Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

op het op 13 mei 2005 bij hen ingekomen verzoek van Suiker Unie Dinteloord aan de Noordzeedijk 113 te Dinteloord tot het wijzigen van de beperkingen waaronder de Wet milieubeheer vergunning is verleend (artikel 8.24 Wm) voor een inrichting bestemd tot het vervaardigen van suiker uit suikerbieten met een capaciteit ten aanzien daarvan van 2.500.000 kg suikerbieten per dag of meer.

Brabantlaan 1 Postbus 90151

5200 MC ’s-Hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043 Postbank 1070176

BESCHIKKING

Suiker Unie Dinteloord Postbus 100

4750 AC OUD GASTEL

Onderwerp

Wijziging van de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer op verzoek van vergunninghoudster.

Directie Ecologie Ons kenmerk 1123080

I Het verzoek

I.A Beschrijving van het verzoek

Op 13 mei 2005 hebben wij een verzoek van Suiker Unie Dinteloord (hierna: de vergunninghoudster) ontvangen voor het wijzigen van de beperkingen waaronder op 14 augustus 2001 vergunning is verleend ingevolge de Wet milieubeheer (artikel 8.24 Wm).

Het verzoek voorziet in het wijzigen van de maximale opslagcapaciteit voor zwaveldioxide en formaline zoals genoemd in de aanvraag d.d. 19 maart 2001 voor een revisievergunning ingevolge de Wet milieubeheer.

I.B Aanleiding voor het verzoek tot wijziging van de vergunning Vergunninghoudster is voornemens om de maximale voorraad zwaveldioxide en formaline te verlagen. Door verlaging van de maximale toegestane opslagcapaciteit valt vergunninghoudster niet meer onder het Besluit risico’s zware ongevallen 1999.

I.C Huidige vergunningsituatie

Voor de inrichting is eerder op 14 augustus 2001 een revisievergunning met kenmerk 773637 ingevolge de Wm verleend.

Tevens hebben wij van de aanvraagster de volgende meldingen ex artikel 8.19 Wm ontvangen:

- 17 september 2002, kenmerk 859367, betreffende het wassen van stenen in het washuis;

- 4 februari 2003, kenmerk 890957, betreffende de vervanging van twee pulppersen door één pulppers;

- 3 augustus 2004, kenmerk 1017119, betreffende het oprichten van waterschermen en een blusmonitor ten behoeve van de opslag van zwaveldioxide.

Op 23 november 2004 hebben wij een veranderingsvergunning met kenmerk 104390 verleend voor het wassen van stenen welke vrijkomen bij het reinigen van bieten afkomstig uit de eigen inrichting en andere vestigingen van het moederbedrijf Cosun.

II Procedure van het verzoek tot wijziging van de milieuvergunning

II.A Ontvangst van het verzoek

Het verzoek is door ons op 13 mei 2005 ontvangen en is door ons op 24 mei 2005 doorgestuurd naar de wettelijke adviseurs, te weten:

a. het college van burgemeester en wethouders van Steenbergen;

b. het college van burgemeester en wethouders van Halderberge;

c. het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk.

III Bekendmaking ontwerpbeschikking

De kennisgeving over de ontwerpbeschikking en bijbehorende stukken is gepubliceerd in de Staatscourant en in een ter plaatse verschijnend regionaal dagblad op 17 juni 2005. Vervolgens heeft de ontwerpbeschikking gedurende vier weken ter inzage gelegen op het gemeentehuis te Steenbergen, namelijk van 20 juni tot en met 18 juli 2005.

Op 4 juli 2005 heeft een rectificatie van de kennisgeving plaatsgevonden omdat abusievelijk de verkeerde productiecapaciteit was vermeld. De gecorrigeerde kennisgeving is op 8 juli 2005 in de Staatscourant en in een ter plaatse verschijnend regionaal dagblad gepubliceerd.

De ontwerpbeschikking is vervolgens opnieuw ter inzage gelegd van 11 juli tot en met 8 augustus 2005 op het gemeentehuis te Steenbergen.

III.B Adviezen en bedenkingen III.B.1 Ingekomen adviezen en bedenkingen

Naar aanleiding van de ontwerpbeschikking op de aanvraag is, binnen de door de wet gestelde termijn, op 7 juli 2005 een bedenking van de heer J. Franken, Noordzeedijk 50,

4754 AK Stampersgat d.d. 5 juli 2005 bij ons binnengekomen.

IV Overwegingen met betrekking tot het verzoek tot wijziging van de vergunning

IV.A Artikel 8.24 Wet milieubeheer

Artikel 8.24 van de Wet milieubeheer bepaalt dat het bevoegd gezag op verzoek van

vergunninghoudster, de beperkingen waaronder een vergunning is verleend, en de voorschriften die daaraan zijn verbonden, kan wijzigen, aanvullen of intrekken, dan wel alsnog beperkingen

aanbrengen of voorschriften aan de vergunning verbinden.

IV.B Verzoek van vergunninghoudster

Vergunninghoudster verzoekt om de in de aanvraag voor de revisievergunning genoemde maximale opslagcapaciteit voor zwaveldioxide en formaline te wijzigen. Het betreft het verlagen van de voorraad zwaveldioxide van 50 m³ overeenkomend met 70 ton naar 28 ton en de voorraad formaline van 75 m³ overeenkomend met 82,5 ton naar 21 ton.

