• No results found

de Volkskrant

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "de Volkskrant "

Copied!
56
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

e

k t

'Kamer

wil

steun koop eigen aandelen', kopt

de Volkskrant

van

25

maart jl. Werknemers moeten fiscale steun krijgen voor het verwer- ven van aandelen in het bedrijf waar ze werken. Een kamermeerder- heid heeft staatssecretaris Vermeend gevraagd om dit voorstel (begroot op ca. zestig miljoen gulden) uit te werken.

Oat is om verschillende redenen een merkwaardig standpunt. Om te beginnen is het strijdig met een van de hoofdlijnen van de nota 'Belastingen in de 2 I ste eeuw' van Vermeend en Zalm. De bewinds- lieden bepleiten een fiscale 'grondslagverbreding'. Dat wil zeggen:

beperking van de woekering van aftrekposten en belastingvoordelen die, overigens mede onder hun eigen verantwoordelijkheid, heeft plaatsgevonden. De Kamer stemde op 23 maart met dat streven in.

Maar waarom dan op 24 maart weer een nieuwe aftrekpost voorge- steld? (Vermeend gaat voor het plan financiele dekking zoeken.)

Nu kan het zijn dat het aandelenbezit van werknemer-s zo'n groot maatschappelijk belang vertegenwoordigt, dat we de belastingnota in dit opzicht maar even moeten vergeten. Daarvoor is echter nog niet het begin van een bewijs geleverd.

Vee! topmanagers krijgen hun salaris tegenwoordig voor een dee!

in aandelen(opties) uitgekeerd. De 'gewone' werknemer wil, begrij- pelijkerwijs, van dergelijke lucratieve beloningen meeprofiteren.

Maar die hele ontwikkeling roept wei tal van vragen op. Is een ver- strengeling van het belang van management resp. werknemers met dat van de kapitaalverschaffers op lange termijn wei een goede zaak? En als dat a! zo is: moeten we die ontwikkeling dan ook nog eens met gemeenschapsgeld gaan ondersteunen?

Een serieuze visie op vermogensspreiding of -aanwasdeling, waar- mee zo'n stap wellicht (?) gerechtvaardigd zou kunnen worden, is ner- gens te bespeuren. De Tweede Kamer wekt aldus de indruk, zich voornamelijk te Iaten leiden door een modieus 'volkskapitalistisch' sentiment - gevoed door een hoogconjunctuur op de beurs en door een toenemende fixatie van het Nederlandse bedrijfsleven op een zo groot mogelijke winst-per-aandeel ('shareholder value;).

En dan nog een kleinigheid. De regeringspartijen beroemen zich erop (net als PvdA en CDA in het vorige kabinet) dat de herstructurering van de verzorgingsstaat in ons land de inkomensverschillen niet sterk heeft doen oplopen. Daar valt op zichzelf al het nodige op af te dingen.

Zo heeft het Sociaal en Cultureel Planbureau berekend dat het inko- men van uitkeringsgezinnen in de peri ode I 9 8 3-I 9 94 ruim dertig pro- cent bij dat van werknemersgezinnen is achtergebleven.

Maar de betrokken partijen vergeten er bovendien altijd een ding bij te vertellen: dat ze de inkomensachterstand die ze met de ene hand proberen te beperken (bijvoorbeeld in de vorm van herstel van de koppeling tussen Ion en en uitkeringen), met de andere hand weer ver- groten. Door een sterke verhoging van het arbeidskostenforfait (voor werkenden); door riante spaar(loon)regelingen (voor werkenden); en nu dan weer door een subsidie op aandelen (voor werkenden).

'Kamer wil steun koop eigen aandelen'. Wanneer gaat het parle- ment zelf eigenlijk naar de beurs?

Shareholder value

PAUL KALMA

Directeur Wiardi Beckman Stichtina; redacteur s & o

145

(2)
(3)

Dat de geschiedenis vaak omwegen en kronkelpa- den bewandelt, laat zich fraai illustreren aan het verhaal van de Europese

De EMU en de omwegen van de

Europese integra tie*

bevolking verantwoorde- lijk geacht voor het wel- slagen van herstel en reconstructie. Dit herstel vond echter plaats in een integratie. Historici heb-

ben zich de afgelopen decennia intensief bezig gehouden met de vraag waarom in Europa na de Tweede Wereldoorlog

JAN LUITEN VAN ZANDEN wereld van economisch nationalisme, waarin in- ternationale kapitaalbe- wegingen sterk aan ban- den waren gelegd, de han- Hooaleraar economische en sociale aeschiedenis

Universiteit Utrecht

dit proces van samenwerking op gang gekomen is.

Hierbij is meer inzicht ontstaan in de dynamiek ervan, een dynamiek die ons nog steeds - aan de vooravond van de EMu - voortstuwt. In de meer populaire geschiedschrijving wordt dit proces voor- al toegeschreven aan lessen die zijn getrokken uit de Tweede Wereldoorlog. Direct na 1945 werd in reactie hierop door een aantal denkers en politici de Europese Beweging opgericht, die pleitte voor een samengaan op Europees vlak. De denkbeelden die door de Europese Beweging naar voren gebracht werden, zouden geleid hebben tot verschillende ini- tiatieven om te komen tot Europese samenwerking, waarvan de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS) van 1953 en de EEG van 1958 de bekendste zijn geworden. De zes Ianden die daaraan deelnamen, ontdekten a! spoedig hoe voordelig de economische samenwerking was, waarna dit proces zich als een olievlek uitbreidde: de E E G werd uitge- breid en omgevormd tot een vee! omvattender Europese Gemeenschap, later de Europese Unie.

Een wereld van economisch nationalisme

Zo eenvoudig is het niet gegaan, is de boodschap van historici als Alan Milward en Richard Griffiths.' De generatie na-oorlogse politici die vorm hebben gegeven aan het integratieproces was in eerste instantie gei:nteresseerd in het oplossen van prakti- sche economische problemen. De staat had in dena- oorlogse periode - mede onder invloed van het denken van Keynes - een zeer grote invloed in het economisch Ieven verworven en werd door de

del werd gedomineerd door quota's en torenhoge tarieven en de interna- tionale politiek door gedetailleerde onderhandelin- gen over bijvoorbeeld de vraag hoeveel gloeilampen Italie van Nederland zou afnemen in ruil voor een zeker quantum rijst. In een dergelijke wereld was voortdurend intensief over leg nodig om de interna- tionale economie aan de gang te krijgen- wat voor- al voor de kleine Ianden van enorm belang was - en werden instituties ontwikkeld om dit type onder- handelingen te vereenvoudigen. De Organisatie van Europese Economische Samenwerking (de latere o E c D) en de Europese Betalings Unie, die overi- gens beide onder invloed van de Verenigde Staten werden opgezet, waren daar voorbeelden van.

De EGKS - in de hagiografie van de Europese Unie vaak gezien als de eerste fase op de weg die naar het verenigd Europa zou leiden - is een mooi voorbeeld van dit type ontwikkeling. De Franse industrie was sterk afhankelijk van de invoer van kolen uit Duitsland; het ontstaan van de Bonds- republiek Duitsland (uit de voormalige bezettings- zones) betekende echter dat de gegarandeerde aan- voer van kolen in gevaar kwam. Dit was voor de politici die verantwoordelijk waren voor de Franse plan!fication indicative- de planning van de industria- lisatie- een groot probleem. Ter oplossing hiervan ontwikkelde Jean Monnet, de geestelijke vader van de Franse planning, het idee voor een kolen- en staalunie tussen beide Ianden. Hieruit werd in

1953, na de nodige omzwervingen, de EGKS gebo- ren. Nederland deed daaraan mee omdat men er niet buiten wilde blijven en omdat Belgie, waarmee

147

(4)

men in het Benelux-avontuur was verwikkeld, al

vroeg had Iaten merken hierin een oplossing te zien van een ander nationaal probleem, de sterk verou- derde steenkolenmijnbouw van hetland. De meeste Nederlandse politici waren overigens weinig en- thousiast over het plan; een socialist als Drees zag in de Europese samenwerking voornamelijk een be- dreiging voor de positie die de sociaal-democratie na jaren van strijd eindelijk had weten te veroveren.

Een van de weinige Nederlanders die werkelijk geestdriftig waren over deze initiatieven was minis- ter van Landbouw Sicco Mansholt, die in Europese samenwerking een oplossing zag voor het meest nij- pende probleem waar de Nederlandse landbouw toen mee worstelde, namelijk de enorme zuivelo- verschotten. Deze waren het gevolg van het in de jaren dertig ingevoerde beschermingsbeleid van de landbouw, waarbij minimumprijzen voor land- bouwprodukten werden vastgesteld die gewoonlijk vee! hoger waren dan de prijzen op de wereld- markt. Omdat Nederland grote hoeveelheden land- bouwprodukten exporteerde-de produktie groei- de vele malen sneller dan de binnenlandse con- sumptie - werd deze politiek steeds duurder.

