Financieringsstructuur Bolivian-Brazilian pipeline
Amounts in millions
Brazilian Side Bolivian Side
Share capital & sub loans 310 Share capital & sub loans 75
Share TCO 302 Share TCO 81
Total equity Brazil 612 Total equity Bolivia 156
Direct IBRD Loan 150 Direct Loan Petrobras 280
Direct IDB Loan 240 Total liability Bolivia 280
Direct CAF Loan 60
Direct EIB Loan 60 Total Financing Bolivia 436
Direct Loan Petrobras 348 IBRD Guaranteed Bonds 180 Total liability Brazil 1.038
Total Financing Brazil 1.650
Appendix 2
Risk weights by category of on-balance-sheet asset:
0% (a) Cash1
(b) Claims on central governments and central banks denominated in national currency and funded in that currency
(c) Other claims on OECD2 central governments3 and central banks
(d) Claims collateralised by cash of OECD central-government securities3 or guaranteed by OECD central governments4
0, 10, (a) Claims on domestic public-sector entities, excluding central government, 20 or and loans guaranteed by or collateralised by securities issued by such entities4
50% (at national discretion)
20% (a) Claims on multilateral development banks (IBRD, IADB, AsDB, AfDB, EIB, EBRD)and claims guaranteed by, or collateralised by securities issued by such banks
(b) Claims on banks incorporated in the OECD and claims guaranteed4 by OECD incorporated banks
(c) Claims on securities firms incorporated in the OECD subject to
comparable supervisory and regulatory arrangements, including in particular risk-based capital requirements,and claims guaranteed by these securities firms
(d) Claims on banks incorporated in countries outside the OECD with a
residual maturity of up to one year and claims with a residual maturity of up to one year guaranteed by banks incorporated in countries outside the OECD (e) Claims on non-domestic OECD public-sector entities, excluding central government, and claims guaranteed by or collateralised by securities issued by such entities4
(f) Cash items in process of collection
50% (a) Loans fully secured by mortgage on residential property that is or will be occupied by the borrower or that is rented
100% (a) Claims on the private sector
(b) Claims on banks incorporated outside the OECD with a residual maturity
Voor de berekening van het gedekte gedeelte van de lening wordt niet gerekend met contante waarden. Dit heeft een drietal redenen. De eerste is dat het moeilijk is om een disconteringsvoet te bepalen. De Wereldbank hanteert een verwacht inflatiepercentage van 3,5%, maar het is de vraag of dit juist is. De tweede reden is dat de waarde van de garantie van de Wereldbank zeer moeilijk te bepalen is. Het is immers niet te bepalen op welk tijdstip gebruik gemaakt zal worden van de garantie.
De enige methode om dit te bepalen is om of arbitraire aannames te doen of om kansberekening toe te passen waarvoor gegevens ontbreken. De derde reden is dat het onderzoek om een vergelijking gaat tussen een aantal alternatieven en dat het uiteindelijke dekkingspercentage geen grote invloed heeft op de uitkomst van het onderzoek, mits gelijk toegepast in alle situaties.
De garantie is derhalve 180 + 2*13%*180 = 226,8 mln US$ groot.
De totale lening is 180 + 18 (maturity)*23,4 = 601,2 mln US$ groot.
Het gegarandeerde percentage is derhalve 226,8 / 601,2 * 100% = 37,725%
Van de originele lening ga ik er vanuit dat 180 * 37,725% = 67,9 mln US$ gedekt is.
Appendix 4
Deze appendix geeft een samenvatting van de risicocategorieën, zoals gegeven onder het Basel II model.
1. Vorderingen op soevereinen.
Hieronder vallen de vorderingen op centrale overheden van naties. Aan de hand van de credit rating van het land wordt een weging toegekend aan de uitstaande vordering:
2. Vorderingen op publieke sector entiteiten die niet tot de centrale overheid behoren. (PSE’s , Public Sector Entities)
Deze vorderingen kunnen op twee manieren worden gerangschikt. Of onder 4:
Vorderingen op banken, of, indien de nationale bank dit toestaat, onder 1:
Vorderingen op soevereinen.
3. Vorderingen op Multilateral development banks
Deze worden gewogen of net als andere banken, maar zonder de korte termijn vorderingen categorie. Voor sommige MDB’s geldt een weging van 0%, mits deze aan een aantal voorwaarden voldoen:
- AAA rating (door de meeste raters)
- Het grootste gedeelte van de aandeelhouders bestaat uit soevereinen met een AA- of
gebruiken. In optie 1 is de credit rating van de bank een lager dan die van het land waar de bank gevestigd is. Onder optie twee wordt de weging bepaald door de externe credit rating van de bank, bepaald door externe rating bureaus. De twee opties zijn hieronder weergegeven:
5. Vorderingen op securities firms
Deze categorie kan opgesplitst worden in twee categorieën. Indien de securities firm onder dezelfde regels en toezicht valt als banken, dan worden deze vorderingen gewogen onder categorie “4: Vorderingen op banken”. Indien deze regels niet van toepassing zijn, vallen de vorderingen onder “6: Vorderingen op corporaties”.
6. Vorderingen op corporaties, inclusief verzekeringsmaatschappijen
De weging van de vorderingen op corporaties is gebaseerd op hun credit rating, maar deze kan nooit beter zijn dan het land van vestiging. De weging is als volgt:
7. Vorderingen in de reguliere retail portefeuille
Vorderingen moeten aan een viertal criteria voldoen om aan de eisen van de retailportefeuille te voldoen. Indien aan deze vier criteria is voldaan, mag een weging worden toegekend van 75%.
8. Vorderingen gedekt door particulier onroerend goed Hieraan wordt standaard een weging toegekend van 35%.
9. Vorderingen gedekt door commercieel onroerend goed Hieraan wordt standaard een weging toegekend van 100%.
10. Leningen over tijd
Dit is het gedeelte van de lening dat niet gedekt is door aanvullende zekerheden en waarbij de betalingsachterstand meer dan 90 dagen is. Genomen provisies en afschrijvingen worden van het gedeelte waarover de lening wordt bepaald afgetrokken. De volgende wegingen worden aan dit deel van de lening toegekend:
- 150%, indien minder dan 20% voorzien is
- Vorderingen op soevereinen, PSE’s, banken en securities firms met een rating lager dan B-
- Vorderingen op corporaties met een weging lager dan BB- - Leningen over tijd, zie 10.
- Securitisatie tranches die een rating hebben tussen BB+ en BB- worden gewogen op 350%
Ook kunnen nationale toezichthouders ertoe besluiten om andere activa, zoals venture capital en private equity investments, een weging van 150% of hoger te geven.
12. Overige activa
Alle overige activa, behalve gesecuritiseerde vorderingen, worden gewogen tegen 100%.
13. Off-balance sheet items
Off-balance sheet items worden onder de Standardized Approach omgezet met behulp van Credit Conversion Factors (CCF’s). Er bestaat geen duidelijk plafond voor weging van deze activa.