Ten derde, bij de aspirant-pleegouders wisselen de rede­ nen voor adoptie van louter idealisme tot volstrekt eigen belang. In 85% van de gevallen zijn het ouders, die ongewenst kinderloos zijn. De motieven zullen overigens veelal gemengd van aard zijn.

Ten vierde, de bevoegde autoriteiten hanteren onduidelij­ ke beleidslijnen. Ook het wetsvoorstel is niet helder. De Memorie van Antwoord noemt als criteria:

- de behoefte van het kind aan genegenheid - het recht op geborgenheid

- het recht op voortdurende zorg

Daarentegen wordt, ook in de VN-verklaring 41/85, plaat­ sing in een kindertehuis in eigen land als passend alterna­ tief gezien.

Het bemiddelings bureau ’Wereldkinderen’ wijst vervol­ gens op de VN-verklaring, die spreekt over het recht op een gezinsleven. In de M.v.A. wordt interlandelijke adop­ tie als ultimum remedium bestempeld. Niettemin vinden er toch adopties plaats, ook als er in eigen land plaats is in kindertehuizen. In de praktijk worden zelfs kinderen uit de tehuizen gehaald, met name door zogenaamde zelfdoe­ ners, dit zijn mensen die zelf een te adopteren kind zoeken en het gehele adoptieproces zonder hulp van buiten af doorlopen. Bovendien is niet duidelijk welke betekenis aan het opgroeien in de eigen cultuur wordt gehecht.

Recente gegevens wijzen erop dat een relatief groot deel van buitenlandse adoptie-kinderen in de jeugdhulpverle­ ning terecht komen. In de Nota naar aanleiding van het Eindverslag worden als oorzaken genoemd:

- de oorspronkelijke relatie met de eigen ouders - het karakter van het kind zelf

- de relatie met de nieuwe ouders

Het valt op dat 'cultuurverschillen’ niet als oorzaak wor­ den genoemd.

De WD-conclusie:

- de criteria, die worden gehanteerd om het kennelijke belang van het kind vast te stellen, zijn niet duidelijk en soms zelfs tegenstrijdig

- er zijn onvoldoende waarborgen, dat in alle gevallen het belang van het kind bepalend is

- het is gewenst, dat de regering haar beleid terzake onmiskenbaar duidelijk maakt en aangeeft welke waarborgen er zijn, dat er niet met het belang van kinderen gesold wordt.

III. De zogenaamde „zelfdoeners”

Het wetsvoorstel, dat de adoptie reguleert, betekent ook beperkingen voor de zelfdoeners.

De W D acht dit juist vanwege: - de vereiste zorgvuldigheid

- de garantie, dat het belang van het kind voorop staat - de noodzaak om de naam van Nederland en van

Nederlandse instanties op dit gebied in het buitenland hoog te houden.

Dit legt echter de verplichting op aan bemiddelende instanties, de Raden voor de Kinderbescherming en het Ministerie van Justitie om optimaal dienstbetoon aan zelfdoeners te betrachten. De W D verwacht dat de regering daarop toe zal zien.

IV. Kinderhandel

Regelmatig duiken berichten over kinderhandel en ande­ re malafide praktijken op. De W D is hier zeer bezorgd over. Het wetsvoorstel levert zeker een bijdrage tot bestrijding hiervan.

Het verheugt de WD, dat de regering haar suggestie gevolgd heeft om de strafmaat te verhogen ten aanzien van het zonder beginseltoestemming opnemen van een adoptie kind. Zeer grote waarde wordt er gehecht aan opsporing en bestraffing van kinderhandelaren. De WD heeft er bij de regering op aan gedrongen ter zake alert te blijven, onder andere door goede samenwerking tussen politie, justitie, de betrokken instellingen en de Neder­ landse ambassades.

V. Procedure

Veel klachten waren er over het lange tijdsverloop van een adoptieprocedure. Het traject voorlichting - aan­ vraag beginseltoestemming - gezinsonderzoek - toe­ kenning beginseltoestemming lijkt nu redelijk.

