Nieuwsbrief Sociaal Domein
3e kwartaal 2020
Geachte lezer,
Voor u ligt de Nieuwsbrief Sociaal Domein 2020-3 van de gemeente Boxmeer. De nieuwsbrief is
ontwikkeld om de gemeenteraad van de gemeente Boxmeer op een eenduidige manier van informatie te voorzien over wat er gaande is binnen het Sociaal Domein.
Deze nieuwsbrief geeft u inzicht in de stand van zaken, de ontwikkelingen en de financiën van de drie pijlers binnen het Sociaal Domein, te weten Participatiewet, Wmo en Jeugd. De peilperiode is het 3e kwartaal van 2020.
Deze nieuwsbrief verschijnt per kwartaal en is voortdurend in ontwikkeling. De omvang is afhankelijk van de inhoud en de informatiewens vanuit de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders.
Inhoudsopgave
Participatiewet 4
Stand van zaken 4
Ontwikkelingen 4
De financiën in de Participatiewet 5
Wmo 7
Stand van Zaken 7
Ontwikkelingen 8
De financiën in de Wmo 9
Jeugdhulp Land van Cuijk 10
Cijfers Jeugdzorg Gemeente Boxmeer Q3 2020 10
Participatiewet
Stand van zaken
De Participatiewet wordt uitgevoerd door het Participatieteam van de afdeling Sociale Zaken. In dit team zitten goed geschoolde klantmanagers die de Participatiewet conform de geldende regelgeving uitvoeren. Uitgangspunt is ‘de klant centraal’ en het leveren van maatwerk staat hierbij voorop.
Het tweede kwartaal 2020 vertoonde, als gevolg van Covid-19, een stijging van het uitkeringsbestand Participatiewet (+18) ten opzichte van het eerste kwartaal 2020.
Het derde kwartaal 2020 laat een geheel ander beeld zien. Het uitkeringsbestand van de Participatiewet is afgenomen: -6. Nu de 2de Corona uitbraak een feit is, is de verwachting dat het vierde kwartaal weer een stijging van het aantal uitkeringsgerechtigden zal laten zien.
Bij de IOAW/Z is sprake van een afname: -1. Het uitkeringsbestand is hierdoor gedaald naar 22.
Tabel 1: Aantal uitkeringen per 1 oktober 2020
Eindtotaal 2020-2 Instroom 2020-3 Uitstroom*2020-3 Eindtotaal 2020
Participatiewet 268 27 33 262
IOAW-IOAZ 23 0 1 22
* Uitstroom: naast arbeidsmarkt gerelateerde redenen (zoals aanvang studie, arbeid in dienstbetrekking, zelfstandig bedrijf of beroep) wordt o.a. ook onder uitstroom verstaan: aanvang relatie, bereiken pensioengerechtigde leeftijd, detentie, overlijden, verhuizing naar andere gemeente/buitenland, uitkering arbeidsongeschiktheid
Loonkostensubsidie
Mensen met een arbeidsbeperking kunnen via hun gemeente een beroep doen op ondersteuning om aan het werk te gaan. Voor diegenen die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen, zet de gemeente loonkostensubsidie (LKS) in.
Loonkostensubsidie compenseert de werkgever bij verminderde productiviteit van een werknemer. De LKS die een werkgever van de gemeente krijgt, is het verschil tussen het wettelijk minimumloon en de loonwaarde van de werknemer. De inzet van loonkostensubsidie komt ten laste van de BUIG-budget.
Tabel 2: Aantallen verstrekte loonkostensubsidies per 1 oktober 2020
Loonkostensubsidie Kwartaal 2020-3
(nieuwe LKS/ instroom en uitstroom)
Eindtotaal 2020*
IBN 1 38
Overige werkgevers 1 35
Totaal 2 73
* In de registratie van het eindtotaal zijn ook de LKS meegenomen die in voorgaande jaren zijn verstrekt.
Ontwikkelingen
Verlenging coronasteun
Het Kabinet heeft vanaf 1 oktober 2020 diverse lopende steunmaatregelen verlengd. De voorwaarden daarvan zijn aangepast, zodat ze meer gericht zijn op de lange termijn. Bovendien zijn er nieuwe maatregelen genomen om bedrijven te stimuleren om meer te investeren in economische groei. Ook worden extra middelen ingezet om mensen via scholing en begeleiding te helpen bij het vinden van nieuw werk. De maatregelen in dit pakket beslaan rond 11 miljard euro aan extra uitgaven en 1,5 miljard euro aan vervroegde investeringen. Dit alles staat los van de Kabinetsinvesteringen op Prinsjesdag.
