• No results found

Museum Nienoord

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Museum Nienoord "

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Naam: Chris Ittmann

Opleiding: Master Geschiedenis Vandaag Studentnummer: 2989980

Adres:

Friesestraatweg 65C 9718 NC Groningen Tel.: 0642442305 Stagegever:

Museum Nienoord

Nienoord 1, 9351 AC Leek

Stagebegeleider: drs. Geert Pruiksma

Stagedocent RUG: dr. Stefan van der Poel

(2)

2020

Museum Nienoord

STAGEVERSLAG JANUARI 2020 – MEI 2020

CHRIS ITTMANN

(3)

Voorwoord

Voor u ligt het verslag dat tot stand is gekomen aan de hand van mijn stage op Museum Nienoord voor de masterstudie Geschiedenis Vandaag aan de Rijksuniversiteit Groningen. In de periode van 22-01-2020 tot 15-05-2020 heb ik 280 uren meegewerkt aan een tentoonstelling over de Tweede Wereldoorlog in Noord-Nederland. Deze tentoonstelling vindt plaats in het kader van 75 jaar bevrijding.

Dit verslag geeft de weg weer die ik doorlopen heb van het begin tot het einde van de stage. Ik schijn een licht op mijn werkzaamheden, hoe ik ben omgegaan met problemen en valkuilen en uiteraard bespreek ik mijn (behaalde) leerdoelen. Omdat ik ook na mijn stage nog betrokken blijf bij dit project zal ik ook hier kort aandacht aan besteden.

Een dankwoord wil ik nog uitspreken naar Willy van der Schuit. Zij heeft mij ontzettend geholpen bij de nogal chaotische start van de stage. Daarnaast zorgde haar enthousiasme, kennis en feedback ervoor dat ik mijzelf heb kunnen ontwikkelen op het gebied van publieksteksten schrijven.

(4)

Inhoudsopgave

Inleiding ... 5

Museum Nienoord ... 6

Werkzaamheden ... 8

Begin van de stage ... 9

Midden van de stage ... 9

Stage tijdens COVID-19 ... 10

Bijdrage aan de tentoonstelling na afsluiting stage ... 11

Evaluatie ... 12

Conclusie ... 17

Literatuur ... 18

Bijlage ... 19

I. Logboek ... 19

II. Vlekkenplan ... 25

III. Voorbeelden van geschreven teksten ... 26

(5)

5 Inleiding

Voor mij was er geen twijfel over mogelijk, tijdens de masterfase ga ik stagelopen.

Praktijkervaring opdoen had ik tijdens mijn bachelor Europese Talen en Culturen gemist.

Vanwege mijn brede interesses in cultuur en geschiedenis was het voor mij een logische stap om op zoek te gaan naar een stage bij een museum. Lang heb ik niet hoeven zoeken. Voor het methodecollege, Archieven en Internetbronnen, brachten we een bezoek aan het Instituut voor oorlogs-, holocaust- en genocidestudies (NIOD) in Amsterdam. Onderweg raakte ik met Andrea Kugel aan de praat, zij was al aangenomen voor deze stage en ze vertelde dat er nog een stagiair werd gezocht.

Van het museum zelf had ik eerlijk gezegd nog nooit gehoord, maar het project sprak mij direct aan. De reden om bij Museum Nienoord stage te gaan lopen lag voor mij dus meer bij het project dan bij het museum zelf. Ik heb altijd al interesse gehad in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Het feit dat er een kans lag om mee te werken aan een tentoonstelling over dit onderwerp, maakte mij zo enthousiast dat ik vanuit de tram nog een mail stuurde naar de directeur Geert Pruiksma. Een week later kon ik al op gesprek. Hieruit bleek dat ik met Andrea nauw zou gaan samenwerken om deze tentoonstelling tot een succes te maken. Een samenwerking, die ik tijdens de gehele stage als zeer prettig heb ervaren. In de evaluatie zal ik dit nader toelichten.

(6)

6 Museum Nienoord

Landgoed Nienoord kent een geschiedenis van ruim vijf eeuwen. Wat begon in de 16e eeuw als ontginningsproject in een uitgestrekt veengebied, is uiteindelijk uitgegroeid ‘tot een adellijk landgoed met monumenten, natuurschoon en toeristische attracties.’

1

Het landgoed was in de loop der eeuwen door onder andere erfeniskwesties, een brand en het tragische ongeluk van 1907

2

, een aantal keer in verval geraakt en weer opgeknapt. In 1950 besloot de gemeente Leek het landgoed en de borg te kopen. Acht jaar later werd de borg verhuurd aan het Nationaal Rijtuigmuseum. In deze periode is de borg weer gerestaureerd. In februari 2013 veranderde de naam van het museum van Nationaal Rijtuigmuseum naar Museum Nienoord. Vanaf nu stond niet meer alleen de collectie van rijtuigen centraal, maar werd er ook aandacht geschonken aan de historie van de monumentale borg.

3

De actuele doelstelling van het museum luidt dan ook:

‘Het bevorderen bij het brede publiek van de belangstelling voor, en het inzicht in de geschiedenis van Borg Nienoord, de regionale cultuurhistorie en de geschiedenis en cultuur van het gebruik van paard en rijtuig in Nederland.’

4

Museum Nienoord is gevestigd in de borg en een aantal bijgebouwen. In de benedenverdieping van de borg worden verschillende culturele activiteiten georganiseerd.

Denk hierbij aan lezingen, boekpresentaties, kleine theatervoorstellingen en exposities. In de bovenverdieping kan de bezoeker de vaste expositie ‘Verborgen Verhalen’ vinden: ‘Deze tentoonstelling toont op speelse wijze de luisterrijke geschiedenis van de borg, de borgbewoners en hun invloed op de regionale ontwikkeling.’

5

Op deze bovenverdieping bevindt zich ook nog een groot voormalig kantoorruimte. Deze ruimte wordt aangepast en vormt het decor voor de tentoonstelling over de oorlog in Noord-Nederland en specifiek het Westerkwartier. Deze tentoonstelling sluit daarbij aan op de doelstelling om de kennis van regionale cultuurhistorie te bevorderen. De borg beschikt ook nog over een zolder. Hier zullen onderduikruimtes worden nagemaakt en kunnen basis- en middelbare scholen zich aanmelden voor een interactief &

educatief project over de Tweede Wereldoorlog.

Museum Nienoord werkt met een team van meer dan vijftig vrijwilligers, verdeeld over drie afdelingen: Publiek, Collectie en Technische Dienst. Ik vind het mooi om te zien dat zoveel mensen hun steentje bijdragen aan het museum. Zo heb ik een vrijwilligersvergadering

1 Locatie. https://www.museumnienoord.nl/locatie/ (geraadpleegd op 19 mei 2020).

2 In de negentiende eeuw erfde Bram van Panhuys het restant van het landgoed en bouwde een nieuwe borg na 1887. Dertig jaar later raakte de gehele familie van Panhuys in een koets te water en verdronk. Twee kleinkinderen waren niet mee, zij zijn later naar Wassenaar verhuisd. Nienoord raakte weer in verval.

