• No results found

Verslag van de vergadering van de Ministerraad van 31 januari 2003

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verslag van de vergadering van de Ministerraad van 31 januari 2003"

Copied!
30
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

31 jan 2003 -16:00

Verslag van de vergadering van de Ministerraad van 31 januari 2003

De Ministerraad vergaderde op vrijdag 31 januari 2003 in de Wetstraat 16 vanaf 10.00 uur, onder het voorzitterschap van Eerste Minister Guy Verhofstadt.

De Ministerraad vergaderde op vrijdag 31 januari 2003 in de Wetstraat 16 vanaf 10.00 uur, onder het voorzitterschap van Eerste Minister Guy Verhofstadt.

De Eerste Minister heeft allereerst uitgeweid over de vier ontwerpen van koninklijke besluiten tot

uitvoering van de wet houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid. Deze vier besluiten gaan over: de nieuwe categorisering van de overtredingen, de onmiddellijke inning, het bevel tot betaling en het fonds van de boetes. Wij willen streng zijn maar ook rechtvaardig. De Eerste Minister heeft ook de nadruk gelegd op de instelling van het verkeersveiligheidfonds. De datum waarop de maatregelen in werking treden is nog niet vastgelegd. Een informatiecampagne voor het grote publiek zal georganiseerd worden vóór de inwerkingtreding (bericht 17-20)De Eerste Minister heeft dan melding gemaakt van het diepgaand onderzoek door de Ministerraad van de omzetting van de Europese richtlijnen naar het Belgisch recht.Guy Verhofstadt heeft daarnaast de goedkeuring vermeld van twee ontwerpen van koninklijk besluit over het statuut van de kunstenaar, in uitvoering van de programmawet (bericht 23);***De Ministerraad keurde de volgende punten goed: - twee ontwerpen van koninklijk besluit met betrekking tot het organieke statuut en de aanwijzing en uitoefening van de managementfuncties van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (bericht 2);- een ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van de normen voor de preventie van brand en ontploffing, waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen (bericht 3);- twee ontwerpen van koninklijk besluit waarbij toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen (bericht 4-5);- het overmaken van twee ontwerpen van koninklijk besluit met betrekking tot het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg aan de Raad van State, voor advies binnen de maand (bericht 7);- drie ontwerpen van koninklijk besluit alsook een reeks

uitvoeringsmaatregelen betreffende de overdracht van het Pasteur-instituut naar de Wetenschappelijke instelling van de Staat "Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid - Louis Pasteur" (bericht 8);- een ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van de functionele kennis van de tweede taal aangepast aan de evaluatietaak en van de taalkennis die vereist is om de eenheid van rechtspraak te verzekeren (bericht 10);- een ontwerp van koninklijk besluit met betrekking tot "de aanwijzing van tweetalige adjuncten bij wijze van overgangsmaatregel in de centrale diensten van de federale overheidsdiensten". Het koninklijk besluit gaat nu voor schriftelijk advies naar de representatieve vakbonden en Vaste Commissie voor Taaltoezicht. (bericht 11);- de definitieve herhuisvesting van de centrale diensten van de Federale Overheidsdienst Financiën, die momenteel ondergebracht zijn in de Financietoren (bericht 13);- een huurvoorstel voor de huisvesting van het Bergense steunpunt van de Algemene Inspectie van de Federale Politiediensten, die los van de andere politiediensten moet worden gehuisvest (bericht 14);- een ontwerp van koninklijk besluit waarbij de activiteiten worden bepaald die de Nationale Delcrederedienst voor eigen rekening, zonder Staatsgarantie, uitoefent (bericht 15);- een reeks maatregelen met betrekking tot de verzekeringsstelsels in de luchtvaartsector (bericht 16);- een ontwerp van koninklijk besluit in verband met de bedragen die in toepassing van de wet op de ziekenhuizen door de verzekeringsinstellingen worden uitbetaald (bericht 24);- een ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van de ten laste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen aangerekende kosten, verbonden aan de mededeling van de gegevens inzake de te tariferen verstrekkingen die de tariferingdiensten aan het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering moeten meedelen (bericht 25);- een ontwerp van bijzondere wet tot instelling van een nieuwe berekeningswijze van de responsabiliseringsbijdrage ten laste van sommige werkgevers van de openbare sector (bericht 26);- een regeling die het in de toekomst

(2)

© 2019 - news.belgium.be

het Protocol van Montreal (Montreal, 1997) betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken (bericht 30);- een voorontwerp van wet met betrekking tot de goedkeuring van het Protocol van Cartagena inzake

bioveiligheid. Dit protocol, beter bekend onder de naam "Protocol inzake bioveiligheid", werd op 29 februari 2000 goedgekeurd door 133 regeringen na vijf jaar onderhandelen. België ondertekende het protocol op 24 mei 2000 (bericht 31);- een voorontwerp van wet waardoor de Overnameovereenkomst van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen tussen de Regeringen van het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en de Regering van de Slowaakse Republiek aan het Parlement kan worden voorgelegd (bericht 32).

FOD Kanselarij van de Eerste Minister - Algemene Directie Externe Communicatie

Wetstraat 16 1000 Brussel België

+32 2 501 02 11

https://kanselarij.belgium.be

Thomas Ferri Redactiedienst (NL) +32 2 287 41 42 +32 471 67 07 73

thomas.ferri@premier.fed.be Christophe Springael

Redactiedienst (FR) +32 2 287 41 92 +32 477 59 14 37

christophe.springael@premier.fed.be

(3)

© 2020 - news.belgium.be

31 jan 2003 -16:00

Hoort bij Verslag van de vergadering van de Ministerraad van 31 januari 2003

Instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen

Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Werkgelegenheid, keurde de Ministerraad twee ontwerpen van koninklijk besluit goed met betrekking tot het organieke statuut en de aanwijzing en uitoefening van de managementfuncties van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.

Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Werkgelegenheid, keurde de Ministerraad twee ontwerpen van koninklijk besluit goed met betrekking tot het organieke statuut en de aanwijzing en uitoefening van de managementfuncties van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.

Het eerste ontwerp (*) preciseert:- de structuur van het Instituut;- de respectievelijke rollen van de raad van bestuur en van de directie;- de samenstelling van de raad van bestuur en van de directie;- de nadere regels voor de aanwijzing van de raad van bestuur;- het statuut van het personeel. Het tweede ontwerp preciseert de nadere regels voor de aanwijzing van de directie en de nadere regels voor het uitoefenen van haar mandaat. Dit zal de daadwerkelijke installatie van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen mogelijk maken. (*) heeft tot doel om het organieke statuut van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, opgericht door de wet van 16 december 2002 (BS van 31/12/2002), vast te leggen.

Gepubliceerd door FOD Kanselarij van de Eerste Minister - algemene directie Externe Communicatie

Persdienst van vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en Culturele Instellingen,Laurette Onkelinx

Handelsstraat 78-80 1040 Brussel

België

+32 2 233 51 11

http://www.laurette-onkelinx.be/

(4)

© 2021 - news.belgium.be

Normen voor de preventie van brand en ontploffing

Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Tewerkstelling en Arbeid, en de heer Antoine Duquesne, Minister van Binnenlandse Zaken, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed tot vaststelling van de normen voor de preventie van brand en ontploffing, waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Tewerkstelling en Arbeid, en de heer Antoine Duquesne, Minister van Binnenlandse Zaken, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed tot vaststelling van de normen voor de preventie van brand en ontploffing, waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

Het ontwerp handelt hoofdzakelijk over de afwijkingen op deze basisnormen. Zo wordt een commissie voor afwijking ingesteld. De tussenkomst van de Minister van Tewerkstelling en Arbeid in de

afwijkingsprocedure wordt echter opgeheven. Tot slot wordt de afwijkingsvoorwaarde om de reden dat het onmogelijk is te voldoen aan bepalingen van het koninklijk besluit opgegeven aangezien het in

werkelijkheid altijd mogelijk is te voldoen aan de technische voorschriften. De voornaamste reden om een beroep te doen op de afwijkingen zijn de vrijheid van creatie van de architecten en de evolutie van de technieken. Deze nieuwe bepalingen houden rekening met de opmerkingen van de Europese Commissie.

