Bijlagen
Bijlage 1 Beschrijving van ARP
ARP is ontwikkeld in samenwerking met TBS-kliniek De Rooyse Wissel en het Parket Rotterdam 2001-2002. Middels contact tussen een ontwikkelteam van ORTEC en de gebruikers (de personen die de functie van planner vervulden bij rechtbanken) werden behoeften en eisen opgesteld waaraan het systeem moest voldoen. Aan de hand hiervan werd de eerste versie (versie 1.1) opgeleverd. Ook hierna zijn nog aanpassingen gedaan aan deze versie. Momenteel levert ORTEC versie 1.5.4.
ARP vervult de behoefte van de Raad van de rechtspraak om een plansysteem die efficient, overzichtelijk en flexibel is. Het gaat hierbij om het toekennen van personeel aan ingeplande zittingen.Vroeger waren er per planbron (Rechter, Griffier, Bode, Zaal enz) planners in dienst, die vanuit hun eigen bron de
werknemers probeerden in te plannen. Voor elke bron waren dus planners die voor de werknemers binnen hun gebied de informatie hadden (bijvoorbeeld over
vakanties, kwalificaties, contractperiodes) Dit leidde tot een foutgevoelig proces waarbij veel (informele) communicatie en papierwerk tussen de planners
plaatsvond. ARP zorgt voor een algemeen plansysteem waarin vanuit het oogpunt van iedere bron gekeken en aangepast kan worden. Je ziet dus alleen jouw deel, maar jouw deel is automatisch gekoppeld aan het grote geheel. In plaats van dat je zelf moet communiceren met planners van andere bronnen doet het
planningssysteem dat voor je. Het vervult dus de behoefte aan een efficiënt (gemakkelijk aan te passen), overzichtelijk en flexibel plansysteem in een planningssituatie waarbij meerdere bronnen meespelen.
Beschrijving van de programmaonderdelen (zie figuur B1.1):
1. Database
De database is de opslagplaats voor de gegevens. Het applicatiebeheer doet aanpassingen in de configuratie van het programma, de planmodule vormt de gegevens in de database tot een rooster en het resourcebeheer doet aanpassingen in de gegevens. Hieronder wordt dit uitgelegd.
2. Applicatiebeheer
Het applicatiebeheer stelt de configuraties van de roosterprogrammatuur samen voor de gebruikers (planners, werknemerbeheerders enz). Uiteindelijk stelt het applicatiebeheer vast welke gebruikers welke aanpassingen kunnen doen in de database, dus welke invloed de verschillende gebruikers hebben op het
uiteindelijke planningsrooster. Bovendien kan worden ingesteld welke
gebruikers welke onderdelen van de database kunnen zien (en dus niet
aanpassen).
= Aanpassen = Informatie Extern
Figuur B1.1 Schematisch overzicht programmaonderdelen 3. Roostermodule
De uiteindelijke roostermakers nemen plaats achter de roostermodule. Dit is dus het onderdeel van ARP waar het uiteindelijke rooster wordt samengesteld. Hier
1) Database
2) Applicatiebeheer 3) Roostermodule 4) Resourcebeheer 7) ARP-Outlook
8) Mail & Agenda
Intern
5) UDP-server 6) Z-Info Module
4. Resourcebeheer
Binnen het resourcebeheer worden de gegevens van de resources beheerd. Dit kan bijvoorbeeld om werknemers gaan. Het gaat dan bijvoorbeeld om het instellen van contractperiodes, beschikbaarheidpercentages en het toekennen van kwalificaties. De beschikbare kwalificaties worden ingesteld in het applicatiebeheer. Bovendien bepaalt het applicatiebeheer welke gebruikers welke resources kunnen aanpassen.
5. UDP-server
De UDP-server houdt veranderingen in de database in de gaten en
communiceert deze naar de roostermodule. Daarnaast geeft de server het rooster en de veranderingen door aan ARP Outlook.
6. Z-Info Module
Deze module geeft op een beeldscherm informatie weer over het rooster. In bijvoorbeeld een rechtbank kunnen door het hele gebouw beeldschermen geplaatst worden die weergeven waar welke zaak hoe laat zal beginnen.
Bovendien kan de informatie op de beeldschermen per groep beeldschermen of per beeldscherm aangepast worden. Deze informatie komt rechtstreeks uit het planrooster.