IV.C Overwegingen

Door vergunninghoudster is aangegeven dat het dagelijkse verbruik aan zwaveldioxide en het aantal tankauto transporten tussen de producent en de locatie van aanvraagster niet veranderd ten gevolge van de wijzigingen.

Na het verlagen van de maximale opgeslagen hoeveelheden zwaveldioxide en formaline valt de opslag niet meer onder het regime van BRZO ’99 / PBZO. De opslagtanks blijven echter vallen onder het regime van de CPR 6.

Beperking van de voorraad wordt verkregen door zorgvuldig inkoop beleid en het aanbrengen van technische voorzieningen waardoor niet meer dan de maximale hoeveelheid in de tank gebracht kan worden. Deze voorzieningen bestaan uit een maximum niveaubeveiliging op de zwaveldioxide tank welke bij 28 ton inhoud in werking treedt en de vulklep blokkeert waardoor geen verdere vulling meer kan plaatsvinden.

Het verlagen van de maximale opslag hoeveelheid van zwaveldioxide en formaline is niet in strijd met het belang van de bescherming van het milieu.

Gelet op bovenstaande kunnen wij instemmen met het verzoek van vergunninghoudster.

IV.D Behandeling bedenkingen

IV.D.1 Samenvatting bedenkingen en onze reactie daarop

De bedenkingen van de reclamant luiden kort samengevat als volgt:

De reclamant geeft aan in te kunnen stemmen met de afname van de capaciteit omdat hij gedurende de campagne reeds voldoende overlast ondervindt. Daarnaast uit de reclamant zijn zorgen over de aanstaande plannen voor het Agro Industrieel Complex Dinteloord en met name het voorziene glastuinbouw complex. Hierbij geeft de reclamant aan dat hij de realisatie van een en ander het liefst zo ver mogelijk van Stampersgat verwijderd ziet, bij voorkeur in de buurt van Steenbergen en Dinteloord.

Hieronder gaan we in op de ingebrachte bedenkingen:

Wij kunnen begrip opbrengen voor de door de reclamant geschetste situatie. Ons inziens heeft de aangevraagde verlaging van de opslagcapaciteit voor zwaveldioxide en formaline echter geen negatieve invloed op de door de reclamant ondervonden hinder.

Plannen in het kader van het Agro Industrieel Complex Dinteloord en de eventuele gevolgen zijn aspecten die betrekking hebben op besluitvorming in het kader van de ruimtelijke ordening en vallen derhalve buiten de reikwijdte van deze beschikking.

Voor het overige hebben wij de brief van de reclamant voor kennisgeving aangenomen.

IV.E Wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbesluit

Onder paragraaf IV.C Overwegingen in onze ontwerp beschikking is de volgende zin vermeld: ”De opslagtanks blijven echter vallen onder het regime van de CPR 9-6”.

Echter voor de opslag van vloeibare zwaveldioxide is de CPR 6 van toepassing. Dit is eveneens opgenomen in voorschrift 13.6.1 van de vigerende revisievergunning d.d. 14 augustus 2001, welke van toepassing blijft op de gewijzigde situatie.

De CPR 9-6 is van toepassing op de buitenopslag van vloeibare aardolieproducten en derhalve niet van toepassing op de betreffende opslagtanks voor zwaveldioxide en formaline.

Wij hebben de tekst van ons ontwerpbesluit op dit punt aangepast.

Ten opzichte van het ontwerpbesluit is de volgende wijziging aangebracht in de definitieve beschikking, de zin: “De opslagtanks blijven echter vallen onder het regime van de CPR 9-6” in paragraaf IV.C is vervangen door: “De opslagtanks blijven echter vallen onder het regime van de CPR 6”.

V Conclusie

Op grond van bovenstaande zullen wij de vergunde maximale opslagcapaciteit zoals genoemd in de aanvraag d.d. 19 maart 2001 welke deel uitmaakt van de door ons op 14 augustus 2001 verleende revisievergunning, voor zwaveldioxide verlagen van 70 ton naar 28 ton en voor formaline verlagen van 82,5 ton naar 21 ton.

VI Besluit

Gelet op het voorgaande en de ter zake geldende wettelijke bepalingen besluiten wij:

a. de vergunde maximale opslagcapaciteit voor zwaveldioxide en formaline te wijzigen en vast te stellen op respectievelijk 28 ton en 21 ton;

b. dat het bij dit besluit behorende gewaarmerkte verzoek tot wijziging van de vergunning deel uitmaakt van dit besluit;

c. het origineel van dit besluit te zenden aan Suiker Unie Dinteloord, Postbus 100, 4750 AC Oud Gastel en een afschrift te zenden aan:

− het college van burgemeester en wethouders van Steenbergen, Postbus 6, 4650 AA Steenbergen;

− het college van burgemeester en wethouders van Halderberge, Postbus 5, 4730 AA Oudenbosch;

− het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, Postbus 4, 4760 AA Zevenbergen;

− het dagelijks bestuur van het waterschap Brabantse Delta, Postbus 5520, 4801 DZ Breda;

− de heer J. Franken, Noordzeedijk 50, 4754 AK Stampersgat;

d. deze beschikking bekend te maken op 2 september 2005.

’s-Hertogenbosch, 23 augustus 2005.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, namens deze,

ir. J.P.M. van Erdewijk,

bureauhoofd Bouw, Voedingsmiddelen en Metaal.