Inventaris van het archief van de Hoofdinspectie der Volkshuisvesting, 1920-1946
Centrale Archief Selectiedienst, A.M. Tempelaars
Nationaal Archief, Den Haag 1994
This finding aid is written in Dutch.
I N H O U D S O P G A V E
Beschrijving van het archief...5
Aanwijzingen voor de gebruiker...6
Openbaarheidsbeperkingen... 6
Beperkingen aan het gebruik... 6
Materiële beperkingen... 6
Aanvraaginstructie... 6
Citeerinstructie... 6
Archiefvorming...7
Geschiedenis van de archiefvormer... 7
De Woningwet 1901... 7
Organisatie van de Dienst der Volkshuisvesting...8
Beleids- en advieslijnen van de Hoofdinspectie...13
Wettelijke regelingen... 13
Functionele relatie met de ministeries, 1920-1946...15
Geschiedenis van het archiefbeheer... 16
De verwerving van het archief... 16
De verwerving van het archief... 16
Inhoud en structuur van het archief...17
Verantwoording van de bewerking... 17
Ordening van het archief... 17
Verwant materiaal...19
Beschikbaarheid van kopieën... 19
Overzicht van geraadpleegde bronnen...19
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen...21
1. NIET NAAR ONDERWERP INGEDEELDE STUKKEN...21
1.1 Toegangen...21
1.2 Notulen...21
1.3 Verslagen...22
1.4 Circulaires...22
2. NAAR ONDERWERP INGEDEELDE STUKKEN...23
2.1 Organisatie van de Dienst der Volkshuisvesting...23
2.2 Advisering, onderzoek en verstrekking van inlichtingen...23
2.2.1 Wettelijke regelingen...23
2.2.2 Volkshuisvesting op landelijk niveau...26
2.2.2.1 Woningbehoefte en -voorziening...26
2.2.2.2 Ruimtelijke ordening...27
2.2.2.3 Financiering woningbouw...28
2.2.2.4 Exploitatie van woningwet- en huurwoningen...29
2.2.2.5 Bouwnijverheid en bouwmaterialen...30
2.2.2.6 Bouwvakarbeid...31
2.2.2.7 Overige volkshuisvestingsaangelegenheden...32
2.2.3 Volkshuisvesting in de gemeenten...33
2.2.3.1 Gemeentelijke regelgeving, bouw- en woningtoezicht...33
2.2.3.2 Afzonderlijke gemeenten...34
2.2.4 Werkzaamheden in commissies, raden, afdelingen en instituten...49
2.3 Internationale kontakten...52
Bijlagen...55
Volkshuisvesting Rubriekenlijst 1920-1922 en 1923-1946...55
Beschrijving van het archief
B E S C H R I J V I N G V A N H E T A R C H I E F
Naam archiefblok:
Hoofdinspectie der Volkshuisvesting Archiefbloknummer:
V23923 Omvang:
1016 inventarisnummer(s); 17,20 meter Taal van het archiefmateriaal:
Het merendeel der stukken is in het Nederlands.
Soort archiefmateriaal:
Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.
Archiefbewaarplaats:
Nationaal Archief, Den Haag Archiefvormers:
Dienst belast met de Handhaving van de Wettelijke Bepalingen betreffende de Volkshuisvesting Dienst der Volkshuisvesting
Hoofdinspecteur der Volkshuisvesting
Samenvatting van de inhoud van het archief:
Het archief van de Hoofdinspecteur der Volkshuisvesting bevat onder meer ingekomen en uitgaande stukken met agenda's daarop. Agenda's en notulen van vergaderingen van de Hoofdinspecteur en inspecteurs van 1921 tot 1946, jaarverslagen van de Inspecteurs van de Volksgezondheid (Volkshuisvesting) in de verschillende ambtsgebieden over de jaren 1921-1945, stukken over de organisatie van de Dienst Volkshuisvesting, stukken over het Woningwet 1901, de Gezondheidswet van 1920 en andere wettelijke regelingen met betrekking tot huisvesting. Verder zijn er stukken over het woningaanbod en woningtekort, over woningwet- en huurwoningen en bijvoorbeeld ook woningwetvoorschotten per gemeente.
Aanwijzingen voor de gebruiker
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
OPENBAARHEIDSBEPERKINGEN Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
BEPERKINGEN AAN HET GEBRUIK
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
MATERIËLE BEPERKINGEN
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
AANVRAAGINSTRUCTIE
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
1. Creëer een account of log in .
2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
CITEERINSTRUCTIE
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Hoofdinspectie der Volkshuisvesting, nummer toegang 2.17.01, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Hoofdinsp. Volkshuisvesting, 2.17.01, inv.nr. ...
Archiefvorming
Archiefvorming
Geschiedenis van de archiefvormer
GESCHIEDENIS VAN DE ARCHIEFVORMER
De Woningwet 1901
DE WONINGWET 1901
De Woningwet 1901, die op 1 augustus 1902 in werking trad, regelde de overheidszorg voor volkshuisvesting en stedebouw en de verdeling van de bemoeienis tussen rijk, provincie en gemeente. De minister van Binnenlandse Zaken was belast met de uitvoering van de wet. 1 De Woningwet 1901 kende tien paragrafen:
– Voorschriften betreffende aan woningen te stellen eisen;
– Aangifte omtrent het aantal bewoners;
– Verbetering van woningen; overbevolking;
– Onbewoonbaarverklaring, ontruiming, sluiting en afbraak;
– Onteigening;
– Uitbreiding van bebouwde kommen;
– Geldelijke steun van gemeentewege;
– Geldelijke steun van rijkswege;
– Strafbepalingen;
– Slotbepalingen.
Gemeenteraden dienden bouw- en woningverordeningen vast te stellen en maatregelen te treffen tot bouw en verbetering van woningen, enerzijds ter aanvulling van de woningvoorraad,
anderzijds ter vervanging van slechte woningen. Ze konden onbewoonbaarverklaringen uitspreken en rooilijnen, bouwverboden, uitbreidingsplannen, voorschriften voor de bebouwde kom en onteigeningen in het belang van de volkshuisvesting vaststellen. Om gemeentebesturen in staat te stellen de woningtoestand te inventariseren werden eigenaren van 1 tot 3-kamerwoningen
verplicht aangifte te doen van hun woningen, het aantal vertrekken en het aantal bewoners.
Daarnaast werden gemeentebesturen en gezondheidscommissies verplicht zelf onderzoeken in te stellen.
Bovendien opende de wet de mogelijkheid van geldelijke steun van overheidswege, die met name gericht zou zijn op "verenigingen in het belang van verbetering van de volkshuisvesting
werkzaam". Ook opende de wet de mogelijkheid voor gemeentelijke woningbouw, daar waar het particulier initiatief dit naliet.
Het gezondheidsmotief gold als een zeer belangrijke reden bij de totstandkoming van de wet.
Gelijktijdig met de Woningwet werd de Gezondheidswet aangenomen, die het Staatstoezicht op de Volksgezondheid als toezichthoudend en adviserend orgaan instelde. Het toezicht, dat tevens de volkshuisvesting omvatte, werd opgedragen aan de Centrale Gezondheidsraad,
hoofdinspecteurs en inspecteurs en gemeentelijke gezondheidscommissies. Er werden in
aansluiting op de Gezondheidswet vier hoofdinspecteurs aangesteld van wie er twee het toezicht hadden op de uitvoering van de Woningwet. Zij werkten echter door het ontbreken van richtlijnen grotendeels op eigen initiatief.
1 Voor een overzicht van de ministeries waaronder de volkshuisvesting in de periode 1901-1946 ressorteerde zie:
Bijlage 1.
Organisatie van de Dienst der Volkshuisvesting
ORGANISATIE VAN DE DIENST DER VOLKSHUISVESTING
Bij koninklijk besluit van 11 augustus 1920 nr 69 (Stb. 1920/696) trad op 1 september 1920 de nieuwe Gezondheidswet (Stb. 1919/784) in werking, waardoor het Staatstoezicht op de Volksgezondheid werd gereorganiseerd. Het Staatstoezicht ressorteerde onder het in 1918 geformeerde Ministerie van Arbeid. De taak van het Staatstoezicht werd thans als volgt omschreven:
".. het onderzoek naar de staat van de volksgezondheid en, waar nodig, de aanwijzing en bevordering van middelen ter verbetering; de handhaving van de wetten en verordeningen, in verband daarmede vastgesteld."
De Centrale Gezondheidsraad werd vervangen door de Gezondheidsraad, die als centraal orgaan de regering gevraagd of ongevraagd van advies diende, veelal bij monde van uit haar midden gevormde commissies. De directeur-generaal, hoofd van de Afdeling Volksgezondheid, had de dagelijkse leiding van het geheel in handen en stond in nauw contact met de Gezondheidsraad en de hoofdinspecteurs van de diverse dienstvakken. Het toezicht was opgedragen aan
hoofdinspecteurs en inspecteurs, die door de kroon werden benoemd. De hoofdinspecteur diende de directeur-generaal van advies, stond aan het hoofd van een dienstvak van het Staatstoezicht en had de leiding over de regionale inspecteurs. Het ambtsgebied van de hoofdinspecteur omvatte het gehele rijk. 2
Hoofdinspecties van de Afdeling Volksgezondheid, ca. 1922:
2 Ten aanzien van de taken van de Gezondheidsraad en van de hoofdinspecteurs en inspecteurs, zie Stb. 1920/83.
De Gezondheidswet 1919 (Stb. 784) vermeldt in art. 5, dat de hoofdinspecteur ambtshalve lid zou zijn van de Gezondheidsraad, in het besluit Stb. 1920/83 komt men echter in art. 16 hierop terug. Voor een overzicht van de hoofdinspecties, zie het schema.