7. ARP Outlook
ARP Outlook communiceert het rooster en de veranderingen, die verkregen zijn van de UDP-server, door naar het programma “ Outlook” van de
belanghebbende personen. De adressen van deze personen leest deze module uit de database. Er kan worden ingesteld vanaf welke tijdsperiode deze
veranderingen worden gecommuniceerd naar de belanghebbenden.
Bijvoorbeeld dat pas vanaf 24 uur voor aanvang van een afspraak de veranderingen ten opzichte van de weekplanning worden doorgegeven.
8. Mail & Agenda
Bij de belanghebbenden worden het rooster en de veranderingen automatisch doorgevoerd in de agenda van het programma “Outlook”. Daarnaast ontvangen de belanghebbenden een mail over de wijzigingen in het rooster
In de planningsituatie waar ARP een uitkomst biedt worden activiteiten gepland,
waarbij de input van meerdere bronnen benodigd is. ORTEC noemt het daarom ook
een “Multi-resource activity planning system”. Het gaat het om het plannen van
meerdere activiteittypes in de tijd. Dit ziet er in een schema als volgt uit:
N:N = type relatie (verhouding) 1 activiteit behoeft 2 zalen !Activiteit 1:Zaal 2!
1:2
Bij een voorbeeld uitgewerkt voor een meervoudige kamerzitting binnen de rechtspraak ziet dit er als volgt uit:
Concept achter de berekeningen van de plangenerator
De plangenerator vult bij het bekend zijn van activiteiten de bronnen in. Oftewel er is bekend welk type activiteiten plaats moeten vinden, maar nog niet wie/wat deze uit gaat voeren. De plangenerator zoekt de geschikte bronnen bij de activiteiten.
Hierbij is binnen de rechtspraak een evenredige verdeling te vinden van de in te plannen activiteiten over de bronnen.
Officier van justitie
1 : 3 1 : 1
1 : 1 1 : 1
Meervoudige kamerzitting
zaak
griffier zaal
rechter
Bode
1: 1 1: 1
N : N N : N
Activiteittype
Bron B
Bron A
Bron D Bron C
Bron Enz
N : N
N : N N : N
Screenshots
Om een beeld te geven een impressie van het programma middels een aantal screenshots.
In het centrale deel van het scherm is het rooster te zien. Het onderste deel geeft de activiteiten weer die ingepland dienen te worden. Links staat informatie over de bronnen (in dit geval namen van rechters). De informatie binnen ARP is vanuit meerdere oogpunten te bekijken. Als we de plangenerator laten genereren krijgen we het volgende te zien.
zien:
Activiteiten die eerst in de wachtrij stonden zijn ingepland en te zien in het centrale deel van het scherm. Ze zijn toegekend aan geschikte bronnen. De vulling met kleur betekent dat alle benodigde bronnen zijn ingevuld. Tevens heb ik hier gekozen om de activiteiten te bekijken vanuit het oogpunt van de zalen. De planborden van de verschillende brontypes zijn aan elkaar gekoppeld. De activiteit is op elk planbord achter een andere naam te vinden:
Bijlage 2 ondervraagde organisatiedeskundigen t.b.v. segmentatie Naam Deskundigheidsgebied
Dr. T. der Vaart Inrichting productieprocessen, organisation and supply management, Rijksuniversiteit Groningen
Prof Dr. Ir. J.C.
Wortmann
Bestuurlijke Informatiekunde, Rijksuniversiteit Groningen
Drs. C. De Snoo Bestuurlijke Informatiekunde, Rijksuniversiteit
Groningen (schrijft proefschrift op het gebied van
collaborative planning)
Bijlage 3 Globale bedrijfstakanalyse
Per macrosegment wordt gekeken naar vijf krachten die invloed hebben op de potentiële winst binnen dat macrosegment. De krachten zijn interne concurrentie, de onderhandelingskracht van aanbieders, de onderhandelingskracht van afnemers, potentiële toetreders en de dreiging van substituten. Voor de verschillende krachten wordt bepaald of ze groot genoeg zijn om de winst binnen de bedrijfstak te laten afnemen of verdwijnen. In dit onderzoek wordt de hiervoor benodigde informatie gezocht in makkelijk bereikbare bronnen, zoals betrouwbare bronnen op het internet. Het gaat namelijk om het selecteren van aantrekkelijk lijkende
macrosegmenten. Later in het onderzoek wordt dieper ingegaan op de geselecteerde macrosegmenten.