Mansholt moest daarom op zoek naar markten waar Nederland zijn relatief dure landbouwprodukten kon afzetten. Oorspronkelijk ontwikkelde hij plan- nen voor Pen Greer P1n. ,on E G K s maar dan voor de landbouw. Une .. out'liJK 1-..wam dit initiatief terug bij de onderhandelingen over het verdrag van Rome (1957), zodat daarin een aparte landbouwpa- ragraaf werd opgenomen waarin een gemeenschap- pelijk landbouwbeleid werd aangekondigd. Mans- holt werd bovendien de eerste Europese Com- missaris van landbouw en kreeg daarbij vee! ruimte om dit Gemeenschappelijk Landbouwbeleid te gaan opzetten. Zoals bekend heeft Nederland zeer geprofiteerd van dat beleid.

Het is de moeite waard om even stil te staan bij deze voorbeelden omdat ze duidelijk maken waarom het integratieproces in de jaren vijftig op gang kwam. In beide gevallen was de achtergrond de oplossing van concrete problemen met de internationale handel ( steenkooltekorten respectievelijk landbouwover- schotten), die voortkwamen uit de hoge mate van overheidsinterventie in de nationale economieen in die jaren. De betrokken politici gingen vervolgens

*

Het volgende is grotendeels gebaseerd op

J.

L. van Zan den, Een klein land in de 20e eeuw. Economische oeschiedenis van Nederland 1914-199!>, Utrecht: Het Spectrum, 1997.

naar oplossingen zoeken die in belangrijke mate in

het verlengde lagen van het economisch nationalis- me waaruit ze voortkwamen. Men koos voor con- structies - het gemeenschappelijk landbouwbeleid, de Hoge Autoriteit van de E G K s - die eveneens een hoge mate van overheidsinterventie impliceerden;

deze supra-nationale organen kregen dwingende bevoegdheden om de internationale problemen te reguleren.

In deze jaren waarin de basis werd gelegd voor verregaande economische samenwerking binnen Europa, ondervond men tegelijkertijd dat vergelijk- bare plannen om te komen tot vormen van politieke of militaire samenwerking steeds mislukten. Daar was een eenvoudige reden voor. Bij onderhandelin- gen over economische problemen konden win-win situaties ontstaan, waarbij aile partijen baat hadden, wat bij de noodzakelijke unanieme besluitvorming een absolute vereiste was. Oat Duitsland zijn markt voortaan moest openzetten voor Frau Antje en dat Nederland zonder restricties Volkswagens moest importeren, tastte in beide Ianden vrijwel geen gevestigde machtsposities aan. Bij onderhandelin- gen over vormen van politieke en militaire samen- werking bleek dit veellastiger, zo niet onmogelijk:

daar betekende de grotere macht van de een haast per definitie het verlies aan invloed van de ander.

Het scheppen van sterke Europese organen op dit terrein betekende bovendien dat aile Ianden politie- ke invloed moesten prijsgeven, waartoe ze niet bereid waren. De Europese Defensie Gemeenschap ( 19 54) en de Europese Politieke Unie (begin jaren zestig) mislukten dan ook omdat een partij (Frank- rijk respectievelijk Nederland) zich er tegen bleef verzetten. Of in de woorden van Milward, de E E G

was niet in het Ieven geroepen om de nationale staat af te breken, maar om de problemen ervan - in de specifieke naoorlogse context-te help en oplossen.

Spanningen tussen economie en politiek

Vanaf het prille begin was er dus sprake van een wanverhouding tussen de economische en de poli- tieke dimensie van het integratieproces. De econo- mische samenwerking werd voortdurend intensie- ver, mede doordat de Europese economieen sterk reageerden op de nieuwe impulsen en zeer nauw met elkaar vervlochten raakten. Tegelijkertijd won de nationale staat nog aan kracht en invloed: de wei-

1. A. Milward, The European Rescue

if

the Nation State, London: Routledge, 1 992;

R.T. Griffiths (ed.) The Netherlands and the inteoration

if

Europe, Amsterdam:

Neha, 1990.

v

0

k

v

d k

S•

j•

g

v [ [

F v e E

s z s

} il v e n v j: l: c E

t

g

t d c r. c v

~

~

~

s

~ t

(5)

1

r

7

~

t t t

f

vaartsstaat werd uitgebreid, door de staat betaald onderwijs en onderzoek werden steeds belangrij- ker, in de jaren zeventig werd veel verwacht van werkgelegenheidspolitiek en industriepolitiek, enz.

In de loop van de jaren tachtig werd echter dui- delijk dat de nationale staat steeds meer onder druk kwam te staan van de processen van internationali- sering en vervlechting. Misschien kan men de eerste jar en van Mitterrand (I 9 8 I

I

8 3) zien als het laatste grote experiment om deze spanning in het voordeel van de nationale staat te beslechten (en het kabinet Den Uyl als een van de voorlaatste experimenten).

De opkomst van 'nieuw rechts' (Thatcher, Reagan), die samenviel met een crisis in de wel- vaartsstaat en in de overheidsfinancien, betekende een belangrijke wending: zeker in Nederland en Engeland werden de pretenties van de nationale staat omlaag geschroefd. In de praktijk bleef de staat natuurlijk alomtegenwoordig. Maar in theorie lijkt althans de Nederlandse staat zich te hebben neerge- legd bij de kracht van de globalisering.

In Brussel werd en wordt natuurlijk dezelfde spanning ervaren: hoe de E E G IE G IE u draaiend zien te houden, terwijl de echte politieke macht nog steeds in London, Parijs, Bonn, in Kopenhagen en Athene gevestigd is? Uit de periodieke crises die het integratieproces doormaakte kon de les getrokken worden dat de tamelijk fragiele structuur alleen bij elkaar gehouden kon worden door het stellen van nieuwe, ambitieuze doeleinden op economisch vlak. Zo wist Delors de problemen halverwege de jaren tachtig rond het uit de hand gelopen land- bouwbeleid en de Britse obstructie op dat punt te overwinnen door het plan te lanceren voor een Europa zonder binnengrenzen, te realiseren in

I 99 3. Met dit plan werd de E G opnieuw een krach- tig voertuig voor de liberalisering van de verhoudin- gen binnen Europa; het vrijmaken van het interna- tionaal kapitaalverkeer werd er zeer door bespoe- digd, evenals de liberalisering van het vliegverkeer, om twee voorbeelden te noemen. En, nog voordat men op adem was gekomen van dit initiatief ( dat overigens vee! minder banen opleverde dan was voorspeld), formuleerde het Verdrag van Maastricht de doeleinden van de Economische en Monetaire Unie - een nieuw ambitieus doe! voor het nieuwe millennium. Door dit wenkende per- spectief werd de ineenstorting van het Europees Monetair Stelsel in 1992193 'verwerkt' zonder trauma's achter te Iaten.

Deze strategie van Europa is wei vergeleken met

die van de fietser: gezien de labiele structuur bete- kent stilstaan onvermijdelijk dat fiets en berijder omvallen; voortgang, gericht op nieuwe doelen, is dus nodig om Europa bijeen te houden. En omdat deze doeleinden alleen in de economische sfeer met succes gerealiseerd kunnen worden, neemt de eco- nomische integratie steeds meer toe, waardoor de spanning met de stagnatie in de politieke sfeer voortdurend dreigt op te !open.

Zoals in het voorgaande kort is aangegeven, is dit een haast onvermijdelijk gevolg van het ontwikke- lingspad dat het integratieproces in de jaren vijftig gekozen heeft. Het 'democratisch tekort' van Europa is inherent aan deze ontwikkelingslijn (al moet dit tevens verbonden worden met het ontbre- ken, op Europese schaal, van een civic society waar een vitale democratie in moet wortelen).

De aok van de EMu

De geschiedenis van 'Europa' is een opeenstapeling van paradox en. Begonnen als een beweging om de internationale problemen van de nationale staat op te lossen, knaagt Brussel nu aan de machtsbasis van dezelfde nationale staat. 'Brussel' zal wei altijd het Janusgezicht behouden dat in de genen ingebakken zit: opgezet als supra-nationaal orgaan om te inter- venieren in de nationale economieen, bespoedigt het tegelijkertijd processen van internationale ver- vlechting.

