• No results found

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

om op verzoek van vergunninghoudster de op 31 oktober 2000 aan Cargill BV, Lelyweg 31 te Bergen op Zoom verleende Wm-vergunning voor een inrichting bestemd tot het vervaardigen van

(glucose)stropen en zetmelen uit maïs en tarwe te wijzigen (artikel 8.24 Wm).

(2)

Cargill BV Lelyweg 31

4612 PS BERGEN OP ZOOM

Onderwerp

Procedure ex artikel 8.24 Wet milieubeheer.

I Het verzoek

I.A Beschrijving van het verzoek

Op 14 mei 2007 hebben wij een verzoek van Cargill BV (vergunninghoudster) ontvangen voor het wijzigingen van de voorschriften (artikel 8.24 Wm) van de aan hen op 31 oktober 2000 verleende milieuvergunning.

De inrichting is gelegen aan de Lelyweg 31 te Bergen op Zoom.

Het verzoek betreft concreet het wijzigen/aanpassen van voorschriften 1.1.1, 1.1.2, 1.1.3, 12.1.1, en 12.1.2 van de Wet milieubeheervergunning van 31 oktober 2000.

I.B Aanleiding voor het indienen van het verzoek

In de voorbereiding op het BMP 4 is gebleken dat er voor Cargill BV een zeer beperkt aantal verbeterpunten over zijn. Deze zijn in het BMP-4 opgenomen en worden uitgevoerd. In de voorschriften 1.1.1 t/m 1.1.3 is opgenomen dat men elke vier jaar een bedrijfsmilieuplan moet overleggen. Gezien het geringe aantal verbeterpunten is het onnodig om een BMP-5 op te stellen.

In de voorschriften 12.1.1 en 12.1.2 wordt verwezen naar de CPR 15-1 en CPR 15-2. Inmiddels zijn deze richtlijnen vervangen door de PGS 15.

I.C Huidige vergunningsituatie

Voor de inrichting is op 31 oktober 2000 een revisievergunning ingevolge de Wm verleend. Daarnaast is een veranderingsvergunning verleend d.d. 4-12-2001. Er heeft een wijziging van de voorschriften plaatsgevonden d.d. 27-8-2002. Er is een melding ex.art. 8.19 Wm geaccepteerd op d.d. 20-7-2004.

Brabantlaan 1 Postbus 90151

5200 MC ’s-Hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043 Postbank 1070176

Directie Ecologie Ons kenmerk 1372482

(3)

II Procedure

II.A.1 Ontvangst van het verzoek

Het verzoek is door ons op 14 mei 2007 ontvangen en is op 24 mei 2007 doorgestuurd naar de wettelijke adviseurs, te weten:

• het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom;

• het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta;

• VROM-inspectie Regio-Zuid.

Op 27 juli 2007 hebben wij aanvullende gegevens gevraagd welke wij op 3 oktober 2007 hebben ontvangen. De termijn voor het geven van de beschikking is opgeschort met de periode die de aanvraagster nodig heeft om het verzoek aan te vullen. In casu bedraagt deze termijn 68 dagen.

Ter inzage legging

De kennisgeving over de ontwerp-beschikking en bijbehorende stukken is gepubliceerd in een ter plaatse verschijnend regionaal dagblad op 7 december 2007. Vervolgens heeft de ontwerp-beschikking

gedurende zes weken ter inzage gelegen in het stadskantoor, Jacob Obrechtlaan 4 te Bergen op Zoom, namelijk van 10 december 2007 tot en met 21 januari 2008.

Adviezen en zienswijzen

Naar aanleiding van de ontwerp-beschikking op de aanvraag zijn, binnen de door de wet gestelde termijn geen zienswijzen ingebracht.

II.B Artikel 8.6 tot en met 8.17 Wet milieubeheer II.B.1 Algemeen

De artikelen 8.6 tot en met 8.17 Wm omvatten het toetsingskader voor de beslissing op het verzoek.

Hierna geven wij aan hoe het verzoek zich tot dat toetsingskader verhoudt. Hierbij beperken wij ons tot die onderdelen van het toetsingskader die ook werkelijk op onze beslissing van invloed zijn.

II.B.2 Intrekken voorschriften 1.1.1 t/m 1.1.3 betreffende het BMP.

Uit het BMP-4 blijkt dat er nauwelijks nog verbeterpunten te realiseren zijn voor Cargill BV. In de vergunning is opgenomen dat elke vier jaar een Bedrijfsmilieuplan moet worden ingediend. Gezien de weinige verbeterpunten die voort zijn gekomen uit het BMP-4 achten wij het niet noodzakelijk deze voorschriften in de vergunning te handhaven.