Voor de gemeente is de Tijdelijke overbruggingsuitkering zelfstandig ondernemers (Tozo) één van de maatregelen van het Kabinet om ondernemers te steunen tijdens de coronacrisis. De regeling is voor zelfstandig ondernemers, waaronder zzp’ers. Het voorziet in een aanvullende uitkering voor levensonderhoud als het inkomen door de coronacrisis tot onder het sociaal minimum is gedaald. En in een lening voor bedrijfskapitaal om liquiditeitsproblemen als gevolg van de coronacrisis op te vangen.
Veranderingen Tozo per 1 oktober 2020
Op 28 augustus heeft het kabinet Tozo 3 aangekondigd. De verlengde Tozo (Tozo 3) zou lopen van 1 oktober 2020 t/m 30 juni 2021 en zou een toets op beschikbare geldmiddelen (beperkte vermogenstoets) bevatten. Het kabinet heeft op 28 september aangekondigd dat, in tegenstelling tot eerdere berichtgeving, de beperkte vermogenstoets nog niet per 1 oktober 2020 wordt ingevoerd, omdat aanscherping van het beleid onder de geldende coronamaatregelen niet passend wordt geacht.
Het kabinet is daarom van plan om de beperkte vermogenstoets per 1 april 2021 in te voeren.
Dit betekent dat zelfstandig ondernemers onder ‘Tozo 3’ voor de maanden oktober 2020 tot en met maart 2021, en dus voor maximaal 6 maanden, een uitkering voor levensonderhoud kunnen aanvragen zonder dat er een beperkte vermogenstoets wordt uitgevoerd.
Onder ‘Tozo 4’ bestaat met ingang van 1 april 2021 de mogelijkheid om –met toepassing van de beperkte vermogenstoets- een nieuwe aanvraag voor nog eens 3 maanden (tot uiterlijk 30 juni 2021) in te dienen.
Begin 2021 volgt nadere informatie over de precieze vormgeving van Tozo 4.
Extra dienstverlening
Per 1 januari 2021 start een volgende fase binnen de Tozo. In deze fase ondersteunt het Kabinet zelfstandig ondernemers waar nodig om zich voor te bereiden op een nieuwe toekomst, hetzij als zelfstandig ondernemer, hetzij als werknemer in loondienst. Gemeenten zullen samen met zelfstandig ondernemers inventariseren of en welke ondersteuning van de zelfstandig ondernemer nodig is. Dit kan bijvoorbeeld gaan om coaching, advies, bij- of omscholing en heroriëntatie. De Participatiewet biedt gemeenten de mogelijkheden om dit maatwerk te bieden. Hiervoor komt dit jaar nog geld beschikbaar.
Aan het gemeentefonds zal extra geld worden toegevoegd om de re-integratie van mensen in de bijstand te intensiveren. Vanuit dit budget kan ook de ondersteuning van de zelfstandig ondernemer in de Tozo of het Bbz worden bekostigd. En er komt een decentrale uitkering ten behoeve van de voorbereiding van de integrale crisisaanpak van werk(loosheid) naar werk dienstverlening in de arbeidsmarktregio.
Overige regels
Net als Tozo 1 en 2 worden de kostendelersnorm en levensvatbaarheidstoets niet toegepast bij de bepaling van de bijstand voor levensonderhoud. Met betrekking tot de verstrekking van het bedrijfskapitaal treden geen wijzigingen op ten opzichte van Tozo 1 en 2.
De partnerinkomenstoets wordt ook bij Tozo 3 uitgevoerd als een aanvullende uitkering
levensonderhoud wordt aangevraagd. De partnerinkomenstoets houdt in dat het inkomen van de partner wordt meegeteld bij het bepalen van de hoogte van de uitkering. Als het huishoudinkomen boven het sociaal minimum komt kan, net als bij Tozo 2, geen aanspraak gemaakt worden op Tozo 3-uitkering levensonderhoud.