De macrosegmenten zijn gebaseerd op planningssituatie. De macrosegmenten waaruit een keus gemaakt dient te worden zijn:
1. Operatiekamerplanning
Activiteit: operatie (zitting)
Bronnen: zaal, operatieassistent, operateur, anesthesist, anesthesieassistent 2. Therapiesessies:
Activiteit: sessie
Bronnen: zaal, patiënten, therapeuten 3. Zittingen (overheid)
Activiteit: Vergaderingen (zittingen)
Bronnen: vertegenwoordigers van partijen, notulisten, specialisten, zalen (binnen de overheid worden activiteiten waarbij meerdere personen gaan zitten om iets te overleggen/ beslissen “zittingen” genoemd)
Dreiging van substituten
Onderhandelings- kracht van afnemers Onderhandelings-
kracht van leveranciers
Interne concurrentie - structurele kenmerken
- gedragskenmerken
Potentiele toetreders
Figuur B3.1 Het vijf-krachten-model (Bron: Porter in Besanko e.a, , 2000)
4. Sportwedstrijden (sportbonden) Activiteit: wedstrijden
Bronnen: gekwalificeerde scheidsrechters, grensrechters, officials, juryleden 5. Schoonheidsbehandelingen
Activiteit: bepaald type behandeling
Bronnen: masseurs, fitnesstrainers, schoonmaak, locaties, materiaal, zalen 6. Bedrijfsopleidingen
Activiteit: bedrijfstrainingen, cursus, workshops, sportcursus, sporttraining Bronnen: locatie, trainer, groepen cursisten, materiaal
(Het normale onderwijssysteem, van basisschool tot WO, valt hier dus niet onder) 1. Operatiekamerplanning
1:
Interne concurrentie:
Op het gebied van OK-planning zijn weinig aanbieders te vinden. De duidelijke is Lievestro, die een product heeft ontwikkeld speciaal voor OK-planning wat al bij een aantal ziekenhuizen in gebruik is, namelijk BLOK-plan
2. Een andere is Dehora, dit bedrijf heeft principes van het plannen in de luchtvaart toegepast op OK-
planning
3. Een andere aanbieder van software voor het plannen van een OK is Chipsoft
4. Tevens zal door de recente ontwikkelingen in de gezondheidszorg de behoefte aan een efficiënte invulling van OK-tijd toenemen. Ook zal de investering voor een ziekenhuis om met een bepaalde leverancier in zee te gaan vrij hoog zijn (opleiden, systeem integreren, langdurige contracten) dus zal men niet snel over stappen naar andere leveranciers. Door deze informatie lijkt het dat de interne concurrentie weinig afbreuk aan de winstgevendheid van dit macrosegment zal doen.
Dreiging van substituten:
Een substituut voor een softwarepakket is het plannen met de hand door een planner. Dit is de manier waarop van oudsher gewerkt wordt. Op deze manier blijft OK-tijd onbenut. Een onderzoek bij het Medisch Centrum Leeuwarden wees bijvoorbeeld uit dat 13 % van de OK-sessies niet benut werden
5. Daarnaast geeft een ziekenhuisketen van 8 ziekenhuizen aan ook niet tevreden te zijn met de
bezetting in hun operatiekamers
6. Het aanwezige substituut lijkt dus niet te voldoen aan de behoefte. De dreiging van substituten lijkt dus geen afbreuk te doen aan de winst.
1 http://www.brancherapporten.minvws.nl/object_document/o323n399.html
2 http://www.lievestro.nl.
3 http:www.dehora.nl
Potentiële toetreders:
De informatie gegeven bij de dreiging van substituten kan er ook voor zorgen dat meer planningssoftwareproducenten een oplossing voor de OK-planning gaan zoeken. Potentiële toetreders lijken dus wel een afbreuk te kunnen doen aan de winst. Deze toetreders hebben wel een ervaringsachterstand.
Onderhandelingskracht van leveranciers:
Als weinig leveranciers een groot deel van de markt bedienen dan is de
concentratiegraad in deze markt hoog. Een hogere concentratiegraad zorgt voor een sterkere onderhandelingspositie omdat de afnemer minder alternatieven heeft.
Momenteel is er sprake van weinig leveranciers en dus een hoge concentratiegraad en bestaat de behoefte aan een efficiënte OK-planning. Leveranciers lijken dus onderhandelingskracht te hebben. Deze kracht lijkt geen afbreuk te doen aan de winstgevendheid.