Het probleem is de bemiddeling, hiervoor bestaat een wachtlijst van ongeveer 2500 gezinnen.

Met betrekking tot de overgangsregeling bevat het wets­ ontwerp naar het oordeel van de W D een zeer coulante regeling. Met nadruk wijst zij erop, dat bij lopende aanvra­ gen het belang van het kind centraal moet blijven staan.

VI. AIDS-test

In de Nota naar aanleiding van het Eindverslag meldt de regering, dat bemiddelende instanties naast andere me­ dische onderzoeken ookAIDS-testen doen, dit niet alleen in de risico landen. De W D acht dit wenselijk en aan­ vaardbaar. De vraag is of er een verplichte AIDS-test moet komen, in het algemeen wijst de VVD dit af. In dit bijzondere geval acht zij de verplichting om een AIDS-test te ondergaan juist, indien de pleegouders of adoptiefou­ ders dat wensen. Dit moet dan ook in de voorlichting nadrukkelijk gemeld worden. De PvdA is tegenstander van een verplichte AIDS-test.

VII De kosten voor de ouders

De grondslag voor het in rekening brengen van de kosten is de W D niet geheel duidelijk. Daarom steunt de WD een amendement dat er voor zorgt dat de kosten van het gezinsonderzoek niet aan de ouders in rekening wordt gebracht.

VII. Tenslotte

Er is een principiële discussie over het adopteren van kinderen uit Derde Wereldlanden mogelijk. Vooralsnog vreest de W D dat die discussie niet tot een eenduidige conclusie zal leiden over wat precies de belangen van de betreffende kinderen zijn.

Daarom legt zij zich nu neer bij een pragmatische bena­ dering, waarbij de bestaande situatie in betere banen wordt geleid. Dat op zichzelf is de winst van het wets­ voorstel. Wel hoopt de W D dat alle betrokkenen zich zullen realiseren, dat kinderen in hun kwetsbaarheid recht hebben op de meest zorgvuldige behandeling, waarbij hun belang voorop staat.

Als het om hulp aan kinderen in de derde wereld gaat, wijst de W D met nadruk op het werk van particuliere organisaties als Foster Parents en Terre des Hommes.

(3)

P R E S S E

De E uro-E xpresse w o rd t uitgegeven

o n d e r a uspicië n van de N ederlandse leden van de Liberale en D e m ocra ti­

sch e Fractie in het E uropese Parle­ m ent.

Europa 1992-11; Brabant

perspectief

De vice-minister president en minister van Economische Zaken, dr. R.W. de Korte heeft op 8 september jl. de manifestatie „Brabant Perspectief” geopend. Hieronder volgen enige punten uit zijn toespraak.

Interne Markt

In 1492 ontdekte Columbus Amerika. Precies 500 jaar later, in 1992, ontdekken wij Europeanen het Europa zonder grenzen. Amerika speelt daarbij een grote rol. Amerika als economische wereldmarkt, tesamen met Japan en de nieuwe industrielanden in Zuid-Oost Azië, dwingen Europa de krachten te bundelen.

De voltooiing van de Interne Markt heeft daardoor een extra impuls gekregen. Overigens wordt al zo’n 30 jaar concreet gewerkt aan de interne markt, waarbij de doua­ ne unie en het Europese Monetaire stelsel tastbare en belangrijke resultaten zijn. Het is dus eigenlijk niet iets van de laatste paar jaar. Het zou ook een misverstand zijn te denken dat na 1992 alles opeens vanzelf gaat.

Voor het bedrijfsleven zijn thans actuele vragen: wat zijn de toekomstverwachtingen en wat is vanuit strategisch oogpunt voor de onderneming relevant. Van belang is dat men zich realiseert dat de parameters waarbinnen onder­ nemingen functioneren, veranderen. De nationale gren­ zen worden steeds minder relevant. Er zal steeds meer internationale concurrentie optreden. Dat betekent dat ondernemingen gedwongen zullen worden efficiënter te werken en meer en meer zullen moeten letten op de prijs/ kwaliteit-verhouding van hun produkten.

