• No results found

VERSLAG VAN DE HOORZITTING, 20 maart 2012, 10.00 – 10.45 uur

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "VERSLAG VAN DE HOORZITTING, 20 maart 2012, 10.00 – 10.45 uur"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VERSLAG VAN DE HOORZITTING, 20 maart 2012, 10.00 – 10.45 uur Zaaknr: 103876

Inzake: Codewijzigingsvoorstel toedeling OV-exitcapaciteit

Aanwezig namens de Raad van Bestuur Nederlandse Mededingingsautoriteit (´de Raad’): Dhr. Van der Drift Energiekamer, voorzitter hoorcommissie

Mevr. Moe Soe Let Juridische Dienst, lid hoorcommissie Mevr. Langedijk Energiekamer, lid hoorcommissie Dhr. Van Eeuwen Juridische Dienst, lid hoorcommissie Aanwezig namens partijen:

Dhr. Brinkman OGLNG, LTO-Nederland en Productschap Tuinbouw

Dhr. Van der Valk OGLNG, LTO-Nederland en Productschap Tuinbouw (‘OGLNG c.s.’) Dhr. Borghols GTS en de gezamenlijke netbeheerders

Dhr. Agema GTS en de gezamenlijke netbeheerders

Dhr. Janssen Netbeheer Nederland en de gezamenlijke netbeheerders Dhr. Van de Worp VEMW

Mevr. Geerts-Zandveld Energie-Nederland Mevr. Frans Energie-Nederland Verslag:

Mevr. Van Splunter Bajol Tekst & Interpretatie i.o.v. Verslagdienst NMa

De voorzitter opent de hoorzitting en heet de aanwezigen welkom. De hoorzitting is georganiseerd naar aanleiding van het medio 2011 door de gezamenlijke netbeheerders ingediende voorstel ter wijziging van de technische Codes op het gebied van contractering van OV-exitcapaciteit. De Raad van Bestuur van de NMa (‘de Raad’) heeft op dit voorstel de uniforme openbare voorbereidings-procedure van toepassing verklaard. Dat betekent dat de bezwaarfase zal worden overgeslagen. De Raad heeft eveneens een wijzigingsopdracht gegeven, naar aanleiding waarvan de gezamenlijke netbeheerders een gewijzigd voorstel hebben ingediend. Vervolgens heeft de Raad een ontwerp-besluit ter inzage gelegd, waarop een schriftelijke zienswijze is ontvangen van OGLNG, LTO-Nederland en Productschap Tuinbouw (‘OGLNG c.s.’). Het doel van de hoorzitting is partijen de gelegenheid te bieden hun zienswijze mondeling naar voren te brengen.

Het voorliggende voorstel heeft een rijke voorgeschiedenis. Al in 2007 is het eerste besluit geno-men waarin aan de programmaverantwoordelijke (‘PV’er’) voor grootverbruikers OV-capaciteit werd toegewezen op basis van gecontracteerde capaciteit. Vervolgens heeft de Raad in 2008 een beslissing op bezwaar genomen waarbij de capaciteit op grond van technische aansluitcapaciteit werd verdeeld. Tegen deze beslissing op bezwaar is beroep ingesteld en er is een voorlopige voorziening aangevraagd. Deze voorlopige voorziening is door het College van Beroep voor het bedrijfsleven (‘CBb’) toegewezen, waardoor de werking van de in 2008 genomen beslissing op bezwaar is geschorst en de in 2007 vastgelegde methode geldt, op basis van gecontracteerde capaciteit. In de tussentijd hebben de gezamenlijke netbeheerders samen met de markt gewerkt aan een alternatief voorstel. De kern daarvan is dat de plancapaciteit vooraf door GTS wordt gesplitst in een plancapaciteit voor kleinverbruikers en een plancapaciteit voor

telemetrie-grootverbruikers waardoor eventuele kruissubsidie tussen die twee groepen niet meer mogelijk is. Daarnaast is binnen de groep telemetriegrootverbruikers de mogelijkheid tot kruissubsidie uitgesloten doordat de telemetriegrootverbruikers capaciteit toegekend krijgen op basis van het werkelijke verbruik in de voorgaande winter.