II.B.3 Aanpassen voorschriften CPR 15 aan PGS 15.

In de vigerende vergunning zijn voorschriften opgenomen betreffende de richtlijn CPR 15. Het verzoek van het bedrijf is deze te vervangen door voorschriften welke verwijzen naar de richtlijn PGS 15.

II.B.4 De gevolgen van het verzoek tot wijziging van de voorschriften.

Cargill BV zal geen vier-jaarlijks BMP meer indienen en het bedrijf zal voldoen aan het gestelde in de PGS 15.

Hierbij wordt opgemerkt dat de ruimte waarin bigbags worden geleegd in doseersilo’s wordt

aangemerkt als een werkruimte omdat hier uitsluitend werkvoorraad zoals aangegeven in voorschrift 3.1.3 (en toelichting) van de PGS 15 aanwezig zal zijn.

(4)

II.B.5 Wijzigingen ten opzichte van het ontwerp-besluit

Ten opzichte van het ontwerp-besluit is de tekst van de considerans gewijzigd. In het ontwerp-besluit werd in paragraaf 1.A. abusievelijk aangegeven dat het verzoek concreet het wijzigen/aanpassen van voorschriften 1.1.1, 1.1.2, 1.1.3, 12.1.1, en 12.1.2 van de Wet milieubeheervergunning van 11 mei 1999 betrof. Bedoeld wordt echter de Wet milieubeheervergunning van 31 oktober 2000. Dit is aangepast in het definitieve-besluit.

II.B.6 Beoordeling en conclusie

Wij kunnen instemmen met het verzoek om de voorschriften aan te passen.

IV Besluit

Gelet op het voorgaande, de Wet milieubeheer en de Algemene wet bestuursrecht, besluiten wij:

• Voorschriften nummers 1.1.1, 1.1.2 en 1.1.3 van de vigerende vergunning ingevolge de Wet milieubeheer verleend op 31 oktober 2000 onder nummer 714139 in te trekken;

• voorschriften 12.1.1 en 12.1.2 te vervangen door de voorschriften 1.1.1 t/m 1.1.9 zoals die in bijbehorende voorschriften zijn opgenomen;

• dat het bij dit besluit behorende gewaarmerkte verzoek deel uitmaakt van dit besluit voor zover de voorschriften en beperkingen niet anderszins bepalen;

• het origineel van dit besluit te zenden aan Cargill BV, Postbus 34, 4600 AA Bergen op Zoom en een afschrift te zenden aan:

− het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom, Postbus 35, 4600 AA Bergen op Zoom;

− Regionale Milieudienst West-Brabant, de heer K. Hornman, Postbus 16, 4700 AA Roosendaal;

− VROM-inspectie regio-zuid, Postbus 850, 5600 AW Eindhoven

− het dagelijks bestuur van het Waterschap Brabantse Delta, Postbus 5520, 4801 DZ Breda;

• deze beschikking bekend te maken op 15 februari 2008.

’s-Hertogenbosch, 8 februari 2008.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, namens deze,

ir. J.P.M. van Erdewijk,

bureauhoofd Vergunningverlening Afvalrecycling en Industriële bedrijven.

(5)

Inhoudsopgave

Begrippen- en literatuurlijst... 2

1 Opslag ... 3

1.1 OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN ...3

ALGEMEEN...3

INPANDIGE OPSLAGVOORZIENING...3

UITPANDIGE OPSLAGVOORZIENING ...3

STELLINGEN...3

VERPAKKING EN ETIKETTERING...3

GEBRUIK OPSLAGVOORZIENING ...3

OPSLAGVOORZIENING GROTER DAN 10.000 KG ...4

(6)

Begrippen- en literatuurlijst

Voor zover een norm of richtlijn (zoals DIN, NEN, PGS, SBR of BRL), waarnaar in een voorschrift of in de begrippenlijst verwezen wordt, betrekking heeft op de uitvoering van constructies,

toestellen en apparaten, wordt bedoeld de vóór de datum, waarop deze vergunning is verleend, laatst uitgegeven norm of richtlijn met de daarop tot die datum uitgegeven aanvullingen of correctiebladen, tenzij in het voorschrift anders is bepaald.

Gevaarlijke stof Stoffen en voorwerpen, waarvan het vervoer volgens het ADR is verboden of slechts onder daarin opgenomen voorwaarden is toegestaan, dan wel stoffen, materialen en voorwerpen aangeduid in de IMDG-Code.