De grote gok van de EMu is nu, of de nationale staat zodanig verzwakt is dat deze zich fundamente- le onderdelen van het begrotings- en het monetaire beleid laat afnemen. Kan deE u zoveel druk uitoefe- nen op de partners, die nu in staat blijken te zijn om op korte termijn aan de criteria van het verdrag van Maastricht te voldoen, dat deze ook op de lange ter- mijn hun gedrag door (voor hen) nieuwe normen zullen Iaten bepalen?

Een van de problemen die zich daarbij voordoen is dater bepaalde prikkels in het systeem ingebouwd zijn die het niet nakomen van de regels bel on en. Een gemeenschappelijke munt kan gezien worden als een collectief bezit waar aile betrokkenen van kun- nen profiteren. Een van de baten ervan is het ver- mogen van de staat- en in dit geval van aile betrok- ken staten - om door geld (in feite schuldtitels waarvoor geen rente vergoed wordt) uit te geven inkomsten te verwerven. De (nadelige) gevolgen daarvan- hogere inflatie en een hogere rentestand - kunnen onder de EMu grotendeels afgewenteld worden op de overige lidstaten. Kortom, het is voor

149

(6)

elke staat rationeel om zich niet aan de strikte regels

van het Verdrag van Maastricht en vooral het Stabi- lisatiepact te houden.

Het doe! van het Stabilisatiepact is om zodanige sancties op dit 'free rider' gedrag te zetten dat de eventuele baten daar niet tegenop wegen. Dit ver- onderstelt echter dat een voiledige registratie van de geldschepping mogelijk is en dat het gezag en de bevoegdheden van Brussel en van de Europese Centrale Bank zodanig zullen zijn dat ze de sancties met succes kan opleggen. Vergelijkbare historische voorbeelden Iaten echter zien dat (a) staten in der- gelijke situaties zeer creatiefkunnen zijn in het ont- lopen van de precieze regels en criteria en (b) dat het buitengewoon moeilijk is om autonome politie- ke eenheden dwingende sancties op te leggen als de betrokken politieke elites zich daar tegen verzetten.

Brussel: het Den Haag van 1]80?

Een van de beste voorbeelden op dit terrein vormt de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, een coalitie van zeven autonome gewesten die een gemeenschappelijke munt en een gemeenschappe- lijke begroting (voor onder andere defensie) had- den. Het 'free rider' gedrag van een aantal gewesten - van Zeeland bijvoorbeeld op het gebied van de munt en van bijna aile gewesten buiten Holland op het gebied van de gemeenschappelijke uitgaven - leidde niet aileen tot vee! moeilijkheden op mone- tair gebied, maar tevens tot een voortgaande ver- zwakking van de politieke structuur van de Repu- bliek waaraan ze uiteindelijk tenonder gegaan is.2

Nu kan men natuurlijk tegenwerpen dat de structurele beperkingen waaraan overheidsgedrag in de 17e en 1 Be eeuw onderhevig was fundamen- teel anders waren dan nu, waardoor Brussel nu tot vee! meer in staat is dan Den Haag in 1 7 8 o. Maar dit geldt ook voor de free rider: zoals de voorbereiding voor het examen over de regels van 'Maastricht' dat in mei afgenomen zal worden heeft Iaten zien, zijn de nationale staten tot zeer creatief boekhouden in staat- en dit is natuurlijk nog maar het begin van de problemen.

Nauw verweven met deze problematiek is de vraag of de nationale staat momenteel zodanig ver- zwakt is dat ze fundamentele instrumenten als het

begrotingsbeleid en het monetair beleid uit handen

zal geven. Dit probleem ligt voor de verschiilende staten heel anders. In Italie en Belgie is de staat ver- moedelijk zodanig verzwakt dat Europa het enige altematief naast desintegratie lijkt te zijn. Vooral in Italie is het begrotingstekort in het verleden gebruikt als middel om de spanningen binnen het politiek bedrijf te beheersen- ergo, snelle inflatie, zwakke munt etc.. De weerstand die vooral in Nederland lijkt te bestaan tegen opname van Italie in de EMu is daarop gebaseerd. Daar staat tegen- over dat in dat land een 'nieuwe' politieke elite zich tracht te legitimeren door zich juist wei- zoveel als binnen de Italiaanse context mogelijk is - te confor- meren aan de Europese regels. Sterker nog, de steun voor de deelname aan de EMu is juist in Italie zo groot omdat de burgerij daarmee een soo~t garantie hoopt te krijgen voor een - in ieder geval op monetair en financieel vlak - meer solide over- heidsbeleid; met andere woorden, de disciplinering van de politieke elite die van de EMu uitgaat, wordt door delen van de bevolking vanuit het gegroeide wantrouwen tegen deze elite positief verwelkomd.

De kans bestaat dus dat Italie een redelijk trouwe deelnemer aan de EMu wordt.

In een aantal 'kleine' sterkere staten-waarvan Nederland een goed voorbeeld is- heeft het neo- liberale gedachtengoed zodanig wortel geschoten (en zijn de economische problemen voorlopig zoda- nig onder controle) dat eveneens, in ieder geval op de korte termijn, niet vee! weerstand tegen het opgeven van deze bevoegdheden verwacht mag worden. Dat ligt echter anders in de twee Ianden die in belangrijke mate de Europese agenda bepa- len. In Frankrijk zijn de verkiezingen in de afgelo- pen jaren steeds gewonnen door die partij die beweerde door een omvangrijk pakket van over- heidsmaatregelen de werkloosheid te zullen gaan oplossen. Dit tekent de afhankelijkheid van de Franse politiek van het begrotingsbeleid. Omdat dit instrument in feite niet meer voor deze doeleinden gebruikt kan worden, dreigt een groot probleem te ontstaan. Misschien wordt dit in de Franse politiek nog niet als zodanig onderkend, omdat men geneigd is te denken dat men Europa naar eigen hand kan zetten. In zekere zin is de E u in Franse ogen een

2. Vgl. de recente dissertaties van M.S.

Polak, Historioar<ifie en economie van de (muntchaos'.

Amsterdam: Neha, 1998 en

T. Pfeil, 'Tot Reddina van het Vaderland'.

Het primaat van de Nederlandse

Overheidifinanciiin in de Bata'!fs-Franse tijd 179>-1810. Amsterdam, 1998.

(7)

1

1

t

voortzetting van het grote project om de rest van de

wereld naar Frans model te civiliseren.

De andere zwakke schakel in het EM u -spel is de zeer sterke staat Duitsland, die misschien nog wei meer dan Frankrijk geteisterd wordt door ernstige economische problemen. Ook hier kan de politiek niet machteloos toezien, maar staat ze in feite - mede door de structurele problematiek van het voormalige Oost-Duitsland- met lege handen. De Duitse problematiek wordt nog verergerd door het feit dat de sterke D-mark het krachtigste symbool van het Wirtsch'!Jiswunder en daarmee van de Duitse natie na I 945 is. Er dreigt een soort identiteitscrisis als dit symbool plotseling, ingeruild rnoet worden voor een munt die men maar met mate vertrouwt en apprecieert.

Om nog even terug te keren naar het voorbeeld van de Republiek der Zeven Verenigde Neder- landen: de samenhang in deze statenbond werd in stand gehouden door het dominante Holland, dat als belangrijkste gewest het algemeen belang vertegen- woordigde en daardoor de steeds weerkerende financiele problemen oploste (tot ze zelf na I 78o ook uitgeput raakte). Bovendien slaagde Holland erin om regels op te leggen voor onder andere het monetair beleid, ·waardoor totale chaos op dit ter- rein voorkomen kon worden. In zekere zin zou men van Duitsland - de grootste financier van de E u - een vergelijkbare rol mogen verwachten; het zijn immers ook in belangrijke mate de Duitse criteria voor een gezond financieel en monetair beleid die in het Verdrag van Maastricht zijn vastgelegd. De tra- giek van de E u is echter dat het econornisch over- wicht van onze Oosterbuur sterk tanende is.

Nederland heeft daar als 'free rider' in het systeem van vaste wisselkoersen rond de Mark - door de lonen 'kunstmatig' laag te houden en de concurren- tiepositie sterk te verbeteren- een steentje aan bij- gedragen. Deze verzwakking van de spil van het Europese integratieproces is daarom een zorgelijke

zaak, want het is zeer de vraag of de spanningen die

met de komst van de EMu dreigen te ontstaan zon- der een krachtige, dorninante partij als de Duitse wei beheersbaar zijn.