Op grond van art. 35 van de Woningwet adviseerde het Rijkscollege van Bijstand sinds 1902 over de verzoeken om rijkssteun voor woningbouw. In 1920 werd dit rijkscollege vervangen door de Rijkswoningraad, die echter in 1922 wegens bezuinigingen werd opgeheven. Nadien nam de directeur-generaal van de Afdeling Volksgezondheid deze taak voor zijn rekening.
Per 1 september 1920 kwam de Dienst welke in het bijzonder belast is met de handhaving van de wettelijke bepalingen betreffende de Volkshuisvesting, kortweg de Dienst der Volkshuisvesting, tot stand en werd een hoofdinspecteur, ir H. van der Kaa (1920-1946), aangesteld. 3 De
hoofdinspecteur was gevestigd in Den Haag en had de beschikking over negen regionale inspecteurs voor: 4
Regionale inspecties der Volkshuisvesting, ca. 1922 en 1938:
3 Zie Koninklijk Besluit van 11 augustus 1920 nr 69 (Stb. 1920/696). Van der Kaa, voorheen directeur volkshuisvesting in Amsterdam, zou in functie blijven tot de opheffing van de dienst in 1946.
4 In 1938 werden de inspecties heringedeeld en werd een 10e inspectie toegevoegd: zie het schema.
1. Groningen en de gemeenten Assen, Meppel, Hoogeveen en Beilen;
2. Friesland en (de rest van) Drenthe;
3. Overijssel;
4. Gelderland;
5. Utrecht en Noord-Holland bezuiden het IJ (en Amsterdam);
6. Zeeland en Noord-Holland benoorden het IJ (behalve Amsterdam);
7. Zuid-Holland;
8. Noord-Brabant;
9. Limburg.
De taken van de plaatselijke Gezondheidscommissies gingen in 1934 over op de regionale inspecteurs in verband met de opheffing van deze commissies (Stb. 1934/16).
In 1937 kwam de Dienst der Volkshuisvesting te ressorteren onder de Afdeling Volkshuisvesting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. De taken ten aanzien van de volksgezondheid bleven echter onder verantwoording van het Ministerie van Sociale Zaken. De band van de
volkshuisvesting met de volksgezondheid bleef bestaan onder de koepel van het Staatstoezicht.
Bij KB van 18 maart 1946 nr 12 werd het ambt van directeur-generaal van de Volkshuisvesting ingesteld en tevens werd er in iedere provincie een hoofdingenieur-directeur van de
Volkshuisvesting benoemd. Dit hield de opheffing van de Hoofdinspectie der Volkshuisvesting in:
de taken van de hoofdinspecteur en de Afdeling Volkshuisvesting van het ministerie werden ondergebracht bij de Centrale Directie van de Volkshuisvesting. 5 De taken van de inspecteurs gingen over naar de Provinciale Directies van de Volkshuisvesting. In 1947 werd de naam van de genoemde centrale dienst gewijzigd in: Centrale Directie van de Wederopbouw en
Volkshuisvesting.
Ondanks de aandrang in 1920 op een krachtige rijksdienst ten aanzien van de volkshuisvesting bleef de dienst eenvoudig van opzet en beperkt wat betreft de personeelsbezetting. Door de vele uitgebrachte adviezen over beroepen inzake uitbreidingsplannen, rooilijnen, bouwvergunningen en onteigeningen was de invloed op het verloop van de volkshuisvesting desondanks groot. Een sterke mate van stabiliteit in dit beleid werd veroorzaakt, doordat de hoofdambtenaren, met name Van der Kaa en Van Beusekom 6 , gedurende 26 jaar dezelfde waren: zij beheersten hun vak tot in de bijzonderheid. In de vooroorlogse periode was echter een grotere rol dan thans
weggelegd voor de minister van Financiën, die directe zeggenschap had over de besteding van rijksgelden.
De voornaamste taken van de hoofdinspectie richtten zich vanaf 1920 op de bestrijding van de woningnood ontstaan door de Eerste Wereldoorlog en het brengen van meer eenheid in de gemeentelijke bouwverordeningen. De woningwetbouw werd flink opgevoerd en de ingezakte particuliere bouw werd te hulp gekomen met premieregelingen. De gemeentelijke
bouwverordeningen werden tot meer eenheid gebracht door het ontwerpen van uniforme voorschriften en het publiceren van richtlijnen voor het ontwerpen en herzien van
bouwverordeningen. 7 Na 1930 dienden met name de gevolgen van de economische crisis
opgevangen te worden door verlaging van het algemeen kostenpeil, hetgeen resulteerde in lagere huren voor woningwetwoningen.
De steunverlening van overheidswege verliep via het kantoor van de hoofdinspecteur. De circulaire van de minister van Arbeid aan de gemeentebesturen van 28 december 1921 nr 86411Z, Afd. V, vermeldt:
5 De Afdeling Volkshuisvesting ging per 15 juli 1946 op in de Centrale Directie van de Volkshuisvesting (besluit 23- 09-1946 St.crt 189). Van der Kaa werd bij KB 24-06-1946 benoemd tot lid van de Voorlopige Raad voor de Volkshuisvesting en bij KB 13-06-1946 tot tijdelijk voorzitter van de Rijksdienst voor het Nationale Plan. Hij ging per 1 augustus 1946 met pensioen (KB 06-08-1946 nr 33).
6 H.G. van Beusekom trad op 1 januari 1921 in dienst en werd de rechterhand van Van der Kaa. Hij werd in maart 1941 benoemd tot plaatsvervangend hoofdinspecteur.
7 Leidraad bij het samenstellen en herzien van bouwverordeningen" (1927) en "Model Bouwverordening voor kleinere gemeenten" (1931), opgesteld door L. Lietaert Peerbolte, directeur-generaal van de Volksgezondheid en H. van der Kaa, hoofdinspecteur der Volkshuisvesting.
".... Verzoeken om premie worden gericht tot het gemeentebestuur, dat, nadat de plannen zijn getoetst aan de plaatselijke verordening nopens het bouwen, de stukken doorzendt aan den Minister van Arbeid (aan het adres van den Hoofdinspecteur voor de Volkshuisvesting...), onder overlegging in duplo van een stel tekeningen, een globale raming der stichtingskosten en een opgave der te bedingen huren; het laatste ook wanneer de woningen bestemd zijn voor eigenbewoning ...."
Beleids- en advieslijnen van de Hoofdinspectie
BELEIDS- EN ADVIESLIJNEN VAN DE HOOFDINSPECTIE
Wettelijke regelingen
WETTELIJKE REGELINGEN
De hieronder beschreven wettelijke regelingen waren van belang:
De Woningwet (Stb. 1901/158) 8 legde de volgende bepalingen vast met betrekking tot de volkshuisvesting:
– gemeentebesturen zijn verplicht voorschriften vast te stellen betreffende het bouwen en vernieuwen van woningen en omtrent behoorlijke bewoning (art. 1-10);
– vordert van verhuurders van woningen hiervan aangifte te doen bij de gemeente en kan gemeenten verplichten tot het houden van een woningtelling en het instellen van een woningbeurs (art. 11-13);
– schrijft maatregelen voor ter verbetering van woningen en tegen overbevolking (art. 14- 20);
– bevat bepalingen inzake onbewoonbaarverklaring, ontruiming, sluiting en afbraak van woningen (art. 21-28);
– schept de mogelijkheid tot onteigening in het belang van de volkshuisvesting" (art. 29, 77- 96);
– verklaart het gemeentebestuur bevoegd het bouwen te verbieden op grond bestemd voor de aanleg van straten, pleinen of grachten en schrijft in gemeenten boven de 10.000 inwoners het vaststellen van een uitbreidingsplan voor (art. 30-32);
– regelt het verlenen van geldelijke steun van gemeente- en rijkswege ter bevordering van de volkshuisvesting (art. 33-40).
– Straf- en slotbepalingen (art. 41-60).
De taken van de inspectie richtte zich met name op de advisering omtrent de technische aspecten van de woningbouw. Advies van de inspectie was geboden in de volgende gevallen:
1. In gemeentelijke bouwverordeningen diende vermeld te zijn aan welke eisen woningen moesten voldoen (art. 3):
a. plaatsing van de gebouwen ten opzichte van de openbare weg (rooilijnen) en van elkaar;
b. het hoogtepeil van de benedenvloer en de hoogte van gebouwen;
c. afmetingen van kamers, trappen en portalen;
d. privaten;
e. beschikbaarheid van drinkwater;
f. voorkoming van brandgevaar;
g. voorkoming van vochtigheid;
h. hechtheid van fundamenten, muren, vloeren, trappen, zoldering en dak;
i. verwijdering van rook, water en vuil;
j. toevoer van licht en lucht.