(2)

Hij stelt de leden van de hoorcommissie voor.

Hij schetst de gang van zaken ter zitting. Het betreft een openbare zitting. Indien partijen vertrou-welijke gegevens naar voren willen brengen, kunnen zij dat tevoren aangeven opdat passende maatregelen kunnen worden getroffen.

Van de zitting wordt een verslag gemaakt, dat betrokkenen zal worden toegezonden. Commentaar op de redactie van het verslag leidt niet tot wijziging ervan, doch wordt toegevoegd aan het dossier. Het is niet de bedoeling daarbij nieuwe punten op te brengen.

Hij nodigt OGLNG c.s. uit haar zienswijze nader toe te lichten.

Dhr. Brinkman juicht het zeer toe dat er na de gedachtewisseling tussen de marktpartijen en de gezamenlijke netbeheerders over hoe een en ander zou moeten worden geregeld nu een serieuze regeling voorligt. OGLNG c.s. heeft nog enige opmerkingen over het voorstel, maar zij heeft toch goede hoop dat er binnenkort een ook voor de tuinders zeer acceptabele regeling wordt

vastgesteld. Deze zal de regeling vervangen waarin OV-exitcapaciteit aan telemetriegroot-verbruikers wordt toegerekend op het grond van technische aansluitcapaciteit. Deze heeft zeer ongewenste effecten en OGLNG c.s. ziet die regeling dan ook graag definitief verdwijnen.

In aanvulling op de ingediende zienswijze heeft OGLNG c.s. enkele opmerkingen. De eerste betreft de transparantie van de regeling. Zij hecht eraan dat de regeling transparant is en dat de plancapa-citeit ook in formulevorm wordt vastgelegd. Dat punt heeft zij eerder gemaakt en dat blijft staan. Zij vindt het van belang dat er een formule zit achter de berekening van de standaardcapaciteit, de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers en de plancapaciteit profielafnemers, zodat die compo-nenten van de totale plancapaciteit volstrekt transparant kunnen worden berekend. Dat is nu niet gedefinieerd; er zijn slechts definities in de Begrippenlijst Gas.

In haar zienswijze heeft OGLNG c.s. aandacht besteed aan de modelcapaciteit, de berekening van de modelcapaciteit en het gebruik daarvan in het voorgestelde art. 2.1.2d Transportvoorwaarden Gas – LNB (‘Transportvoorwaarden’). OGLNG c.s. betwijfelt of de modelcapaciteit is gecorrigeerd voor de pieklevering, dus de capaciteit gebruikt voor kleinverbruikers/profielafnemers bij een temperatuur van tussen min 9 en min 17 ºC. Zij heeft in de zienswijze al uitgelegd waarom de modelcapaciteit niet lijkt te zijn gecorrigeerd voor pieklevering. Maar wellicht dat de gezamenlijke netbeheerders kunnen toelichten hoe zij de modelcapaciteit zien.

Verder zouden de gezamenlijke netbeheerders wellicht ook kunnen toelichten waarvoor het begrip ‘jaarverbruik telemetriegrootverbruikers’ nodig is. Dat jaarverbruik is in het ontwerpbesluit op twee punten opgenomen en was verder niet in de regeling voor OV-exit verwerkt. Dus wellicht is de definitie niet nodig.

Een volgende opmerking betreft de herziening van gegevens, hetgeen is geregeld in art. 2.1.2c Transportvoorwaarden. De vraag is of PV’ers herzieningen van die gegevens doorgeven als er fouten zijn opgetreden. Daarvoor heeft OGLNG c.s. al aandacht gevraagd. Een vervolgvraag is wanneer de herziene gegevens worden verwerkt in de toerekening van OV-exitcapaciteit als PV’ers herzieningen van de gegevens doorgeven aan de landelijk netbeheerder. Dat is niet genoemd in het ontwerpbesluit.