Fin de Siecle

In het voorgaande heb ik getracht duidelijk te maken door welke krachten het Europese integratieproces vanaf de jaren vijftig wordt voortgestuwd. Het lijkt er op dat Europa een eigen ontwikkelingspad moet afleggen, dat gepaard gaat met grote - misschien wei toenemende - spanningen tussen de economi- sche en de politieke dirnensie van het integratiepro- ces en tussen de nationale staten en Brussel. Deze spanningen worden echter kunstig aan het oog ont- trokken door de strategie van de 'vlucht naar voren'. De komst van de EMu is een beslissende sprang voorwaarts in dit proces, waarvan de gevol- gen nog niet overzien kunnen worden. Op meer pessirnistische momenten dringt zich de vergelij- king op met een ander groot Europees project van de twintigste eeuw, dat een even dwangmatig ont- wikkelingspad rnoest volgen voordat het in I 989- voor iedereen onverwacht - ineen stortte met de val van de Muur. Even onverwacht kwam in de afgelopen jaren een eind aan het wonder van de Aziatische tijgers. De Japanse economie, ooit de lie- veling van aile economen, zit nu al sinds I 987 in de lappenmand. Het onvoorstelbare gebeurt dus aan het eind van de 2 oe eeuw, en nadat het gebeurt is kunnen aile experts precies uitleggen waarom het wei moest gebeuren. Gezien de ornwegen en kron- kelpaden waarlangs de geschiedenis voortbeweegt is onvoorspelbaar of ook het onvoorstelbare met de Europese Unie zal gebeuren. De ingredienten voor een spannend uiteinde van deze eeuw en een zenuwslopend begin van de volgende zijn volop aan- wezig.

(8)

- - - - - ...

Beste Wim Memo van een

Den Haas, 6 juli 1998

'spin doctor'

redden. Daar konden Boike- stein en jlj dus mooi bij aan- Tijdens deze sedwonsen

sevechtspauze schrijf ik je een wat uitvoeriser memo.

Dit is het moment om je weer

Met een naschrift van Willem Witteveen

sluiten. Bijvoorbeeld door met zijn allen dat idiote plan van het CDA aan te pakken om

eens cif te vraaen hoe je op andere onderhandelaars over- komt en hoe dit je kansen op succes beinvloedt. lk ben era blij met de kans die je me hebt seboden om achter het one- way screen te kijken hoe jij met Bolkestein en Borst zaken probeert te doen. Gelocif me, niets is zo welsprekend als de taal van het Jicha am. Het helpt echt dat je je aesprekspart- ners wat dieper in de osen kijkt als je een voorstel doet dat VOOr hen aantrekke/ijk moet zijn. fk heb nos wat video- beeJden waarop je jeze!f kunt teruszien. Helaas 9in9 het helemaal mis toen het er echt op aankwam. (We hebben cifsesproken dat ik alles eerlijk zal zessen wat ik zie, dus ik verpak mijn kritiek niet in beleifdheden. je weet dat ik een a rote jan van je ben. Ik heb ze!fs op je sestemd!) je leek wei helemaal verrast toen Bolkestein zijn voorstel deed om uit de impasse te komen. Poker face! En was het nu werkelijk zo 'n schok? Als Borst premier wordt, heift. dat ook heel positieve kanten! je reaaeerde veel te difensiif en te emo- tioneel. 'De kiezers willen mij als minister-president.' ]a, he he, dat weten we nu wei. 'K.iezersbedroa.' Nee, want dat zit erin als er een kabinet siformeerd wordt. Den Uyl werd ook seen tweede keer premier. En wat de kiezers ook will en: D 6 6 in de reaerina. En dit is de beste manier.

Borst premier. D 6 6 symbool van paars. Ze was zo blij dat ze meteen senoesen nam met nos maar een andere minis- terszetel voor D 6 6, wat rekenkundi9 9ezien pure winst is.

En Bolkestein bood je niet voor niets Buitenlandse Zaken aan. De halve wereld je werkterrein en, door de ophdfins van OntwikkelinsssamenwerkinB, ook de derde were/d. En seen Prank als luis in de pels. Bekijk het nu eens even van- uit de politieke losica in plaats vanuit je persoonlijke ambities. Na de succesvolle verkiezinasstrijd moest het wei zo aaan. In de campaane hebben we, zoals je heel soed weet, met de VVD cifsesproken dat we elkaar zo weini9 moaelijk zouden aanvallen. De kiezers stemmen araaa op rusti9e en beschacifde voormannen. Zo kon Borst niet de rol spelen van de wijze vrouw die boven de partijen staat. D 6 6 moest toen wei het CDA aaan aanvallen om zich de huid te

het moselijk te maken om kinderen van tien al in de sevanaenis te zetten. 'Extreem', zeiden jullie eenssezind. Schitterend. Eenheid is macht.

Polarisatie is marainalisatie. Het paarse kabinet zat er bij wijze van spreken al tijdens de campaane. Maar dan mas

D 6 6 nu wei iets teru9 kriJsen voor al het vuile werk dat ze hebben moeten opknappen. De premierbonus. En verder zo weini9 moaelijk, dus nos maar een minister. En zo is er voor PvdA en VVD meer te verde/en.

De vraaa was natuurlijk wei waar Bolkestein terecht ZOU moeten komen. Sociale Zaken lijkt mij ook seen soed idee. Ue zaa dat weer haarscherp.) lk denk meer aan On- derwijs. Heus, Netelenbos is daar een ramp. Ik heb wat rondsebeld in het onderwijsveld en iedereen zest dat zij overal sehaat wordt. Laat Bolkestein daar maar eens zijn tanden inzetten. Het veld vindt dat er al zoveel verande- rinsswoede seweest is dat er nu eens een paar jaar rust in de tent moet komen. Lijkt me bij B. verzekerd. Uiteraard moet je dit niet hardop zessen. Lea er de nadruk op dat onderwijs van wezenlijk be/ana is voor de kennissamenle- vinB van morsen. Dat normen en waarden besinnen in het onderwijs en in het sezin, waarvoor colleaa Netelenbos trouwens staatssecretaris kan worden. Erifin, je weet dit allemaal net zo soed als ik. Maar het aaat me nu even om je houdinB toen Bolkestein je deze schitterende kans bood om een tweede Paars kabinet tot stand te brensen. Die was dus helemaal jout. Je had niet briesend van woede naar buiten moeten /open. Daarmee liet je je lelijk in de kaart kijken. Gewoon dooronderhandelen en je bereidheid om BZ te doen als een srote concessie presenteren, zo haal je er nos meer uit voor het reserinssproaramma.

]a, nakaarten is het wei. Sorry, ik moest het even kwijt.

Nu Klaas de Vries iriformateur is, kunnen we van alles ver- wachten. Een bron vertelt mij dat Klaas terzijde ook de moselijkheid van een coalitie PvdA, CDA, D 6 6 ciftast, maar dan zonder jou daarmee Jasti& te vallen natuurlijk.

De Hoop Schdfer is tot verblliffend srote concessies bereid en D66 wil kost wat kost doorreseren. Toch zal dat op

J

(9)

niets uitdraaien. De persoonlijke chemie tussen Borst en

Hoop is verkeerd. Als het woord euthanasie volt, is het helemaal verkeken. lk kan daar wei voor zorgen want een vriendje van mij is adviseur bij Borst en die zal een memo op haar bureau Iegaen over het cruciale belana om in deze Jase van de verkennende besprekinsen ai het heikeie punt van de euthanasie onschadelijk te maken. Daar volt ze beslist op, op zo 'n redelijk argument. (En ze wil natuurlijk graaa premier worden.) Dus maak je seen zoraen, je komt weer aan zet. Maar wat dan? Voiaens mij moet je eerst eens aan je persoon werken (dossier Kok). Ga lekker een paar daaen met mij mee naar het seminar Positieve Energie en Persoonlijke Groei. In een Tibetaans klooster, ver van de pers. Een vriend van mij, alle kwal!ftcaties plus initiatie door de Dalai Lama, heift speciaal voor een kleine aroep toppolitici van sociaal-democratische huize (ja, Tony komt ook!) een voistrekt unieke cursus ontwikkeid om jullie te Ieren hoe je door een positieve uitstraiinB en een vriende- lijk assertieve opstellinB je Ievenseneraie kunt aanwenden om concrete resultaten te boeken in het interpersoonlijke vlak. Dus precies wat je nodi a hebt.

Op de terugreis stappen we dan uit op een aeheime plek, alweer ver van de pers, om een concept-reaeerakkoord op te stellen. Dat kunnen we na al het arondiae voorwerk in Tibet in een paar uur klaren, zodat er nos tijd overblijft om een Beroemd Museum te bezoeken. (Ik weet dat dat niets voor jou is, maar ik ben er dan drinaend a an toe; kunnen we bovendien even de lichaamstaal bestuderen van beroemde reaerinasleiders uit het verleden.) Waarom we zo snel klaar kunnen zijn? Wei, we moeten om te beainnen de kracht van Positieve Eneraie niet onderschatten. Wie aeestelijk verbon- den is met de navel van de aarde kan ook de kleine stappen ontwaren die de mensheid scheiden van het sociale paradijs.