Gepubliceerd door FOD Kanselarij van de Eerste Minister - algemene directie Externe Communicatie

Persdienst van vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en Culturele Instellingen,Laurette Onkelinx

Handelsstraat 78-80 1040 Brussel

België

+32 2 233 51 11

http://www.laurette-onkelinx.be/

(5)

© 2021 - news.belgium.be

31 jan 2003 -16:00

Hoort bij Verslag van de vergadering van de Ministerraad van 31 januari 2003

Toegang tot het Rijksregister

Op voorstel van de heer Antoine Duquesne, Minister van Binnenlandse Zaken, keurde de Ministerraad twee ontwerpen van koninklijk besluit goed waarbij toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen.

Op voorstel van de heer Antoine Duquesne, Minister van Binnenlandse Zaken, keurde de Ministerraad twee ontwerpen van koninklijk besluit goed waarbij toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de

natuurlijke personen.

Deze ontwerpen strekken ertoe1. de leden van de lokale politie en van de federale politie die belast zijn met het vervullen van de taken van bestuurlijke en gerechtelijke politie, evenals de personeelsleden die behoren tot de algemene directie human resources en tot het sociaal secretariaat GPI en belast zijn met het vervullen van de taken inzake het beheer, het bestuur en de werving van het personeel, te machtigen toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen en het identificatienummer ervan te gebruiken. 2. de diensten van de Senaat te machtigen toegang te hebben tot bepaalde informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen en het

identificatienummer ervan te gebruiken, teneinde, enerzijds, de taken betreffende de uitvoering van de wetten betreffende de kindertoeslagen voor de loonarbeiders (*) en van de door de Senaat aangenomen reglementen, overeenkomstig artikel 60 van de Grondwet, te vervullen, en anderzijds, tijdens elke vernieuwing van de Wetgevende Kamers, de verkiesbaarheidsvereisten van de verkozen of aangewezen senatoren te onderzoeken. (*) gecoördineerde wetten van 19 december 1939.

Gepubliceerd door FOD Kanselarij van de Eerste Minister - algemene directie Externe Communicatie

(6)

© 2020 - news.belgium.be

Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg

Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, de heer Luc Van Den Bossche, Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, en de heer Jef Tavernier, Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, stemde de Ministerraad ermee in om twee ontwerpen van koninklijk besluit met betrekking tot het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg over te maken aan de Raad van State, voor advies binnen de maand.

Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, de heer Luc Van Den Bossche, Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, en de heer Jef Tavernier, Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, stemde de Ministerraad ermee in om twee ontwerpen van koninklijk besluit met betrekking tot het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg over te maken aan de Raad van State, voor advies binnen de maand.

Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, de heer Luc Van Den Bossche, Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, en de heer Jef Tavernier, Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, stemde de Ministerraad ermee in om twee ontwerpen van koninklijk besluit met betrekking tot het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg over te maken aan de Raad van State, voor advies binnen de maand.

Gepubliceerd door FOD Kanselarij van de Eerste Minister - algemene directie Externe Communicatie

(7)

© 2019 - news.belgium.be

31 jan 2003 -16:00

Hoort bij Verslag van de vergadering van de Ministerraad van 31 januari 2003

Overdracht van het personeel van het voormalig Pasteurinstituut

Op voorstel van de heer Jef Tavernier, Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, heeft de Ministerraad drie ontwerpen van koninklijk besluit (*) goedgekeurd alsook een reeks uitvoeringsmaatregelen betreffende de overdracht van het Instituut Pasteur naar de

Wetenschappelijke instelling van de Staat "Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid - Louis Pasteur".

Op voorstel van de heer Jef Tavernier, Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, heeft de Ministerraad drie ontwerpen van koninklijk besluit (*) goedgekeurd alsook een reeks

uitvoeringsmaatregelen betreffende de overdracht van het Instituut Pasteur naar de Wetenschappelijke instelling van de Staat "Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid - Louis Pasteur".

De twee eerste ontwerpen van besluit bepalen dat het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid de opdrachten die hem werden toevertrouwd binnen het vroegere Instituut Pasteur zal blijven uitvoeren. De derde tekst heeft betrekking op de overdracht en het nieuwe federale statuut van de personeelsleden van het vroegere Instituut Pasteur van Brussel.Wegens de splitsing van de Provincie Brabant werd het

personeel van het Instituut Pasteur tijdens een eerste fase, in 1995, ambtshalve overgedragen aan het Ministerie van Sociale zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. Vervolgens werd het vanaf 30 april 1999 ambtshalve getransfereerd naar het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid - Louis Pasteur (**).Dankzij deze koninklijke besluiten zal snel een nieuw organiek kader van het Instituut kunnen worden bepaald en zal aan het voltallige personeel de voortzetting van de loopbaan worden verzekerd. (*) -

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 oktober 1996 tot wijziging van de benaming van het Instituut voor Hygiëne en Epidemiologie;- koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 maart 1968 houdende instelling van het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid - Louis Pasteur van het Ministerie van Volksgezondheid, als wetenschappelijke instelling van de Staat;- koninklijk besluit houdende bepaling van de nadere regels voor de overdracht van het vroegere personeel van het Instituut Pasteur naar de Wetenschappelijke instelling van de Staat "Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid - Louis Pasteur".(**)overeenkomstig artikel 28 van de wet van 22 maart 1999 houdende diverse maatregelen inzake ambtenarenzaken.

Gepubliceerd door FOD Kanselarij van de Eerste Minister - algemene directie Externe Communicatie

(8)

Vereiste functionele kennis van de tweede taal voor evaluaties en om de eenheid van rechtspraak te verzekeren

Op voorstel van de heer Luc Van Den Bossche, Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Besturen, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed tot

vaststelling van de functionele kennis van de tweede taal aangepast aan de evaluatietaak en van de taalkennis die vereist is om de eenheid van rechtspraak te verzekeren.

Op voorstel van de heer Luc Van Den Bossche, Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Besturen, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed tot vaststelling van de functionele kennis van de tweede taal aangepast aan de evaluatietaak en van de taalkennis die vereist is om de eenheid van rechtspraak te verzekeren.

De houders van een managementfunctie moeten hun functie naar behoren kunnen uitoefenen en op termijn een verplichte functionele kennis van de tweede landstaal hebben. Ook de ambtenaren die anderstalige medewerkers evalueren, kunnen vrijwillig de functionele taalkennis bewijzen opdat zij als functionele chef een constructief contact met al hun medewerkers zouden kunnen onderhouden. De uitvoering van de wijziging van de taalwetgeving, namelijk de bepaling van de inhoud van deze taalkennis, is daarom nodig. Het ontwerp van koninklijk besluit legt, in het kader van de Copernicusvorming, deze inhoud en de organisatie van het taalexamen vast. Het koninklijk besluitgaat nu voor schriftelijk advies naar de representatieve vakbonden en Vaste Commissie voor Taaltoezicht.Managers van de FOD's moeten kunnen communiceren met al hun medewerkers en moeten ze ook kunnen evalueren. Indien deze

evaluatie in de andere landstaal verloopt, dienen deze managers hiervoor een functionele kennis te hebben van de tweede taal, die aangepast is aan de evaluatietaak. Deze functionele kennis baseert zich enerzijds op de actieve en passieve mondelinge taalvaardigheid (de manager moet zijn medewerker begrijpen en moet door hem begrepen worden), anderzijds op een passieve schriftelijke kennis, namelijk het begrijpend lezen en de controle van de inhoud van de tekst. Beide aspecten worden nagegaan in een mondelinge test.Ook de personen die een functie uitoefenen die de eenheid van rechtspraak verzekert, moeten een kennis van de tweede taal bewijzen. Bovenop de bovenvermelde testen moeten zij eveneens hun functionele kennis van de administratieve en juridische woordenschat bewijzen door middel van een computergestuurde test. Het koninklijk besluit dat deze functionele taalkennis regelt, voorziet in de

algemene bepalingen en reglementeringen voor de organisatie van die taalexamens, de samenstelling van de examencommissie, de voorwaarden en het programma. Deze reglementering treedt in werking op 15 mei 2003. Vanaf dan kan elkeen, zowel de managers als de evaluatoren, vrijwillig zijn functionele

taalkennis bewijzen. Eens deze hun functionele taalkennis bewezen hebben, kunnen ze alleen medewerkers van een andere taalrol dan die van hen begeleiden, evalueren, enz.