Tot slot een opmerking over de inwerkingtreding van de regeling per 1 januari 2013. Voor OGLNG c.s. is het van groot belang dat er een regeling komt waarin definitief komt vast te liggen dat de telemetriegrootverbruikers voor hun OV-exitcapaciteit tot die tijd worden afgerekend op gecontrac-teerde capaciteit. Wellicht zou de hoorcommissie in dezen een traject voor verdere besluitvorming kunnen aangeven.

(3)

verzoekt de gezamenlijke netbeheerders te reageren op de punten die OGLNG c.s. naar voren heeft gebracht.

Dhr. Borghols is namens de gezamenlijke netbeheerders verheugd dat het onderhavige dossier bijna kan worden afgerond. Het sleept al heel lang en de gezamenlijke netbeheerders zouden het graag in zijn definitieve vorm ingevoerd willen zien, voor zover er iets ooit definitief is binnen de sector. De tekst van het voorliggende voorstel is identiek aan hetgeen door de gezamenlijke netbeheerders is ingediend. Deze methode heeft een hoge mate van transparantie en beschrijft uitgebreid welke stappen worden doorlopen om de berekeningen uit te voeren. GTS is verheugd dat de tekst samen met de netgebruikers is opgesteld, hetgeen zeker heeft bijgedragen aan de trans-parantie. De vraag is wel tot hoever men moet gaan. Spreker persoonlijk zou graag dergelijke stukken in romanvorm opschrijven, maar juristen wijzen dan altijd op de noodzaak van eenvor-migheid in taalgebruik en gebruik van termen en definities.

Over de plancapaciteit is in een van de vorige hoorzittingen een aantal keren gesproken. De

plancapaciteit van de exitcapaciteit op het landelijk gastransportnet is niet in een formule te vatten. Wat plaatsvindt is een planningsproces, waarin veel aspecten worden meegewogen om te bekijken wat de capaciteit moet zijn. Dat is niet simpel: kijken naar wat er in het verleden is gebeurd, getalletjes erin stoppen en een formule toepassen. Ook moet in beschouwing worden genomen onder welke omstandigheden de afname is gerealiseerd en in hoeverre de kans op herhaling realistisch is. En of er nog andere ontwikkelingen zijn, bijvoorbeeld nieuwbouw of afbraak. Momen-teel wordt er niet heel veel meer nieuw gebouwd, maar een paar jaar geleden vierde de bouwsector nog hoogtij en schoten de nieuwe gebouwen nog bij bosjes de grond uit. Er vindt dus een heel proces plaats. Daarbij hoort ook overleg met gebruikers en met regionale netbeheerders. Dat proces staat beschreven in het Kwaliteits- en Capaciteitsdocument (‘KCD’). In de laatste versie daarvan, die van 2011, is in de bijlagen zelfs vierenhalve pagina besteed aan de wijze waarop dat proces plaatsvindt. Dat is door techneuten geschreven, dus wellicht iets te veel in romanvorm en te weinig juridisch exact, maar er staat wel beschreven hoe het proces plaatsvindt. Plancapaciteit is niet gedefinieerd en staat wel in de Begrippenlijst Gas, zoals OGLNG c.s. heeft opgemerkt. Daar staat dus expliciet wat de plancapaciteit moet zijn. Hoe GTS deze bepaalt wordt uitgewerkt in het KCD, waarop de NMa toezicht houdt. Iedere twee jaar krijgt GTS een audit van twee dagen waarbij het hele proces wordt doorgelicht. Volgens GTS is dit voldoende garantie dat er een realistische plancapaciteit staat.