En, zo mogelijk nos belangrijker, we stellen dit reaeerak- koord op volaens een aeheei nieuw Beainsel. Dat is het beainsel dat Het Volk Altijd Gelijk Heift. Je ziet meteen dot dit een socialistisch kernthema is. We I a ten, om het nos eens anders te zeaaen, ons oor hansen naar wat er leift onder de mensen. Dit is een bekende Iiberaie gedachte. We kunnen er, kortom, op vertrouwen dat de kiezers weten wat aoed voor hen is. Op dit idee is D 6 6 ooit nos eens aearondvest.

De ideoioaische basis voor het tweede paarse kabinet is zo uiterst hecht. Mijn mensen zijn nu al beziB om diepaaande vraaaaesprekken te voeren met een zoravuldia aeseiecteerd panel van 1 143 Nederianders, aeheel representatiif voor de bevolkina. Wat denkt men over de veiliaheid op straat? Hoe kijkt men teaen miiieuprobiemen aan? Moet Schiphoi wor- den uitaebreid? En sa zo maar door. De vraaen zijn apae- steld op basis van die buitenaewoon handiae inventarisatie van vraaapunten die jij ais iriformateur meteen na 6 mei hebt opaeschreven. De antwoorden zijn dus meteen beleids-

relevant. Het eniae wat we nu moeten doen,

is

de resultaten

analyseren en interpreteren. Dot is het moeilijke. We moe- ten koste wat kost voorkomen dat we onze eigen politieke visie tussen de naakte voorkeuren van de kiezers en het Aiaemeen Belana piaatsen. Dat soort vervuiiinB van de politieke meningsvorming kunnen we simpelweg niet gebruiken. Ue hebt er de tijd niet voor, maar ik zou je voor dit punt kunnen verwijzen naar geleerde boeken van Habermas en Barber en Fishkin; een van mijn assistenten heqt die boeken ook werkelijk gelezen, zegt ze.) Ons re- geerakkoord is dus aewoon de optelsom van de boodschap- penlijstjes van de Nederiandse bevoiking. Het is de grootste gemene deier van alle opvattinaen en meninaen. Het is de ware democratie in de zin van regering van het voik: ons poiitieke primaat bestaat eruit het primaat van het publiek te herstellen.

Coed, we zijn het eens, neem ik aan. Ik wii hier geen discussie over. We hebben tijdens de campagne al gezien dot U-Vraaat-En-Wij-Draaien altijd het beste werkt. We aaan de controverse uit de weg en we zeagen wat ieder redelijk denkend mens ook zegt. We zien er respectabei en aezaghebbend uit. Als wij het debat aanaaan, soan wij het aan om te zeggen wat zonder dot debat ai vaststaat. Erfin, de gouden regels van de campagne die terecht gevoerd werd onder het motto: I EDEREEN TEL T.

We doen dus niet moeilijk over het programma. We weten ook wei dat het over een paar maanden ai op ho<ifd- lijnen moet worden bijgesteld vanweae de nu nog onvoor- spelbare veranderingen van de economie en van de publie- ke opinie. Het is maar een programma. Maar het is wei van het allergrootste gewicht dot we de goede mensen vinden om het programma uit te voeren! Na de ophiffing van Ontwikkelingssamenwerking hebben we dertien ministers- posten te vergeven. De zetelverdeling van de coalitiepartij- en is bekend: PvdA 43, VVD 38, D66 10. Lijkt mij een verhouding van 6:

s:

2 en bij die 2 van D 6 6 dan het pre- mierschap. Drie piaatsen kunnen we zo verdeien: Borst premier (Aigemene Zaken), Boikestein vice-premier (On- derwijs) en Kok vice-premier (Buiteniandse Zaken). Nu doen we het als voiat. We vragen jou en Frits ais ho<ifdrol- speiers om elk de nomen van vijf poiitici te noemen die jul- Iie zeer vertrouwen en met wie jullie kunnen samenwerken. }ij noemt dan: Ad Melkert, Margreet de Boer, Karin Adelmund, Wim Derksen en Rick van der Ploeg. Boik zegt dan bijvoorbeeld: Jorritsma, Zalm, Van Aartsen, Voor- hoeve en Van Baaien. Borst hoift maar een naam te noe- men, Iaten we zeggen Dittrich (justitie!). Dan mogen jui- lie eikaars lijst becommentarieren. Ais er iemand is met wie de anderen niet goed kunnen samenwerken, moet hij ver- vangen worden. }ijjronst je wenkbrauwen bij Van Baaien en Boikestein Jronst ook zijn wenkbrauwen en Iaat hem

I 53

(10)

I 54

vallen. Je gaat hiermee door tot je een lijst van ministers- kandidaten hebt waar iedereen wel mee in zee wil. Dan maken we de nroslijst op en kijken welk departement het beste bij deze personen past. Dus niet omnekeerdl Niet vanuit het departement naar de mens maar vanuit de mens naar het departement. Past Sociale Zaken einenlijk wei zo noed bij jouw javoriet Ad Melkert? Zijn persoonlijkheid is wellicht beter neschikt voor Difensie. Is jorritsma wel de ideale minister van Verkeer? Nee, haar zie je het liifst op Binnenlandse Zaken. lk zen maar wat. Deze beoordelinnen kunnen jullie als hoifdrolspelers trouwens beter niet ze!J voor je rekeninB nemen. lk stel voor daarvoor een psycholo- Bische test te Iaten uitvoeren door een deskundi9e. Ik denk dat ook de horoscoopnenevens op een newonen manier mee moeten spelen. Mijn mensen kunnen het pr?fiel denk ik op wetenschappelijk betrouwbare wijze corrineren. Jullie hoe- ven aileen maar je politieke vrienden uit te kiezen. De rest doen wij. Als het meezit zijn we over twee weken helemaal ron d.

Ik hoor op de radio dat je vanmiddaB bij Klaas de Vries bent uitnenodi9d. je weet nu wat jete doen staat. Vee/ suc- ces!

Naschrift

Onder de titel 'Memo van een spin doctor' publi- ceert Socialisme &_Democratie de volledige tekst van een document dat een belangwekkend Iicht werpt op de zojuist afgesloten formatie van het paarse kabinet Borst-Kok-Bolkestein. De auteur wenst anoniem te blijven. De redactie heeft na uitvoerig beraad besloten deze wens te respecteren. W eliswaar is het voor het publieke de bat in een democratische samenleving van groot belang te weten wie aan dat debat deelneemt, maar daarte- genover staat het belang onze lezers te informeren over de gang van zaken tijdens de door weinig open- baarheid gekenmerkte kabinetsformatie. Juist op het democratische karakter van de verkiezingscam- pagne en het formatieproces blijkt wei de nodige kritiek mogelijk te zijn. De auteur heeft er geen bezwaar tegen als de volgende feiten over zijn per- soon bekend worden. Hij was als junior-adviseur opgenomen in het carnpagneteam van de PvdA. De slogan 1 Eo ERE EN TEL T is een van zijn bedenksels.

Omdat zijn adviezen van waarde bleken te zijn, werd hij vervolgens als senior-adviseur opgenomen in de ondersteuningsstaf kabinetsformatie. Daar kwam het kort na het gepubliceerde memo tot een niet verder opgehelderde breuk met Wim Kok. De

adviseur beschouwt dit memo door zijn uitvoerige analyse van de situatie die zich op dit cruciale moment in de formatie voordeed, als zijn politieke testament. De redactie plaatst hierbij de volgende kanttekeningen.

Hoewel het kennelijk tot een vertrouwensbreuk is gekomen tussen de 'spin doctor' en de beoogde kabinetsformateur - de toonzetting van dit memo geeft daarvoor wel enige aanWijzingen- moet diens invloed op campagne en formatie toch aanzienlijk zijn geweest. Het vermoeden komt op dat hij de bedenker is van het opzetje waarbij confrontatie tussen vvo en PvdA tijdens de campagne werd ver- rneden, met zetelwinst voor beide partijen als gevolg. o 6 6 kreeg het daardoor extra moeilijk.