In geval van bezwarenprocedures (art. 4) diende de inspecteur van advies.
2. De vaststelling, aanvulling en wijziging van gemeentelijke bouwverordeningen was gebonden aan het advies van de inspectie (art. 7-8).
3. Bezwarenprocedures tegen onbewoonbaarverklaring, ontruiming, sluiting en afbraak van woningen: advies van de inspectie (art. 21-22, 28).
4. Bezwarenprocedures tegen onteigening: advies van de inspectie (art. 85).
5. Vaststelling en wijziging van gemeentelijke uitbreidingsplannen: advies (art. 31).
6. De inspectie kon in beroep gaan tegen de afgifte van tijdelijke bewoningsvergunningen afgegeven door gemeenten (art. 55).
De Woningnoodwet 9 (Stb. 1918/379) houdende wettelijke voorzieningen ter voorziening van de woningnood en gaf de bevoegdheid:
8 Woningwet 1901 gewijzigd bij wet Stb. 1905/4, Stb. 1915/198, Stb. 1919/422 en 423, Stb. 1921/705, Stb. 1922/356, Stb. 1923/362, Stb. 1924/117, Stb. 1931/266 en 393, Stb. 1934/316. Woningbesluit: uitvoeringsvoorschriften in Stb.
1902/160 (art. 7-9, 26-28, 30, 34-36) gewijzigd in Stb. 1916/262, Stb. 1921/679 (art 7-8, 29-31, 34, 39), Stb. 1926/316 (art. 55), Stb. 1932/7 (art. 10-12, 34-35, 42, 50, 52, 56-57), Stb. 1935/7 en 651, Stb. 1936/851, Stb. 1937/358 (art. 73 van Stb. 1924/117). Bij de taakomschrijving van de inspectie is uitgegaan van de integraal gepubliceerde tekst van de woningwet in Stb. 1921/705.
9 Gewijzigd bij wet Stb. 1921/72 en 101, 1922/19; vervallen bij wet Stb. 1931/396. Uitvoeringsvoorschriften in Stb.
1918/485 (art. 4-5 en 7) en 1918/818.
– gemeenten waar een zo ernstige woningnood bestaat, de verplichting opleggen noodwoningen te laten bouwen of door toegelaten verenigingen te laten bouwen;
– geeft regels inzake de financiële steun van overheidswege;
– kan gemeenten verplichten tot het houden van een woningtelling en het instellen van een woningbeurs.
– met de uitvoering van de wet werd de hoofdinspecteur en de inspecteurs belast (art. 31).
De Huurcommissiewet 10 (Stb. 1917/257) bepaalt het instellen van huurcommissies in die gemeenten waarin daartoe aanleiding bestaat.
De Huuraanzeggingswet (Stb. 1921/70) treft maatregelen tegen het onbewoond laten van woningen. In 1927 is deze wet buiten werking gesteld.
Premieregelingen:
– De regeling inzake bijdragen en voorschotten uit 's Rijkskas voor de bouw van woningen door particulieren en verenigingen: KB 8 november 1920 nr 29. De regeling werd per 1 januari 1924 buiten werking gesteld.
– Regeling inzake voorschotten onder verband van 2e hypotheek voor het bouwen van woningen: KB 1 augustus 1924 nr 121, gewijzigd bij KB 30 oktober 1934 nr 26, circulaire 5/12 maart 1940 nr 2451.
– Voorschotregeling in verband met het in eigendom verkrijgen van een woning (de z.g.
"plaatsjes") voor arbeiders werkzaam in landbouw, veeteelt, tuinbouw, veenderij of bosbouw: ingevolge de Landarbeiderswet.
– Bijdrageregelingen voor krotopruiming: circulaire 5 januari 1925 en 25 juli 1927 (de laatste met name voor krotten gelegen in plattelandsgemeenten).
– Premie- en voorschotregelingen ten behoeve van woningverbetering en krotopruiming:
circulaire 23 juni 1938 nr 5462 M/P, gewijzigd bij circulaire van 17 januari 1940 nr 433 M/P.
– De Hypotheekregeling 1940/1941: besluit van de Regeringscommissaris voor de Wederopbouw van 13 augustus 1940; hypotheekverstrekking van rijkswege voor middenstands- en arbeiderswoningen (herstel oorlogsschade).
– art. 19 hypotheekaanvragen via het gemeentebestuur naar de RC voor de Wederopbouw en naar de hoofdinspecteur;
– art. 28 kennisgeving van de aanvang van de bouw via de gemeente aan de hoofdinspecteur;
– art. 29 de hypotheekgever is verplicht de hoofdinspecteur opgave te verstrekken van lonen en materiaalprijzen.
Functionele relatie met de ministeries, 1920-1946
FUNCTIONELE RELATIE MET DE MINISTERIES, 1920-1946
1901-1918 Ministerie van Binnenlandse Zaken
taakoverdracht KB 25-09-1918 Stb. 551
* Afdeling Medische Politie, 1901
* Afdeling Binnenlands Bestuur 1902-1910
* Afdeling Volksgezondheid en Armwezen 1910-1918
1918-1922 Ministerie van Arbeid
instelling KB 25-09-1918 Stb. 551
opheffing KB 24-11-1922 Stb. 606 per 01-01- 1923
* Afdeling Volksgezondheid
1923-1932 Ministerie van Arbeid, Handel en Nijverheid
10 Gewijzigd Stb. 1918/182, 1921/71, 1923/235. Uitvoeringsbepalingen in Stb. 1917/444 (art. 13), Stb. 1918/223, en Stb.
1921/533 (art 13).
instelling KB 24-11-1922 Stb. 606 per 01-01- 1923
opheffing KB 08-12-1931 Stb. 501 per 01-05- 1932
* Afdeling Volksgezondheid
1932-1933 Ministerie van Binnenlandse Zaken
taakoverdracht KB 08-12-1931 Stb. 501 per 01- 05-1932
taakoverdracht KB 08-06-1933 Stb. 311 per 12- 06-1933
* Afdeling Volksgezondheid
1933-1937 Ministerie van Sociale Zaken
instelling KB 08-06-1933 Stb. 311 per 12-06- 1933
taakoverdracht KB 09-07-1937 Stb. 141 per 15- 07-1937
* Afdeling Volksgezondheid
* Afdeling Volkshuisvesting (per 01-05-1936)
MB 29-04-1936 nr 176 Kab. Afd. Comptabiliteit
1937-1945 Ministerie van Binnenlandse Zaken
taakoverdracht KB 09-07-1937 Stb. 141 per 15- 07-1937
taakoverdracht KB 06-09-1945 Stb. F167 per 07-09-1945
* Afdeling Volkshuisvesting
1945-1946 Ministerie van Openbare Werken en
Wederopbouw
instelling KB 06-09-1945 Stb. F167 per 07-09- 1945
* Afdeling Volkshuisvesting
Opheffing van de Dienst der Volkshuisvesting bij KB van 18 maart 1946 nr 12.
Geschiedenis van het archiefbeheer
GESCHIEDENIS VAN HET ARCHIEFBEHEER
De verwerving van het archief
DE VERWERVING VAN HET ARCHIEF Overbrenging van een overheidsarchief
De verwerving van het archief
DE VERWERVING VAN HET ARCHIEF
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.
Inhoud en structuur van het archief
Inhoud en structuur van het archief
Verantwoording van de bewerking
VERANTWOORDING VAN DE BEWERKING
De begincesuur voor het archief werd vastgesteld op 1 september 1920, de datum waarop de Dienst der Volkshuisvesting werd ingesteld. Als eindcesuur werd 1946 aangehouden, het jaar waarin de Hoofdinspectie der Volkshuisvesting werd opgeheven.
Een aantal lidmaatschapsarchieven zijn ingevoegd bij de in het Algemeen Rijksarchief al berustende secretariaatsarchieven van deze commissies: Commissie Burgerbevolking 11 (1939- 1941), Commissie tot het vaststellen van Standaardprijzen en -Lonen 12 (1939-1942), Commissie inzake Waterverontreiniging 13 (1934-1944), Commissie wetsontwerp Natuurbescherming 14 (1938- 1942) en Vaste Commissie van de Economische Raad ex art. 8 op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van Ondernemersovereenkomsten 1935 15 (1936).
Er zijn twee concordantielijsten 1920-1922 en 1923-1946 gemaakt die als bijlage zijn opgenomen bij de inventaris. Rubrieken uit de lijsten 1920-1922 waarvan het rubrieksnummer en de
omschrijving niet konden worden achterhaald, zijn niet in de concordans opgenomen. De lijsten verwijzen van rubrieksnummer met omschrijving naar de definitieve inventarisnummers.
Vóór de bewerking omvatte het archief 70 meter. Na de bewerking bestond het te bewaren gedeelte uit 42 meter.
Ordening van het archief
ORDENING VAN HET ARCHIEF
Het archief is geordend volgens een rubriekenstelsel, dat in 1923 is ingevoerd en in die vorm tot en met 1946 is aangehouden. De stukken over 1920-1922 vallen buiten deze ordening evenals de correspondentieserie met woningbouw-verenigingen over het onderhoud van woningen (inv.nrs.