Vervolgens gaat hij in op de modelcapaciteit. De modelcapaciteit wordt berekend volgens de in het art. 2.1.2d Transportvoorwaarden gegeven formule op pagina 21 van het voorliggende voorstel. De in deze formule gebruikte maximale uurfractie is mede afhankelijk van de referentietemperatuur en van de maand. Volgens het Besluit leveringszekerheid Gaswet is de PV’er voor kleinverbruikers slechts verantwoordelijk tot een temperatuur van min 9 ºC, voor grootverbruikers is hij dat ook voor lagere temperaturen. Dat is onder andere verwerkt in de voetnoten op pagina 9 van het voorliggende voorstel. De maximale uurfractie voor kleinverbruikers wordt bepaald bij min 9 ºC. De doorwerking daarvan zorgt ervoor dat de modelcapaciteit het gebruik bij pieklevering uitsluit. De modelcapaciteit is dus inderdaad gecorrigeerd voor pieklevering. In art 2.1.2f Transportvoorwaar-den is bepaald dat de netbeheerder van het landelijk gastransportnet op zijn website publiceert de te hanteren fitfactor profielafnemers, de fitfactor telemetriegrootverbruikers, de referentietempera-turen, de profielfracties voor profielafnemers en de profielfactoren grootverbruik. Dat doet GTS ook. Op haar website worden voor het jaar 2012 voor de maanden januari, februari en december referentietemperaturen genoemd van min 9 ºC respectievelijk min 17 ºC. De waarde van min 9 ºC geldt voor het kleinverbruik, te weten de categorieën G1A en G2A, en de waarde van min 17 ºC geldt voor de categorie G2C. Volgens GTS is alles voldoende gedefinieerd en gespecificeerd.

(4)

Dhr. Janssen vervolgt dat er aan dit voorstel in ieder geval zoveel mankeerde dat de gezamenlijke netbeheerders hebben besloten een nieuw voorstel in te dienen. In het oude voorstel was het begrip ‘jaarvebruik telemetriegrootverbruikers’ nodig, vervolgens is vergeten om dit begrip te verwijderen. In de nu gebruikte formules komt het niet meer voor. Nagegaan is of het begrip sinds het voorjaar van 2011 in andere voorstellen is gebruikt, zoals in de Informatiecode Elektriciteit en Gas, aangezien het ook daarin wordt voorgesteld. Voor zover kon worden nagegaan is het begrip jaarverbruik daar niet gebruikt, maar wordt hetzelfde fenomeen wel omschreven. Als het begrip zou blijven staan, kan het geen kwaad, maar op basis van de teksten zou het ook weg kunnen.

Dhr. Borghols behandelt de vraag over art. 2.1.2c Transportvoorwaarden, de herziening van de gegevens door de programmaverantwoordelijke. In de momenteel geldende tekst staat dat de gegevens eenmalig worden aangeleverd aan de beheerder van het landelijk gastransportnet, die vervolgens de berekeningen maakt. Daarin is ook een overgangsbepaling opgenomen dat er in 2008 nog een tweede ronde van aanlevering is. In het voorliggende voorstel wordt voorgesteld die tweede ronde permanent te maken zodat er een permanente mogelijkheid tot correctie is in de vierde maand.

Dhr. Janssen vult aan dat dit in de tweede alinea van art. 2.1.2c Transportvoorwaarden is opge-nomen. In de vigerende regeling wordt verwezen naar 2008. In het nu voorliggende voorstel is die verwijzing geschrapt.

Dhr. Borghols vervolgt dat de gezamenlijke netbeheerders hiermee in ieder geval erkennen dat men is afgestapt van de hoop dat het allemaal in één keer goed komt en men wat realistischer is.