Nieuwsbrief Sociaal Domein - 3e kwartaal 2020 5
Vanaf 1 juli is het regulier Bbz 2004 van toepassing
Vanaf 1 juli 2021 is het reguliere Bbz van toepassing. Het Bbz biedt een vangnet waarop zelfstandig ondernemers zo nodig kunnen terugvallen, zowel voor ondernemers die hun bedrijf willen voortzetten als voor ondernemers die hun bedrijf willen beëindigen. In overleg met gemeenten is gebleken dat de overgang naar het Bbz over 9 maanden verantwoord is, gezien de lagere instroom in de Tozo en de tijd die gemeenten nog hebben om zich voor te bereiden. Deze termijn biedt ook zelfstandigen de tijd om zich hierop voor te bereiden.
Tabel 3: Aantallen TOZO-aanvragen per 19 oktober 2020
Aanvragen Boxmeer Sint Anthonis Eindtotaal
TOZO 1 340 162 502
TOZO 2 (nieuw) 8 5 13
TOZO 2 (verlenging)* 70 41 111
TOZO 3 (nieuw) 0 1 1
TOZO 3 (verlenging)** 21 16 37
Bedrijfskrediet 37 13 50
Totaal 476 238 714
* Voortzetting TOZO 1 onder nieuwe voorwaarden.
** Voortzetting TOZO 2 onder nieuwe voorwaarden.
Tabel 4: uitgaven TOZO per 7 oktober 2020
Boxmeer Sint Anthonis Eindtotaal
Levensonderhoud € 974.797,83 € 442.125,28 € 1.416.923,11 Bedrijfskrediet € 167.499,00 € 71.099,00 € 238.598,00
Totaal € 1.142.296,83 € 513.224,28 € 1.655.521,11
De financiën in de Participatiewet
De beschikbare budgetten voor 2020 en de uitgaven tot en met het derde kwartaal van 2020 voor de gemeente Boxmeer:
Tabel 5: Uitgaven tot en met 2020-3 Buig
(uitkerings- middelen)
Participatiebudget (re-
integratie- middelen)
Participatiebudget
(Wsw) Totaal
Budgetten 2020 € 5.480.4051 € 499.753 € 4.540.522 2 € 10.520.680
Uitgaven t/m 2020-3 € 3.426.059 € 383.719 € 3.318.070 € 7.127.848
1 Wijziging agv vaststelling ‘Definitief budget Gebundelde uitkering 2020 (1 oktober 2020)’
2 Wijziging agv ‘Septembercirculaire gemeentefonds 2020’
Wmo
Stand van Zaken
Maatwerkvoorziening Natura immaterieel Wmo
Hulp bij het huishouden (ZIN) 1-10-2019 1-1-2020 1-4-2020 1-7-2020 1-10-2020
Aantal 528 569 565 576 591
Begeleiding (ZIN) 1-10-2019 1-1-2020 1-4-2020 1-7-2020 1-10-2020
Aantal 306 327 318 298 295
Maatwerkvoorziening Persoonsgebonden Budget immaterieel Wmo
Hulp bij het huishouden (PGB) 1-10-2019 1-1-2020 1-4-2020 1-7-2020 1-10-2020
Aantal 28 28 29 25 27
Begeleiding (PGB) 1-10-2019 1-1-2020 1-4-2020 1-7-2020 1-10-2020
Aantal 25 22 23 20 22
Maatwerkvoorziening Natura materieel Wmo
Collectief vervoer (Regiotaxi) 1-10-2019 1-1-2020 1-4-2020 1-7-2020 1-10-2020
Aantal 481 485 497 473 473
Vervoersvoorzieningen 1-10-2019 1-1-2020 1-4-2020 1-7-2020 1-10-2020
Aantal 249 253 260 256 256
Woonvoorzieningen 1-10-2019 1-1-2020 1-4-2020 1-7-2020 1-10-2020
Aantal 263 267 265 261 260
Rolstoelvoorzieningen 1-10-2019 1-1-2020 1-4-2020 1-7-2020 1-10-2020
Aantal 281 289 288 276 268
Toelichting op de cijfers
We zien in dit kwartaal een lichte daling bij de Wmo-dienstverlening begeleiding in natura. De daling is ca. 4% ten opzichte van oktober 2019. Voor hulp bij het huishouden zien we na een kleine dip in het eerste kwartaal van 2020 een verdere stijging in de aantallen. Het aantal is gestegen met ca. 12%
ten opzichte van oktober 2019. De verwachting is dat de aantallen voor begeleiding en HV blijven stijgen in de komende periode. Het aantal PGB-houders is licht gestegen. De aantallen bij de verstrekte hulpmiddelen zijn redelijk stabiel.