931-950) en de rubriek "Algemene Zaken".
De inventaris is ingedeeld in naar onderwerp ingedeelde stukken en niet naar onderwerp ingedeelde stukken. De in de inventaris voorkomende beschrijvingen inzake advisering aan het ministerie zijn niet nader aangeduid (dus geen advisering aan de minister of advies aan de
directeur-generaal voor de Volksgezondheid); slechts adviezen aan andere instanties of personen zijn met naam genoemd. De jaarverslagen van de inspecteurs zijn per ambtsgebied geordend. De per gemeente geordende stukken (inv.nrs. 184-930) zijn alfabetisch op gemeente geordend.
Wanneer de stukken van een gemeente een materiële omvang van meer dan een doos hebben zijn ze op rubrieksnummer van de gemeente en daarbinnen op volgnummer ingedeeld. Hierbij moet wel rekening worden gehouden met het feit dat de datering van deze stukken de datum van aanvang van de dossiers aangeeft. De stukken van de gemeente Amsterdam waren zo omvangrijk dat het nodig was de stukken op onderwerp te rangschikken.
In de grootste serie, onder het kopje "Afzonderlijke gemeenten" (inv.nrs. 184-930), kunnen onder andere de volgende stukken worden aangetroffen:
– Advisering inzake toekenning van premies voor het verbeteren van woningen;
– Advisering inzake toekenning van voorschotten onder verband van een eerste of tweede hypotheek voor de bouw van middenstands- en arbeiderswoningen;
11 Zie nummer toegang 2.04.48.12
12 Niet geïnventariseerd, bloknummer W23856.
13 Niet geïnventariseerd, bloknummer W23566.
14 Zie nummer toegang 2.11.37.01
15 Zie nummer toegang 2.06.001, inv.nrs 8686-8690 (notulen commissie), inv.nrs 8602-8606 (baksteenindustrie) en inv.nr 8609 (kalkzandsteenindustrie).
– Advisering inzake grondexploitatie, rooilijnen, sanerings- en uitbreidingsplannen;
– Advisering inzake bouwverordeningen, bouwplannen, onbewoonbaarverklaringen, woningvorderingen en onteigeningen.
De commissie-archieven zijn geplaatst in de rubriek "Werkzaamheden in commissies, raden, afdelingen en instituten".
Verwant materiaal
Verwant materiaal
Beschikbaarheid van kopieën
BESCHIKBAARHEID VAN KOPIEËN
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Overzicht van geraadpleegde bronnen
OVERZICHT VAN GERAADPLEEGDE BRONNEN
Cohen, I.B., De woningwet: handleiding bij de uitvoering van de woningwet ten dienste van
gemeentebesturen ....; Alphen 1903.Kaa, H. van der, Overheidsbemoeiing in zake Volkshuisvesting; interne nota, 1934 (inv.nr 82).Klep, P.M.M., Wonen in het verleden 17e-20e eeuw: Economie, politiek,
volkshuisvesting, cultuur en bibliografie; Amsterdam 1987.Lietaert Peerbolte, L., De Woningwet; Alphen a/d Rijn 1932.Lietaert Peerbolte, L., Het departement van Arbeid, Handel en Nijverheid onder minister Aalberse 1918-1925; Alphen a/d Rijn 1926.Lietaert Peerbolte, L. en H. van der Kaa, 'Algemene voorwaarden voor de bouw van woonhuizen met rijkssteun', in: Verslagen en mededelingen betreffende de Volksgezondheid, mei 1927, p. 421-593.Kooiman, D., De Woningwet; Alphen a/d Rijn 1959.Nycolaa, J., Volkshuisvesting, een bijdrage tot de geschiedenis van woningbouw en woningbouwbeleid;
Nijmegen 1974.Rossen, M.J.J.G., 'Het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid in Nederland', in:
LXXVII Bijdragen tot de geschiedenis van het zuiden van Nederland; Tilburg 1988.
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
B E S C H R I J V I N G V A N D E S E R I E S E N A R C H I E F B E S T A N D D E L E N
1. NIET NAAR ONDERWERP INGEDEELDE STUKKEN
1. NIET NAAR ONDERWERP INGEDEELDE STUKKEN
1.1 Toegangen
1.1 TOEGANGEN
1 Agenda's van ingekomen en uitgaande stukken inzake de woningwetbouw.
1921-1927 1 pak
2-15 Agenda's van ingekomen en uitgaande stukken.
1922-1946 14 pakken
2 1921 okt 4- 1928 jun 23 3 1928 jun 23- 7 jun 1932 4 1932 juni 7 - 1935 okt 22 5 1935 okt 22 - 1937 mei 27 6 1937 mei 27 - 1938 mei 4 7 1938 mei 5 - 1939 mrt 1 8 1939 mrt 1 - 1939 nov 9 9 1939 nov 9 - 1940 jul 29 10 1940 jul 29 - 1941 apr 2 11 1941 apr 2 - 1941 okt 28 12 1941 okt 28 - 1942 sep 24 13 1942 sep 24 - 1943 nov 8 14 1943 nov 8 - 1945 jul 4 15 1945 jul 4 - 1946 jun 28 16-25 Indicateur.
1922-1946 10 pakken
Alfabetisch geordend op rubrieksnaam.
16 Aagtekerke - Arnemuiden
17 Arnhem - Bussum
18 Buurmalsen - Geertruidenberg 19 Geervliet - Heerlen
20 Heesch - Katwoude
21 Kedichem - Monster
22 Montfoort - Poortvliet 23 Posterholt - Stolwijk
24 Stompwijk - Warffum
25 Warmenhuizen - Zwollerkerspel
26 Lijsten houdende opgave van de in 1920-1921 en 1922 gehanteerde rubrieken.
z.d. 1 omslag
1.2 Notulen
1.2 NOTULEN
27-30 Agenda's en notulen van vergaderingen van de Hoofdinspecteur en inspecteurs.
1921-1946 4 pakken
27 1921-1929
28 1930-1934
29 1935-1940
30 1941-1946
1.3 Verslagen
1.3 VERSLAGEN
31-45 Jaarverslagen van de Inspecteurs van de Volksgezondheid (Volkshuisvesting) in de verschillende ambtsgebieden over de jaren 1921-1945.
1922-1945 13 pakken en 2 omslagen
31 Friesland en delen van Drenthe, 1922-1943 32 Groningen en delen van Drenthe, 1922-1945 33 Gelderland, 1922-1945
34 Limburg, 1922-1944
35 Noord-Brabant, 1922-1937 36 Noord-Brabant, 1938-1945 37 Overijssel, 1922-1944
38 Zeeland en Noord-Holland benoorden het IJ, 1923-1938
39 Utrecht en Noord-Holland bezuiden het IJ (inclusief Amsterdam), 1922-1929
40 Utrecht en Noord-Holland bezuiden het IJ (inclusief Amsterdam), 1930-1932
41 Utrecht en Noord-Holland bezuiden het IJ (inclusief Amsterdam), 1933-1938
42 Utrecht en het zuidoostelijk deel van Noord-Holland (inclusief Amsterdam), 1939-1945
43 Westelijk deel van Noord-Brabant en Zeeland, 1939-1945, 1 omslag 44 Noord-Holland (behalve Amsterdam en het Gooi) en het noordelijk
deel van Zuid-Holland, 1939-1945, 1 omslag 45 Zuid-Holland, 1925-1945
46 Jaarverslagen van de Hoofdinspecteur over de jaren 1922-1946.
1923-1948 1 pak
47 Stukken betreffende het verlenen van een bijdrage aan de totstandkoming van de algemene verslagen, bedoeld in artikel 58, 4e lid, der Woningwet van hetgeen met betrekking tot verbetering van de volkshuisvesting is verricht over de jaren 1923- 1931.
1925-1933 1 omslag
48 Stukken betreffende het verstrekken van een verslag over de stand van de
werkzaamheden van de Hoofdinspectie van de Volkshuisvesting aan de secretaris- generaal.
1941 1 omslag
1.4 Circulaires
1.4 CIRCULAIRES
49 Circulaires en bekendmakingen van het ministerie alsmede koninklijke besluiten betreffende de volkshuisvesting. Afschriften.
1910-1946 1 pak
50 Circulaires van de Hoofdinspecteur. Afschriften.
1921-1942 1 omslag
2. NAAR ONDERWERP INGEDEELDE STUKKEN
2. NAAR ONDERWERP INGEDEELDE STUKKEN
2.1 Organisatie van de Dienst der Volkshuisvesting
2.1 ORGANISATIE VAN DE DIENST DER VOLKSHUISVESTING
51 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de herindeling van de ambtsgebieden en overplaatsing, benoeming en bezoldiging van inspecteurs.
1938-1945 1 omslag
52 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de eventuele consequenties voor de evacuatie van de dienst.
1942 1 omslag
53 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake het aanstellen van adjunct- inspecteurs bij de inspectie voor de Volkshuisvesting.
1944 1 omslag
54 Brief aan de minister houdende een opgave van de organisatie en samenstelling van de dienst.
1945 1 stuk
55 Stukken betreffende de overdracht van werkzaamheden van de Sub-sectie Volkshuisvesting en Bouwmaterialen, ressorterend onder Sectie IX Openbare Werken van het Militair Gezag aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de Dienst der Volkshuisvesting.