3 Ibidem

4 Organisatie. https://www.museumnienoord.nl/organisatie_anbi/ (geraadpleegd op 19 mei 2020).

5 De Borg. https://www.museumnienoord.nl/de-borg/ (geraadpleegd op 19 mei 2020).

(7)

7

bijgewoond waar meer dan veertig vrijwilligers aanwezig waren. Vol passie en met de beste

intenties willen zij het museum verbeteren. Echter zag ik hier ook dat de vrijwillige bijdrage

van zo’n groot aantal personen kan leiden tot een chaotische manier van overleggen.

(8)

8 Werkzaamheden

In het kader van 75 jaar bevrijding maakt Museum Nienoord ruimte voor een tentoonstelling en een educatief project over de Tweede Wereldoorlog in Noord-Nederland. Tijdens mijn stage heb ik meegewerkt aan de tentoonstelling. Deze zou aanvankelijk vanaf 1 mei 2020 plaatsvinden. Helaas brak COVID-19 uit en heeft het museum tot 1 juni haar deuren moeten sluiten. Omdat deze tentoonstelling verbonden is aan de landelijke activiteiten rondom de viering van 75 jaar bevrijding is het voor alsnog onbekend wanneer de tentoonstelling en het educatieve project van start zullen gaan. Toch hebben we ondanks deze enorme tegenslag gewoon doorgewerkt aan het project. Zodat zodra de situatie het weer toelaat, de tentoonstelling kan worden geopend. Hieronder kunt u de algehele introductietekst van de tentoonstelling lezen.

‘Na de bevrijding in mei 1945 bleek dat de Duitse bezetting diepe littekens had veroorzaakt in de samenleving. Bijna de gehele joodse gemeenschap was vermoord, talloze verzetsmensen waren opgepakt en gefusilleerd en duizenden mannen waren tewerkgesteld in Duitsland. Zelfs nu, 75 jaar na dato, is de herinnering van betrokkenen aan die periode vaak pijnlijk. Mensen hadden onderduikers in huis, brachten illegale kranten rond of waren zelf ondergedoken geweest. Tegelijkertijd hadden leden van de Nationaal-Socialistische beweging (NSB) samengewerkt met de Duitse bezetter. De samenleving was op scherp gezet, met achterdocht of juist vertrouwen tussen buren, vrienden, geloofsgenoten en zelfs families.

Deze tentoonstelling vormt het decor voor de vele persoonlijke verhalen uit de Tweede Wereldoorlog die in Noord-Nederland, en dus ook in het Westerkwartier, deze periode bepaalden. Verschillende gebeurtenissen krijgen een gezicht.

Het centrale verhaal op de eerste verdieping speelt zich af in Dokkum. Hier vond in januari 1945 één van de grootste fusillades in Noord-Nederland plaats, waarbij de Sicherheitsdienst twintig mannen vermoordde. De meeste slachtoffers kwamen uit Groningen en Friesland, zoals de Westerkwartierder Jan Duursma. Deze aangrijpende gebeurtenis wordt vanuit meerdere perspectieven belicht.

‘Wie niet weg is, is gezien’

Op de zolder van de borg Nienoord kan de bezoeker zich identificeren met de keuzes, de stelselmatige uitsluiting of heftige belevenissen van gewone Westerkwartierders. In ‘Wie niet

(9)

9

weg is, is gezien’ volg je vier jonge mensen voor wie het dagelijks leven een totaal andere wending nam als gevolg van de oorlog.’6

Tijdens de stage was het aan Andrea en mij de taak om informatie te verzamelen in archieven over de fusillade in Dokkum. Daarnaast hebben we ook informatie verzameld omtrent onderwerpen uit het Westerkwartier die aansluiten op het hoofdonderwerp. Denk daarbij aan het jodendom in Leek of de ondergrondse in het Westerkwartier. Deze informatie hebben we vertaald naar teksten voor museumbezoekers. Tevens hebben we meegewerkt aan het aanvragen van bruiklenen van objecten en beeldrecht voor foto’s.

Begin van de stage

Aan het begin van de stage werd er een werkgroep gevormd. Deze werkgroep bestond uit Geert Pruiksma (directeur Museum Nienoord), Willy van der Schuit (historica, tentoonstellingsmaker), Kirsten Bos (historica, maker educatieprogramma’s), Berend Hoekstra (oud-burgemeester Leek en vrijwilliger Museum Nienoord), Siebrand Homan (medewerker en oud-voorzitter Historische Kring Leek) en uiteraard Andrea en ik. Het idee was dat Andrea en ik ons in eerste instantie zouden bezighouden met het hoofdthema, namelijk de fusillade in Dokkum. Om aan informatie te komen hebben we bezoeken gebracht aan Tresoar in Leeuwarden, het Historisch informatiecentrum Noordoost Fryslân in Dokkum en de Groninger Archieven. Hier vonden we onder andere oude krantenberichten, originele bekentenissen van daders, programmaboekjes van herdenkingen, filmmateriaal van de kisting van de lichamen en veel geschreven literatuur. Deze informatie hebben we vertaald naar paneelteksten verdeeld over verschillende categorieën (de fusillade in Dokkum, slachtoffers, daders). Omdat de fusillade zo een heftig verhaal is leek het mij mooi als dit verhaal niet alleen in schrift maar ook in audio zou terugkomen in de tentoonstelling. Vanuit het perspectief van de enige ooggetuige, burgemeester Albertus Jonker, hebben Andrea en ik de opzet gemaakt van een audiofragment.

Deze is geredigeerd door Kirsten Bos. In de evaluatie zal ik dieper ingaan op dit proces en over hetgeen wat ik hiervan heb geleerd.

Midden van de stage

Tot en met eind februari heb ik mij beziggehouden met het onderzoeken en schrijven van teksten met betrekking tot de fusillade in Dokkum. Daarna zijn we het onderwerp breder gaan

6 Deze algehele introductietekst voor de tentoonstelling is opgesteld door Andrea en mij en geredigeerd door Willy van der Schuit en Kirsten Bos.

(10)

10

trekken; zo waren sommige slachtoffers van de fusillade in Dokkum gemarteld in het Scholtenhuis in de stad Groningen, hebben vele van hen meegeholpen met de verspreiding van illegale kranten en was een enkele lid van verzetsgroep De Groot. Aan de kant van de daders was het dan weer interessant om te kijken naar de berechting van oorlogsmisdadigers na de Tweede Wereldoorlog. Om deze stukken te kunnen schrijven hebben we voornamelijk literatuuronderzoek gedaan en de aflevering ‘De laatste doodstraf’ van Andere Tijden bekeken.

