Beheer
dijkvegetatie 2.0
Bart Vandevoorde, Frederic Van Lierop & Erika Van den Bergh
Inspiratiedag dijk-belastingproeven en stresstesten Arnhem 21/03/2018
Inhoud
Aanleiding Aanpak en projectstructuur Onderzoeksluiken Vegetatietypologie Abiotiek Biomassa Bedekking/worteldensiteit Doelvegetatie Beheertraject en -maatregelen DijkkarteringVan kartering tot beheervoorstel
Aanleiding
Hoofdfunctie van dijken = waterkering (erosiebestendigheid)
Ecologische functie (leefgebied en corridor fauna/flora)
Onderzoeksluik
VegetatietypologieDoelstelling: b
eeld van variatie in
vegetatie op dijken
Methode
Maken van gestandaardiseerde
vegetatieopnames
Onderzoeksluik
Vegetatietypologie219 vegetatieopnames
Selectie proefvlak 2x2 m (algemeenste vegetatietypes)
Vegetatietypologie
Soortenrijk graslandVegetatietypologie
Onderzoeksluik
Vegetatietype~abiotiek
Bodemtextuur
Onderzoeksluik
Vegetatietype~abiotiek
Onderzoeksluik
Vegetatietype~abiotiek
Onderzoeksluik
Vegetatietype~biomassa
Onderzoeksluik
Vegetatietype~bedekking
Bedekking = holheid -1
Proxy erosiebestendigheid
20 locaties per vegetatietype (5)
Onderzoeksluik
Vegetatietype~bedekking
Onderzoeksluik
Vegetatietype~worteldensiteit
Wortellengtedensiteit (km/m³)
SG = Soortenrijk grasland
RGB = Soortenrijk glanshavergrasland AGH = Soortenarm glanshavergrasland VGH = Verruigd glanshavergrasland
Doelvegetatie
Doelstelling = Type 1 Soortenrijk grasland of Type 2 Soortenrijk glanshavergrasland
Hoogste erosiebestendigheid Laagste biomassa
Hoogste ecologische waarde
Beheertraject
Kruidige vegetatie
Gepaste beheermaatregelen
Kruidige vegetatie
Omvormingsbeheer
Verschralend maaibeheer
= 2x maaien + afvoer (minimaal)
1) vanaf half mei (type 5 en 4 vroegst); 2) vanaf half augustus
In functie van resultaat => onderhoudsbeheer
Gepaste beheermaatregelen
Kruidige vegetatie
Onderhoudsbeheer
Maaibeheer
= 2x maaien + afvoer
1) vanaf eind juni (type 2 en 1); 2) vanaf half september
Overwegen van gefaseerd maaien
Begrazingsbeheer
Verweidingssysteem (schapen), eventueel in combinatie met maaibeheer
Specifieke beheermaatregelen
Onderhoudsbeheer Riet/ruigte Bomen/struiken Omvormingsbeheer Riet/ruigte Bomen/struikenExoten (Duizendknoop Fallopia spp., reuzenbalsemien
Impatiens glandulifera, reuzenberenklauw Heracleum mantegazzianum)
Dijkkartering
Inventarisatie
Vastleggen huidige toestand door in kaart brengen van de verschillende vegetatietypes (i.e. vegetatiekartering)
Limitatieve lijst vegetatietypes Vegetaties als lijnen gekarteerd
29 Vegetatietypes 1 6 2 7 3 8 4 9 5 10
Soortenrijk glanshavergrasland Fallopia
Soortenrijk grasland Riet
Soortenarm glanshavergrasland Variabele ruigte (R)
Verruigd glanshavergrasland Bomen/struiken
Dijkkartering
Inventarisatie
Vastleggen huidige toestand door in kaart brengen van de verschillende vegetatietypes (onderscheid tussen rivierzijde, kruin, landzijde en teen)
Dijkkartering
Circa 540 km dijktraject
Dijkkartering
Dijkkartering
Inventarisatie (deelgebied 1 en 2)
Van kartering
tot beheervoorstel
Afhankelijk van huidige vegetatie en in functie van doelvegetatie
beheervoorstel om doelvegetatie te bestendigen of te ontwikkelen
Focus op landzijde, 70-30-regel
Beheervoorstel
Opvolging
1e fase
PDCA
Opvolging
Moet toelaten om doelstellingen te
Opvolging
Maximaliseren doelvegetaties
Kartering op gebiedsniveau
Specifieke kwaliteitsdoelen
Puntniveau: permanente proefvlakken
39