1945 1 omslag
56 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de reorganisatie van de dienst en inspecties.
1945 1 omslag
57 Stukken betreffende de overbrenging van de Dienst der Volkshuisvesting naar het Ministerie van Openbare Werken.
z.d. 1 omslag
2.2 Advisering, onderzoek en verstrekking van inlichtingen
2.2 ADVISERING, ONDERZOEK EN VERSTREKKING VAN INLICHTINGEN
2.2.1 Wettelijke regelingen
2.2.1 WETTELIJKE REGELINGEN
58 Stukken betreffende de totstandkoming van een ontwerp-regeling inzake het beschikbaar stellen van voorschotten onder verband van een tweede hypotheek voor de bouw van arbeiderswoningen, alsmede reacties op het ontwerp.
1923-1924 1 pak
59 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake wijziging van artikel 11 van het Woningbesluit betreffende vaststelling van uitbreidingsplannen.
1923-1924 1 omslag
60 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de opheffing of
reorganisatie van Gezondheidscommissies in het kader van het wetsontwerp tot wijziging van de Gezondheidswet.
1923-1934 1 omslag
61 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake het aan te brengen kenteken
op met rijkssteun gebouwde noodwoningen volgens artikel 12 van het KB van 25 juli 1918, Stbl. nr. 485, tot uitvoering van artikelen van de Woningnoodwet van 17 juni 1918, Stbl. nr. 379.
1924 1 omslag
62 Stukken betreffende het leveren van bijdragen door de inspecteurs aan het voorstel tot herziening van het Woningbesluit.
1931 1 omslag
63 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de regeling betreffende het beschikbaar stellen van voorschotten onder verband van een eerste hypotheek voor de bouw van arbeiderswoningen.
1932 1 omslag
64 Tekst van een lezing over de gewijzigde Woningwet gehouden door de
Hoofdinspecteur op de jaarvergadering van de Vereniging van Directeuren van Gemeentewerken.
1933 1 stuk
65 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake het wetsontwerp tot wijziging van de Woningwet en het Woningbesluit.
1933-1934 1 pak
66 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de ontwerp-wet
Bescherming van de bevolking tegen Luchtaanvallen, ter aanvulling en wijziging van de Woningwet.
1934 1 omslag
67 Stukken betreffende de totstandkoming van een ontwerp-regeling betreffende het beschikbaarstellen van voorschotten onder verband van een tweede hypotheek voor de bouw van arbeiderswoningen van passende huurprijs, alsmede reacties van de grootste gemeenten op het ontwerp.
1934-1935 1 omslag
68 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake het ontwerp van wet tot verlaging van de vaste lasten.
1935 1 omslag
69 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake eventuele wijziging van het Woningbesluit ten aanzien van het rioleringsvraagstuk bij gemeentelijke
uitbreidingsplannen.
1936-1937 1 omslag
70 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake toepassing van de Gelderse verordening tot natuurbescherming in het kader van het gestelde in de Woningwet.
1937-1943 1 omslag
71 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake wijziging van de Onteigeningswet.
1939 1 omslag
72 Nota van de Hoofdinspecteur met betrekking tot de artikelen 3 en 4 van de ontwerp-huurwet inzake huurverhoging op grond van stijging van de kosten van onderhoud en verbetering.
1940 1 stuk 73 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake wijziging en toepassing van
de beschikking van 9/17 november 1934 tot vaststelling van regelen betreffende het beschikbaar stellen van voorschotten onder verband van tweede hypotheek voor de bouw van arbeiderswoningen.
1940 1 omslag
74 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de wijziging van de Woningwet en het Woningbesluit betreffende de voorbereiding en inrichting van streekplannen alsmede over de instelling en organisatie van de Rijksdienst van het Nationale Plan.
1940-1941 1 pak
75 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de voorbereiding, totstandkoming, toepassing en wijziging van de regeling betreffende het beschikbaarstellen van voorschotten onder hypothecair verband voor middenstands- en arbeiderswoningen en particuliere woningbouw (Hypotheekregeling 1940/1941).
1940-1945 1 pak
76 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake totstandkoming, toepassing en schorsing van het besluit van 29/30 januari 1941 nr 30 betreffende de bestrijding van wandgedierte.
1940-1946 1 omslag
77 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake het ontwerp Huurprijsbesluit Nieuwbouw 1943.
1943 1 omslag
78 Stukken betreffende de totstandkoming van het concept-besluit Noodverblijven als voorstel ter continuering van het K.B. van 12 april 1945, Stbl. nr. F 47, houdende vaststelling van het Nood-Volkshuisvestingsbesluit.
1945 1 omslag
79 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake het wetsontwerp betreffende Wederopbouwdistricten.
1945 1 omslag
80 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake verruiming en toepassing van het KB van 11 september 1944 Stbl. E103, houdende vaststelling van het Vorderingsbesluit Woonruimte.
1945 1 omslag
81 Stukken betreffende totstandkoming van het wetsontwerp tot herziening en aanvulling van de Woningwet.
1945 1 pak
82 Rapport van de Hoofdinspecteur betreffende overheidsbemoeiing inzake volkshuisvesting.
z.d 1 deel
2.2.2 Volkshuisvesting op landelijk niveau
2.2.2 VOLKSHUISVESTING OP LANDELIJK NIVEAU
2.2.2.1 Woningbehoefte en -voorziening
2.2.2.1 WONINGBEHOEFTE EN -VOORZIENING
83 Stukken betreffende peilingen van de woningbehoefte, woningproduktie en het woningtekort in Nederland.
1922-1923 1 omslag
84 Stukken betreffende het verrichten van een onderzoek bij een aantal Nederlandse gemeenten ter verkrijging van een overzicht van de woningbehoefte.
1923-1924 1 omslag
85 Staten houdende overzichten van leegstaande en in aanbouw zijnde woningen in de mijnstreek verstrekt door de inspecteur in Limburg, met geleidebrieven.
1924-1932 1 pak
86 Stukken betreffende het overleg met het Centraal Bureau voor de Statistiek over de vraag hoe de volkstelling van 1930 dienstbaar kan worden gemaakt voor het
verkrijgen van woning-statistische gegevens.
1927-1937 1 omslag
87 Stukken betreffende door de provincies verstrekte opgaven van onbewoonbaar verklaarde woningen in de Nederlandse gemeenten over de jaren 1933-1938.
1934-1939 1 omslag
88 Stukken betreffende het verstrekken van advies bij de totstandkoming van de circulaire van 6 januari 1940 nr 152 M/P inzake krotopruiming.
1939-1940 1 omslag
89-90 Stukken betreffende de gemeentelijke opgaven van leegstaande woningen ter verkrijging van een inzicht in de beschikbare woningruimte.
1940 2 pakken
89 Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland
90 Noord-Brabant en Limburg
91 Stukken betreffende het verstrekken van een opgave door de inspecteurs over de in de gemeenten van hun ambtsgebieden ontstane oorlogsschade aan de
woningvoorraad.
1940-1945 1 pak
92-93 Stukken betreffende het houden van een enquête onder de Nederlandse gemeenten inzake de beschikbaarheid van bouwterreinen voor woningbouw.
1941-1942 2 pakken
92 1941
93 1941-1942
94 Stukken betreffende het in overleg met de inspecteurs in de ambtsgebieden ingestelde woningonderzoek ter verkrijging van een beeld van de toekomstige woningvoorziening.
1941-1946 1 pak
95 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de woningschaarste in
Nederland.
1942 1 omslag
96 Brief aan de Algemeen Commissaris voor de Wederopbouw houdende statistische gegevens omtrent de te verwachten woningbehoefte en de gewenste aanbouw, met bijlage.
1946 1 omslag
2.2.2.2 Ruimtelijke ordening
2.2.2.2 RUIMTELIJKE ORDENING
97 Stukken betreffende het verlenen van bemiddeling bij het verstrekken van een bedrag aan ir. W. van Tijen als tegemoetkoming in de uitgave van de studie, getiteld Grafieken voor het behandelen van verkavelingsvraagstukken.
1927-1929 1 omslag
98 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake het autoritaire optreden van de Vaste Commissie voor uitbreidingsplannen in Noord-Holland ten opzichte van gemeenten bij de samenstelling van uitbreidingsplannen.
1927-1930 1 pak
99 Stukken betreffende het voeren van overleg met het ministerie van Waterstaat en de inspecteurs inzake vaststelling van rooilijnen met betrekking tot lintbebouwing langs de verkeerswegen.
1928-1930 1 omslag
100 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland gevraagde goedkeuring van de bij besluit van 19
december 1939 nr XVIII door Provinciale Staten vastgestelde uitwegenverordening.
1940 1 omslag
101 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake het beroep van de
gemeenteraad van Bloemendaal tegen het besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 10 januari 1940 nr 82 tot het vaststellen van een streekplan voor Kennemerland-Zuid.
1940 1 omslag
74 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de wijziging van de Woningwet en het Woningbesluit betreffende de voorbereiding en inrichting van streekplannen alsmede over de instelling en organisatie van de Rijksdienst van het Nationale Plan.