Hierdoor kwamen we erachter dat één van de daders van de fusillade, Artur Albrecht, de laatste doodstraf in Nederland heeft gekregen. In deze periode hebben we ook een bezoek gebracht aan het Nationaal Onderduikmuseum in Aalten. Hier hebben wij gesproken met Berna Bonekamp, zij is daar hoofdverantwoordelijke voor de nieuwe tentoonstelling met betrekking tot 75 jaar bevrijding. We hebben daar gekeken naar hoe zij de ruimtes hebben ingericht en hoe ze een bepaalde sfeer creëren (onderdeel van story telling). Ook hebben we een bezoek gebracht aan Museum het Joodse Schooltje in Leek. Met deze informatie heb ik uiteindelijk een paneeltekst kunnen schrijven over de joodse gemeenschap in Leek, het eerste transport van Westerbork naar Auschwitz en in het specifiek over de joodse Leekster Golda van Dam-van Coevorden en haar laatste briefkaarten die ze stuurde vanuit Westerbork.

Stage tijdens COVID-19

Midden maart sloot het museum haar deuren in verband met de COVID-19 pandemie. Vanaf toen waren wij genoodzaakt om thuis te werken en zat een bezoek aan een archief of bibliotheek er helaas niet meer in. Vergaderingen gingen sindsdien per telefoon. Gelukkig heb ik in de eerste vijf weken van de intelligente lock-down nog genoeg werk kunnen verzetten. In de tentoonstellingsruimte komt een touchscreen te staan met de kaart van Noord-Nederland erop.

De bezoeker kan op verschillende plaatsen klikken en dan zien dat ook daar een fusillade heeft plaatsgevonden. Dit laat zien dat de fusillade in Dokkum niet per se op zichzelf stond, maar helaas veel vaker voorkwam. De teksten over deze fusillades moesten nog geschreven worden.

Voor het verkrijgen van informatie struinde ik het internet af en had ik contact met diverse

historische kringen. Daarnaast hebben we in deze periode ook nog meer beeldmateriaal

geselecteerd en het daarbij behorende beeldrecht aangevraagd. Tussendoor kregen we continue

feedback van de werkgroep. Helaas hebben we door de vele gesloten deuren en het devies om

contact met andere mensen te vermijden het project niet kunnen afronden.

(11)

11 Bijdrage aan de tentoonstelling na afsluiting stage

Omdat het niet duidelijk is wanneer de tentoonstelling open mag hebben we besloten om de

stage formeel af te sluiten maar wel verbonden te blijven aan het project. Dit houdt in dat ik

praktische ondersteuning zal bieden bij het inrichten van de tentoonstelling en ook zoveel

mogelijk aanwezig probeer te zijn bij verdere activiteiten zoals de opening. Ik heb er zelf voor

gekozen om betrokken te blijven bij het project omdat ik graag wil ervaren hoe bepaalde zaken

in zijn werk gaan. Denk daarbij aan het opnemen van audiofragmenten in de studio en het

maken/ontwerpen van informatiepanelen.

(12)

12 Evaluatie

Tijdens mijn stage op Museum Nienoord heb ik samen met Andrea meegewerkt aan de tentoonstelling over de oorlog in Noord-Nederland. Door het onderzoek dat wij hebben verricht, het beeldmateriaal dat we hebben verzameld en de teksten die wij geschreven hebben, heeft Museum Nienoord nu de kern van de tentoonstelling staan. Hier en daar moet er misschien nog wat geschaafd worden aan bepaalde teksten, maar er staat een stevige fundering voor een succesvolle tentoonstelling.

Voorafgaand aan de stage had ik verschillende leerdoelen opgesteld. Het eerste leerdoel dat ik had opgesteld was het werken in een professionele museale omgeving, waarbij ik wilde werken aan mijn netwerkvaardigheid, professionele werkhouding en betrokkenheid. Ik ben van mening dat ik dit leerdoel tot op zekere hoogte heb gehaald. Ik heb mij te allen tijde professioneel opgesteld door: altijd op tijd aanwezig te zijn, open te zijn in de communicatie met de werkgroep en door initiatief te tonen. Zo heb ik op eigen initiatief een bezoek gebracht aan het Verzetsmuseum in Amsterdam om inspiratie op te doen voor onze eigen tentoonstelling en de zolderruimte van de Borg. Dit gegeven toont tevens mijn betrokkenheid bij het algehele project. Het doel om te netwerken is naar mijn mening semi gelukt. Zo heb ik kennis mogen maken met Willy van der Schuit, Kirsten Bos en Geert Pruiksma, drie zeer waardevolle contacten met een hoop kennis van het vak. Daarnaast heb ik kennis mogen maken met Berna Bonekamp, hoofdverantwoordelijke voor de tijdelijke tentoonstellingen in het Nationaal Onderduikmuseum in Aalten. Helaas hebben we door de uitbraak van COVID-19 geen kennis kunnen maken met de vormgever en de geluidsprogrammeur van de audiofragmenten. Omdat ik ervan overtuigd ben dat dit wel waardevol is voor de toekomst, blijf ik betrokken bij het project en zal ik mijn netwerk op het praktische gebied van het maken van tentoonstellingen gaan uitbreiden.

Mijn tweede leerdoel ging om het samenwerken in een professionele omgeving. Andrea en ik kenden elkaar al wel van verschillende colleges, maar niet eerder hadden wij samengewerkt. Ik denk dat onze stage en het eindresultaat mede een succes zijn geworden door onze uitstekende vorm van samenwerken. Soms werkten we samen aan het schrijven van een tekst, soms afzonderlijk. Continu hebben we elkaars stukken gelezen en voorzien van feedback.

Omdat ik zelf niet de bachelor van geschiedenis heb gevolgd merkte ik wel aan mezelf dat ik

in het begin iets terughoudender (en misschien ook wel onzeker) was en de adviezen/feedback

van Andrea direct aannam. Naarmate de stage vorderde zat ik steeds beter in mijn rol en konden

Andrea en ik steeds beter met elkaar, maar ook met de werkgroep sparren. Ik liet dan ook in de

loop van de stage tijdens vergaderingen steeds meer van mij horen en kon steeds beter

(13)

13

beargumenteren waarom ik bepaalde zaken juist wel of niet belangrijk vond voor in de tentoonstelling. Tijdens deze stage heb ik geleerd dat het niet uitmaakt dat ik een andere universitaire achtergrond heb en dat die onzekerheid die ik daarbij kwam kijken nergens voor nodig is. Ik kan kritisch nadenken en mijn argumenten onderbouwen in discussies. Ik heb veel van Andrea geleerd en ik denk zij ook van mij. Zo was Andrea soms wat terughoudend als het ging om instanties benaderen voor eventueel beeldrecht of andere aanverwante zaken. Terwijl mijn instelling was, we kunnen het altijd proberen. In de meeste gevallen lukte het ook gewoon!