Daarom is de mogelijkheid tot correctie opgenomen. Wel geldt voor al dergelijke processen dat deze op een gegeven moment eindig moeten zijn, anders kunnen de processen voor correcties wel eeuwig doorlopen, hetgeen ongewenst is. Alle partijen willen op een gegeven moment de boeken sluiten en ook activiteiten voorkomen die niet noodzakelijk zijn. De mogelijkheid tot correctie is er: alle partijen moeten hun gegevens controleren en indien zij bemerken dat er ergens een fout is gemaakt, moeten zij dat doorgeven. Het eerste moment van doorgeven is de eerste maand, het tweede moment van doorgeven is de vierde maand. Dan hebben partijen drie maanden de tijd om de gegevens te controleren en correcties door te geven. Dat lijkt GTS een ruime termijn. De correcties worden doorgegeven aan de regionale netbeheerder die de gecorrigeerde data na controle opstuurt naar GTS. Vervolgens worden deze verwerkt in de factuur. Als een tuinder bijvoorbeeld ziet dat gegevens niet correct zijn, dat doorgeeft aan een PV’er en deze doet er vervolgens niets mee, dan hebben die twee partijen iets met elkaar te bespreken en op te lossen. Dat is naar de mening van GTS niet een reden om de mogelijkheid tot herziening langer door te trekken. In het allocatieproces staat dezelfde termijn open waarin de uurlijkse data kunnen worden gecorrigeerd.

Het laatste aan de orde gestelde punt betreft de inwerkingtreding per januari 2013 en dat niet nog stiekem de technische capaciteit voor een bepaalde tijd zou worden ingevoerd. De gezamenlijke netbeheerders kunnen melden dat als iemand dat zou willen, de systemen bij de netbeheerders er niet op zijn ingericht om dat voor een tussenperiode mogelijk te maken. Als iemand dat nog wil, moet er nog wat worden gedaan.

De voorzitter biedt de aanwezigen de gelegenheid te reageren op hetgeen naar voren is gebracht. Dhr. Van de Worp heeft enkele vragen over de plancapaciteit. GTS heeft aangegeven dat dit niet in een formule is te vatten, maar dat het een proces is waarin allerlei aspecten worden meegewogen en dat in de KCD’s wordt bepaald hoe het proces in zijn werk gaat. In randnummer 51 van het voorliggende besluit is de zinsnede opgenomen: ‘Door middel van het toezicht van de Raad op de kwaliteits- en cappaciteitsdocumenten van de LNB wordt correctheid van de berekening van de plancapaciteit voldoende gewaarborgd.’ Ook VEMW is bekend met deze documenten. Zij wil toch de vraag stellen of deze documenten voldoende houvast bieden aan de NMa en of de wijze waarop de plancapaciteit wordt bepaald duidelijk genoeg beschreven staat. En mag de NMa, indien dat niet het geval zou zijn, aan GTS vragen om de KCD’s op dat punt aan te vullen of te veranderen?

(5)

geen aanleiding geweest om meer informatie te vragen. Maar het is niet uit te sluiten dat dit in de toekomst anders ligt.

Dhr. Borghols is persoonlijk bij enkele audits door de NMa betrokken geweest. De NMa heeft daarin wel degelijk aangegeven dat zij bij volgende versies van het KCD een aantal zaken anders en meer expliciet omschreven wil zien. Dat heeft GTS uiteraard ook uitgevoerd. Een audit duurt meestal twee dagen waarbij op een aantal topics wordt ingegaan. Dat gaat best diep. Dhr. Van de Worp vraagt of dat ook geldt voor het punt van de plancapaciteit.

Dhr. Borghols is er in ieder geval een keer bij geweest dat er twee uur is gesproken over de wijze waarop een en ander wordt bepaald en wat er allemaal wordt gedaan.

Dhr. Van de Worp heeft hiernaar gevraagd omdat op dit punt in het verleden een discussie is gevoerd en de NMa in het besluit heeft aangegeven dat er geen tweejaarlijkse evaluatie komt of iets dergelijks. Dat legt dan juist op dit soort punten een extra druk dat het ook daadwerkelijk mee-genomen wordt in de audits.