1940-1941.
102 Stukken betreffende het verstrekken van inlichtingen aan de Abteilung Planung van het bureau van de Rijkscommissaris inzake de totstandkoming en coördinatie van streekplannen en de voorbereiding van een nationaal plan.
1940-1941 1 omslag
103 Stukken betreffende een onderzoek naar de stand van het uitbreidingsplanwerk in de ambtsgebieden van de inspecteurs.
1941-1942 1 omslag
104 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake het inschakelen van de afdeling Stedebouw van de Nederlandse Spoorwegen bij de voorbereiding van uitbreidingsplannen.
1941-1942 1 omslag 105 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de behandeling,
beoordeling en vaststelling van uitbreidingsplannen in de ambtsgebieden van de inspecteurs.
1941-1946 1 pak
106 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de moeilijkheden bij de lopende onteigeningsprocedures in de gemeenten in het belang van de
volkshuisvesting.
1945 1 omslag
2.2.2.3 Financiering woningbouw
2.2.2.3 FINANCIERING WONINGBOUW
107 Stukken betreffende de totstandkoming en wijziging van een honorariumregeling voor architecten in de volkswoningbouw in overleg met de Bond van Nederlandse Architecten en de Nationale Woningraad.
1920-1935 1 pak
108 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake het beschikbaarstellen van premies voor de bouw van middenstandswinkelwoningen.
1922 1 omslag
109 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake het verlenen van bouwkredieten en hypotheken in de particuliere woningbouw.
1922 1 omslag
110 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake nadere bepalingen
betreffende het toezicht op aanwijzing en aanbesteding van met rijkssteun volgens de Woningwet uit te voeren werken.
1922 1 omslag
111 Stukken betreffende het verstrekken van advies over de vraag in hoeverre de kosten van het gemeentelijk toezicht op de uitvoering van de woningbouw kan worden bestreden uit het Rijksvoorschot.
1922 1 omslag
112 Brief van de minister van Arbeid, Handel en Nijverheid aan de inspecteurs inzake de toegekende premies en voorschotten voor de woningbouw aan gemeenten.
1923 1 stuk
113 Nota en totstandkoming van de gewijzigde nota van de Hoofdinspecteur inzake de nadelen van het vigerende annuïteitenstelsel bij woningwetvoorschotten, alsmede reacties op de nota's.
1927-1933 1 pak
114 Stukken betreffende het verrichten van onderzoeken bij enkele Nederlandse gemeenten en architecten ter verkrijging van een inzicht in het verloop van de bouwkosten in Nederland en in het percentage van de stichtingskosten van woningen in vergelijking met de stichtingskosten van 1914.
1934 1 omslag
115 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de werking van de door de Commissie voor het opstellen van regelen voor stedebouwkundig werk
samengestelde regeling betreffende de honorering van de stedebouwkundige.
1936 1 omslag
116 Stukken betreffende totstandkoming en wijziging van de circulaire van 23 juni 1938 nr 5462 M/P inzake beschikbaarstelling van premies voor verbetering van
arbeiderswoningen.
1936-1940 1 omslag
117 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake het door aannemers ondervonden nadeel bij de uitvoering van overeenkomsten ten gevolge van de gewijzigde monetaire toestand.
1937 1 omslag
118 Stukken betreffende het verstrekken van advies aan de Regeringscommissaris voor de Wederopbouw inzake de bouwkosten van verschillende typen
arbeiderswoningen.
1940 1 omslag
119 Nota van de Hoofdinspecteur inzake de stijging der bouwkosten.
1941 1 stuk
120 Stukken betreffende het bemiddelen in het geschil tussen de Algemeen Gemachtigde voor de Wederopbouw en voor de Bouwnijverheid en Bredero's Bouwbedrijf N.V. inzake door laatstgenoemde gemaakte teken- en
architectuurkosten bij de bouw van woningen in sintelbeton-montagebouw.
1943 1 omslag
Zie tevens inv.nr 139.
121 Stukken betreffende de totstandkoming van een publicatie van de Hoofdinspectie voor de Volkshuisvesting betreffende de kosten van de bouwgrond voor
arbeiderswoningen naar aanleiding van een onderzoek bij de diensten Gemeentewerken.
1944-1945 1 pak
122 Circulaires van het College van Algemene Commissarissen voor de Wederopbouw inzake voorschotten en bijdragen voor noodwoningbouw en inzake de
wederopbouw van boerderijen.
1945 1 omslag
123 Brief aan de Algemeen Commissaris voor de Wederopbouw houdende een reactie op de nota van H.T. Zwiers op de voorstellen van de heren van Saane en Rustige inzake financiële steun van overheidswege voor woningbouw door particulieren en instellingen, met bijlage.
1946 1 omslag
2.2.2.4 Exploitatie van woningwet- en huurwoningen
2.2.2.4 EXPLOITATIE VAN WONINGWET- EN HUURWONINGEN
124 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de vaststelling van de onderhoudsuitgaven voor noodwoningen op de jaarlijkse exploitatierekening.
1921-1945 1 omslag
125 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de huurbepaling van woningwetwoningen in de mijnstreek.
1923-1933 1 omslag
126 Stukken betreffende de totstandkoming van het rapport Wenken en normen voor het onderhoudsbeheer van woningwetcomplexen.
1924-1935 1 pak
127 Nota aan J. Bakker, referendaris bij de Generale Thesaurie van het ministerie van Financiën, inzake de lasten van de overheid bij de exploitatie van woningen te Amsterdam.
1935 1 stuk
128 Stukken betreffende het verrichten van onderzoeken bij de grootste Nederlandse gemeenten tot het verkrijgen van een inzicht in de huurverlaging.
1935-1936 1 pak
129 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de moeilijkheden voor huizenbezitters bij de exploitatie van huurwoningen.
1940 1 omslag
130 Stukken betreffende ontwerp en toepassing van een circulaire inzake huurverhoging bij de onderverhuur van woningwetwoningen.
1943-1945 1 omslag
131 Nota aan de minister houdende een advies inzake een algemene huurverhoging voor woningen.
1945 1 stuk
132 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de verlenging van de bewoningstermijn voor noodwoningen.
1945 1 omslag
133 Stukken betreffende het verlenen van advies inzake de exploitatiekosten van noodwoningen.
1945-1946 1 omslag
134 Brief aan de Algemeen Commissaris voor de Wederopbouw houdende een reactie op de nota van het Nederlands Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw inzake bezwaren tegen de bouw en exploitatie van noodwoningen, met bijlage.
1946 1 omslag
2.2.2.5 Bouwnijverheid en bouwmaterialen
2.2.2.5 BOUWNIJVERHEID EN BOUWMATERIALEN
135 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake het gebruik van ampasiet als bouwmateriaal.
1933-1934 1 omslag
136 Tekeningen, type landarbeiderswoningen.
1938 1 omslag
137 Stukken betreffende het verstrekken van advies aan de Regeringscommissaris voor de Wederopbouw inzake het voortzetten van de in uitvoering zijnde werken op het gebied van de woningbouw.
1940 1 omslag
138 Stukken betreffende het verlenen van advies inzake het gebruik van kalkzandsteen
voor de woningbouw.
1940-1945 1 omslag
139 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de bouw van woningen met sintelbetonsteen door Bredero's Bouwbedrijf N.V. te Utrecht.
1941-1942 1 omslag
Zie tevens inv.nr 120.
140 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de voorschriften met betrekking tot de vervanging van materialen en de toepassing van bepaalde constructiewijzen.
1941-1942 1 omslag
178 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake het opnemen van
bepalingen in de gemeentelijke bouwverordeningen die verband houden met de door de Algemeen Gemachtigde voor de Wederopbouw uitgevaardigde
maatregelen ter besparing van bouwmaterialen, 1941-1942.
141 Stukken betreffende het verlenen van bemiddeling tussen het ministerie en Rijksgebouwendienst inzake bouw van barakkenkampen ten behoeve van de Nederlandse Arbeidsdienst.
1941-1943 1 omslag
142 Stukken betreffende overleg met de inspecteurs inzake de noodzaak tot de bouw van noodwoningen.
1941-1945 1 pak
143 Stukken betreffende het verstrekken van advies aan de Gemachtigde voor de Noodwoningbouw inzake het bouwen van noodwoningen voor fabrieksarbeiders in niet door het oorlogsgeweld geteisterde gebieden.
1945 1 omslag
144 Stukken betreffende het verstrekken van advies aan het College van Algemene Commissarissen voor de Wederopbouw inzake het rapport betreffende organisatie van research op het gebied van constructies van gebouwen en woninginrichting van C.G.D. Maarschalk.
1945 1 omslag
145 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de bouw van woningen in Nederland door Zwitserse ondernemingen.
1945 1 omslag
2.2.2.6 Bouwvakarbeid
2.2.2.6 BOUWVAKARBEID
146-147 Stukken betreffende door de Rijksdienst der Werkloosheidsverrekening en Arbeidsbemiddeling verstrekte overzichten van ingeschreven werkzoekende bouwvakarbeiders in de Nederlandse gemeenten.
1922-1940 2 pakken
146 1922-1937
147 1938-1940
148 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake verlenging en regularisatie van arbeidstijden in de bouwvakken.