Van Andrea heb ik onder andere meer over de oorlog in Noord-Nederland geleerd en het beter kunnen scheiden van hoofd- en bijzaken.

Mijn derde leerdoel ging om het vergaren van kennis van wat zich heeft plaatsgevonden in Noord-Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Voor dat ik aan deze stage begon wist ik nog vrij weinig van wat zich in Groningen had afgespeeld tijdens de oorlog, laat staan in het Westerkwartier specifiek. Natuurlijk weet ik nog lang niet alles, maar door deze stage ben ik een hoop kennis rijker geworden over de Tweede Wereldoorlog in Noord-Nederland.

Het vierde leerdoel dat ik had opgesteld ging over archiefonderzoek doen voor een professionele organisatie en de gevonden resultaten omzetten in materiaal dat aantrekkelijk is voor de beoogde doelgroep. Het archiefonderzoek doen had ik door de opgedane ervaringen bij onderzoekscolleges en het methodecollege ‘Archieven & Internetbronnen’ niet zoveel moeite mee. De uitdaging lag hem voor mij in de vertaalslag naar publieksvriendelijke teksten. Willy heeft met haar adviezen en enthousiasme mij hier enorm mee geholpen. Zo gaf ze praktische tips als: vermijd het gebruik van het woord ‘werden’, schrijf zo actief mogelijk en zorg voor gelaagdheid in je teksten. Dit houdt in dat een tekst een pakkende titel krijgt, een introductie (kort) en verdieping bevat. Daarnaast heeft ze mij geleerd dat de museumbezoeker eerder geneigd is om bijschriften van afbeeldingen te lezen dan een gehele paneeltekst. Waardoor je de teksten die op een paneel had beoogd, soms beter in het bijschrift van een foto kan plaatsen.

Dit is zeer nuttige kennis waar ik in mijn (hopelijke) verdere museumloopbaan nog wat aan heb. Andrea en ik hebben ook gewerkt aan de tekst van een audiofragment. Hier hebben we van Kirsten Bos geleerd hoe belangrijk het is om je in te leven in de persoon die het verhaal vertelt.

Het leren selecteren van relevant beeldmateriaal voor een tentoonstelling was mijn

vijfde leerdoel. Met dit proces zijn we de gehele stage bezig geweest. Hier kwam ik erachter

dat het selecteren van beeldmateriaal nog niet zo makkelijk is als het lijkt. Zo heb je allereerst

te maken met het beeldrecht en daarnaast ook nog met de kwaliteit van de foto. Een afbeelding

moet tenminste een grootte hebben van 300 KB om geschikt te zijn voor op een tekstpaneel.

(14)

14

Ook hier bleek de samenwerking met Andrea erg goed te verlopen. We discussieerden over waarom een foto juist wel of niet geschikt was, vervolgens hakten we samen de knoop door over welke afbeeldingen uiteindelijk in de tentoonstelling te zien zullen zijn.

Het zesde leerdoel: het leren inrichten van een tentoonstelling is helaas niet behaald. We hebben meerdere vergaderingen gehad over de inrichting en hebben aan de hand daarvan ook een voorlopig vlekkenplan gemaakt (zie bijlage II). Omdat we door de uitbraak van COVID- 19 het project niet hebben kunnen afronden, is het nog niet duidelijk welke objecten we tot onze beschikking hebben en wat de bijpassende looproute gaat zijn. Ik ben blij dat ik na mijn stage verbonden blijf aan het project en dit leerdoel alsnog kan behalen.

Enerzijds ben ik positief over de aansluiting van de master Geschiedenis Vandaag met de beroepspraktijk. Bij de onderzoekscolleges en het methodecollege ‘Archieven &

Internetbronnen’ hebben we voldoende vaardigheden geleerd om gedegen onderzoek te kunnen doen. Deze vaardigheden hebben geholpen bij het zorgvuldig selecteren van informatie, controleren van feiten, het snel kunnen opzoeken van archiefstukken en het zoeken in databases zoals Delpher. Tijdens de master heb ik ook het methodecollege ‘Documentaire & Museum’

gevolgd. Ik dacht dat ik door dit vak aardig had geleerd hoe het maken van een tentoonstelling er in theorie aan toegaat. We hebben college gehad over de verschillende aspecten waar je rekening mee moet houden wanneer je een tentoonstelling maakt. Denk daarbij aan thema’s zoals inclusiviteit, beleving als strategisch instrument

7

, public history en story telling. Ik vond het echter moeilijk om vooral de theorie van story telling en public history, wat inhoudt dat teksten een A-B-C-gelaagdheid krijgen en aantrekkelijk worden voor een breed publiek, in de praktijk te brengen. Op de universiteit wordt er van je verwacht dat je op een academische manier schrijft. Ik vond het dus een uitdaging om deze gedachte los te laten en meer tussen schrijf- en spreektaal in te gaan schrijven: ‘vind een positieve toon die het midden houdt tussen schrijfstijl (te stijf) en spreektaal (te vlot).’

8

Ik ben van mening dat we tijdens het methodecollege ‘Documentaire & Museum’ niet alleen de theorie hadden moeten leren, maar ook meer oefeningen hadden moeten doen om het in de praktijk te brengen.

De begeleiding vond ik aan de start van de stage niet goed en ik ben dan ook van mening dat dit beter had gekund. Voordat onze stage begon hebben we een vergadering gehad. Deze

7Bernadette Schrandt e.a. De tentoonstellingsmaker van de 21e eeuw. Ontwerpen voor beleving (Amsterdam:

2019), 8.

8 Marleen van Soest en Annemarie Vels Heijn. Kort en krachtig. 50 tips voor goede museumteksten (Zwolle:

Waanders Uitgeverij, 2017), 7.