(9)

© 2021 - news.belgium.be Gepubliceerd door FOD Kanselarij van de Eerste Minister - algemene directie Externe Communicatie

(10)

© 2020 - news.belgium.be

Tweetalige adjuncten bij wijze van overgangsmaatregel

Op voorstel van de heer Luc Van Den Bossche, Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Besturen, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed met

betrekking tot "de aanwijzing van tweetalige adjuncten bij wijze van overgangsmaatregel in de centrale diensten van de federale overheidsdiensten".

Op voorstel van de heer Luc Van Den Bossche, Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Besturen, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed met betrekking tot

"de aanwijzing van tweetalige adjuncten bij wijze van overgangsmaatregel in de centrale diensten van de federale overheidsdiensten".

Het koninklijk besluit gaat nu voor schriftelijk advies naar de representatieve vakbonden en Vaste

Commissie voor Taaltoezicht. Er zullen nog taaladjuncten zijn gedurende maximaal anderhalf jaar. Dit is de tijd die elke FOD nodig heeft om de houders van een functie aan te werven die door de Koning in hun FOD werd aangeduid als een functie die de eenheid van rechtspraak verzekerd.Tweetalige adjuncten In

afwachting van de aanduiding per FOD van de functies die de eenheid van rechtspraak verzekeren en de invulling ervan, worden de houders van een managementfunctie -1 beschouwd als diegene die in de FOD de eenheid van rechtspraak verzekeren. Indien die houders van een managementfunctie -1 niet de vereiste taalkennis bewezen hebben, wordt hen gedurende maximaal anderhalf jaar een taaladjunct toegevoegd. OvergangsperiodeBinnen deze overgangsperiode van maximaal anderhalf jaar kan de Koning voor elke FOD functies aanduiden die de eenheid van rechtspraak verzekeren. De houders van deze functies nemen immers beslissingen die de burger aanbelangen. Een gelijke behandeling van de Vlaamse en Waalse burger dient bijgevolg verzekerd te worden.

Gepubliceerd door FOD Kanselarij van de Eerste Minister - algemene directie Externe Communicatie

(11)

© 2021 - news.belgium.be

31 jan 2003 -16:00

Hoort bij Verslag van de vergadering van de Ministerraad van 31 januari 2003

Herhuisvesting van de ambtenaren van de Financietoren

Op voorstel van de heer Rik Daems, Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en

Participaties, ging de Ministerraad akkoord met de definitieve herhuisvesting van de centrale diensten van de Federale Overheidsdienst Financiën, die momenteel ondergebracht zijn in de Financietoren.

Op voorstel van de heer Rik Daems, Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en

Participaties, ging de Ministerraad akkoord met de definitieve herhuisvesting van de centrale diensten van de Federale Overheidsdienst Financiën, die momenteel ondergebracht zijn in de Financietoren.

Gelet op de omvang van de oppervlakte die moest gevonden worden (+/- 100.000 m² bruto) bleken slechts twee gebouwen geschikt: de "North Galaxy", in de nabijheid van het Noordstation en het

"Eurostation 2", in de nabijheid van het Zuidstation. Uiteindelijk werd gekozen voor de offerte "North Galaxy". Het huurcontract van 18 jaar zal van start gaan op 1 december 2004, met een vrijstelling van huur voor 6 maanden. De terbeschikkingstellingen zullen gespreid worden van maart tot september 2004.

De werkzaamheden voor eerste installatie worden gedragen door de Regie der Gebouwen en door de FOD Financiën, volgens een verdeelsleutel die nog nader moet worden bepaald. De begrotingsweerslag van dit huurcontract is de volgende:Voor 2004:239.343 euro;2005:17.244.868 euro;2006:20.411.022

euro;2007:20.717.181 euro.Voor de herhuisvesting van de drukkerij van de FOD Financiën moet nog een oplossing worden gevonden. Ter herinnering: op 28 juni 2002 had de Ministerraad zijn principe-akkoord gegeven op de volledige evaluatie van de Financietoren (*). Het is de bedoeling om de eigenaar de

gelegenheid te geven de nodige asbestverwijderings- en renovatiewerken te laten uitvoeren. (*) zie bericht nr. 17 van de Ministerraad van 5 juli 2002

Gepubliceerd door FOD Kanselarij van de Eerste Minister - algemene directie Externe Communicatie

(12)

© 2019 - news.belgium.be

Huisvesting van de Algemene Inspectie van de Politiediensten

Op voorstel van de heer Rik Daems, Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties keurde de Ministerraad een huurvoorstel goed voor de huisvesting van het Bergense steunpunt van de Algemene Inspectie van de Federale Politiediensten, die los van de andere politiediensten moet worden gehuisvest.

Op voorstel van de heer Rik Daems, Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties keurde de Ministerraad een huurvoorstel goed voor de huisvesting van het Bergense steunpunt van de Algemene Inspectie van de Federale Politiediensten, die los van de andere politiediensten moet worden gehuisvest.

Het gaat meer bepaald om het huren van lokalen op de 1ste verdieping van het gebouw gelegen avenue Général de Gaulle, 91, te Bergen. Dit gebouw aan de stadsrand is gemakkelijk bereikbaar en heeft

parkeermogelijkheden. De lokalen zijn bovendien uitgerust met een alarmsysteem en bewakingscamera's.

De huuroppervlakte bedraagt 154 m² en de jaarlijkse huurprijs bedraagt 14.164 euro.

Gepubliceerd door FOD Kanselarij van de Eerste Minister - algemene directie Externe Communicatie

(13)

© 2021 - news.belgium.be

31 jan 2003 -16:00

Hoort bij Verslag van de vergadering van de Ministerraad van 31 januari 2003

Nationale Delcrederedienst

Op voorstel van de heer Rik Daems, Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en

Participaties, belast met Middenstand, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed waarbij de activiteiten worden bepaald die de Nationale Delcrederedienst voor eigen rekening, zonder Staatsgarantie, uitoefent.

Op voorstel van de heer Rik Daems, Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en

Participaties, belast met Middenstand, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed waarbij de activiteiten worden bepaald die de Nationale Delcrederedienst voor eigen rekening, zonder Staatsgarantie, uitoefent.

De Nationale Delcrederedienst mag drie soorten activiteiten uitoefenen:1. de verrichtingen voor rekening van de Staat,2. de verrichtingen voor eigen rekening met Staatsgarantie,3. de verrichtingen voor eigen rekening zonder Staatsgarantie. Deze laatste mogelijkheid werd voorzien om tegemoet te komen aan de Europese reglementering, meer bepaald wat betreft de verrichtingen van exportkredietverzekering op korte termijn of "verhandelbare risico's" (*). Het gaat om zowel politieke als commerciële risico's die verband houden met courante handelstransacties. De risico's worden verzekerd in het kader van een globale polis. (*) het gaat om risico's die niet door verzekeraars kunnen worden gedekt met staatssteun.De wet op de Nationale Delcrederedienst voorziet dat deze activiteit zonder Staatsgarantie moet worden omschreven bij koninklijk besluit.