Nieuwsbrief Sociaal Domein - 3e kwartaal 2020 7
Ontwikkelingen
Centrumregeling ook voor de taken van de Wet verplichte ggz
In de regio Brabant Noordoost-oost bestaat al vanaf 2015 regionale samenwerking voor de inkoop van Wmo ondersteuning. Deze afspraken zijn vastgelegd in een centrumregeling. De samenwerking wordt regelmatig geëvalueerd en zowel zorgaanbieders als regiogemeenten zijn positief over deze samenwerking. Daarom is vorig jaar besloten om de centrumregeling te verlengen voor 4 jaar namelijk voor de periode 2020 tot en met 2023.
Per 1 januari 2020 is de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) ingevoerd. De
samenwerkende gemeenten hebben besloten de uitvoerende taken van deze wet voor gemeenten (het voorbereidend verkennend onderzoek en het “horen” van cliënten) op dezelfde wijze te organiseren als de Wmo inkoop. Het betreft in feite een administratieve inpassing van de taken Wvggz in de huidige centrumregeling Wmo.
Het college van burgemeester en wethouders heeft in haar vergadering op 15 september 2020 een voorstel hieromtrent geaccordeerd en voor toestemming doorgeleid naar de gemeenteraad van Boxmeer.
Het doel van deze samenwerking is de Wmo en Wvggz-taken efficiënter en effectiever in te richten.
Gemeenten hebben er belang bij om de aansturing van zorginstellingen gezamenlijk te doen zodat deze te maken hebben met één beleid en één pakket aan voorwaarden. Dit vermindert de kosten waardoor er meer geld beschikbaar is voor ondersteuning van kwetsbare burgers.
Resultaten cliëntervaringsonderzoek (CEO) Wmo 2019 uitgevoerd in 2020
Aan 1.013 inwoners die een maatwerkvoorziening hadden (ontvangen) in 2019 is een vragenlijst toegestuurd met vragen over hun ervaring met de Wmo.
De gemeente Boxmeer heeft 537 ingevulde vragenlijsten retour ontvangen. Met deze respons van 53%
beschikt de gemeente over betrouwbare informatie over de ervaringen met de Wmo.
De resultaten van het cliëntervaringsonderzoek zijn positief. Meer cliënten weten dat zij gebruik kunnen maken van cliëntondersteuning. Een groot deel geeft aan dat de kwaliteit van de ondersteuning goed is en dat zij door de geboden ondersteuning meer zelfredzaam zijn. Op een aantal onderdelen is er wat minder gescoord, maar hier zal mee aan de slag worden gegaan.
De resultaten van het onderzoek zijn inmiddels aangeboden aan de gemeenteraad en na te lezen op www.waarstaatjegemeente.nl.
Regiotaxi in de afgelopen periode
In de laatste maanden van 2019 zagen we een toename in het gebruik van de regiotaxi. Als gevolg van de RIVM maatregelen ten gevolge van het coronavirus is het doelgroepenvervoer sinds maart gemiddeld nog maar 50% ten opzichte van voor de coronacrisis, met als dieptepunt 1.368 ritten in april. Een daling van 93%. Deze ontwikkelingen hebben ernstige consequenties voor ons regiotaxivervoer.
Om acute liquiditeitsproblemen te voorkomen en de gevolgen van de coronacrisis voor de financiële positie in 2020 van de vervoerders te neutraliseren, volgt de GR-KCV het advies van de VNG betreffende de contracten van de zorgaanbieders in het Sociaal Domein. Voor de maanden maart tot en met juni is 80% van de niet gereden ritten gecompenseerd in de vorm van een voorschot. Tot en met juni wordt deze compensatie door de Europese Commissie als “geoorloofde staatssteun” aangemerkt.
Voor de maanden juli en augustus wordt deze compensatie als een toeslag op de tarieven verrekend.
Dit om te voorkomen dat voor deze maanden alsnog staatssteun wordt gegeven. Indien blijkt dat de vervoerders gecompenseerd worden via maatregelen van het Rijk, zal een verrekening plaatsvinden. De daadwerkelijk gereden ritten zijn 100% vergoed.
