in
b
o
nieuwsbrief
B elg ië – B elg iq ue P.B. B ru sse l X 3/6 36 7 D ri em aa nd el ijk s t ijd sc hr if t - V .U . D r. J ur ge n T ac k, K lin ie ks tr aa t 2 5, 1 07 0 B ru ss el A fg if te ka nt oo r 1 09 9 B ru ss el X P 60 23 79 Ein d re d ac tie : K oen V an Mu yl em , H ug o V er re yc ken D ruk : M an ag em en to nd er st eu nen de Di en st en va n d e V la am se ov er hei d – g ed ru kt o p r ec yc la ge pa pi erIn- of uitschrijven op deze nieuwsbrief kan via een seintje naar: INBO nieuwsbrief Kliniekstraat 25,1070 Brussel T. 02 525 02 00 - F. 02 525 03 00 nieuwsbrief@inbo.be W etenschappelijke instelling
van de Vlaamse overheid
inbo
nieuwsbrief
van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
Zeg maar hybride tegen berg- of veldiep?
We hebben in Vlaanderen maar enkeleinheemse olmensoorten die ook nog eens erg op elkaar gelijken. Zo is er de veldiep, de bergiep en de steeliep, waar-van de eerste twee met elkaar kunnen hybridiseren. Door de desastreuze iepen-ziekte (DED: Dutch Elm Disease) werden vooral de eerste twee soorten sterk in aantal gereduceerd.Het is niet zo dat de steeliep ongevoelig is voor de DED, hij wordt alleen minder gesmaakt door de kevers die de ziekte verspreiden. De steeliep heeft echter wel zoals de andere olmen te kampen met habitat-verlies en –fragmentatie. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ons onderzoek een lage genetische diversiteit voor deze soorten aan het licht bracht. Voor de veldiep en zijn hybriden kwam er nog bij dat ze zich vooral klonaal bleken voort te planten via wortelopslag.
Een opvallend resultaat was dat 77 % van de genetisch geïdentifi ceerde hybriden in Vlaanderen morfologisch als een van beide zuivere soorten werd herkend. Ook bleek een meerderheid van de onder-zochte plaatsen hybriden te bevatten. Het gaat niet alleen over hybriden van de eerste generatie maar ook over terug-kruisingen met een van de oudersoorten, waardoor het alleen maar moeilijker wordt om ze op basis van uiterlijke ken-merken te herkennen.
Bovendien vonden we meermaals de oude cultivar ‘Klemmer’ onder de be-monsterde olmen. Daarnaast zaten er nakomelingen tussen van dezelfde culti-var, en ook van ‘Belgica’ en ‘Major’. Dat er geen duidelijke genetische structuur te vinden was en er op verschillende locaties genetisch dezelfde bomen wer-den gevonwer-den, leek de eeuwenlange menselijke invloed te ondersteunen.
Karen Cox, karen.cox@inbo.be
An Vanden Broeck, an.vandenbroeck@inbo.be
Maakt groen gelukkig?
Uit een vergelijkend onderzoek van twee voor de rest zeer vergelijkbare Gentse stads-buurten blijkt dat mensen die in een groenere buurt wonen zichzelf een stuk beter voelen dan mensen die in een minder groene buurt wonen. Dat uit zich in hoe ze zelf hun gezondheid, hun lichamelijk functioneren en hun gelukkig zijn evalueren. Vroegere studies hebben al aangewezen dat er een verband bestaat tussen een groene omgeving en gezondheid, maar legden niet bloot hoe dat verband tot stand komt.
De onderzochte buurten waren Dierentuin en Sint-Jacobs: beide tonen een sterke ge-lijkenis wat betreft demografi e, socio-economische factoren, huisvesting en andere omgevingsfactoren, maar Dierentuin is wel degelijk groener dan Sint-Jacobs. Er werden 600 vragenlijsten verdeeld over de twee buurten, ongeveer 1/3 ervan werd ingevuld. Naast standaardvragen over gezondheid en welbevinden waren er ook vragen over lichaamsbeweging en sport, stress en concentratievermogen, sociale contacten en tevredenheid met de buurt.
De bewoners van beide buurten verschillen lichtjes qua algehele gezondheidstoestand en helemaal niet qua lichamelijk functioneren, maar de bewoners van Dierentuin zijn wel signifi cant gelukkiger. Bovendien zijn de bewoners van de groenere buurt meer tevre-den over hun buurt. Een verdere analyse geeft aan dat buurttevretevre-denheid inderdaad de factor is die het verband tussen een groene omgeving en geluk verklaart.
Bovendien is hierbij de dagdagelijkse waarneming van groen, letterlijk door het raam van de woonkamer, van doorslaggevend belang. Dit geeft aan dat bij het plannen van parken en groenelementen niet alleen gekeken moet worden naar de nabijheid tot de huizen, maar ook naar onmiddellijke zichtbaarheid van het groen.
Van Herzele, A. en De vries , S. (2012). Linking green space to health: a comparative study of two urban neighbourhoods in Ghent, Belgium. Population and Environment 34: 171-193.
foto: L. Soerink/VILDA