Gepubliceerd door FOD Kanselarij van de Eerste Minister - algemene directie Externe Communicatie

(14)

© 2021 - news.belgium.be

Verzekeringen in de luchtvaartsector

Op voorstel van mevrouw Isabelle Durant, Minister van Mobiliteit en Vervoer, en de heer Rik Daems, Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, keurde de Ministerraad een reeks maatregelen goed met betrekking tot de verzekeringsstelsels in de luchtvaartsector.

Op voorstel van mevrouw Isabelle Durant, Minister van Mobiliteit en Vervoer, en de heer Rik Daems, Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, keurde de Ministerraad een reeks maatregelen goed met betrekking tot de verzekeringsstelsels in de luchtvaartsector.

Bedoeling is de dekking voor rekening van de Staat van de luchtvaartmaatschappijen vanaf 31 januari 2003 op te heffen. Op dit ogenblik verzekert de Belgische Staat trouwens geen enkele

luchtvaartmaatschappij meer sedert 1 november 2002. Enkel twee cargo operators en twee service providers hebben nog gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot verlenging tot 31 januari 2003. Aangezien alle dekkingsmogelijkheden opnieuw op de markt beschikbaar zijn leek het niet noodzakelijk de dekking voor rekening van de Staat te verlengen. De regering blijft bovendien de Europese initiatieven die gericht zijn op de creatie van mutualiseringssystemen verder ondersteunen.

Gepubliceerd door FOD Kanselarij van de Eerste Minister - algemene directie Externe Communicatie

(15)

31 jan 2003 -16:00

Hoort bij Verslag van de vergadering van de Ministerraad van 31 januari 2003

Verkeersveiligheid

Op voorstel van minister van Mobiliteit en Vervoer Isabelle Durant, heeft de Ministerraad bij de eerste lezing vier uitvoeringsbesluiten goedgekeurd van de wet houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid.

Op voorstel van minister van Mobiliteit en Vervoer Isabelle Durant, heeft de Ministerraad bij de eerste lezing vier uitvoeringsbesluiten goedgekeurd van de wet houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid.

Deze vier besluiten hebben respectievelijk betrekking op de nieuwe categorisering van de overtredingen, de onmiddellijke inning, het bevel tot betaling en het fonds van de boetes.Worden geclassificeerd als zware overtredingen van de eerste graad :? De maximumsnelheid met meer dan 10km/u en minder dan 20km/u per uur overschrijden, behalve in zones-30, op woonerven en in schoolomgevingen (deze overtreding is in de huidige wetgeving reeds een zware overtreding).? Geen controle hebben over zijn voertuig of niet in staat zijn alle manoeuvres uit te voeren die een bestuurder moet uitvoeren.? Met een onaangepaste snelheid rijden, de veiligheidsafstanden niet in acht nemen, de normale voortgang van andere weggebruikers hinderen door met een abnormaal lage snelheid te rijden of plots nodeloos te remmen, aansporen tot overdreven snel rijden, niet vertragen of stoppen bij het naderen van dieren die zich op de openbare weg bevinden.? Nalaten snelheid te minderen tijdens het inhalen van een voertuig dat een oversteekplaats voor voetgangers of fietsers en bestuurders van bromfietsen nadert.? Inhalen op een overweg.? Met een voertuig dat daar niet is toegelaten op een weg rijden die is voorbehouden aan

voetgangers, fietsers en ruiters.? Rijden of parkeren in een voetgangerszone zonder daar toestemming voor te hebben.? Een voertuig laten stilstaan of parkeren :- op trottoirs en binnen de bebouwde kom op verhoogde bermen, behoudens plaatselijke reglementering ;- op fietspaden ;- op overwegen ;- op

oversteekplaatsen voor voetgangers, op oversteekplaatsen voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen ;- op de rijbaan in onderbruggingen, in tunnels en behoudens plaatselijke reglementering onder bruggen ;- op de rijbaan nabij de top van een helling en in een bocht wanneer het zicht onvoldoende is ;? Een voertuig parkeren :- op een bus- of tramhalte; (op minder dan 15 meter aan weerzijnden van een bord dat een tram of bushalte aanwijst)- op plaatsen waar voetgangers, fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen de rijbaan moeten gebruiken om een hindernis te nemen ; - op plaatsen waar de doorgang van spoorvoertuigen zou worden belemmerd ;- wanneer de vrije doorgang op de rijbaan minder dan 3 meter breed zou worden.? Parkeren op een parkeerplaats voor gehandicapte personen zonder de speciale kaart te hebben geplaatst aan de binnenkant van de voorruit of bij gebrek aan een voorruit op het voorste gedeelte van het voertuig.? Gereden hebben met een voertuig voor gehandicapte persoon, een fiets of een gespan zonder verlichting vooraan of achteraan, wanneer het gebruik van de lichten verplicht was.? Indien het verkeer in de gevolgde richting belemmerd is een oversteekplaats voor voetgangers oprijden en er blijven staan.? Overtreding tegen het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de

(16)

aangebracht hebben op de «handelaarsplaat».o De voorschriften betreffende het gebruik van de

«handelaarsplaten» niet nageleefd hebbeno De «proefrittenplaat» of de «handelaarsplaat» niet teruggestuurd hebben binnen de voorgeschreven termijn bij beëindiging van de uitoefening van de activiteit.o De «proefrittenplaat» of de «handelaarsplaat» niet teruggestuurd hebben binnen de

voorgeschreven termijn, zodra de houder niet meer verzekerd is.o Het inschrijvingsbewijs «proefritten» of

«handelaar» niet kunnen vertonen* Van het koninklijk besluit van 28 november 1997 houdende de reglementering van de organisatie van sportwedstrijden of sportcompetities voor auto's die geheel of gedeeltelijk op de openbare weg plaatshebben.* De dagen en uren waarop verkenningen toegestaan zijn, niet nageleefd hebben.* Een voertuig in het verkeer gebracht hebben dat niet ingeschreven is en niet de nummerplaat draagt die bij de inschrijving werd toegekend.* Een niet in het repertorium van de voertuigen ingeschreven voertuig in het verkeer in België gebracht hebben als dit voertuig reeds in het buitenland is ingeschreven.* Een voertuig gebruikt hebben voor de uitoefening van zijn beroep en dat in het buitenland is ingeschreven op naam van een buitenlandse werkgever, zonder te beschikken over het attest dat afgegeven is door de Belgische administratie van de BTW.* Handelingen uitgevoerd hebben op de kentekenplaten of ze overdekt hebben.* Van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 tot regeling van de inschrijving van de commerciële platen voor motorvoertuigen en aanhangwagens.* De leesbaarheid van de kentekenplaat geschaad hebben* Van het koninklijk besluit van 28 november 1997 houdende

reglementering van de organisatie van sportwedstrijden of sportcompetities voor auto's die geheel of gedeeltelijk op de openbare weg plaatshebben: de bepalingen in verband met de klassementsproeven niet nageleefd hebben.De eerste categorie van zware overtredingen omvat met name gedragingen van een voertuig die de zwakste weggebruikers hinderen of onrechtstreeks in gevaar brengen en gedragingen indruisen tegen de verdeling van de openbare ruimte.Deze categorie vormt de grootste wijziging ten overstaan van de huidige wetgeving, omdat bepaalde overtredingen die momenteel worden gezien als gewone overtredingen in deze categorie zijn opgenomen.Worden geclassificeerd als zware overtredingen van de tweede graad :? de maximumsnelheid in zones-30, op woonerven en in schoolomgevingen met meer dan 10km/u en minder dan 20km/u.? de algemene of door verkeersborden of de categorie van het voertuig opgelegde maximumsnelheid met meer dan 20km/u en minder dan 40km/u overschrijden.? De linkerrijbaan gebruiken waar dit niet is toegestaan op openbare wegen waarvan de rijbanen duidelijk van elkaar zijn gescheiden.? Geen acht slaan op:- de voorrangsregels,- de voorrang die aan prioritaire