Vandaar zijn pleidooi voor een premierbonus voor o 6 6 ( dat immers zetels is rnisgelopen). Dat roept natuurlijk wei de vraag op wat voor banden er mogelijk bestonden tussen de 'spin doctor' en Bolkestein en tussen de 'spin doctor' en Borst. Voor wie werkte hij eigenlijk? Uit zijn analyse spreekt een houding die de inzet van effectieve communicatie- technieken tot een kwestie van Algemeen Belang maakt. Alsof het er niet toe doet waar de politieke partijen voor staan als ze maar aan de macht blijven. De akelige matheid van de campagne, waarbij aile hete hangijzers zorgvuldig werden vermeden en de paarse kiezers niet werkelijk een keuze werd gebo- den tussen scherp omlijnde programma's, wordt in deze politieke visie tot een principe verheven. Erger nog, dit principe beheerst ook de kabinetsformatie, terwijl dit een geheel ander soort politiek proces is dan een campagne. Tijdens de formatie behoren de kwesties die de komende vier jaar op de politieke agenda staan, diepgaand te worden besproken. De onderhandelingen- een spel van geven en nemen- vinden hun neerslag in het regeerakkoord. Als dat instemming vindt van de regerende fracties is het democratisch gelegitimeerd en ligt er een sterk draagvlak onder het kabinet. De 'spin doctor' zet deze hele logica op zijn kop. Voor hem is het regeer- akkoord zo onbelangrijk dat het in een uurtje kan worden opgesteld, kennelijk zonder veel onderhan- delingen. Tijdens de campagne bleek het een effec- tieve strategie om de issues te Iaten definieren door de kiezers. Alsof iedereen telt. Maar deze methode wordt nu warempel ook doorgetrokken naar het politieke machtsspel zelf. Alsof opiniepeilingen en vraaggesprekken met een groep Nederlanders een goede basis zijn voor het regeringsbeleid! Alsof uit zo'n optelsom van meningen een visie op de publie-

(11)

ke zaak kan worden afgeleid. Alsof er zo werkelijk beslissingen kunnen worden genomen! Maar dat is kennelijk niet de bedoeling. Het valt te vrezen dat de aanvaarding van deze stijl van campagne voeren en formeren ook zijn negatieve uitstraling zal heb- ben op het beleidsproces zelf. Het kabinet Borst zal in deze lijn de problemen van onze samenleving niet aanpakken maar ze weerspiegelen. Geen inhoud, maar procedures. Geen steilingname, maar consen- sus. Oat betekent aileen maar weer meer uitstel als er een probleem is waarover de meningen verdeeld zijn (milieu, uitbreiding Schiphol). Dit alles wordt in de politieke ideologie van de 'spin doctor' nota bene nog gepresenteerd als een waarachtig demo- cratisch standpunt ook. Maar democratie eist volks- vertegenwoordigers en bestuurders die hun verant- woordelijkheid durven nemen en zich niet tot speel- bal maken van de heersende opinies. En van de heersende opinie-onderzoekers! Het memo roept de vraag op of er niet teveel invloed uitgaat van zogenaamde adviseurs op de hoofdrolspelers van het politieke spel.

Wat dit laatste punt aangaat, is het opvailend hoeveel van de voorspellingen van de 'spin doctor' zijn uitgekomen. Het regeerakkoord biedt weinig nieuws en het plan om het elk half jaar te actualise- ren aan de hand van door de overheid geentameerde Maatschappelijke Discussies doet het ergste vrezen. Maar zelfs de zetelverdeling en de bezetting van ministersposten sporen met het Memo. Zou de geschetste werkwijze, waarbij eerst naar sympathie- ke en betrouwbare bewindslieden wordt gezocht en daarna pas naar departementen wordt gekeken, dan werkelijk zijn uitgevoerd? De lezer kan de aanbeve- lingen van de 'spin doctor' vergelijken met de uit- komst van het formatieproces. Behalve Van Baalen (uiteraard) vinden we waarachtig aile namen in het kabinet terug: Borst op Algemene Zaken, Zalm op

Financien, Van der Ploeg op Economische Zaken, Melkert op Sociale Zaken, Derksen op Binnenland- se Zaken, Dittrich op Justitie, Adelmund op Volks- gezondheid, De Boer op Milieu, Bolkestein op Onderwijs, Van Aartsen op Landbouw, Voorhoeve op Defensie en Kok op Buitenlandse Zaken. Het is werkelijk verbluffend! Aileen is niemand op een ander departement terecht gekomen dan te ver- wachten was. AI kan dat nog gebeuren, want het kabinet kondigde ook aan elk jaar te bezien op welk departement de bewindspersonen hun werk het beste kunnen voorzetten.

Het 'Memo van een spin doctor' is een belang- rijk politiek document. Het kondigt een omslag aan van de politieke cultuur. De politieke ideologie is de afgelopen jaren met vereende krachten dood ver- klaard. Als een phoenix is het marktdenken uit dit graf verrezen. Sterker dan ooit gelooft men tegelij- kertijd in de maakbaarheid van alles: van de samen- leving, van de natuur, van de infrastructuur, van de mens zelf. Het marktdenken, het economische wereldbeeld, bestiert dit maakbaarheidsgeloof. Als er al een spanning is tussen markt en maakbaarheid, valt deze weg in de praktijk van het besturen. Aile regeringsbeleid is bij voorbaat a! Redelijk Alternatief geworden, zodat er geen werkelijke alternatieven meer geboden worden. Visies op het algemeen belang zijn ondergeschikt gemaakt aan de waan van de dag. Zorgvuldige procedures moeten de plaats inn em en van inhoudelijke kwaliteitsoorde- len. Communicatie, communicatie en nog eens communicatie! Oat is het nieuwe motto. Zo heeft zich in aile stilte een machtsgreep voltrokken. De communicatieadviseurs hebben de plaats ingeno- men van de politici en bestuurders. Politici en bestuurders zijn zelf communicatieadviseurs ge- worden. Ook na het vertrek van aile 'spin doctors' is de plaats van de macht niet leeg.

ISS

(12)

- -- - - - ...

We staan met de beginselen van

onze inkomstenbelasting op een kruispunt. V anouds verwacht men van de heffing dat de zwaar- ste lasten terecht komen op de sterkste schouders ( draagkracht- beginsel). Ook kennen velen aan deze belasting een inkomensher- verdelende functie toe die vooral in de progressieve tarieven tot uiting komt. Tarieven die gelij- kelijk voor alle inkomenscatego- rieen gelden. Maar de wet kan zo vee! voorschrijven; de praktijk is anders. Voor vermogende men- sen met een royaal inkomen waren er altijd mogelijkheden om onder de heffing uit te komen en die zijn er nu nog. Men kan de heffing ontlopen op een handige, zij het vaak gekunstelde manier door een onbedoelde toepassing te geven aan belastingregels. Regels blijken namelijk niet in staat ondubbelzinnig de grenzen te trekken tussen wat in de visie van de wetgever wei en niet belast zou moeten zijn en kunnen al evenmin het juiste moment bepalen waarop belast moet wor- den. Deze onmacht kunnen ver- mogensbezitters uitbuiten om zich aan belastingheffing te ont- trekken. Daarnaast kunnen ze ook gebruik maken van de eigen- schap van kapitaal om zich moei- teloos over de aardbol te ver- plaatsen. Voor de kleine man is er de mogelijkheid om onderweg naar de camping in Frankrijk wat spaargeld onder te brengen bij het Luxemburgse filiaal van zijn bank op de hoek; de onbekom- merde kapitalist kan tijdens zijn verblijf op de Bahama's nog even snel een prive-beleggingmaat- schappijtje oprichten. Dergelijke kapitaalvlucht is trouwens niet een typisch Nederlands pro- bleem; de helft van het privever- mogen van de gei"ndustrialiseerde

DE TOEKOMST DER BELASTINGEN

De perspec- tieven voor een vermogens- rendements-

heffing

AERT JAN GROTENHUIS

Fiscaal columnist van

NRc Handelsblad

wereld is fis caal gezien

in

een

belastingparadijs gestald. Oat bracht het paarse kabinet tot het besluit niet verder te gaan met een stelsel dat er op papier mooi uitziet maar dat in de praktijk niet goed werkt. Het was hoog tijd een systeem te ontwikkelen dat beter op de praktijk aansluit, ook al gooit het de draagkracht- gedachte overboord. Het kabinet deed dat in de verkenning voor een belastingstelsel voor de

2 1 e eeuw. Vermogensinkomsten worden daarin lager belast dan arbeidsinkomen en dat dan niet eens tegen een progressief tarief.

De opzet is evenwel zo simpel dat de meeste gekunstelde belas- tingconstructies van het toneel verdwijnen. Het tarief is zo bescheiden dat het verleidelijk wordt vermogens in Nederland te houden. De voorstellen staan op het hoofdmenu van de ko- mende kabinetsformatie. Men kan de kabinetsplannen pas goed beoordelen in het Iicht van de bestaande mogelijkheden voor belastingontwijking.

Moselijkheden voor belastins- ontwijkinB

Centraal staat dat de wet niet al het profijt dat men met vermo- gen behaalt tot het belastbare inkom en rekent. ln het bestaande stelsel horen rente en dividend wei tot de belaste inkomsten maar vallen koerswinsten daar- buiten. Andere Ianden belasten (sommige) koerswinsten wei.

