• No results found

Eindexamen economie 1 vwo 2005-I

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eindexamen economie 1 vwo 2005-I"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Opgave 5

Zorgen om toetreding tot de EU

In 2002 werd door de Europese Raad besloten dat een aantal landen  voor het merendeel uit Oost-Europa  mocht toetreden tot de Europese Unie. Sommige politici maakten zich ernstige zorgen over deze toetreding. De kandidaat-lidstaten voldeden namelijk nog niet allemaal aan de voorwaarden die aan deze toetreding waren gesteld. Op gebieden als bijvoorbeeld economische groei, overheidsfinanciën en prijsstabiliteit, lieten de kandidaat- lidstaten nog grote verschillen zien. Voor zeven kandidaat-lidstaten zijn die verschillen in figuur 2 in beeld gebracht.

Er kan een verband gelegd worden tussen inflatie en financieringstekort:

hoge inflatie o lage economische groei (volume) o hoog financieringstekort overheid.

2p 19 † Verklaar elk van beide pijlen in het weergegeven verband tussen inflatie en financieringstekort.

2p 20 † In welk land in figuur 2 gaat dit verband het duidelijkst op?

Er kan een verband gelegd worden tussen financieringstekort en inflatie:

hoog financieringstekort overheid o hoge economische groei (volume) o hoge inflatie.

2p 21 † Verklaar elk van beide pijlen in het weergegeven verband tussen financieringstekort en inflatie.

2p 22 † In welk land in figuur 2 gaat dit verband het duidelijkst op?

figuur 2

1 0

2 3 4 5 7 6

8 1 2 3 4 5 6 7 8 9

Letland

Hongarije Litouwen

Estland

Slovenië

Tsjechië

Polen Letland

Hongarije Litouwen

Estland

Slovenië

Tsjechië

Polen

10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 volume economische

groei (%)

inflatie (%) financieringstekort van de overheid

(% nationaal product)

Eindexamen economie 1 vwo 2005-I

havovwo.nl

 www.havovwo.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een verklaring waaruit blijkt dat een hogere rente in de VS beleggen in de VS vanuit het buitenland aantrekkelijker maakt waardoor de vraag naar

Huizenprijs in Nederland torenhoog Tussen 1997 en 2000 zijn de prijzen van koopwoningen en de inflatie gestegen (figuur 1).. Twee belangrijke oorzaken van de gestegen

De ECB gaat ervan uit dat elk procent koersdaling van de euro ten opzichte van de dollar leidt tot 0,2 procentpunt inflatie in het eurogebied?. Ter beïnvloeding van de eurokoers kan

2p 8 † Bereken met welk bedrag het beschikbaar inkomen van een laaggeschoolde uitkeringsgerechtigde gemiddeld per maand toeneemt bij het aanvaarden van werk. 2p 9 † Bereken

beroepsbevolking in land B werkloos. Land A en land B zijn buurlanden met een onderlinge vaste wisselkoers. Beide landen hebben onderling vrij verkeer van goederen en kapitaal. De

Dat is meer dan de 3% waar het kabinet vanuit was gegaan. In 2001 is het netto-inkomen van een modale werknemer 5% hoger dan in 2000 hetgeen bij een inflatie van 2,5% een stijging

2p 29 † Waardoor kan uit figuur 6 niet worden afgeleid dat de overheid in dit land in totaal meer geld aan voorzieningen voor de burgers uitgeeft dan zij van de burgers

Een antwoord waaruit blijkt dat het inkomen van huishoudens stijgt waardoor voor meer huishoudens een koopwoning binnen bereik komt zodat bij elke prijs het aantal vragers