voertuigen,- de voorrang die in de bebouwde kom moet worden verleend aan bussen ter hoogte van hun halte,- de verkeersborden B1 of B5 (voorrang verlenen en stopbord).? Geen acht slaan op:- de regels betreffende het kruisen- het verkeersbord B19 (smalle doorgang: voorrang verlenen aan bestuurders die uit tegengestelde richting komen).? Een bestuurder links inhalen die had aangegeven dat hij links wilde afslaan of zijn voertuig aan de linkerkant van de openbare weg wilde parkeren en die zich reeds naar links begeven had om dit manoeuvre uit te voeren.? Links inhalen wanneer de bestuurder de

tegemoetkomende weggebruikers niet van ver genoeg kon opmerken.? Geen acht slaan op de

verkeersborden C35 en C39 (verboden in te halen tot aan het volgende kruispunt).? Versnellen of niet uiterst rechts rijden als men wordt ingehaald? Een spoorvoertuig links inhalen of kruisen wanneer dit

(17)

verboden is.? Een voetganger in gevaar brengen :- tijdens het inhalen van een voertuig bij het naderen van een oversteekplaats voor voetgangers of wanneer een bestuurder voor deze oversteekplaats stopt om een voetganger te laten passeren,- bij een richtingsverandering,- op woonerven,- in voetgangerszones,- in speelstraten,- veiligheidsregels ten aanzien van voetgangers,- geen acht slaan op verkeerslichten voor voetgangers,- geen snelheid minderen bij het passeren van een voertuig voor openbaar vervoer dat

stilstaat om reizigers in- of uit te laten stappen of reizigers gehinderd hebben bij het in- of uitstappen.? Een overweg oprijden wanneer dit verboden is.? Gereden hebben met een motorvoertuig, een sleep zonder verlichting vooraan of achteraan, wanneer het gebruik van de lichten verplicht was.? Elkaar hinderen of wederzijds in gevaar brengen op een weg voorbehouden aan voetgangers, fietsers en ruiters.? Met een motorvoertuig, een sleep of een gespan rijden zonder verlichting aan de voor- of de achterzijde wanneer het gebruik van verlichting verplicht is.? Geen snelheid matigen of indien nodig niet stoppen wanneer de bestuurder van een voertuig voor schoolvervoer door het gebruik van alle richtingaanwijzers aangeeft datkinderen gaan in- of uitstappen.? Een fietser of een bestuurder van een bromfiets in gevaar brengen.?

Een militaire colonne, een groep scholieren, een stoet of een wielerwedstrijd doorbreken.? De regels betreffende de lading niet in acht nemen.? Het verkeersbord C24a, b en c niet in acht nemen (verboden toegang voor vervoer van gevaarlijke goederen).? Een rood of een niet-knipperend oranje licht niet in acht nemen.? Een witte doorlopende streep tussen de rijstroken overschrijden.? Een voertuig dat niet

ingeschreven is en niet de nummerplaat draagt die bij de inschrijving werd toegekend.? Een in België in het verkeer brengen dat niet is ingeschreven in het repertorium van de voertuigen, terwijl dit voertuig in het buitenland is ingeschreven.? Voor de uitoefening van zijn beroep een voertuig gebruiken dat in het buitenland is ingeschreven op naam van een buitenlandse werkgever, zonder te beschikken over het attest uitgereikt door de Belgische administratie van de BTW.? Kunstgrepen uitvoeren op kentekenplaten of kentekenplaten bedekken.? Van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 tot regeling van de inschrijving van de commerciële platen voor motorvoertuigen en aanhangwagens: de leesbaarheid van de

kentekenplaat geschaad hebben? Van het koninklijk besluit van 28 november 1997 houdende

reglementering van de organisatie van sportwedstrijden of sportcompetities voor auto's die geheel of gedeeltelijk op de openbare weg plaatshebben: de bepalingen in verband met de klassementsproeven niet nageleefd hebben.De tweede categorie van zware overtredingen omvat hoofdzakelijk de zware

overtredingen van de huidige wetgeving.Deze categorie omvat gedragingen van een voertuig die rechtstreeks gevaar opleveren voor andere weggebruikers, hetzij door het uitvoeren van manoeuvres, hetzij door een gebrek aan signalisering jegens de andere weggebruikers, en die neerkomen op een zware onvoorzichtigheid.Worden geclassificeerd als overtredingen van de derde graad :? de maximumsnelheid met 20km/u en meer overschrijden in zones-30, op woonerven en in schoolomgevingen;? de algemene of door verkeersborden of de categorie van het voertuig opgelegde maximumsnelheid met 40km/u en meer overschrijden.? Geen gevolg geven aan de bevelen van een bevoegd persoon.? Rechts inhalen wanneer dit verboden is.? Links inhalen bij het naderen van de top van een helling of in een bocht wanneer daar niet mag worden ingehaald.? Een bestuurder links inhalen die zelf een ander voertuig dan een fiets, een tweewielige bromfiets of een motorfiets inhaalde, wanneer dit inhalen verboden is.? Op een snelweg of een autoweg een dwarsverbinding gebruiken, rechtsomkeert maken of achteruit rijden.? Deelnemen aan snelheids- of sportwedstrijden op de openbare weg zonder speciale vergunning van de wettelijk

gemachtigde overheid.De derde categorie van overtredingen omvat gedragingen van voertuigen die neerkomen op een zware fout en die rechtstreeks gevaar opleveren voor andere

(18)

elke categorie van overtredingen.Het ontwerp van koninklijk besluit laat toe de onmiddellijke inning inzake zware overtredingen toe te passen voor Belgen (behalve voor zware overtredingen van de derde graad), wat voorheen niet mogelijk was.De tekst past eveneens de betalingswijze per overschrijving en bankkaart aan.Het bevel tot betaling wordt binnen 14 dagen na het begaan van een automatisch vastgestelde overtreding naar de overtreder verzonden.Deze overtredingen kunnen van drieërlei aard zijn: door het rode licht rijden, te snel rijden of rijden in staat van dronkenschap.De overtreder moet binnen 30 dagen betalen.Als hij niet op tijd betaald, wordt het bedrag vermeerderd met 25%.Na het betalen van de som, kan beroep worden aangetekend.De betwisting van de identiteit van de overtreder en de echtheid van de feiten is echter mogelijk voor het betalen van de som.Overtreders die in aanmerking komen voor

rechtsbijstand, worden bovendien niet onderworpen aan het bevel tot betaling.Het ontwerp van koninklijk besluit bepaalt de bedragen die moeten worden betaald op grond van de huidige bedragen van de

minnelijke schikking en houdt rekening met een verhoging van de boetes met 10%.De minnelijke schikking : alvorens naar de rechter te worden verwezen, stelt men aan de overtreder voor een som te betalen.De betaling van deze som maakt een einde aan de strafvordering.De bedragen van de minnelijke schikking moeten nog worden bepaald door de minister van Justitie en het college van procureurs-generaal.Er zal echter een zekere samenhang moeten worden bewaard met de bedragen van de onmiddellijke inning en het bevel tot betaling.De boetes : Een boete is een straf die door de politierechter wordt opgelegd.De politierechter heeft de mogelijkheid een bedrag op te leggen dat lager is dan het minimumbedrag indien de overtreder financiële problemen heeft.Het verkeersveiligheidsfondsHet ontwerp van koninklijk besluit organiseert het systeem van overeenkomsten tussen de federale overheid en de politiezones.Het

wetsontwerp richt een verkeersveiligheidsfonds op dat wordt gespijsd met de boetes (de bedragen die worden geïnd bovenop het totaal dat werd geïnd in het referentiejaar 2002).Elk jaar zal de minister van Binnenlandse Zaken dit bedrag meedelen, alsook het maximumbedrag dat aan de politiezones zal kunnen worden toegewezen.Om toegang te krijgen tot financiering door dit fonds, zullen de politiezones een lokaal veiligheidsplan moeten voorstellen op grond waarvan zij een overeenkomst met de ministers van