Mevr. Geerts-Zandveld kan zich namens Energie-Nederland erg goed vinden in het voorliggende besluit. Energie-Nederland is bijzonder verheugd over de wijze waarop dit besluit tot stand is gekomen, zowel over het voorproces bij het Gebruikersplatform elektriciteits- en gasnetwerken (‘GEN’) als over de vorm waarin het besluit nu voorligt. Partijen hebben goed overleg gevoerd en hun punten kunnen inbrengen. Dat is ook allemaal goed neergelegd in het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders. Energie-Nederland complimenteert de gezamenlijke netbeheerders hiermee. Aangezien Energie-Nederland het op hoofdlijnen en de meeste details eens is met het voorliggende besluit, heeft zij geen schriftelijke zienswijze ingediend. Er zijn enkele kleine dingetjes, die zij echter niet zo belangrijk vindt dat zij deze ter zitting wil aanvoeren. Zij heeft slechts twee korte inhoudelijke opmerkingen. De eerste betreft het jaarverbruik telemetriegrootverbruikers. Energie-Nederland zou dit begrip graag laten staan als het verder geen kwaad kan, aangezien het handig is voor controle bij het stuursignaal. De tweede opmerking heeft betrekking op de ingangs-datum van 1 januari 2013. Energie-Nederland benadrukt dat zij geen wijziging van systemen wil vóór die datum, maar door wil gaan op de wijze waarop nu wordt gewerkt, omdat zowel de markt als GTS daarop helemaal is ingericht. Niemand is gebaat bij allerlei wijzigingen. Dat betekent ook dat Energie-Nederland graag zo spoedig mogelijk alle hangende besluiten – dat zijn er inmiddels drie – in de prullenmand ziet verdwijnen en dat zij wil doorgaan met het besluit zoals dat er nu ligt. Mevr. Moe Soe Let kan Energie-Nederland op dit laatste punt waarschijnlijk wel geruststellen. Los van hetgeen de NMa met dit punt doet, is, gezien de werkvoorraad van het CBb, de kans niet heel groot dat het CBb vóór 1 januari 2013 zowel de zaak over het besluit inzake technische aansluit-capaciteit op zitting heeft gebracht als uitspraak heeft gedaan, die dan ook nog zou moeten

inhouden dat alles ongegrond is en dat het besluit in stand blijft. Als dat onverhoopt toch het geval zou zijn, dan zou nog een goed gesprek moeten worden gevoerd, omdat de systemen er niet op zijn ingericht.

De voorzitter nodigt OGLNG c.s. uit in tweede termijn te reageren.

Dhr. Brinkman heeft geen nadere aanvullingen op de door OGLNG c.s. gegeven zienswijze. Zij heeft kennis genomen van de reactie van de gezamenlijke netbeheerders.

De voorzitter stelt enkele vragen aan OGLNG c.s. De eerste betreft de plancapaciteit. Deze is beschreven in het KCD, waarop de NMa toezicht houdt. Begrijpt de NMa het goed dat dit voor OGLNG c.s. niet transparant en duidelijk genoeg is?

(6)

De voorzitter vervolgt met een vraag over de modelcapaciteit. De gezamenlijke netbeheerders hebben aangegeven dat de modelcapaciteit wel degelijk is gecorrigeerd voor pieklevering. OGLNG c.s. had aangegeven dat die volgens haar niet zo was weergegeven in het voorliggende besluit. Is OGLNG c.s. ook na de ter zitting gegeven uitleg nog steeds van mening dat in de Codes niet goed is weergegeven dat de modelcapaciteit is gecorrigeerd voor pieklevering?