De potentiële voordelen van de voltooide interne markt zijn enorm:

- extra economische groei van 4,5 a 5%;

- toename van arbeidsplaatsen met minimaal 2 miljoen; - daling van consumptieprijsniveau met zo’n 6%; - verbetering betalingsbalans met 1 % vanuit totale

BNP.

Het is echter het bedrijfsleven dat het zelf moet doen. De overheid moet zich vooral inzetten voor het scheppen van goede voorwaarden.

De voorwaardenscheppende rol betreft: - de regelgeving op Europees niveau;

- het macro economisch beleid op nationaal niveau; - het stimuleren van het bedrijfsleven bij het op tijd

realiseren van vernieuwingen.

Concrete voorbeelden zijn de kwaliteitszorg, het toele­ veren en uitbesteden en de bevordering van logistiek management.

Informatievoorziening

Zeer actueel op dit moment is de behoefte aan betrouw­ bare informatie en kennis over de voltooiing van de interne markt. Deze behoefte bestaat niet alleen bij de ondernemers, maar ook bij de werknemers, de consu­ menten en de overkoepelende organisaties op deze terreinen.

Om aan deze grote informatiebehoefte te voldoen heeft

het ministerie van Economische Zaken een aantal con­ crete activiteiten ontwikkeld, welke passen in de algeme­ ne informatieverstrekking vanuit de overheid over 1992. Te weten:

- vanaf 21 september aanstaande wordt er een centraal telefoonnummer opengesteld voor de opvang van vragen over de Interne Markt;

- in het najaar komt er een databank waarop iedereen zich kan aansluiten, met specifieke informatie over de EG, de Interne Markt en de relevante dossiers; - vanaf 21 september aanstaande verschijnt er regelma­

tig een informatiebulletin;

- ook wordt in de komende maanden een studie-onder- steuningsregeling opgesteld om lacunes in kennis over de gevolgen van de Interne Markt weg te nemen. Uitgangspunt blijft dat het bedrijfsleven het zelf zal moe­ ten waarmaken. Meer dan ooit zal het dan gaan om de kwaliteit van onze produkten en diensten. Een centraal thema daarbij is de harmonisatie van de technische voorschriften van de lidstaten, die uitmonden in normali­ satie en certificatie. Van groot gewicht is dat het bedrijfs­ leven op die terreinen de krachten bundelt,

dr. R.W. de Korte Vice Minister-President

Minister van Economische Zaken

Wederzijdse erkenning van

diploma’s in de Gemeenschap

Op 22 juni jl. is een flinke stap gezet op weg naar een vrij verkeer en vrije vestiging van personen, toen de Minister­ raad tot een gemeenschappelijk standpunt kwam ten aanzien van erkenning van diploma’s.

Tot op heden komt het nog al te vaak voor dat de (beroeps)diploma’s van Europese burgers die zich om een of andere reden in een andere lidstaat vestigen, helemaal niet of niet als gelijkwaardig worden erkend, waardoor de betrokkenen sterk worden benadeeld. Het principe van vrije vestiging van personen mèt volledige erkenning van hun behaalde diploma’s ligt verankerd in artikel 57 van het Verdrag van Rome: „Teneinde de toegang tot werkzaamheden (...) te vergemakkelijken, stelt de Raad (...) richtlijnen vast inzake de onderlinge erkenning van diploma’s, certificaten en andere titels” . Het centrum voor de ontwikkeling van het beroepsonder­ wijs (CEDEFOP) in Berlijn, dat nauw samenwerkt met de Europese Commissie, richt zich op de onderlinge verge­ lijking van de niet-universitaire beroepsopleidingen in de verschillende lidstaten. Sinds 1975 zijn een kleine 100 opleidingen in de hele Europese Gemeenschap on­ der de loep genomen, vooral in de sectoren land/tuin/ bosbouw, horeca, bouw, energie- en watervoorziening en de automobielindustrie. Momenteel praat men over de textiele beroepen. Er bestaan ook plannen voor de intro­ ductie in 1989/1990 van een Europese beroepsoplei- dingspas. Overigens heeft het Europees Parlement al in 1983 op liberaal initiatief de invoering van een dergelijk, fraudebestendig „Europees paspoort”' bepleit.