(15)

15

was prettig omdat we hier kennis maakte met de hele werkgroep. Op Museum Nienoord hadden Andrea en ik onze eigen ruimte op het bovenkantoor. Op onze eerste stagedag was de directeur, meneer Pruiksma, nog aanwezig. Maar daarna ging hij voor drie weken op vakantie. Berend Hoekstra nam zijn taak als begeleider over, maar al snel merkten we dat hij eigenlijk weinig van het project af wist. Berend betrok ons wel bij de gang van zaken op het museum zelf, zoals het bijwonen van een vrijwilligersvergadering, maar projectinhoudelijk kwam het niet helemaal uit de verf. Toen we twee weken stageliepen, werd Berend ziek en trok hij zich terug uit de werkgroep. Achteraf gezien denk ik dat het beter was geweest als we de eerste weken van de stage op het kantoor van Willy van der Schuit hadden doorgebracht op de Puddingfabriek. Zij wist alle details van het project en het is dan ook haar werk om tentoonstellingen te maken. Zij had ons dan vanaf dag één op weg kunnen helpen. Anderzijds moet ik ook bekennen dat het de wens was van Andrea en mezelf om op het kantoor van Museum Nienoord te werken. Thuis beziggaan met het project was een optie, maar dit wilden we niet omdat we graag de ervaring wilden opdoen van het werken op een museum. Ik denk dat er daarom voor is gekozen om ons vanaf het begin al op Museum Nienoord stage te laten lopen. In de tweede week van februari hadden we onze eerste vergadering met Willy van der Schuit. Hieruit kwam naar voren dat Andrea en ik al goed zelfstandig een opzet hadden gemaakt en veel informatie hadden gevonden, maar ook dat er nog een grote uitdaging voor ons lag: het Westerkwartier moest meer aandacht krijgen in de tentoonstelling. Dit vond ik in het begin erg lastig. Het onderzoek dat we tot dusver hadden gedaan ging over de fusillade in Dokkum, waarbij één Westerkwartierder was overleden. Uiteindelijk hebben we wel met de input van de werkgroep een aantal sub-thema’s weten te bedenken zodat het Westerkwartier ook beter naar voren kwam (voorbeelden hiervan zijn: fusillade Zevenhuizen. Fusillade Marum, jodendom in Leek). Vanaf toen ging de begeleiding beter en hadden we een keer in de één à twee weken een gezamenlijke vergadering met de werkgroep. Vergaderingen konden soms wel wat verwarrend zijn, want wat de ene keer als ‘onnodig’ of ‘onbruikbaar’ werd bestempeld, kon de vergadering erop toch weer als nuttig worden gezien.

9

Gelukkig waren met name Willy, Kirsten en Geert altijd bereikbaar voor eventuele vragen en hulp. Ik heb na de eerste twee à drie weken van de stage het gevoel gehad dat zij altijd voor ons klaarstonden. Toen de coronapandemie uitbrak gingen de overleggen per telefoon. Ik vond het erg prettig dat er altijd eerst aan iedereen werd gevraagd

9 Een voorbeeld hiervan is de situatie waarin de ene week werd gezegd dat er een originele versie van een object moest komen, de week erop werd verteld dat het beter een kopie kon zijn, terwijl weer een week later werd beaamd dat een origineel object in een museum toch wel het mooiste is. Waardoor het voor mij onduidelijk was of ik het originele object moest aanvragen of slechts een kopie.

(16)

16

hoe het met een ieder ging in deze bizarre situatie. Hier voelde ik dat er oprechte interesse naar elkaar was.

Tijdens mijn stage op Museum Nienoord ben ik erachter gekomen dat het

museumwezen een wereld is waarin ik mijn toekomst zie. Ik heb een beeld gekregen van wat

erbij komt kijken om een echte tentoonstelling te maken. Het onderzoeken en uitwerken van

een verhaallijn vond ik zeer uitdagend, leerzaam en interessant. Het is jammer dat ik door de

COVID-19 omstandigheden nog niet alle facetten van het maken van een tentoonstelling heb

kunnen meemaken, want dan was het pas echt een afwisselende stage geweest.

(17)

17 Conclusie

Tijdens mijn stage op Museum Nienoord heb ik meegewerkt aan de tentoonstelling over de

Tweede Wereldoorlog in Noord-Nederland. Ik heb hier kunnen ervaren wat voor

werkzaamheden er komen kijken bij het maken van een tentoonstelling. Op verschillende

vlakken heb ik mij de afgelopen maanden ontwikkeld. Allereerst op persoonlijk vlak. Waar ik

in het begin meer afwachtend en onzeker was, heb ik mezelf steeds beter laten horen in

besprekingen. Ik durf aan te geven wat ik belangrijk acht en weet mijn standpunten ook te

onderbouwen. Op professioneel vlak heb ik geleerd hoe je archiefmateriaal omzet in

publieksvriendelijke teksten, hoe je gelaagdheid aanbrengt en wat er komt kijken bij het zoeken

naar beeldmateriaal. Doordat Andrea en ik niet alleen op het kantoor werkte maar ook bezoeken

brachten aan Tresoar, Groninger Archieven, Het Joodse Schooltje en het Historische Centrum

in Dokkum, maakte het de dagen erg afwisselend. De samenwerking met Andrea heb ik als

prettig en productief ervaren. Met grote tevredenheid kijk ik terug op vier maanden stage bij

Museum Nienoord.

(18)

18 Literatuur

De Borg, via: https://www.museumnienoord.nl/de-borg/ (geraadpleegd op 19 mei 2020).

Locatie, via: https://www.museumnienoord.nl/locatie/ (geraadpleegd op 19 mei 2020).

Organisatie, via: https://www.museumnienoord.nl/organisatie_anbi/ (geraadpleegd op 19 mei 2020).

B. Schrandt, H. van Vliet, G. Hallema, A. Kuyper. De tentoonstellingsmaker van de 21

e

eeuw: Ontwerpen voor beleving. Amsterdam: 2019.

Marleen van Soest en Annemarie Vels Heijn, Kort en krachtig. 50 tips voor goede

museumteksten. Zwolle: Waanders Uitgeverij, 2017.

(19)

19

Bijlage

I. Logboek

Wanneer Wat Eventuele bijzonderheden Aantal uren

20 t/m 22 januari - Inlezen in de geschiedenis van de fusillade in Dokkum

Voordat ik aan deze stage begon was ik helemaal niet bekend met de fusillade in Dokkum en hetgeen dat zich Tijdens de Tweede

Wereldoorlog in de

noordelijke provincies heeft afgespeeld

5

23 januari Eerste meeting op Landgoed Nienoord – voorstellen aan collega’s (werkgroep)

- bespreking van de agenda, wat staat ons de komende tijd te wachten, wie doet wat wanneer.

Tijdens deze bijeenkomst was ik nogal overrompeld. Ik dacht dat Andrea en ik het onderzoek zouden doen voor de tentoonstelling en zouden assisteren bij de uitvoering ervan. Uit dit gesprek kwam meer naar voren dat Andrea en ik hier toch het voortouw in moeten gaan nemen. Dit maakte me enerzijds meer nerveus voor de start van de stage, tegelijkertijd wordt de stage op deze manier wel meer een uitdaging.

2

27 januari Planning maken 5

28 januari - Vrijwilligersvergadering bijgewoond

- Contact opgenomen met Tresoar, Historisch

Centrum Dokkum en Willy van der Schuit.