Vanaf 1 juni is het vervoer weer langzaam op gang gekomen. Door de versoepeling van de RIVM
maatregelen per 1 juli was het gebruik van de regiotaxi geleidelijk aan verder toegenomen tot gemiddeld 55% in augustus. Het OV is in de periode januari tot en met augustus 2020 ca. 50% lager dan begroot.
In het totaal blijft het aantal ritten ca. 50% achter op de begroting. Om de continuïteit van het vervoer na de Corona-uitbraak te borgen heeft de GR-KCV in navolging van het advies van de VNG voor het Sociaal Domein om zorgcontracten door te blijven betalen, voor de maanden maart tot en met augustus is besloten om de daadwerkelijk gereden ritten voor 100% te vergoeden en de niet gereden ritten ten opzichte van dezelfde maand in 2019 voor 80% te compenseren. Deze 80% wordt voor de maanden maart tot en met juni als voorschot uitbetaald en voor de maanden juli en augustus als opslag verdisconteerd met de tarieven. Indien blijkt dat vervoerders aanspraak kunnen maken op landelijke maatregelen zal achteraf een verrekening plaatsvinden. Dit om stapeling van steunmaatregelingen te voorkomen.
Door de daling in het vervoer zijn de inkomsten voor de gemeenten in de vorm van de eigen bijdrage afgenomen, ca. 44% voor het Wmo-vervoer en ca. 41% voor het OV-vervoer. Door de RIVM maatregelen zijn de buurtbussen uitgevallen. Op verzoek van de Provincie fungeert de Regiotaxi als vangnet voor de uitgevallen Buurtbussen. OV’ers, kunnen tot die tijd tegen het Wmo-tarief gebruik maken van de regiotaxi, een lager tarief dan gebruikelijk. Op dit moment zitten we in de tweede golf coronabesmettingen. De verwachting is dat het nog een lange tijd zal duren voordat we terug zijn op het oude niveau.
De financiën in de Wmo
De belangrijkste budgetten 2020 en de uitgaven tot en met het derde kwartaal van 2020 voor de gemeente Boxmeer:
Wmo Voorzieningen Huishoudelijke
Verzorging ZIN Huishoudelijke
Verzorging PGB Begeleiding
ZIN Begeleiding
PGB
Budgetten 2020 € 591.000* € 1.835.000* € 82.000* € 2.340.000* € 210.000*Uitgaven t/m 2020-3 € 382.043 € 1.209.088 € 48.521 € 1.575.214 € 142.174
*Budgetten zijn aangepast op basis van de verwachtingen voor 2020.
Nieuwsbrief Sociaal Domein - 3e kwartaal 2020 9
Jeugdhulp Land van Cuijk
Cijfers Jeugdzorg Gemeente Boxmeer Q3 2020
Met betrekking tot de indicatiebesluiten Jeugdwetvoorziening én aantal Jeugdigen wordt gekeken of de jeugdige en voorziening actief was in het betreffende kwartaal.
Aantal aanmeldingen jeugdigen
2017 1e kw 2017 2e kw 2017 3e kw 2017 4e kw 2017
5 gemeenten Land van Cuijk 336 279 234 255
2018 1e kw 2018 2e kw 2018 3e kw 2018 4e kw 2018
5 gemeenten Land van Cuijk 321 234 239 282
2019 1e kw 2019 2e kw 2019 3e kw 2019 4e kw 2019
Boxmeer 89 101 98 118
2020 1e kw 2020 2e kw 2020 3e kw 2020 4e kw 2020
Boxmeer 111 144 111 -
Bronnen:
- Informatie uit 2017 afkomstig uit REGAS
- Informatie uit 2018, 2019, 2020 afkomstig uit Suite sociale regie
Het was tot 2019 helaas niet mogelijk binnen de geaggregeerde aanmeldingen aan te geven wat het aantal per gemeente is.
Vanaf 2019 kunnen deze cijfers wel geleverd worden omdat de leverancier aanpassingen gemaakt heeft die dit mogelijk maken.
Dit betreft het aantal aanmeldingen bij de Poort Jeugd. Deze leiden niet in alle gevallen tot het inzetten van een voorziening. Er is sprake van een daling van het aantal aanmeldingen ten opzichte van het 2de kwartaal van 2020. Verder is er een daling zichtbaar voor Boxmeer in vergelijking met het laatste kwartaal van 2019, deze daling geldt gedurende 2020 ook voor het totale aantal aanmeldingen voor de 5 gemeenten Land van Cuijk. De fluctuaties kunnen over het jaar heen als normaal worden beschouwd.