(4)

een streven naar harmonisatie van de studies en diplo­ ma’s. In 30 jaar tijd zijn op die manier alleen richtlijnen voor een zevental beroepen tot stand gekomen, voorna­ melijk in de medische sector (artsen, dierenartsen, tand­ artsen, verpleeg- en verloskundigen, apothekers) plus architecten. Deze Europese wetgeving heeft een positief effect gehad op de opleiding tot verpleegkundigen in Frankrijk, die aanzienlijk werd verdiept. Bovendien kun­ nen Italianen nu naar een échte tandarts (voor 1984 bestond daar geen specifieke tandartsenopleiding). Diezelfde zegen staat de Spanjaarden te wachten na een overgangsperiode van 5 jaar. De „juristenrichtlijn” van 1977 staat de ruim 130.000 Europese advocaten alleen toe in een andere lidstaat te pleiten en juridische diensten te verlenen samen met een advocaat of een advocaten­ collectief uit het gastland. Geen volledig vrij verkeer van personen en diensten, geen volledig vrije vestiging dus voor deze beroepsgroep.

Zouden alle opleidingen op deze manier moeten worden vergeleken, dan waren we in 2092 nog niet klaar. Zo ligt een voorstel voor een ingenieursrichtlijn al vanaf 1969 op de tafel van de Ministerraad! Vanwege de gecompliceer­ de procedures en soms brede interpretatiemogelijkhe­ den, kwam de Europese Commissie in 1985 in het beroemde witboek met het initiatief voor een algemeen stelsel van diploma-erkenning voor het hoger onderwijs, gebaseerd op het wederzijds vertrouwen tussen de lid­ staten en gelijkstelling van de universitaire opleidingen wat betreft curricula en lesmethodes. Een erkenning van titels en diploma’s zonder voorafgaande moeizame har­ monisatie. In november 1985 ging het Europees Parle­ ment al in principe accoord met het Commissievoorstel. Vervolgens heeft de Ministerraad bijna drie jaar over dit initiatief gediscussieerd. Sommigen wilden bepaalde be­ roepen uitsluiten, bijvoorbeeld het leraarschap. Boven­ dien moest, als compensatie voor het wederzijds vertrou­ wen, toch een bepaalde vorm van stage of examen mogelijk zijn. Dit geldt vooral voor de juridische beroe­ pen. Er bestaan uiteraard grote verschillen tussen de nationale wetgevingen van de 12 lidstaten. Het is begrij­ pelijk dat een kandidaat-jurist blijk moet geven van grondige kennis van de wetgeving van het gastland. En wat te doen met diploma’s die buiten de EG zijn behaald en de in éen of enkele lidstaten zijn gehomologeerd? Veel universitaire diploma’s zijn geen specifieke beroepsdi­ ploma’s en bieden in de lidstaten heel verschillende perspectieven; hoe moeten die „algemene titels” worden benaderd?

De discussie raakte onder het Duitse voorzitterschap in een stroomversnelling. De Duitsers gaven hoge prioriteit aan het voorstel en wisten op de valreep een doorbraak te bereiken. Het gemeenschappelijk standpunt van de Raad wordt nu voorgelegd aan het Europees Parlement, dat naar verwachting geen bezwaar zal aantekenen. De richtlijn zou eind dit jaar kunnen worden aangenomen en wordt dan met ingang van 1 januari 1991 van kracht. Dat betekent dat iedere Europese bezitter van een hoger onderwijsdiploma (dat een studie van minimaal 3 jaar afsluit) zijn of haar diploma en titel binnen de hele EG erkend krijgt. Ook de diploma’s van EG-onderdanen die hun studie buiten het grondgebied van de Gemeenschap hebben gevolgd worden erkend, mits zij een gedeelte van hun studie in een van de lidstaten hebben gevolgd. Heeft men een hoger-beroepsdiploma behaald na een studie korter dan drie jaar, dan mag het gastland enige beroeps­ ervaring eisen. Indien er wezenlijke verschillen in de opleidingen bestaan, dan kan het gastland een stageperi­ ode of een extra examen verlangen voor die onderdelen die niet in de opleiding van de kandidaat voorkwamen. De keus is aan de kandidaat, behalve bij juridische beroepen (waaronder ook accountants): dan bepaalt het gastland