- Informatie gezocht over slachtoffers van fusillade Dokkum in literatuur.

Vergadering verliep chaotisch met meer dan veertig vrijwilligers.

Bezoek aan Tresoar en HCD staat gepland op 3 februari

8

29 januari - Literatuur over Jan Meekhof uitgezocht - Delpher doorgespit

8

3 februari - Bezoek aan Tresoar Leeuwarden en Historisch Centrum Dokkum

- Documenten (zoals proces-verbalen) &

literatuur ingezien mbt fusillade.

In Tresoar hadden we gehoopt meer te vinden. In Dokkum lag meer materiaal, maar de uitdaging blijft: hoe leggen we de focus op het Westerkwartier en niet zozeer op Dokkum.

8

4 februari - De opgedane informatie in Dokkum over Jarl Ruinen samengevat.

- Contact opgenomen met Museum Dokkum met de vraag of zij een briefje

7

(20)

20

geschreven door Jarl Ruinen in hun bezit hebben.

5 februari - Bezoek aan de Groninger Archieven (proces-

verbalen ingezien) - Verdere literatuurstudie naar David Adler.

8

10 februari - Bezoek aan Tresoar (niet voor archiefmateriaal, maar voor een specifiek boek: De oorlog een gezicht gegeven.

- Literatuurstudie naar Jan Duursma

8

11 februari - Bespreking met Willy van der Schuit en Kirsten Bos

- Andere Tijden: aflevering laatste doodstraf bekeken.

Aan de hand van deze docu gezocht naar gratieverslagen van Albrecht

Tijdens de bespreking kwam naar voren wat Andrea en ik tot nu aan informatie hadden gevonden en het belang van de verbinding leggen met Leek en de provincie Groningen. Dit overleg was echt nodig (tot nu toe nog niet veel begeleiding gehad)

8

12 februari - Informatie clusters gemaakt; dus verdeling gemaakt in thema’s.

Daarnaast zijn we begonnen met de uitwerking van deze clusters

8

18 februari - Profiel Jan Meekhof geschreven

7 19 februari - Corrigeren en afmaken

de tot nu toe geschreven biografieën/profielen

7

24 februari - Contact opgenomen met OVCG en HCD.

- Begonnen met uitwerken van fusilladetekst voor op het paneel

We lopen vast.. Gelukkig staat er voor morgen een vergadering gepland.

8

25 februari - In de ochtend een bezoek gebracht aan de Groninger Archieven voor het zoeken naar informatie en foto’s van het Scholtenhuis.

Feedback gekregen op de tot nu toe geschreven teksten.

Stijl moet nog informeler, academische stijl proberen los te laten. Daarnaast hebben we goede tips gekregen over de opbouw van de tentoonstelling. Van der Schuit benadrukte het belang van gelaagde teksten (ABC). Daarnaast kregen we de top dat het voor het schrijven van de tekst van

8

(21)

21

een audiofragment belangrijk is om je af te vragen wie vertelt het? Op die manier zijn we er gezamenlijk uitgekomen dat het verhaal van de fusillade in Dokkum verteld moet worden vanuit het perspectief van de enige ooggetuige: burgemeester Albertus Jonker.

25 februari - Kadertekst Scholtenhuis geschreven.

- Profiel Albertus Jonker geschreven

- Profiel apotheker Piet Gunster geschreven

8

3 maart - Kadertekst Verzetsgroep De Groot geschreven - Kadertekst slachtoffers geschreven samen met Andrea

- Ik heb de tot dan toe geschreven teksten van Andrea nagekijken en zij vice versa.

8

4 maart - Audiotekst geprobeerd om te zetten in perspectief van Albertus Jonker samen met Andrea

8

6 maart Samen met Andrea, Willy en Kirsten een bezoek gebracht aan het Nationaal Onderduikmuseum in Aalten

- Gesprek gehad met Berna Bonekamp. Zij is

hoofdverantwoordelijke voor de nieuwe tentoonstelling mbt 75 jaar bevrijding.

- gekeken naar hoe zij de ruimtes inrichten, hoe hebben zij een sfeer gecreëerd: story telling.

8

9 maart - Literatuur opgezocht over communistisch verzet Groningen

- Vergadering voorbereid - Vergaderd met Willy, Geert, Kirsten en Andrea

Tijdens de vergadering besproken hoe we een

‘moederdocument’ moeten maken, hoe we er nu voor staan. Daarnaast bekeken hoeveel audio/video fragmenten we tot nu toe hebben

7

10 maart - Andrea en ik hebben elkaars teksten nagekeken en aangevuld

- Tentoonstellingszaal opgemeten en daarbij een plattegrond gemaakt.

Plattegrond bestond nog niet, omdat het eerder een

kantoorruimte was.

8

11 maart - Algemene teksten geschreven/aangevuld

Kennis opgedaan over Golda van Dam- van Coevorden.

8

(22)

22

(Daders, Slachtoffers, Herdenken)

- Bezoek gebracht aan het Joodse Schooltje in Leek.

Zij schreef vanuit kamp Westerbork briefkaarten naar een familie in Leek.

18 maart - Gewerkt aan tekst over de oorlog in Leek - Andrea haar audiotekst van burgemeester Jonker gecontroleerd en feedback gegeven.

Door het coronavirus genoodzaakt om thuis te werken, niet de meest ideale situatie

7.5

19 maart - Paneeltekst geschreven over de berechting van oorlogsmisdadigers.

- Begin gemaakt aan plan voor het touchscreen

We kunnen helaas voorlopig geen bezoek brengen aan Dokkum en het Joodse Schooltje in Leek. Dit is erg jammer, bovendien vertraagt dit het algehele proces.

7

20 maart - Paneeltekst geschreven over Golda van Dam- van Coevorden.

- Selecteren van

filmfragmenten voor in het touchscreen

7.5

23 maart - Telefoonmeeting gehad met Geert, Willy, Kirsten en Andrea. Hierin kregen wij feedback op hetgeen dat we tot nu toe

geschreven hebben. De feedback vind ik (en ook Andrea) soms verwarrend.

Omdat het per keer lijkt te veranderen wat er

verwacht wordt en welke thema’s nog meer in de storyline betrokken moeten worden.

Door het coronavirus hadden we een telefoonmeeting in plaats van een echte meeting.

Hierin kwam duidelijk naar voren dat we tegen dichte deuren aanlopen, wat het algehele proces vertraagd.

Anderzijds is het nu geen probleem meer. Gisteren te horen gekregen dat alle bijeenkomsten tot 1 juni verboden zijn. Dus de opening van de

tentoonstelling op 1 mei kan ook niet doorgaan. Men gaat er nu vanuit dat dit wordt opgeschoven naar september..