Onderhandelingskracht van afnemers:
In 2004 waren er in Nederland 86 algemene ziekenhuizen en 8 academische ziekenhuizen
7met daarin ongeveer 1100 operatiekamers. Elk ziekenhuis beheert zijn eigen operatiekamers en aangenomen kan worden dat het aantal operatiekamers ongeveer evenredig verdeeld is over de ziekenhuizen, oftewel dat de
concentratiegraad binnen het macrosegment vrij laag is. Ook kan aangenomen worden dat ziekenhuizen niet de kennis in huis hebben om zelf een dergelijk softwareproduct te ontwikkelen. De onderhandelingskracht van afnemers lijkt weinig afbreuk te doen op de potentiële winst.
Overige opmerkingen:
Gezien de uitgaven van ziekenhuizen kan aangenomen worden dat ziekenhuizen vermogend genoeg zijn om een dergelijk softwarepakket af te nemen
8. In 2004 waren de totale uitgaven van alle ziekenhuizen ongeveer 12 mld.
2. Therapiesessies Interne concurrentie:
In dit globale onderzoek zijn zo snel geen aanbieders van planningssoftware voor therapiesessies gevonden. Aangenomen wordt dat de interne concurrentie geen afbreuk aan de winstgevendheid doet.
Dreiging van substituten:
Er zal veel met de hand gepland worden. De kans bestaat dat het plannen van therapiesessies niet heel ingewikkeld is, waardoor plannen met de hand een substituut kan zijn voor software. Of de dreiging van substituten afbreuk doet aan de winstgevendheid kan niet gezegd worden.
7 http://www.brancherapporten.minvws.nl/object_document/o323n399.html
Potentiële toetreders:
Elke aanbieder van planningssoftware kan een product voor het plannen van therapiesessies ontwikkelen. Potentiële toetreders kunnen dus afbreuk doen aan de winstgevendheid.
Onderhandelingskracht van leveranciers:
Momenteel lijkt er sprake te zijn van weinig leveranciers, maar lijkt er ook niet een hele grote uitgesproken behoefte te zijn aan verbeterde planning. Over de
onderhandelingskracht van leveranciers lijkt dus geen redelijke aanname te maken zijn.
Onderhandelingskracht van afnemers:
Het plannen van therapiesessies gebeurt voor een groot deel binnen ziekenhuizen.
De aanname gemaakt bij het plannen van operatiekamers is ook hier van
toepassing. De onderhandelingskracht van afnemers lijkt geen afbreuk te doen aan de winstgevendheid van het macrosegment.
Overige opmerkingen:
Aantal revalidatiecentra
9: 2001: 22
2002: 23
2003: 24
Financiële mogelijkheden revalidatiecentra: onderdeel van ziekenhuiskosten 3. Zittingen (overheid)
Interne concurrentie:
Het aantal aanbieders is ook op dit gebied niet hoog. Er zijn wel aanbieder van planningssoftware die zich richten op plannen bij de overheid. Een voorbeeld is het bedrijf PlanningIT, die het product SP-Expert aanbiedt
10. Al met al kan ook hier gezegd worden dat interne concurrentie weinig afbreuk doet aan de
winstgevendheid.
Dreiging van substituten:
Een substituut voor planningssoftware binnen de overheid is Microsoft Outlook of een ander agendasysteem. De vraag is of de overheid tevreden is met de huidige planning. Te verwachten is dat binnen de overheid behoefte is aan een efficiënte planning, zodat weinig tijd verloren gaat. De dreiging van substituten voor planningsoftware lijkt weinig afbreuk te doen aan de mogelijk winstgevendheid
Potentiële toetreders:
Aangezien dit een nieuwe markt lijkt te zijn voor planningsproducten is de dreiging van potentiële toetreders aanwezig. Alle aanbieders van planningsoftware kunnen actief deze markt gaan bewerken. Deze kracht lijkt een afbreuk te kunnen doen aan de winstgevendheid.
Onderhandelingskracht van leveranciers:
Ook hier is sprake van weinig leveranciers en een hoge concentratiegraad. Deze kracht lijkt dus ook weinig afbreuk te doen aan de mogelijke winstgevendheid.
Onderhandelingskracht van afnemers:
De overheid bestaat uit meerdere onderdelen:
Tabel B3.1 Aantal gemeenten
11Inwoners (x1000)
Jaar
<5 5-20 20-50 50-100 >100 Totaal 2003 13 247 175 36 25 496
2002 13 237 177 37 25 489 2004 12 233 175 38 25 483 - Aantal provincies: 12
- Aantal ministeries 13 - Eerste en tweede kamer
Belangrijk hierbij is hoe de inkoop bij overheden verloopt. Voor de rijksoverheden wordt de inkoop van ICT misschien net als bij de rechtspraak centraal gedaan. Dan is de onderhandelingskracht van de afnemers hoog. Als elke overheid en elke gemeente zijn eigen inkoop verzorgt wordt de onderhandelingskracht van afnemers lager.