Echter zou deze wellicht toegeschreven kunnen worden aan het proces rondom de Coronacrisis.
Aantal jeugdigen met een voorziening
Gemeente 2e Kw
2018 3e Kw
2018 4e Kw
2018 1e Kw
2019 2e Kw
2019 3e Kw
2019 4e Kw
2019 1e Kw
2020 2e Kw
2020 3e Kw 2020
Boxmeer 476 547 569 593 587 562 579 574 556 555
Er is sprake van een marginale daling van het aantal jeugdigen met een voorziening.
Aantal indicaties jeugdwetvoorzieningen PGB
2017 1e kw 2017 2e kw 2017 3e kw 2017 4e kw 2017
Boxmeer 228 224 220 233
2018 1e kw 2018 2e kw 2018 3e kw 2018 4e kw 2018
Boxmeer 193 174 182 205
2019 1e kw 2019 2e kw 2019 3e kw 2019 4e kw 2019
Boxmeer 124 119 147 126
2020 1e kw 2020 2e kw 2020 3e kw 2020 4e kw 2020
Boxmeer 130 123 142 -
Bron: Suite Sociaal Domein
Er is een stijging te zien in het aantal PGB’s ten opzichte van het 2de kwartaal van 2020. Een oorzaak zou kunnen zijn dat er tijdens het begin van de Coronacrisis minder aanvragen zijn gedaan en het nu weer op gang komt. Echter is dit verschil ook te zien in 2019 en 2018, hier zou dus nader onderzoek naar gedaan moeten worden.
Aantal indicaties jeugdwetvoorzieningen ZIN
2017 1e kw 2017 2e kw 2017 3e kw 2017 4e kw 2017
Boxmeer 525 628 685 817
2018 1e kw 2018 2e kw 2018 3e kw 2018 4e kw 2018
Boxmeer 472 624 743 872
2019 1e kw 2019 2e kw 2019 3e kw 2019 4e kw 2019
Boxmeer 870 845 821 841
2020 1e Kw 2020 2e Kw 2020 3e kw 2020 4e kw 2020
Boxmeer 921 834 853 -
Bron: Suite Sociaal Domein
Er is een stijging te zien in het aantal indicaties ZIN in het 3de kwartaal 2020 ten opzichte van het 2de kwartaal 2020. Deze stijging is niet zichtbaar in de aantallen van 2019. Wederom zou de Coronacrisis hier een rol kunnen spelen.
Nieuwsbrief Sociaal Domein - 3e kwartaal 2020 11
Aantal indicaties jeugdwetvoorzieningen anders gefinancierd
2017 1e kw 2017 2e kw 2017 3e kw 2017 4e kw 2017
Boxmeer 10 29 51 67
2018 1e kw 2018 2e kw 2018 3e kw 2018 4e kw 2018
Boxmeer 42 34 24 31
2019 1e kw 2019 2e kw 2019 3e kw 2019 4e kw 2019
Boxmeer 28 22 36 29
2020 1e kw 2020 2e kw 2020 3e kw 2020 4e kw 2020
Boxmeer 30 25 31 -
Bron: Suite Sociaal Domein
Bovenstaande betreft alle aanvullende zorg die rechtstreeks wordt betaald door de gemeente. Hierbij gaat het om niet ingekochte zorg zoals LTA vervoer, SMI, instellingsverklaringen plaatsingen gesloten jeugdzorg. Ten opzichte van het 2de kwartaal van 2020 is er voor Boxmeer een lichte stijging te zien.
Totaal indicaties jeugdwetvoorzieningen3
2017 1e Kw 2017 2e Kw 2017 3e Kw 2017 4e Kw 2017
Boxmeer 763 881 956 1119
2018 1e Kw 2018 2e Kw 2018 3e Kw 2018 4e Kw 2018
Boxmeer 707 832 949 1108
2019 1e Kw 2019 2e Kw 2019 3e kw 2019 4e kw 2019
Boxmeer 1023 986 1004 996
2020 1e kw 2020 2e kw 2020 3e kw 2020 4e kw 2020
Boxmeer 990 982 1029 -
Bron: Suite Sociaal Domein
Voor Boxmeer is er een stijging te zien in het aantal indicaties jeugdwetvoorzieningen ten opzichte van het 2de kwartaal van 2020. Een oorzaak zou kunnen zijn dat deze er tijdens het begin van de Coronacrisis minder aanvragen zijn gedaan en het nu weer op gang komt. Echter is dit verschil grotendeels ook terug te zien in 2019, 2018 en 2017, hier zou dus nader onderzoek naar gedaan moeten worden.