7

24 maart - Bezig geweest met het onderwerp ‘Impact terreur’

en daarbij passende quotes gezocht

We lopen met dit onderwerp vast en hebben dan ook echt input nodig van de

werkgroep.

7

30 maart - Algemeen stuk slachtoffers samen met Andrea (op afstand, via de googledoc) herschreven

7

31 maart - informatie over

verschillende fusillades in Noord-Nederland

opgezocht

- Algemene tekst van de tentoonstelling

herschreven

7

(23)

23

1 april - Touchscreen tekst over

fusillade in Dronrijp geschreven

- Belafspraak met dr.

Stefan van der Poel

7

6 april - Touchscreen tekst over fusillade in Bakkeveen geschreven.

- Contact opgenomen met historische Kring

Hoogeveen voor

informatie over fusillade Hoogeveen

7

7 april - Touchscreen tekst over fusillade in Makkum geschreven

- Staafdiagram van de illegale pers gemaakt.

- Belafspraak met Willy, Kirsten en Andrea

Tijdens de belafspraak hulp gehad bij de zaken waar we vastliepen. (Zaken als: we stellen 5 slachtoffers van fusillade Dokkum centraal, hoe verantwoorden we dit?)

7

8 april - Beeldrecht foto’s monumenten geregeld - Hele moederdocument geordend zodat de werkgroep feedback kan geven

7

14 april - Beantwoorden van e- mails met betrekking tot beeldrecht

- Alvast begin gemaakt voor stageverslag;

steekwoorden genoteerd achter de bullet points.

We kunnen momenteel niks doen. Aanvragen voor gebruik beeldmateriaal staan uit. Het is wachten op feedback van de werkgroep.

3

15 april - Touchscreentekst over fusillade in Hoogeveen geschreven.

- Feedback van Geert Pruiksma verwerkt

3

20 april - Teksten doorgelezen Helaas hebben we van zowel Willy als Kirsten nog geen feedback ontvangen.

Hierdoor kunnen we niet verder

3

21 april - Feedback van Willy verwerkt

- Belafspraak gehad met Geert, Willy, Kirsten en Andrea.

Teksten moeten actiever, dus minder gebruik van het woord ‘werden’. Geleerd dat dat woord niet echt

thuishoort in een tentoonstellingstekst.

5

22 april - Verdere feedback van belafspraak verwerkt - Extra beeldmateriaal geregeld; zoals foto’s van het eerste transport

6

(24)

24

Westerbork – Auschwitz en het Huis van Bewaring in Leeuwarden (via NIOD en Tresoar)

27 april - Biografieën van overige 15 slachtoffers

herschreven naar voorbeeld van Kirsten.

- Tussenkopjes bedacht bij de slachtoffers en daders.

4.5

28 april - Stuk over Herdenken herschreven met Andrea - Begin gemaakt aan stuk over Nienoord in de oorlog

Schrijven over Nienoord in de oorlog is eigenlijk niet te doen. We hebben flarden van informatie doorgestuurd gekregen. Meer onderzoek is nodig om hier een geheel van te maken.

6

4 mei - Vergadering voorbereid - Telefoonmeeting gehad met Willy, Geert, Kirsten en Andrea

Hieruit kwam naar voren dat het voor ons nog lastig is om teksten te schrijven over Nienoord in de oorlog aangezien archieven en bibliotheken gesloten zijn.

Geert heeft aangegeven dat we de stage formeel kunnen gaan afronden. We blijven wel verbonden aan het project en zullen zodra het weer kan wel nog

vergaderingen blijven bijwonen. Daarnaast zullen we ook betrokken worden als het document naar de

vormgever gaat en wanneer de audiofragmenten worden opgenomen in de studio.

5

5 mei - Alle teksten nogmaals doorgelezen en laatste dingen aangepast

5

6 mei - Lijst van overdracht maken (wat moet er nog gedaan worden, met welke instanties moet er nog contact worden opgenomen)

3

11 mei - Afmaken lijst van overdracht en

contactenlijst gemaakt

4

(25)

25 II. Vlekkenplan

1 = De oorlog in het Westerkwartier 6 = Slachtoffers 2 = Verzet, terreur en vergelding 7 = Herdenken 3 = Jodenvervolging (Leek) 8 = De daders 4 = De fusillade in Dokkum TS = touchscreen 5 = Albertus Jonker (enige ooggetuige

fusillade Dokkum) audio-fragment

In het midden komt een Tv-scherm met drie

stoelen

(26)

26 III. Voorbeelden van geschreven teksten Verzetsgroep De Groot

Een grote bijdrage aan het illegale werk in Groningen werd geleverd door verzetsgroep De Groot. De groep bestond uit dertig leden en wist tijdens de oorlog duizenden mensen te helpen. Een belangrijk deel van hun werk bestond uit het verschaffen van identiteitspapieren, onderduikadressen en bonkaarten. Daarnaast hielden ze zich bezig met het drukken en verspreiden van het illegale verzetsblad De Vonk.

De leider van de groep, Gerrit Boekhoven, was werkzaam in de Noord Nederlandse Clichéfabriek en een meester in het vervalsen van persoonsbewijzen. Vanaf 1944 hield een aantal leden zich ook bezig met financiële en materiële ondersteuning van spoorwegmensen.

Door de spoorwegstaking hadden veel van hun gezinnen geen inkomsten meer.

Het einde van verzetsgroep De Groot

In januari 1945 kwam door de arrestaties van Hendrik Lommert, Gerrit Boekhoven en zijn vriendin Dinie Aikema abrupt een einde aan de activiteiten van verzetsgroep De Groot. Andere leden werden kort daarna opgepakt, waardoor in februari nagenoeg iedereen van de verzetsgroep gearresteerd was. Bijna niemand van hen overleefde de oorlog.

Berechting van oorlogsmisdadigers in Nederland

In Nederland was de doodstraf al in 1870 afgeschaft. Na de bevrijding kwamen er echter speciale maatregelen voor het bestraffen van oorlogsmisdadigers en collaborateurs. Dit resulteerde in de herinvoering van de doodstraf.

450.000 dossiers

Voor de Bijzondere Rechtspraak was dit geen makkelijke opgave, want hoe maak je een onderscheid tussen relatief lichte en zware zaken? Daarnaast was ook het aantal dossiers, zo’n 450.000, een enorme uitdaging voor de juristen. Hierdoor werd de laatste executie pas in 1952 voltrokken. Tribunes zaten vol wanneer een oorlogsmisdadiger terecht stond. Als de doodstraf werd uitgesproken werd er ‘bravo’ geroepen door het publiek.