Overige opmerkingen:
Aangenomen kan worden dat de centrale overheid en de grotere gemeentes vermogend genoeg zijn om een dergelijk product af te nemen. Verder is de vraag wat de minimale grootte van een gemeente is die baat zou hebben bij
planningssoftware.
4. Sportwedstrijden:
Interne concurrentie:
Op internet is niets te vinden over aanbieders van software op dit gebied.
Dreiging van substituten:
Momenteel worden de wedstrijden waarschijnlijk gepland op basis van het verleden. Over het toekennen van scheidsrechters is mij weinig bekend. Ik weet alleen dat het bijna nooit voorkomt dat er geen scheidsrechter is. Scheidsrechters en andere officials zullen aan het begin van het seizoen ook wel een wedstrijdschema krijgen net als de club. Er is sprake van een jaarplanning, waarin data zijn
11 http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/D6B519AD-B7DB-478F-BD48-
vrijgehouden voor inhaalwedstrijden (of clubs regelen dit onderling en laten het de bond weten). De huidige manier van werken lijkt in ieder geval te werken. Dit is dus een belangrijk substituut wat afbreuk kan doen aan de potentiële winst van planningssoftware op dit gebied.
Potentiële toetreders:
Op het moment dat duidelijk wordt dat planningssoftware benodigd is kan elke producent van planningssoftware deze markt gaan bewerken. Dit kan afbreuk doen aan de winstgevendheid.
Onderhandelingskracht van leveranciers:
Weinig over te zeggen, aangezien ik geen leverancier kan vinden.
Onderhandelingskracht van afnemers:
Het totaal aantal sportbonden is 71, De ledenaantallen zien er als volgt uit
12(aantal leden x1000):
Figuur B3.2 Grootte sportbonden
Het aantal grote sportbonden is beperkt. De alternatieven zijn dus niet heel groot en de onderhandelingskracht van de afnemers lijk dus afbreuk te kunnen doen aan de winst.
Overige opmerkingen:
Planning van sportwedstrijden is meestal onderverdeeld naar regio’s en vervolgens naar competities. Dit maakt de planning hanteerbaar voor een sportbond.
Bovendien zal men al wel een rekenprogramma gebruiken die ervoor zorgt dat alle
5. Schoonheidsbehandeling
Het aantal schoonheidssalons in Nederland groeit en is momenteel: 10820 Bedrijfsgrootte, naar werkzame personen, 2005
13:
Figuur B3.3 Aantal werknemers schoonheidssalons
Dit plaatje laat zien dat ongeveer 100 schoonheidssalons 5-20 personen in dienst hebben. Voor bedrijven van deze grootte is ARP niet geschikt. Verder onderzoek naar deze bedrijfstak is overbodig.
6: Bedrijfsopleidingen Interne concurrentie:
Ook deze markt loopt niet over van aanbieders. Globaal waren wel te vinden de KSD groep
14(planprogramma heeft echter geen automatische planning). Verder kan gezegd worden dat de bedrijfstak bedrijfsopleiders in ieder geval tussen 1993 en 1999 een stevige groei heeft doorgemaakt
15. De interne concurrentie lijkt geen afbreuk te doen aan de mogelijke winst.
Dreiging van substituten:
Een substituut voor plannen met software het plannen met de hand. Dit substituut geld vooral voor kleinere opleiders. De vraag is of deze vermogend genoeg zijn voor een pakket als ARP. Een ander substituut is zelfstudie. Als alle opleiders met behulp van internet en instructievideo’s zelfstudie mogelijk maken is het plannen van trainers en zalen niet meer benodigd. De vraag is hoe reëel dit substituut is. De dreiging van deze substituten kan afbreuk doen aan de mogelijke winstgevendheid van dit macrosegment
Potentiële toetreders:
In principe kan iedere aanbieder van planningssoftware bedenken dat dit een interessante markt is. Dus de dreiging van potentiële toetreders is aanwezig en kan afbreuk doen aan de winstgevendheid.