1923-1927 1 omslag 149 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de loontarieven voor
heiwerkers.
1933-1939 1 omslag
150 Stukken betreffende het verrichten van een onderzoek bij de Nederlandse
gemeenten tot het verkrijgen van een overzicht omtrent het loonpeil van schilders, timmerlieden en metselaars in verband met een indeling van gemeenten in klassen.
1934 1 pak
151 Stukken betreffende het verstrekken van informatie aan J. Bakker, referendaris bij de Generale Thesaurie van het ministerie van Financiën, over het aantal
bouwvakarbeiders in Nederland.
1935 1 omslag
152 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake het doen verrichten van onderhoudswerk ter bestrijding van de werkloosheid in de bouw.
1940 1 omslag
153 Stukken betreffende het verlenen van advies inzake de loonregeling en arbeidsvoorwaarden voor bouwvakarbeiders.
1942-1945 1 pak
2.2.2.7 Overige volkshuisvestingsaangelegenheden
2.2.2.7 OVERIGE VOLKSHUISVESTINGSAANGELEGENHEDEN
154 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de beschikbaarstelling van woningen voor tuberculose-patiënten.
1925-1927 1 omslag
155 Prae-advies getiteld De wenschelijkheid van het eengezinshuis voor het 32ste congres voor openbare gezondheidsregeling te Assen, alsmede reacties op het advies.
1926-1927 1 omslag
156 Stukken betreffende het verstrekken van inlichtingen over hetgeen in de grootste gemeenten wordt verricht met betrekking tot de bouw van goedkope
arbeiderswoningen.
1934-1935 1 omslag
157 Stukken betreffende het verstrekken van advies aan de Inspecteur voor de Bescherming van de bevolking tegen Luchtaanvallen inzake richtlijnen voor het bouwen en inrichten van schuilplaatsen tegen luchtgevaar.
1936-1938 1 omslag
158 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake toepassing van het
Algemeen Vorderingsbesluit 1940 op verzoek van de gemeenten Enschede, Peize en Geleen.
1940 1 omslag
159 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de mogelijkheid tot het verminderen van het aantal bewoonde woonwagens en woonschepen in de provincie Friesland alsmede het vraagstuk van de vervangende bewoning.
1940-1941 1 omslag
160 Stukken betreffende het op verzoek van de Algemeen Gemachtigde voor de Wederopbouw en voor de Bouwnijverheid opstellen van concept-richtlijnen voor het ontwerpen en bouwen van woningen voor normale, grote en zeer grote gezinnen.
1944 1 omslag
2.2.3 Volkshuisvesting in de gemeenten
2.2.3 VOLKSHUISVESTING IN DE GEMEENTEN
2.2.3.1 Gemeentelijke regelgeving, bouw- en woningtoezicht
2.2.3.1 GEMEENTELIJKE REGELGEVING, BOUW- EN WONINGTOEZICHT
161 Stukken betreffende de totstandkoming van een concept-handleiding voor het samenstellen van bebouwingsvoorschriften in gemeenten, ingevolge artikel 39 der Woningwet, opgesteld door H. van der Kaa en L. Lietaert Peerbolte, directeur- generaal van de Volksgezondheid.
1929-1933 1 pak
162 Stukken betreffende het verstrekken van inlichtingen over het ingrijpen door het hoger gezag in de gemeentelijke regeling van het bouw- en woningtoezicht.
1934-1935 1 omslag
163 Stukken betreffende de totstandkoming van de concept-modelvoorschriften voor garages als handleiding voor de gemeenten.
1934-1936 1 omslag
164 Stukken betreffende de totstandkoming van een model-verordening voor zomerhuizen als handleiding voor de gemeenten.
1934-1937 1 pak
165 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake het wijzigen van de
gemeentelijke bouw- en woningvoorschriften in het kader van bescherming tegen luchtaanvallen.
1937-1941 1 omslag
166 Stukken betreffende het verlenen van medewerking aan de reorganisatie van het bouw-en woningtoezicht in de kleinere gemeenten in de ambtsgebieden van de inspecteurs.
1938-1946 1 pak
167 Stukken betreffende het verstrekken van advies aan de inspecteur van Noord- Holland inzake het opstellen van een herziening van de model-bouwverordening.
1939 1 omslag
168-176 Stukken betreffende het verrichten van een onderzoek bij Nederlandse gemeenten naar de mate van eenheid in verschillende bepalingen der bouwverordeningen.
1940-1941 8 pakken en 1 omslag
168 Algemeen, z.d, 1 omslag
169 Groningen, Drenthe en Friesland, 1940-1941 170 Overijssel en Utrecht, 1940-1941
171 Gelderland, 1940-1941 172 Noord-Holland, 1940-1941 173 Zuid-Holland, 1940-1941 174 Noord-Brabant, 1940-1941 175 Zeeland, 1940-1941
176 Limburg, 1940-1941
177 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de regeling van het bouw- en woningtoezicht in de gemeenten gelegen in de Bommelerwaard.
1940-1946 1 omslag
178 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake het opnemen van
bepalingen in de gemeentelijke bouwverordeningen die verband houden met de door de Algemeen Gemachtigde voor de Wederopbouw uitgevaardigde
maatregelen ter besparing van bouwmaterialen.
1941-1942 1 omslag
179-183 Stukken betreffende het verrichten van een onderzoek bij Nederlandse gemeenten ter verkrijging van inzicht in de gemeentelijke bebouwingsvoorschriften.
1941-1943 5 pakken
179 Groningen, Friesland en Drenthe, 1941-1943 180 Overijssel, Gelderland en Utrecht, 1941-1943 181 Noord-Holland, 1941
182 Zuid-Holland, 1941-1943
183 Zeeland, Noord-Brabant en Limburg, 1941-1943
2.2.3.2 Afzonderlijke gemeenten
2.2.3.2 AFZONDERLIJKE GEMEENTEN
184-930 Stukken betreffende het verstrekken van advies inzake de volkshuisvesting in de Nederlandse gemeenten.
1921-1946 182 pakken en 565 omslagen
184 Aalsmeer, 1928-1940 185 Aardenburg, 1943-1944
186 Abcoude-Baambrugge, 1939-1941 187 Achtkarspelen, 1934-1945
188 Achttienhoven, 1936-1940 189 Alblasserdam, 1937-1945 190 Alkemade, 1935-1945 191 Alkmaar, 1925-1945, 1 pak
192 Almelo, rubriek 39/28, 278/30 - 278/100, 1922-apr. 1939, 1 pak 193 Almelo, rubriek 278/101 - 278/143, mei 1939-jan. 1940, 1 pak 194 Almelo, rubriek 278/144 - 278/203, feb. 1940-1944, 1 pak 195 Almkerk, 1938-1941
196 Alphen aan den Rijn, 1937-1945 197 Ambt-Hardenberg, 1928-1942, 1 pak 198 Ambt-Vollenhove, 1936-1938
199 Ameland, 1935-1939 200 Amerongen, 1937-1944 201 Amersfoort, 1925-1945, 1 pak 202 Ammerstol, 1938-1941 203 Ammerzoden, 1941-1942
204 Amstenrade, 1942
205 Amsterdam, Bouwverordeningen en bouwvergunningen, 1926-1937, 1 pak
206-227 Amsterdam, Bouwprojecten, 1922-1941
206 900 betonnen arbeiderswoningen in de
Watergraafsmeer (Betondorp), 1922-1926, 1 pak 207 6000 woningen in Amsterdam-West, 1922-1924, 1
pak
208 6000 woningen in Amsterdam-West, 1925-1934, 1 pak 209 72 woningen van de Woningbouwvereniging Eigen
Haard, 70 woningen van de Algemene Woningbouwvereniging, 1924
210 1500 woningen in de Transvaalbuurt, Polanenbuurt, Buiksloterham en Heimansplein, 1925-1927, 1 pak 211 1500 woningen in de Transvaalbuurt, Polanenbuurt,
Buiksloterham en Heimansplein, 1928-1932, 1 pak 212 56 woningen aan de Adelaarsweg in de
Nieuwendammerham, 1926-1927
213 38 woningen aan de Kamperfoelieweg, 1930 214 600 woningen in tuindorp Oostzaan, 1930-1931 215 2200 woningen in tuindorp Uitweg en tuindorp
Nieuwendam, 1932-1933
216 282 woningen op het terrein Landlust, Amsterdam- West (bouwplan Rochdale), 1932-1934
217 400 woningen op het terrein Landlust, Amsterdam- West (bouwplan Zomers Buiten), 1932-1934, 1 pak 218 247 woningen in de Maasstraat, 79 woningen aan de
Kamperfoelieweg en 262 woningen in tuindorp Oostzaan, 1932-1938
219 464 woningen en 12 karrenbergplaatsen op de noordzijde van het IJ (Entosterrein), 1934-1936 220 244 woningen op het terrein Landlust, Amsterdam-
West, (bouwplan Algemene Woningbouw Vereniging), 1935-1936
221 208 woningen op het terrein Landlust, Amsterdam- West (bouwplan Het Westen), 1935-1938
222 247 woningen in de Uiterwaardenstraat, Waalstraat en Moerdijkstraat, 1935-1938
223 2500 woningen in de Buikslootermeerpolder, 1935- 1940
224 Administratiegebouw en schuilplaatsen voor de Rijksverzekeringsbank, Apollolaan, 1936
225 Flatgebouw aan de Weteringschans, 1938 226 Bouwplan Midden-Damterrein, 1938-1939 227 96 en 92 woningen nabij het Amstelstation
(Watergraafsmeer), 1938-1941 228 Amsterdam, Gemeente-garantie, 1926-1941, 1 pak 229 Amsterdam, Grondexploitatie, 1925-1929
230-231 Amsterdam, Onbewoonbaarverklaringen, alfabetisch geordend op straatnaam, 1930-1941
230 Anjelierstraat t/m 2e Looiersdwarsstraat, 1932-1941, 1 pak
231 Lijnbaansgracht t/m Zeedijk, 1930-1941, 1 pak 232 Amsterdam, Onbewoonde woningen, 1924-1929
233 Amsterdam, Onteigeningen, 1927-1941, 1 pak
234-248 Amsterdam, Premies voor het verbeteren van woningen als bedoeld in de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken van 23 juni 1938, nr. 5462 M/P, Afd. Volkshuisvesting, gewijzigd bij circulaire van 17 januari 1940, nr. 433 M/P, alsmede toepassing van eerstgenoemde
circulaire, 1938-1946
14 pakken en 1 omslag
Chronologisch geordend op aanvraagsjaar.