Binnenlandse Zaken en Mobiliteit en Vervoer zullen kunnen ondertekenen.De bedragen zullen aan de politiezones worden toegekend volgens het aantal politiemensen, de vermindering van het aantal doden en zwaargewonden, de vermindering van de zwarte punten, het aantal pv's van het jaar voordien, het aantal kilometers weg in de politiezone.De overeenkomsten zullen rekening moeten houden met de volgende thema's :? De naleving van de snelheidsbeperkingen? De preventie en de bestrijding van het rijden onder invloed? Het dragen van de veiligheidsgordel? De naleving van de regels voor het

wegvervoer? De bestrijding van het hinderlijk en gevaarlijk parkerenDe datum van inwerkingtreding van deze uitvoeringsbesluiten van de wet houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid, ligt nog niet vast.De Raad van State en de gewesten moeten nog hun advies uitbrengen voordat in de ministerraad een tweede lezing kan plaatsvinden.Voordat deze besluiten in werking treden, zal een grote infocampagne worden gevoerd.

(19)

© 2021 - news.belgium.be Gepubliceerd door FOD Kanselarij van de Eerste Minister - algemene directie Externe Communicatie

(20)

© 2021 - news.belgium.be

Kunstenaarsstatuut

Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, en

mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Werkgelegenheid, keurde de Ministerraad twee ontwerpen van koninklijk besluit (*) goed rond het kunstenaarsstatuut.

Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, en mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Werkgelegenheid, keurde de Ministerraad twee ontwerpen van koninklijk besluit (*) goed rond het kunstenaarsstatuut.

Het eerste ontwerp van koninklijk besluit (**) heeft tot doel een wettelijke basis in te voeren om een vrijstelling van sociale zekerheidsbijdragen door te voeren ten voordele van de kunstenaars. Het ontwerp bepaalt dat kunstenaars die onderworpen zijn aan de sociale zekerheidsregeling voor werknemers hun vakantiegeld zullen ontvangen van de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie. Het tweede ontwerp van koninklijk besluit (***) heeft tot doel een nieuwe categorie van tijdelijke arbeid in te voeren betreffende artistieke prestaties die geleverd worden mits betaling van loon en voor rekening van een occasionele werkgever of een occasionele gebruiker. Deze ontwerpen van koninklijk besluit worden voor advies overgemaakt aan de Raad van State. (*) - ontwerp van koninklijk besluit houdende maatregelen inzake de vermindering van de socialezekerheidsbijdragen verschuldigd voor de kunstenaar en de berekening van zijn vakantiegeld;- ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 1, §6, van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers.(**) in uitvoering van artikel 173 van de programmawet van 24 december

2002.(***) in uitvoering van artikel 182 van diezelfde wet.

Gepubliceerd door FOD Kanselarij van de Eerste Minister - algemene directie Externe Communicatie

Persdienst van vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en Culturele Instellingen,Laurette Onkelinx

Handelsstraat 78-80 1040 Brussel

België

+32 2 233 51 11

http://www.laurette-onkelinx.be/

(21)

© 2021 - news.belgium.be

31 jan 2003 -16:00

Hoort bij Verslag van de vergadering van de Ministerraad van 31 januari 2003

Financiering van de ziekenhuizen: terugbetaling van de verzekeringsinstellingen

Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Sociale Zaken, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit (*) goed in verband met de bedragen die in toepassing van de wet op de ziekenhuizen door de verzekeringsinstellingen worden uitbetaald.

Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Sociale Zaken, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit (*) goed in verband met de bedragen die in toepassing van de wet op de ziekenhuizen door de verzekeringsinstellingen worden uitbetaald.

Het gaat meer bepaald om een ontwerp van uitvoeringsbesluit voor de vastlegging, de aanrekening, de terugvordering en de boeking van de bedragen die, in toepassing van de nieuwe financiering van de ziekenhuizen, door de verzekeringsinstellingen in twaalfden moeten worden uitbetaald (**). Ingevolge de nieuwe financiering wordt het budget van de ziekenhuizen opgedeeld in een vast gedeelte en een variabel gedeelte. Het vast gedeelte wordt vereffend in twaalfden, in evenredigheid met het aandeel van de

verzekeringsinstellingen in het betrokken ziekenhuis. Het variabel gedeelte wordt vereffend via een bedrag per dag en, in sommige gevallen, via een bedrag per opname. (*) tot uitvoering van de bepalingen van artikelen 136, §1, tweede lid; 136, §5 en artikel 164, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in verband met de bedragen die in toepassing van de wet op de ziekenhuizen door de verzekeringsinstellingen in

twaalfden worden uitbetaald.(**) ingevoerd bij koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van de ziekenhuizen.

Gepubliceerd door FOD Kanselarij van de Eerste Minister - algemene directie Externe Communicatie

(22)

© 2020 - news.belgium.be

Tarifering

Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Sociale Zaken, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed tot vaststelling van de ten laste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen aangerekende kosten, verbonden aan de mededeling van de gegevens inzake de te tariferen verstrekkingen die de tariferingsdiensten aan het

Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering moeten meedelen.

Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Sociale Zaken, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed tot vaststelling van de ten laste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen aangerekende kosten, verbonden aan de mededeling van de gegevens inzake de te tariferen verstrekkingen die de tariferingsdiensten aan het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering moeten meedelen.

Het ontwerpbesluit voorziet dat de kostenvergoeding van de tariferingsdiensten jaarlijks wordt bepaald en overeenstemt met een vast maximumbedrag dat jaarlijks door het Verzekeringscomité wordt vastgelegd, op voorstel van de Overeenkomstencommissie Apothekers-Verzekeringsinstellingen. Het ontwerp regelt de toestand voor de jaren 2001, 2002 en volgende wat betreft de reeds meegedeelde gegevens en past deze aan aan de huidige situatie inzake de gegevensinzameling. Het veroorzaakt geen bijkomende

administratieve lasten.

Gepubliceerd door FOD Kanselarij van de Eerste Minister - algemene directie Externe Communicatie

(23)

© 2021 - news.belgium.be

31 jan 2003 -16:00

Hoort bij Verslag van de vergadering van de Ministerraad van 31 januari 2003

Responsabiliseringsbijdrage verschuldigd door de Gemeenschappen en Gewesten

Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, keurde de Ministerraad een ontwerp van bijzondere wet goed tot instelling van een nieuwe berekeningswijze van de responsabiliseringsbijdrage ten laste van sommige werkgevers van de openbare sector. (*)

Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, keurde de Ministerraad een ontwerp van bijzondere wet goed tot instelling van een nieuwe berekeningswijze van de responsabiliseringsbijdrage ten laste van sommige werkgevers van de openbare sector. (*)

Het is de bedoeling een nieuw mechanisme in te stellen waardoor de bijdrage kan berekend worden die door de Gemeenschappen en Gewesten verschuldigd is met het oog op de gedeeltelijke financiering van de gevolgen van hun beslissingen inzake het administratief en geldelijk statuut op de federale begroting van pensioenen (**). In dit systeem hangt de omvang van de responsabiliseringsbijdrage van de

verschillende overheden niet langer af van de overschrijding van de trekkingsrechten maar wordt enkel bepaald door de relatieve belangrijkheid van hun weddenmassa. Deze berekeningswijze is eenvoudiger en doorzichtiger. Het ontwerp wordt voor advies overgemaakt aan de Raad van State. (*) de bijzondere wet van 27/4/1994 stelde een responsabiliseringsbijdrage in waarvan de vaststelling het resultaat was van ingewikkelde berekeningen gebaseerd op verschillende parameters. (**) deze responsabiliseringsbijdrage wordt vastgesteld in de bijzondere wet van 27 april 1994.