200 4

★ pp ★

of de kandidaat een stage moet volgen of een examen dient af te leggen. De lidstaten moeten alle voornemens ter goedkeuring voorleggen aan de Europese Com­ missie.

Met de invoering van dit systeem worden een aantal onzekerheden voor Europese burgers weggenomen. Alle lidstaten erkennen eikaars onderwijssystemen weliswaar niet als gelijk, maar wèl als gelijkwaardig en van voldoen­ de hoog niveau. Een bewijs van solidariteit en van groei­ end vertrouwen in eikaars prestaties!

( V o o r n a d e r e in lic h tin g e n : m w . m r. J .E .S . L a riv e , E u ro ­ p e e s P a rle m e n t, tel. 0 9 - 3 2 2 2 3 4 2 2 1 3 .)

Prof.mr. B.M. Teldersstichting

Binnenkort publiceert de Prof.Mr. B.M. Teldersstichting geschrift no. 67: „Strafrecht en Rechtshandhaving”. Heden ten dage wordt de samenleving geconfronteerd met een groeiende kloof tussen het aantal geregistreerde en opgehelderde misdrijven. Voorts is er sprake van een sterke toename van het aantal niet afgedane strafzaken en van de afhandelingsduur ervan.

In deze meest recente publicatie vindt men een aantal praktische aanbevelingen om de geconstateerde man­ co’s op termijn te beperken. Met deze studie hoopt de Teldersstichting de discussie over strafrecht en rechts­ handhaving te stimuleren.

U kunt geschrift no. 67 gratis verkrijgen door onderstaan­ de bon vóór 26 september aanstaande ingevuld te re­ tourneren aan VVD-Expresse, Postbus 30836, 2500 GV 's-Gravenhage.

NAAM: ... ADRES:

WOONPLAATS: POSTCODE: '....

□ wil geschrift no. 67 ontvangen.

'EXPRESSE

Verschijnt wekelijks met uitzondering van de reces­ periodes van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Uitgave van de Haya van Somerenstichting; waarin opgenomen de mededelingen van het hoofdbestuur van d e W D .

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

kapitalistische maatschappij. Voor wat de toekomst betreft gaan we hier mee door, maar tegelijk moeten we onze idealen en maatschappijvisie niet opgeven maar her- formuleren. Het

Zo is bijvoorbeeld de componentenin- dustrie in de automobiel- en electronicawereld verregasnd gemonopoliseerd: motorenbouw ten behoeve van personenauto's (FIAT, Renault)

Aangezien aan de ambtenaren van deze carrière afwisse. lend taken van politieke, commerciële of culturele aard worden toevertrouwd, wordt geen speciale opleiding voor cultureel

Bewoners van de Groningerweg in Eelderwolde maken zich ernstig zorgen over de verkeersveiligheid ter plaatse.. De gemeente Tynaarlo heeft advies gevraagd aan VVN, zij

De accountants die de laatste jaren voor meer dan tientallen miljarden gulden aansprakelijk zijn gesteld moeten het initiatief nemen om deze schijnbare tegenstrijdigheid

Dat moet niet alleen binnen onze samenleving het adagium zijn, maar ook in de relatie tussen Nederland en Indonesië.. De uitdagingen

Eenvoudige adoptie kan worden gezien als een soort tussenvorm tussen de huidige mogelijkheden van pleegoudervoogdij (waarbij de pleegouders beslissingsbevoegd worden,

Bij de toerekening aan groepen huishoudens blijkt de mate van verticale herverdeling door de sociale zekerheid in de periode 1990-1999 niet te zijn gewijzigd, dat wil zeggen voor