13 http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/bedrijfsleven/ondernemingen/publicaties/artikelen/2005- 1800-wm.htm
14 http://www.ksdgroep.nl/index.php?option=content&task=blogcategory&id=69&Itemid=35
15 http://statline.cbs.nl/StatWeb/table.asp?PA=37931ned&D1=a&D2=0&D3=(l-11)-
Onderhandelingskracht van leveranciers:
Er is geen overvloed aan leveranciers te vinden, dus aangenomen kan worden dat de concentratiegraad hoog is. Waar er behoefte bestaat aan een planningsproduct in deze bedrijfstak zal de afnemer niet veel opties hebben. Deze kracht zal dus weinig afbreuk doen aan de mogelijke winstgevendheid.
Onderhandelingskracht van afnemers:
Voor het aantal opleidingsinstituten (bedrijfsopleidingen) is niet een exact getal gevonden, maar de rubriek bedrijfsopleidingen in de gouden gids geeft +/- 3500 resultaten. Er lijken dus aardig wat bedrijfsopleiders te zijn. Aangenomen kan worden dat de hele Nederlandse markt niet door een handjevol opleiders
gedomineerd wordt. Het aantal gevolgde opleidingen was namelijk in 1993 en 1999 al groot
16. Zo was in 1999 het totaal aantal gevolgde externe opleidingen ongeveer 1,5 mln. Voor leveranciers zullen dus alternatieven beschikbaar zijn, wat de
onderhandelingskracht van afnemers zal doen afnemen. Deze kracht zal dus weinig afbreuk doen aan de mogelijke winstgevendheid.
Overige opmerkingen:
Financiële mogelijkheden opleidingsinstituten:
In 1999 werd 3 miljard euro uitgegeven aan in- externe bedrijfsopleidingen, waarbij er tussen 1993 – 1999 een groei in dit bedrag zat (1993: 1,6 miljard)
17.
Overzicht afbreuk aan de mogelijke winstgevendheid (--, -, +/-, +, ++) Ter verduidelijking: “--“ : Kracht doet wel afbreuk aan de winstgevendheid.
“++”: Kracht doet geen afbreuk aan de winstgevendheid.
Tabel B3.2 Overzicht afbreuk aan winstgevendheid
Macrosegment Int. con-
currentie
Subst. Toe- treders
Onderh.
lever.
Onderh.
afn.
1. OK-planning + ++ - + +
2. Therapiesessies ++ ? - ? +
3. Zittingen (overheid) + + - + ?
4. Sportwedstrijden ++ - - ? -
5. Schoonheids-
behandeling n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
6. Opleidingen + +/- - + +
16 http://statline.cbs.nl/StatWeb/table.asp?PA=37945gld&D1=a&D2=0&D3=0&D4=(l-11)-
Bijlage 4 Prijzen concurrentie HARMONY
Onderzoekers hebben namens ORTEC voor twee scenario’s onderzocht welke prijzen de concurrenten op het gebied van personeelsroostering binnen
ziekenhuizen vragen. In het onderzoek zijn de grootste concurrenten van ORTEC haar product “HARMONY” meegenomen Voor de volgende twee scenario’s zijn de prijzen gevraagd:
Scenario 1
1.500 in te plannen medewerkers 30 roosteraars
15.000 diensten per maand Roostergenerator
Webtoegang Scenario 2
75 in te plannen medewerkers 2 roosteraars
750 diensten per maand
De prijzen zijn exclusief implementatiekosten. Bij de prijs is wel rekening gehouden met een koppeling voor personeelsinformatiesysteem en
salarisadministratie. Vermeld moet worden dat IC systems, Paralax, Planning IT en ORTEC geavanceerde planning leveren, terwijl Getronics Pinkroccade alleen hulp bij handmatige planning biedt. De prijs van I.C. systems in vergelijking met andere aanbieders van geavanceerde planning is erg laag, omdat het gaat om een verouderd product waarbij de geavanceerde planning slechts wordt gebruikt om een rooster
“af te maken”. Uit het onderzoek komt ook naar voren dat de meeste gebruikers van het systeem van I.C. systems de geavanceerde planning niet gebruiken. Mischien betekent dit dat het niet goed werkt. I.C. systems wordt daarom in het onderzoek in deze bijlage meegenomen als aanbieder van handmatige planning.
Tabel B4.1 Prijzen aanbieders personeelsroostering Omschrijving I.C.
Systems
Paralax Getronics Pinkroccade
Planning IT
ORTEC Buiten zorg
ORTEC*
Binnen zorg (40%
korting) Scenario 1 +/- €
30.000 +/- €
120.000 € 26.460 € 143.300 € 117.200 € 70.320 Scenario 2 +/- €
8.000 +/- €
20.000 € 5.975 € 22.000 € 23.500 € 14.100
Servicekosten ? ? 18% 18% 18% 18%