Gepubliceerd door FOD Kanselarij van de Eerste Minister - algemene directie Externe Communicatie

(24)

© 2021 - news.belgium.be

Psychiatrische zorgen

Op voorstel van de heer Jef Tavernier, Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en

Leefmilieu, en de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Sociale Zaken, keurde de Ministerraad een regeling goed die het in de toekomst permanent mogelijk maakt om ziekenhuisbedden in te leveren in ruil voor plaatsen in beschutte woonvormen en psychiatrische verzorgingstehuizen.

Op voorstel van de heer Jef Tavernier, Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, en de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Sociale Zaken, keurde de Ministerraad een regeling goed die het in de toekomst permanent mogelijk maakt om ziekenhuisbedden in te leveren in ruil voor plaatsen in beschutte woonvormen en psychiatrische verzorgingstehuizen.

Deze regeling heeft tot doel psychiatrische patiënten meer uit hun isolement te halen. De zorg voor mensen met psychiatrische stoornissen wordt sinds een tiental jaar steeds meer buiten de ziekenhuizen georganiseerd. Door de afbouw van ziekenhuisbedden werden plaatsen in beschutte woonvormen (BW) en in psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT) geopend. Deze nieuwe zorgvormen beogen niet zozeer

genezing en behandeling, maar leggen de nadruk op maatschappelijke integratie en rehabilitatie van de mogelijkheden van deze patiënten. Er is een sterke vraag naar meer van dergelijke plaatsen. Het zal voortaan mogelijk zijn om ziekenhuisbedden in te leveren in ruil voor plaatsen in PVT of BW. Door de mogelijkheid permanent in te schrijven creëert de regering een kader waarbinnen de sector zelf en op eigen ritme in de evoluerende noden kan voorzien.

Gepubliceerd door FOD Kanselarij van de Eerste Minister - algemene directie Externe Communicatie

(25)

© 2020 - news.belgium.be

31 jan 2003 -16:00

Hoort bij Verslag van de vergadering van de Ministerraad van 31 januari 2003

Zuiverheidseisen voor additieven

Op voorstel van de heer Jef Tavernier, Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit (*) goed dat tot doel heeft de bestaande regelgeving betreffende zuiverheidseisen voor additieven in overeenstemming te brengen met de Europese regelgeving (**) (die specifieke zuiverheidseisen voorziet voor

levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen).

Op voorstel van de heer Jef Tavernier, Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit (*) goed dat tot doel heeft de bestaande regelgeving betreffende zuiverheidseisen voor additieven in overeenstemming te brengen met de Europese regelgeving (**) (die specifieke zuiverheidseisen voorziet voor levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen).

Het ontwerp van koninklijk besluit wordt overgemaakt aan de Raad van State voor advies binnen de maand. (*) tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 juli 1997 betreffende zuiverheidseisen voor additieven die in voedingsmiddelen mogen worden gebruikt. (**) Europese richtlijn 2002/82/EC van de Commissie van 15 oktober 2002 tot wijziging van richtlijn 96/77/EC.

Gepubliceerd door FOD Kanselarij van de Eerste Minister - algemene directie Externe Communicatie

(26)

Afbreken van de ozonlaag

Op voorstel van de heer Louis Michel, Minister van Buitenlandse Zaken, ging de Ministerraad akkoord met de ratificatie door België van de 3de Wijziging van het Protocol van Montreal (Montreal, 1997) betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken.

Op voorstel van de heer Louis Michel, Minister van Buitenlandse Zaken, ging de Ministerraad akkoord met de ratificatie door België van de 3de Wijziging van het Protocol van Montreal (Montreal, 1997) betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken.

Op 17 december 1997 werd op de 9de Vergadering van de Partijen via de 3de Wijziging van het Protocol van Montreal een belangrijke stap gezet in de bescherming van de ozonlaag.Bijkomende maatregelen werden overeengekomen om meerdere ozonafbrekende stoffen verder aan banden te leggen.

Methylbromide is een in de landbouw veelgebruikte grondontsmetter met ozonafbrekend vermogen die nu is opgenomen in de lijst van gecontroleerde stoffen.De geleidelijke uitbanning van methylbromide in geïndustrialiseerde landen wordt versneld uitgevoerd, en zal volledig zijn in 2005 in plaats van 2010, waarna uitzonderlijk gebruik enkel wordt toegelaten voor "kritische toepassingen".In ontwikkelingslanden wordt de uitbanning voorzien voor 2015 met een tussentijdse reductiestap van 20% in 2005 ten opzichte van hetgemiddelde van 1995-1998.Financiële middelen werden voorzien om de ontwikkelingslanden te helpen bij het voldoen aan hun verplichtingen.Bovendien voorziet de Wijziging van Montreal in een verbod op in- en uitvoer van methylbromide vanuit en naar Staten die geen Partij zijn (niet geratificeerd hebben).

Met deze maatregel beoogt men Partijen aan te moedigen om de 2de Wijziging van Kopenhagen te ratificeren en te voorkomen dat methylbromide gebruikt wordt in landen die zich er niet toe verbonden hebben om de controlemaatregelen na te leven. Het Amendement voorziet eveneens in de verplichting voor alle Partijen om een vergunningensysteem op te zetten.Dit moet de landen helpen om de

internationale handel in CFK's en andere ozonafbrekende stoffen te controleren en illegale handel te ontmoedigen.Het vergunningensysteem voor controle van de handel is gebaseerd op vergunningen

uitgereikt door de Partijen voor elke in- en uitvoer.Dit moet toelaten aan douane en politiediensten om niet vergunde handel op te sporen.Het systeem wordt van kracht in 2000.Voorstellen van deEuropese Unie om de uitbanning van HCFK's te versnellenen productiecontroles in te voeren werden in Montreal niet

aanvaard.Deze voorstellen werden echter opnieuw ingediend op de 11de Vergadering van de Partijen (*).

Alhoewel er geen overeenkomst werd bereikt voor het versnellen van de uitbanning van consumptie van HCFK's werd toch aanvaard dat de productie van HCFK's aan banden wordt gelegd.België heeft de Wijziging van Montreal nu bekrachtigd en zal in de toekomst de Wijziging van Peking eveneens bekrachtigen.(*) die plaatsvond in Peking, China in november 1999.

(27)

© 2020 - news.belgium.be Gepubliceerd door FOD Kanselarij van de Eerste Minister - algemene directie Externe Communicatie

(28)

Bioveiligheid

Op voorstel van de heer Louis Michel, Minister van Buitenlandse Zaken, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed met betrekking tot de goedkeuring van het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid. Dit protocol, beter bekend onder de naam "Protocol inzake bioveiligheid", werd op 29 februari 2000 goedgekeurd door 133 regeringen na vijf jaar onderhandelen. België ondertekende het protocol op 24 mei 2000.

Op voorstel van de heer Louis Michel, Minister van Buitenlandse Zaken, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed met betrekking tot de goedkeuring van het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid. Dit protocol, beter bekend onder de naam "Protocol inzake bioveiligheid", werd op 29 februari 2000 goedgekeurd door 133 regeringen na vijf jaar onderhandelen. België ondertekende het protocol op 24 mei 2000.