Oat gebeurt dan met een zoge- naamde vermogenswinstbelas- ting. Maar ook die Ievert proble- men op, daarover later meer. Naast het onbelast binnenhalen van koerswinsten, benutten ver- mogenden de mogelijkheid om betaalde rente als fiscale aftrek- post op te voeren.

(13)

Tot slot komt een belangrijke rol toe aan een vrij

onbekende samenloopregeling: de inkomstenbelas- ting en de vermogensbelasting mogen samen niet meer dan 68 procent van iemands inkomen opslok- ken (de zogenaamde 68-procentsregel). De gedach- te daarachter is dat sommige mensen een groot ver- mogen hebben (mogelijk als oudedagsvoorziening) dat weinig oplevert, bijvoorbeeld een stuk grond of een landgoed, terwijl ze ook voor de rest niet vee!

verdienen. Zonder 68-procentsregel zou gemakke- lijk het hele toch a! bescheiden inkom en opgaan aan inkomsten- en vooral vermogensbelasting. Maar consequent doorredenerend, betekent de 68-pro- centsregel ook dat iemand die helemaal geen fiscaal inkomen heeft (een zogenaamd mtl-inkomen) nooit een cent aan inkomsten- of vermogensbelasting hoeft te betalen, ook al bedraagt zijn vermogen hon- derd rniljoen gulden.

Deze elementen kwamen bij elkaar in de stan- daardconstructie voor iemand die een ton verdien- de en een miljoen aan vermogen had. Zo iemand kon er gemakkelijk een miljoen bij lenen, waarvoor hij bijvoorbeeld een ton aan rente moest betalen.

Door de rentebetaling, zakte zijn belastbaar inko- men tot nul. Tegenover het inkomen van een ton stond immers fiscaal en in werkelijkheid een net zo grote aftrekbare kostenpost. De twee miljoen gul- den belegde hij zodanig dat ze op basis van koers- winsten een onbelast rendement van twee ton ople- verden. Oat was dan helemaal voor consumptie beschikbaar want hij betaalde door zijn nul-inko- men geen cent belasting. Dit is een simpel en gesti- leerd voorbeeld. Met een goede belastingadviseur waren (en zijn nog steeds) meer ingewikkelde con- structies op te zetten waarbij men bijvoorbeeld als particulier ook nog eens profiteert van de fiscale voordelen die zijn bedoeld om kleine ondernemers een steuntje in de rug te geven.

Medeplichtige overheid

Oat klinkt allemaal dramatisch maar dit soort zaken zijn door de jaren heen bewust in stand gehouden (zonder ooit in s & o aan de kaak gesteld te zijn). De politiek greep niet in en had eerder een onuitge- sproken verstandhouding met de vermogenden. Zo introduceerde de overheid onder de kabinetten Den Uyl hoge en sterk progressieve belastingtarieven zonder grote protesten of kapitaalvlucht uit te Iok- ken. De meeste rijken omzeilden moeiteloos de hoge heffingen (bijvoorbeeld op de beschreven manier) terwijl de overheid zich stil hield en aile

kansen voorbij liet gaan om er een dam tegen op te

werpen. In de beslotenheid van de belastingwereld leverden deze zaken wel vee! discussiestof op. Al voor de jaren zestig waren ze voor de fiscaal hoogle- raar en socialistische oud-minister van Financien Henk Hofstra reden om het draagkrachtbeginsel dood te verklaren. Maar de ogen van het grotere publiek gingen pas open door onder meer publica- ties van fiscaal journalisten als de PvdA-ers Willem Vermeend en Flip de Kam. De laatste publiceerde in 1977 zijn geruchtrnakende hoek Beta/en is voor de dommen. Willem Vermeend ontrnaskerde keer op keer de manier waarop menig hoogwaardigheidsbe- kleder zich listig ten koste van de fiscus wist te ver- rijken en zette de strijd tegen deze praktijken voort als Tweede Kamerlid. Daar ontpopte Vermeend zich als een hinderlijke zij het niet funeste spelbe- derver van fiscale constructeurs. In de vorige kabi- netsperiode haalde hij samen met zijn toenmalige compaan Tom Vreugdenhil (coA) bijna een streep door de fiscale aantrekkelijkheid van de vermogens- groeifondsen, maatschappijen die hun (beleg- gings)resultaat omzetten in belastingvrije koerswin- sten. De fondsen fungeerden vaak als belangrijke schakel bij de eerder beschreven nul-constructies. De zeker in het CDA invloedrijke banklobby stak een stokje voor deze stoutrnoedige opzet.

Toch wist het als Knabbel en Babbel bekend staande duo verscheidene fiscale constructies voor vermogenden minder aantrekkelijk te maken. Als staatssecretaris van FinancH~n ging Vermeend nog krachtdadiger te werk. Zo schrapte hij de fiscale rente-aftrek voor leningen waarmee de aankoop van groeifondsen en dergelijke werden gefinancierd. Met deze en andere maatregelen wierp de staats- secretaris hindernissen op voor het simpel hanteren van de constructies rond de nul-inkomens. Zijn meest vergaande ingreep betrof een soort vermo- genswinstbelasting die geldt voor de bezitters van grote aandelenpakketten (de zogenaamde aanmer- kelijk belanghouders). Hij verhoogde het tarief van deze heffing van 2o tot 25 procent en zorgde dat ook kleinere aandelenpakketten (vanaf vijf procent van het aandelenkapitaal) onder de heffing vielen. Een siddering trok door vermogend Nederland; de hui- zenprijzen in Belgische plaatsen waar Nederlandse belastingvluchtelingen plegen neer te strijken, ste- gen spectaculair. Toch verwierf Vermeend onder de betrokken groot-aandeelhouders nog heel wat populariteit doordat hij iets aantrekkelijks in ruil gaf voor de verzwaringen: de groot-aandeelhouders

I 57

(14)

mogen dividend uit hun bedrijf opnemen tegen een vast tarief van 2 5 procent; tot dan gold het progres- sieve tarief dat tot 68 procent kon oplopen.

Vermeends speciale tarief was a! een flinke aantas- ting van de draagkrachtgedachte in de inkomstenbe- lasting, al klaagde niemand daarover. De vermogen- den waren door de bank genomen tevreden en de lage 25-procentsheffing bleek veel meer belasting- geld in het laatje te brengen dan het tot dan toe gehanteerde progressieve tarief. Een pragmaticus als Vermeend viert dat als een ongekend succes; hij is een duidelijke exponent van een calculerende over- heid en niet van een ideologisch gedreven overheid.

De kabinetsplannen

In de kabinetsverkenning voor een belastingstelsel voor de komende eeuw bouwt Vermeend voort op die nieuwe regeling voor de groot-aandeelhouders. Het kabinet wil alle profijt uit vermogen (dividend, rente, koerswinst) belasten naar een vast tarief van 25 procent, met de aantekening dat dit percentage afhankelijk van de nieuwe tariefstructuur van de inkomstenbelasting hoger kan uitpakken. Daarmee wordt duidelijk zichtbaar hoe sterk het kabinet afstand neemt van het bestaande heffingssysteem dat aile soorten inkomen gelijkelijk en tegen een progressief tarief belast. De overheid gooit bij de uitvoering van de draagkrachtgedachte de handdoek in de ring. Overigens zou deze tariefmaatregel op zichzelf ontoereikend zijn om de mobiele grote ver- mogens in Nederland te houden. Om dat te berei- ken moet ook nog eens de vermogensbelasting sneuvelen. Een meerderheid van de Tweede Kamer wil al een tijdje van deze belasting af omdat ze tot vermogensvlucht aan zou zetten. Als derde conces- sie fixeert het kabinet het netto-rendement waar- over de 25-procentsheffing moet worden betaald, op een bescheiden vier procent van het vermogen. Oat percentage is afgeleid van de discontovoet, het rendement dat volstrekt risicoloos behaald kan wor- den. Wie een groter (netto!)rendement haalt, hoeft niets bij te betalen. Maar wie feitelijk op een lager percentage uitkomt, moet toch het voile pond beta- len. Die opzet is afgeleid van de gedachte dat de marktwerking er voor zorgt dat hogere rendemen- ten per definitie slechts behaald kunnen worden

door navenant hoger risico te nemen. Een theorie die overigens wordt betwist met verwijzing naar de lange termijnrendementen op aandelenbelegging die structured zo'n vijf procent hoger zouden Jig-

gen. .