3 Er is een kleine afwijking in de totaal telling i.r.t. de aantallen PGB, ZIN en Anders gefinancierd. Dit komt doordat enkele indicaties géén financieringsvorm hebben in de administratie en niet opgenomen zijn in de nieuwsbrief.
Verwijzers per indicatie advies (*)4
2017 1e kw 2017 2e kw 2017 3e kw 2017 4e kw 2017
Gemeente 871 643 703 910
Huisarts 445 471 529 758
Jeugdarts 18 20 25 35
GI 128 105 115 148
Medisch Specialist 23 29 32 51
Zelfverwijzer 3 0 9 15
Onbekend 1 0 0 2
Rechter, RvdK of Off. V Just. 116 95 147 169
Leeg 553 284 237 303
Eindtotaal 2158 1647 1797 2391
2018 1e kw 2018 2e kw 2018 3e kw 2018 4e Kw 2018
Gemeente 933 689 723 930
Huisarts 885 636 782 994
Jeugdarts 47 32 34 47
GI 181 92 115 201
Medisch Specialist 65 45 55 76
Zelfverwijzer 10 0 1 5
Onbekend 0 0 0 1
Rechter, RvdK of Off. V Just. 183 95 135 195
Leeg 162 100 92 136
Eindtotaal 2466 1689 1937 2585
4 Er is een kleine afwijking in de totaal telling i.r.t. de aantallen PGB, ZIN en Anders gefinancierd. Dit komt doordat enkele indicaties géén financieringsvorm hebben in de administratie en niet opgenomen zijn in de nieuwsbrief.
Nieuwsbrief Sociaal Domein - 3e kwartaal 2020 13
2019 1e Kw 2019 2e Kw 2019 3e kw 2019 4e kw 2019
Gemeente 851 959 988 1033
Huisarts 878 1016 994 1017
Jeugdarts 29 36 39 39
GI 182 222 217 211
Medisch Specialist 54 65 67 68
Zelfverwijzer 2 2 2 2
Onbekend 1 1 1 0
Rechter, RvdK of Off. V Just. 180 203 208 201
Leeg 85 45 57 64
Eindtotaal 2262 2549 2573 2635
2020 1e kw 2020 2e kw 2020 3e kw 2020 4e kw 2020
Gemeente 1097 1079 1103
Huisarts 983 920 894
Jeugdarts 39 39 33
GI 224 220 228
Medisch Specialist 63 66 66
Zelfverwijzer 2 2 2
Onbekend 0 0 0
Rechter, RvdK of Off. V Just. 197 233 250
Leeg 89 88 99
Eindtotaal 2694 2647 2675 0
(*) Verwijzers zijn als administratief gegeven vanaf 2015 niet altijd geregistreerd of meegekomen met het berichtenverkeer.
Daarin ligt de reden dat het aantal indicaties in deze tabel afwijkt van de totaal aantal indicaties in de andere indicatie tabellen.
Bron: Suite Sociaal Domein
41,23% van de verwijzingen zijn in het 3de kwartaal van 2020 gedaan door de gemeente, tegen 33,42%
door de huisartsen. Procentueel zien we ten opzichte van het 2de kwartaal 2019 en het 2de kwartaal van 2020 een lichte daling in het aantal verwijzingen door de huisarts. In de loop van 2019 zijn wij van start gegaan met de pilot POH GGZ Jeugd bij een aantal huisartsenpraktijken. Een van de doelen van deze pilot is het aantal verwijzingen via huisartsen te verlagen. Sinds het 1ste kwartaal van 2020 zien we het aantal verwijzingen door huisartsen dan ook voorzichtig dalen.
Begrippenlijst
PGB = Persoonsgebonden budget ZIN = Zorg in natura
LTA = Landelijk Transitie Arrangement SMI = Sociaal Medische Indicatie GI = Gecertificeerde instellingen RvdK = Raad van de Kinderbescherming Off. V Just. = Officier van Justitie
POH = Praktijk Ondersteuner Huisartsen BJG = Basisteam Jeugd en Gezin
Nieuwsbrief Sociaal Domein - 3e kwartaal 2020 15