Het protocol inzake bioveiligheid regelt de verplaatsing van GGO (genetisch gemodificeerde organismen) tussen de staten. Het voornaamste streefdoel is aan de staten die GGO invoeren de gelegenheid en de mogelijkheid bieden om op een wetenschappelijke basis de risico's van dergelijke organismen voor het milieu te beoordelen teneinde met kennis van zaken te kunnen beslissen over hun invoer, al dan niet, op hun grondgebied. Het protocol is een multilaterale milieugebonden overeenkomst. Niettemin houdt het onrechtstreeks rekening met de risico's voor de gezondheid van de mens en omvat het verschillende bepalingen die duidelijke maatregelen omvatten ter reglementering van de internationale handel in

GGO.Het protocol bepaalt dat elke uitvoer van GGO bestemd voor de doelbewuste introductie in het milieu van de partij van invoer (op dit ogenblik vooral transgeen zaad) zal worden gecontroleerd, geval per geval en vóór enige verplaatsing plaatsgrijpt, via een formele procedure van kennisgeving en voorafgaande geïnformeerde instemming. De GGO bedoeld om rechtstreeks als voedingsmiddel of diervoeder of voor be- of verwerking te worden gebruikt ("commodities") zijn onderworpen aan een specifieke procedure. De GGO onder de vorm van farmaceutische producten voor de mens vallen niet onder het protocol.Elke staat of unie van staten die reeds over een eigen regelgevend kader inzake GGO beschikt - dat is het geval voor de Europese Unie - kan de eigen regelgeving in het kader van het protocol toepassen, ook wanneer die

strenger is. Voor de staten die nog niet over dergelijke wetgevingen beschikken (in hoofdzaak de

ontwikkelingslanden) voorziet het protocol in een reeks maatregelen voor het versterken en ontwikkelen van de mankracht en de institutionele capaciteiten.Een van de opmerkelijke aspecten van het protocol is dat het de voorzorgsbenadering (Europa dierbaar) in de besluitvormingsprocedure expliciet bekrachtigt en op die manier bevestigt dat de benadering een essentieel onderdeel is van het internationale milieurecht.

Het protocol legt ook regels vast voor de duidelijke identificatie van de GGO. Voor de "commodities" die het voorwerp zijn van de internationale handel is een specifiekere etikettering gepland binnen de twee jaar na de inwerkingtreding van het protocol en na nieuwe onderhandelingen. Een andere

onderhandelingsprocedure die binnen de vier jaar moet zijn afgerond, heeft betrekking op de uitwerking

(29)

© 2021 - news.belgium.be

van internationale regels inzake aansprakelijkheid en schadeloosstelling van schade die voortvloeit uit de verplaatsing van GGO. Tot slot laat het protocol een uitwisselingscentrum voor bioveiligheid oprichten (onder de vorm van een gegevensbank die toegankelijk is via internet). Dit uitwisselingscentrum

vergemakkelijkt de uitwisseling van informatie over genetisch gemodificeerde organismen en dient ook als middel om de bewustmaking, educatie en participatie van het publiek op dit vlak te vergemakkelijken en te bevorderen.Het protocol inzake bioveiligheid is de eerste overeenkomst die in het kader van het

verdrag van de Verenigde Naties inzake biologische diversiteit (dat in 1992 te Rio werd goedgekeurd) werd gesloten. Het treedt in werking van zodra 50 staten het protocol hebben bekrachtigd. Het vormt een grote vooruitgang omdat het een regelgevend kader invoert op internationale schaal die de handelsbelangen en de bescherming van het milieu verzoent tegenover de industrie van de biotechnologie, een wereldwijde industrie in volle ontwikkeling. In dat opzicht sluit het rechtstreeks aan bij de Verklaring van Rio inzake milieu en ontwikkeling. Het getuigt van de bereidwilligheid van de regeringen om adequate en

transparante veiligheidsprocedures in te stellen teneinde de gemeenschap (in haar ruimere betekenis) de gelegenheid te bieden om voordeel te halen uit de moderne biotechnologie.Op Belgisch niveau zal de goedkeuring en implementatie van het protocol zijn steentje bijdragen aan het bestaande reglementaire en institutionele bouwwerk op het gebied van de bioveiligheid in ons land, waarvan de hoeksteen wordt gevormd door het samenwerkingsakkoord van 25 april 1997 tussen de Federale Staat en de Gewesten betreffende de administratieve en wetenschappelijke coördinatie inzake bioveiligheid.

Gepubliceerd door FOD Kanselarij van de Eerste Minister - algemene directie Externe Communicatie

(30)

© 2019 - news.belgium.be

Onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen

Op voorstel van de heer Louis Michel, Minister van Buitenlandse Zaken, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed waardoor de Overnameovereenkomst van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen tussen de Regeringen van het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en de Regering van de Slowaakse Republiek (*) aan het Parlement kan worden voorgelegd.

Op voorstel van de heer Louis Michel, Minister van Buitenlandse Zaken, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed waardoor de Overnameovereenkomst van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen tussen de Regeringen van het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en de Regering van de Slowaakse Republiek (*) aan het Parlement kan worden voorgelegd.

Deze Overeenkomst heeft tot doel de overname te regelendoor de respectievelijke Overeenkomstsluitende Partijen van personen die niet of niet meer voldoen aan de ophet grondgebied van de

Overeenkomstsluitende Partijen geldende voorwaarden voor binnenkomst of verblijf.De betrokken

personen kunnen eigen onderdanen zijn maar ook onderdanen van derde landen,wanneer kan vastgesteld of verondersteld worden dat ze regelmatig op het grondgebied van een Overeenkomstsluitende Partij hebben verbleven alvorens dat van een andere staat te vervoegen. De doorgeleiding van de onderdanen van derde landen, in het kader van overnameprocedures waarbij de andere Overeenkomstsluitende Partij en een derde Staat betrokken zijn, wordt eveneens geregeld en vergemakkelijkt. (*) ondertekend te Bratislava op 21 mei 2002.

Gepubliceerd door FOD Kanselarij van de Eerste Minister - algemene directie Externe Communicatie

Powered by TCPDF (www.tcpdf.org)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

13 februari 2012, heeft de RUG laten weten dat deze brief bedoeld was voor het college van B&W en niet voor de gemeenteraad... Alvorens de vragen te beantwoorden, het volgende:

Bent u bereid om de raad een overzicht te verschaffen van de grootste afwijkingen (zeg: vanaf € 1 miljoen incidenteel, € 1 ton structureel) van de begroting 2012 per 9 februari

Het Voorjaarsdebat is het eerste moment waarop we de gemeentelijke risico’s en de totale financiële stand van zaken in de raad gaan bespreken, en in veel discussies wordt daar ook

Bent u, indien de doorbetalingspicht wettelijk onontkoombaar blijkt, bereid met het bijzonder en openbaar onderwijs in de stad in gesprek te gaan om te komen tot een

Bent u, indien de doorbetalingspicht wettelijk onontkoombaar blijkt, bereid met het bijzonder en openbaar onderwijs in de stad in gesprek te gaan om te komen tot een

Met het vinden van de recente dakkapel op één huis in een rij in de Spicastraat is sprake van een vergelijkbaar geval in een vergelijkbare wijk en een vergelijkbare straat op

Hierbij wordt bij de afronding gebruik gemaakt van een afronding naar boven, om te voorkomen dat er onbedoeld een betaling ontstaat die lager is dan het wettelijk minimumloon

Het premiepercentage, bedoeld in artikel 27, eerste, tweede en derde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, lage premie, is voor het jaar 2021 2,70%..