NEN-normen Bij het Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) uitgegeven en te verkrijgen normbladen (www.nen.nl).

PGS 15 Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 15 Opslag van verpakte

gevaarlijke stoffen. Richtlijn voor brandveiligheid, arbeidsveiligheid en milieuveiligheid.

(7)

1 Opslag

1.1 Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen

Algemeen

1.1.1 De opslag van koel- en ketelchemicaliën dient te voldoen aan het gestelde in de voorschriften 3.1.1, 3.1.2, 3.1.3, 3.1.4, 3.1.6, 3.2.3.1, 3.2.4.2, 3.2.4.3, 3.2.4.4, 3.7.1, 3.9.1, 3.21.1 en 3.23.1 van de richtlijn PGS 15.

1.1.2 Lege, ongereinigde verpakkingen van gevaarlijke stoffen moeten worden opgeslagen overeenkomstig de voorschriften voor volle verpakkingen van gevaarlijke stoffen van deze vergunning.

Inpandige opslagvoorziening

1.1.3 De opslagvoorziening dient te voldoen aan het gestelde in de voorschriften 3.2.1.1, 3.2.1.2, 3.2.1.3, 3.2.1.4 , 3.2.1.5, 3.10.1 en 3.10.2 van de richtlijn PGS 15.

Uitpandige opslagvoorziening

1.1.4 De opslagvoorziening dient te voldoen aan het gestelde in de voorschriften 3.2.2.1, 3.2.2.2, 3.8.1 en 3.20.1 van de richtlijn PGS 15.

Stellingen

1.1.5 Stellingen in een opslagvoorziening moeten voldoen aan de voorschriften 3.4.1, 3.4.2, 3.4.3, 3.4.4 en 3.4.5 van de richtlijn PGS 15.

Verpakking en etikettering

1.1.6 De verpakking en etikettering van verpakte gevaarlijke stoffen moeten voldoen aan de voorschriften 3.11.1, 3.11.2, 3.11.3 en 3.11.4 van de richtlijn PGS 15.

Gebruik opslagvoorziening

1.1.7 Het gebruik van een opslagvoorziening moet voldoen aan de voorschriften 3.12.1, 3.13.1, 3.13.2, 3.13.3, 3.13.4, 3.13.5, 3.14.1, 3.14.3, 3.15.1, 3.16.1, 3.16.2, 3.17.1, 3.18.1, 3.19.1 en 3.19.2 van de richtlijn PGS 15.

1.1.8 Voor elke 200 m2 vloeroppervlakte van een opslagvoorziening, of een gedeelte hiervan, moet ten minste één draagbaar blustoestel aanwezig zijn met een vulling van ten minste 6 kg of liter blusstof. Het blustoestel moet tegen weersinvloeden zijn beschermd. Het gekozen type

blustoestel moet geschikt zijn om een beginnende brand van de opgeslagen stoffen te blussen.

(8)

Opslagvoorziening groter dan 10.000 kg

1.1.9 De opslag dient te voldoen aan het gestelde in de voorschriften 4.2.1, 4.3.1, 4.3.2, 4.4.1, 4.4.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.6.1, 4.6.2, 4.6.3, 4.7.1, 4.8.1.1, 4.8.1.2, 4.8.2.1, 4.8.2.2 en 4.8.2.3 van de richtlijn PGS 15.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op 24 maart 2011 hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen.. 2

Kolb Nederland BV, om vergunning krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor het realiseren van een tankput met vier tanks voor grondstoffen en/of

Op 28 februari 2006 hebben wij in een beschikking met nummer 1172074 bepaald, dat er op de locatie onder andere sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging

Met de in tabel 2 van de bij deze regeling behorende bijlage opgenomen documenten moet rekening worden gehouden, voor zover deze betrekking hebben op onderdelen van of activiteiten

Bijlage 1: AERIUS Calculator: berekening beoogde situatie inclusief buitenlandse Natura 2000- gebieden (kenmerk: S3bsZMXC96uM).. Bijlage 2: AERIUS Calculator:

luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch; gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (Varkens; vleesvarkens, opfokberen van

milieueffectrapportage wij als bevoegd gezag, op grond van de in bijlage III bij de EEG richtlijn 85/337/EEG (gewijzigd bij richtlijn 97/11/EG en richtlijn 2003/35/EG)

De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c Wabo niet voldoet aan de in artikel 2.12 Wabo