234 Rubriek 8/2223 - 8/2281, 1938 235 Rubriek 8/2283 - 8/2357, 1938-1939 236 Rubriek 8/2359 - 8/2413, 1939 237 Rubriek 8/2414 - 8/2491, 1939 238 Rubriek 8/2495 - 8/2568, 1939 239 Rubriek 8/2571 - 8/2630, 1939-1940 240 Rubriek 8/2631 - 8/2695, 1940 241 Rubriek 8/2696 - 8/2755, 1940
242 Rubriek 8/2756 - 8/2792, 965/2-965/14, 1940 243 Rubriek 965/15 - 965/45, 1940-1941
244 Rubriek 965/46 - 965/95, 1941 245 Rubriek 965/97 - 965/132, 1941 246 Rubriek 965/133 - 965/181, 1941-1942 247 Rubriek 965/184 - 965/198, 1942-1943 248 Toepassing, 1938-1942, 1 omslag 249 Amsterdam, Rooilijnen, 1933-1944
250 Amsterdam, Saneringsplannen, 1930-1939, 1 pak 251 Amsterdam, Uitbreidingsplannen, 1932-1942, 1 pak
252-290 Amsterdam, Voorschotten onder verband van tweede hypotheek voor de bouw van arbeiderswoningen als bedoeld in het KB van 1 augustus 1924 nr 121, alsmede de toepassing van genoemde regeling. 1924-1946
39 pakken
Chronologisch geordend op aanvraagsjaar.
252 Algemeen, 1925-1933
253 Rubriek 8/293 - 8/307, 1924-1925 254 Rubriek 8/308 - 8/317, 1925 255 Rubriek 8/318 - 8/325, 1925 256 Rubriek 8/326 - 8/331, 1925 257 Rubriek 8/332 - 8/336, 1925 258 Rubriek 8/337 - 8/347, 1925 259 Rubriek 8/348 - 8/355, 1925 260 Rubriek 8/356 - 8/367, 1925 261 Rubriek 8/369 - 8/377, 1925 262 Rubriek 8/378 - 8/386, 1925 263 Rubriek 8/387 - 8/397, 1925 264 Rubriek 8/404 - 8/423, 1925 265 Rubriek 8/424 - 8/437, 1925 266 Rubriek 8/438 - 8/452, 1925 267 Rubriek 8/453 - 8/461, 1925 268 Rubriek 8/462 - 8/468, 1925 269 Rubriek 8/469 - 8/475, 1925 270 Rubriek 8/477 - 8/484, 1925 271 Rubriek 8/485 - 8/501, 1925 272 Rubriek 8/502 - 8/519, 1925-1926 273 Rubriek 8/523 - 8/532, 1926 274 Rubriek 8/533 - 8/566, 1926-1927 275 Rubriek 8/567 - 8/593, 1927 276 Rubriek 8/594 - 8/616, 1927-1928 277 Rubriek 8/619 - 8/642, 1928 278 Rubriek 8/643 - 8/661, 1928-1929
279 Rubriek 8/662 - 8/766, 1929-1931 280 Rubriek 8/769 - 8/776, 1931 281 Rubriek 8/777 - 8/797, 1931 282 Rubriek 8/798 - 8/841, 1931-1932 283 Rubriek 8/842 - 8/857, 1932 284 Rubriek 8/858 - 8/923, 1932 285 Rubriek 8/925 - 8/1008, 1932-1933 286 Rubriek 8/1009 - 8/1020, 1933 287 Rubriek 8/1021 - 8/1032, 1933 288 Rubriek 8/1033 - 8/1042, 1933 289 Rubriek 8/1043 - 8/1068, 1933 290 Rubriek 8/1072, 1933
291 Amsterdam, Voorschotten onder hypothecair verband voor
middenstands- en arbeiderswoningbouw als bedoeld in art. 19 van de Hypotheekregeling 1940, alsmede van het Liquidatiebesluit 1941, 1940-1946, 1 pak
292 Amsterdam, Voorschotten onder hypothecair verband voor de bouw van woningen als bedoeld in de Hypotheekregeling 1941, 1940-1945 293 Amsterdam, Woningbehoefte en de woningvoorraad berekend
volgens de methode Van Halle, 1924-1928, 1 pak
294 Amsterdam, Woningtellingsrapport van de gemeentelijke woningdienst Amsterdam, met geleidebrief, 1926
295 Amsterdam, Woningverbetering en onderhoud, 1931-1939, 1 pak 296 Amsterdam, Woningwetvoorschotten, 1921-1931, 1 pak
297 Andel, 1939-1940 298 Angerlo, 1940-1941 299 Anloo, 1937-1943
300 Anna Paulowna, 1941-1946 301 Apeldoorn, 1922-1944, 1 pak 302 Appeltern, 1940
303 Appingedam, 1936-1944, 1 pak 304 Arcen en Velden, 1940-1946
305 Arnhem, rubriek 37/5 - 37/31, 1923-1925, 1 pak 306 Arnhem, rubriek 37/41 - 37/129, 1927-1945, 1 pak 307 Assen, 1923-1944, 1 pak
308 Assendelft, 1939-1946, 1 pak 309 Asten, 1941-1942
310 Avenhorn, 1937-1938 311 Avereest, 1930-1946
312 Axel, 1941
313 Baarn, 1922-1939 314 Baflo, 1938-1945 315 Bakel c.a., 1933-1936 316 Balk, 1943-1946
317 Barendrecht, 1938-1939 318 Barradeel, 1939-1942
319 Barsingerhorn c.a., 1941-1946 320 Barwoutswaarder, 1941
321 Bedum, 1925-1944
322 Beek (L), 1937-1944 323 Beek en Donk, 1940-1941
324 Beemster, 1926
325 Beerta, 1937-1938 326 Beesd, 1939-1944
327 Beesel, 1929-1946, 1 pak 328 Beilen, 1933-1943
329 Belfeld, 1929-1942 330 Bemmel, 1926-1941 331 Bergambacht, 1940-1945 332 Bergen (L), 1939-1941 333 Bergen (N.H.), 1939-1941 334 Bergen op Zoom, 1943 335 Bergh, 1923-1939 336 Berghem, 1943-1946 337 Berkel-Enschot, 1940 338 Best, 1938-1940
339 Beugen c.a., 1930-1939 340 Beuningen, 1939
341 Beverwijk, 1926-1945, 1 pak 342 Bierum, 1940-1946
343 Blaricum, 1922
344 Bleiswijk, 1945
345 Bleskensgraaf, 1941-1945 346 Bloemendaal, 1929-1942 347 Blokker, 1922-1941 348 Blokzijl, 1938-1941 349 Bodegraven, 1938-1946 350 Bolsward, 1940-1942 351 Borculo, 1925-1940
352 Borger, 1939
353 Borgharen, 1938-1944 354 Borne, 1939-1943
355 Boskoop, 1928
356 Bovenkarspel, 1937-1939 357 Boxtel, 1940-1945 358 Brakel, 1936-1937 359 Breda, 1930-1943, 1 pak
360 Breskens, 1945
361 Breukelen, 1928-1936 362 Brielle, 1934-1938
363 Broek in Waterland, 1939-1944 364 Broek op Langedijk, 1941 365 Broeksittard, 1939-1940
366 Brummen, 1940
367 Brunssum, 1933-1941 368 Bunnik, 1932-1941 369 Bunschoten, 1938
370 Bussum, 1923-1945, 1 pak 371 Capelle aan de IJssel, 1923-1944 372 Castricum, 1937-1944
373 Clinge, 1940
374 Coevorden, 1936-1946 375 Culemborg, 1931-1944, 1 pak 376 Cuyk c.a., 1932-1945
377 Dalen, 1938-1939 378 Dalfsen, 1939-1944 379 Dantumadeel, 1933-1944 380 De Bilt, 1925-1944