Dhr. Van der Valk licht toe dat OGLNG c.s. een en ander had geprobeerd te achterhalen aan de hand van de in het voorliggende besluit opgenomen verwijzingen naar de documenten die de totstandkoming van de modelcapaciteit beschrijven. Daarin heeft OGLNG c.s. niet rechtstreeks ontdekt dat er sprake is van correctie van pieklevering. De uitleg van de gezamenlijke netbeheer-ders kan zij op zich wel volgen. Zij begrijpt dat dit moet worden gezien vanuit de tekst van het Besluit leveringszekerheid Gaswet en de uitwerking daarvan in de Allocatievoorwaarden Gas en de bijlage. Het zou wellicht een aandachtspunt kunnen zijn om na te gaan of alles in juridische zin inderdaad kloppend is. Maar OGLNG c.s. is tevreden met de uitleg van de gezamenlijke net-beheerders op dit punt.

De voorzitter vervolgt met een vraag over het begrip ‘jaarverbruik telemetriegrootverbruikers’. Energie-Nederland heeft naar voren gebracht dat het ook voor andere doeleinden nuttig is om dit begrip te laten staan. Heeft OGLNG c.s. daartegen bezwaren?

Dhr. Van der Valk heeft daartegen geen bezwaar.

De voorzitter vraagt naar het achterliggende belang ten aanzien van het punt van de correcties die PV’ers kunnen doorgeven aan de LNB.

Dhr. Van der Valk legt uit dat gezien de ervaringen uit het verleden de gang van zaken rond meetdata en verwerking daarvan in facturen altijd de bijzondere aandacht van OGLNG c.s. heeft. Hier had zij het idee dat er een los einde was, omdat wel de correctiemogelijkheden waren aan-gegeven, maar niet was vastgelegd dat dit ook daadwerkelijk wordt opgevolgd. OGLNG c.s. begrijpt de uitleg van de gezamenlijke netbeheerders wel, dat het een issue is tussen aangeslotenen en PV’ers indien een PV’er in gebreke blijft. Maar zij zag toch een los einde in de tekst van het besluit. De voorzitter constateert dat aanwezigen geen behoefte hebben aan het maken van verdere

opmerkingen. Hij gaat over tot de afronding van de hoorzitting. De termijn voor het indienen van schriftelijke zienswijzen is gesloten. De NMa gaat aan de slag om tot een besluit te komen. Het is mogelijk dat er nog een wijzigingsopdracht aan de gezamenlijke netbeheerders wordt gegeven. Indien dat het geval is, zal zij als extra service de wijzigingsopdracht ter consultatie aan betrokken partijen toesturen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het Dagelijks Bestuur heeft ook enkele adviezen en brieven geschreven, zijnde een advies mbt het politiereglement en een brief uit eigen initiatief met betrekking tot de Recreatieve

Alie stembureauleden zijn verantwoordelijk voor het correct en volledig invullen van het proces-verbaal. Na afloop van de telling van de stem men ondertekenen alle stembureauleden

Deze vooringenomenheden zijn bij de meeste HRM-afdelingen niet bekend; hierdoor wordt er veelal niet aan vrouwen gedacht voor bepaalde functies 27 en hebben ze ook niet altijd

© 1985 Scripture in Song /Unisong Music Publishers / Small

Voorzitter: Kirsten de Vrede: Meneer Brandsma, sorry dat ik u onderbreekt, maar voordat u met een heel nieuw onderdeel in uw woordvoering begint, wil ik uw aandacht vragen voor

Dus daar hebben wij zelf niet helemaal niet naar gekeken, maar dan moet je wel zicht hebben dat je die eventueel zou kunnen verwerven, dus daarom waren er in onze inventarisatie

Het college kiest er niet voor om in Eelde één gebouw in te zetten als cultuurhuis.. Dat doet afbreuk aan de

Zoals dat Robert iets gaat vertellen over de Amiga 500++, Camiel en Arn over hun nieuwe Basic spel, dat zal werken op de meeste Commodore computers, alle ooit gemaakte Amiga's,