Kort gezegd komt de door Zalm/Vermeend voorgestelde regeling (de zogenaamde vermogens- rendementsheffing) er op neer dat de huidige ver- mogensbelasting van o,7 procent wordt ingeruild tegen een soortgelijke heffing van een procent ( 2 5 procent van vier procent), onder afschaffing de ver- mogensbelasting en van de inkomstenbelasting over vermogensinkomsten als rente en dividend. De 68- procentsregeling speelt geen rol meer; de rente- aftrek evenmin. Yoor vermogenden die nu bijvoor- beeld als gevolg van een nul-inkomen geen inkom- stenbelasting en evenmin vermogensbelasting beta- len, gaat het om een fikse belastingverzwaring.

Voor vermogenden die nu braaf zowel inkomsten- belasting over bijvoorbeeld rente, als vermogensbe- lasting over de hoofdsom betalen, is er sprake van een aanzienlijke belastingvermindering.

Hoe nu verder?

Na een aanvankelijke verdeeldheid, buigen de poli- tieke reacties in meerderheid naar een richting. De vvo overwon aanvankelijke aarzelingen om het huidige systeem los te Iaten en volgt minister Zalm in een voorkeur voor de vermogensrendements- heffing. Ze hecht wei sterk aan de gepresenteerde lage (algemene) belastingtarieven. Het CDA heeft na een periode van interne verdeeldheid gekozen voor de vermogensrendementsheffing. Voor GroenLinks gaan de kabinetsvoorsteilen lang niet ver genoeg. Deze partij wil bewerksteiligen dat ver- mogenden een meer dan evenredige bijdrage leve- ren aan de schatkist. Zij wil daartoe de aftrek van hypotheekrente 'aftoppen bij 25o.ooo gulden en kiest voor een zuivere heffing van de vermogens- winsten. Daarmee daagt ze dena de gemeenteraads- verkiezingen sterk geactiveerde linkervleugel van de PvdA uit. Daar houdt zich de financieel woord- voerder van de partij, Rick van der Ploeg op. Die beoordeelde in het vorige nummer van s & o de kabinetsverkenning als tekortschietend omdat ze niet ver genoeg gaat en niet sociaal genoeg is.* In

*

Mededeling van de redactie

Na het afsluiten van de bijdrage van Aert Jan Grotenhuis kwam de Tweede- Kamerfractie van de PvdA op 24 maart

1 998 naar buiten met de volgende ver- ldaring naar aanleiding van het artikel van Rick van der Ploeg in het maart- nummer van s & o:

In het laatste nummer van Socialisme en Democratie bescbrijft Rick van der Ploeo een aantal mooelijke veranderinoen in bet belas- tinoplan voor de 21 ste eeuw. Tijdens de voor- bereidinB van de inbreno van de PvdA:fractie voor bet debat over bet belastinoplan is zoro- vuldiB afoewooen en vervoloens besloten oeen voorstellen in de Tweede Kamer te doen met

betrekkinB tot de aftrek van de bypotbeekren- te. De oedacbten ins & D vormen dan ook niet bet standpunt van de Partij van de Arbeid maar oeven de persoonlijke opvattinoen van Rick van der Ploeo weer.

Deze meninB wordt oedeeld door Rick van der Ploeo.

l f l

(15)

s 8<_o 1 8

het bijzonder vindt hij dat de kabinetsplannen te mild zijn voor vermogende mensen. Op die grond spreekt hij ins & o de voorkeur uit voor een vermo- gensaanwasbelasting met daarnaast een vermogens- belasting hoven een vermogensrendementsheffing.

Een vermogensaanwashelasting treft de jaarlijkse groei van het vermogen. Ook nog niet gerealiseerde vermogenswinsten worden op die manier belast.

De vermogensrendementsheffing noemt hij on- rechtvaardig omdat de hoven het forfaitaire rende- ment gerealiseerde koerswinsten onbelast hlijven.

Nog voordat het maart-nummer bij de abonnees in de bus rolde, had de fractiewoordvoerder zijn mening hijgesteld. Op maandag 2 3 maart opteerde hij tijdens een debat in de Tweede Kamer toch voor een vermogensrendementsheffing, repte hij niet meer over het handhaven van de vermogensbelas- ting en kwam de positie van de aanvankelijk ook ter discussie gestelde hypotheekrente al helemaal niet meer aan de orde. Maar de vermogensrendements- heffing moet dan wat van der Ploeg betreft wei uit- gaan van een tarief gelijk aan dat van de vennoot- schapsbelasting (35 procent). Het forfaitair rende- ment moet in de visie van de PvdA-fractie niet op een percentage worden vastgeprikt, maar varieren al naar gelang het gekozen beleggingsprodukt. Bij aandelen zou dan al snel een percentage van acht in bet vizier komen.

Er schuilt evenwel een groat gevaar in het op deze manier aansluiting zoeken bij de hogere rende- menten die succesvolle beleggers vaak weten te behalen. De overheid die een hoog tarief heft bij degene die inderdaad een hoog rendement haalt, kan zijn ogen niet sluiten voor anderen die minder fortuinlijk beleggen of voor het feit dat dezelfde belegger die het ene jaar vee! winst maakt in het andere jaar met een verlies geconfronteerd kan worden. Om niet in strijd te komen met het rechts- gevoel zal dan een manier gevonden moeten wor- den om de verliezen fiscaal te verrekenen. Dat kan aileen door van de forfaitaire berekeningswijze af te stappen en het werkelijke (negatieve) rendement te

becijferen. Dat klinkt simpel maar helaas zijn onze fiscalis ten - of ze nu als belastinginspecteur, belas- tingadviseur of wetenschapper werken - niet in staat gebleken goed te definieren welke baten en las- ten op welk moment tot het inkomen gerekend moeten worden, Wat daar al aan regels voor te bedenken valt, past maar a! te vaak net niet op de bestaande praktijk in de financiele wereld of op de werkelijkheid die snel door slimme belastingadvi- seurs in het Ieven wordt geroepen. Zo'n inkomens- begrip zou door zijn complexiteit zo ingewikkeld worden dat de ontsnappingsroutes voor het opra- pen liggen. Net als in vroeger tijden. Het theore- tisch rechtvaardiger maken van de vermogensren- dementsheffing door de gehanteerde percentages zo op te hogen dat ze beter aansluiten bij de winsten van succesvolle beleggers, kan zo als een boemerang werken. Die boemerang kan op haar terugtocht niet aileen de daadwerkelijke heffing van de hogere per- centages effectief frustreren, ze kan ook een effec- tieve heffing van de nu gepresenteerde percentages om zeep helpen. Dat gebeurt zeker als vermogen- den er met moeilijk te ontdekken manipulaties in slagen koersverliezen in Nederland aan de belasting- inspecteur voor te schotelen terwijl ze koerswin- sten buiten de greep van de Nederlandse fiscus hou- den. Dat kan zelfs legaal gebeuren door toepassing van internationale belastingregels. Het is juist het systeem van de verliesverrekening dat de fiscus pro- blemen oplevert in Ianden die een vermogenswinst- helasting kennen · zoals Engeland en de Verenigde Staten. Belastingconstructies worden over de hele wereld toegepast. De Nederlandse fiscus is fanatiek in het bestrijden van dergelijke opzetjes maar loopt daarbij herhaaldelijk tegen zijn grenzen op. Daarop zouden we het niet moeten Iaten aankomen nu er een wel degelijk sluitend plan ligt voor een vermo- gensrendementsheffing die zo geprijsd is dat een tegenhewijsregeling niet nodig is. Liever een laag fictief rendement dan een hoge fictieve rechtvaar- digheid.

I 59

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze vooringenomenheden zijn bij de meeste HRM-afdelingen niet bekend; hierdoor wordt er veelal niet aan vrouwen gedacht voor bepaalde functies 27 en hebben ze ook niet altijd

Josette en Mark Budding maken hun zoon Dexter klaar voor een fietstochtje, voor het naar hem genoemde huis in Heerhugowaard.. Foto Guus Dubbelman /

Dat wordt moeilijk als gemeenten meer moeten doen met minder geld.' De woordvoerster van de ANBO stemt in: 'Gemeenten zijn hier helemaal niet op ingericht, maar krijgen

Het vrouwtje brengt twee keer per jaar tot 7 jongen op

Als je in de late herfst een egel vindt, die minder dan 700g weegt, breng hem dan meteen naar de dierenarts, die je dan nauwkeurige informatie over de verzorging kan geven!. Je

Veel meer spellen om gratis te downloaden en het benodigde materiaal en

Door het gebruik van deze technologie veranderde ons begrip van de betekenis van een ongeboren leven en van de ervaring van een zwangerschap waardoor ook een nieuw ethisch

• Leidt de ervaring van deze situatie en de evaluatie van de handeling/beslissing tot een nieuwe positie tov het gebruik van sociale media. • Leidt de ervaring van deze situatie