De Nederlandse moraal

Na de oorlog is de doodstraf 154 keer opgelegd. Dat er daarvan slechts 39 zijn voltrokken, had onder andere te maken met het feit dat koningin Juliana een tegenstander van de doodstraf was.

Bovendien zou het uitvoeren van te veel executies slecht zijn voor de Nederlandse moraal.

Daarom werden 101 vonnissen niet uitgevoerd. De overige gevangenen waren voortvluchtig of pleegden zelfmoord.

Jan Meekhof, de kleine Mussert

Jan Meekhof groeide op in een fel nationaal-socialistisch boerengezin in Ruinen. Vanaf 1933,

het jaar dat Adolf Hitler bondskanselier van Duitsland werd, sloot het gezin zich aan bij de

NSB. Meekhof kreeg de nationaalsocialistische idealen met de paplepel ingegoten en was zo

overtuigd van Hitlers ideeën dat zijn klasgenootjes hem de bijnaam 'Mussert' gaven. Direct na

de bezetting meldde Meekhof zich bij de SS en klom hij op tot opperwachtmeester bij de

staatspolitie.

(27)

27 De sadist

Vanaf februari 1944 was Meekhof lid van de SD in Leeuwarden. Meekhof stond bekend om de gruwelijke manier waarop hij zijn gevangenen mishandelde. Hij martelde hen door ze te bespuiten met ijskoud water, bijna te wurgen of aan hun voeten op te hangen en in water onder te dompelen. Daarnaast nam Meekhof deel aan verschillende executies en fusillades, waaronder die in Dokkum.

Het Scholtenhuis - Symbool voor de Duitse terreur

Het Scholtenhuis werd tussen 1878 en 1881 gebouwd aan de Grote Markt in opdracht van de Groninger industrieel Willem Albert Scholten. Bij het uitbreken van de oorlog werd de familie op straat gezet en werd het pand het hoofdkwartier van de Duitse bezetters en daarmee een van de meest gevreesde gebouwen in Noord-Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. In het Scholtenhuis werden door de Sicherheitsdienst honderden verzetsstrijders en onderduikers gevangengenomen, verhoord en op beestachtige wijze gemarteld. Velen van hen zijn gefusilleerd of in Duitse concentratiekampen omgekomen. Het gebouw stond daarom bekend als het voorportaal van de hel.

Jan Duursma, de enige Westerkwartierder Marum, 17 mei 1903 - Dokkum, 22 januari 1945

De in Marum geboren Jan Duursma woonde tijdens de oorlog met zijn vrouw Anna Bos in Groningen. Hij werkte als brandweerman en was lid van de Communistische Partij Nederland.

Samen met Anna hielp hij tijdens de oorlog bij de verspreiding van de communistische verzetskranten De Waarheid en Noorderlicht. Ook bood hij onderdak aan een onderduiker.

Duursma en zijn vrouw werden beide meerdere malen gearresteerd, maar steeds weer vrijgelaten. Op 9 januari 1945 werd Duursma voor de laatste keer gearresteerd en naar het Scholtenhuis gebracht. Anna ging hier geregeld naar toe om te vragen waar haar man zich bevond, maar kreeg als antwoord dat hij waarschijnlijk naar Duitsland was overgebracht.

Duursma was tegen die tijd in werkelijkheid al gefusilleerd in Dokkum.

Tot de dood ons scheidt

Dat Jan niet meer in leven was, kreeg Anna pas in maart 1945 te horen via het verzet. Het eerste officiële bericht van Duursma's dood bestond uit een oproep van het Bevolkingsbureau die twee weken later werd bezorgd. In dit bericht stond dat Anna haar persoonsbewijs moest laten aanpassen omdat haar huwelijk was ontbonden. Anna beviel tijdens de bevrijding van Groningen van haar derde kind. Ze vernoemde hem naar zijn overleden vader.

Jarl Ruinen, een huisarts in het verzet

Kotaradja (Indonesië), 23 december 1906 - Dokkum, 22 januari 1945

Jarl Ruinen werd geboren in het toenmalige Nederlands-Indië en was getrouwd met Klara van den Ende. Het echtpaar had drie kinderen. Ruinen werd huisarts in Ee, een dorp ten oosten van Dokkum, en was lid van het Dokkumer verzet onder de schuilnaam Flipse. Daarnaast was hij verzetsleider van de toenmalige gemeente Oostdongeradeel en commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten.

Veelzijdig en vastberaden

(28)

28

Tijdens de oorlog hielp Ruinen tientallen joden onderduiken, vervoerde hij wapens die in Dokkum door de geallieerden waren verspreid en hielp hij mannen die opgeroepen waren om in Duitsland te werken door hen arbeidsongeschikt te verklaren. Door zijn functie als arts had hij toestemming om een auto te hebben en kon hij zonder argwaan te wekken mensen ontvangen en bezoeken. In januari 1945 arresteerden soldaten hem in zijn huis en brachten hem naar het Huis van Bewaring in Leeuwarden. Daar mishandelden verschillende SD'ers hem, bijvoorbeeld door de nagels een voor een uit zijn vingers te trekken. Een andere martelmethode was het onderdompelen van de gevangene in een waterkist. Dit gebeurde ook met Ruinen. Ondanks deze martelingen hield hij zijn lippen stijf op elkaar.

Zijn zoontje Luuk was in Ee in de sneeuw aan het spelen toen een van zijn vriendjes hem vertelde dat zijn vader was gefusilleerd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dat vragen we door Jezus Christus, uw zoon,

Hieruit kwam onder meer naar voren dat de niet-stoppers lang niet altijd goed contact hadden met hun ouders, terwijl dit voor de stoppers alleen in Mounirs geval zo was;

Fn daarom gaat het in deze gelijkenis! Zij te' wie ze is gesproken, moeten zèlf de toe- psc-ing maar maken. Wie met de vader geen feest wil vieren én niet blij is over de terug-

Omdat de kiezer zich uitsluitend economisch bedreigd voelt, maar niet fysiek – tenminste niet nationaal – en politici in heel Europa stelselmatig lijken te verzuimen om uit te

onderwijsdeelnemers in verband met de uitbreiding van de gegevensverstrekking uit het register onderwijsdeelnemers ten behoeve van de uitvoering van wettelijke taken door

Dat betekent dat alle mensen die lid willen worden van de VGVZ, of binnen de gecombineerde vereniging van die sector niet institutioneel gezondenen, voor de bor- ging van

het beter was om bij een snoeironde in de wijk niet alle bomen te snoeien, maar alleen de bomen waarvan de controleur had opgeschreven dat er onderhoud nodig was.. Zo kreeg

‘Uit respect voor onze opdrachtgever communice- ren wij over het Dakpark alleen met de gemeente Rotterdam en niet met de media.’ Insiders mel- den dat de gemeente en de Koninklijke