BIJLAGE
# Informatieverzoek Toelichting
Categorie I: Aanvullende informatie per positief besluit1 1. Locatie van het pand
waarvoor vergoeding is toegekend
De verstrekte informatie met betrekking tot toegekende aanvragen is geclusterd per viercijferig postcodegebied, waarbij het postcodegebied in diverse gevallen is samengevoegd met een of meer naastgelegen postcodegebieden. Op basis van die informatie kan onvoldoende worden nagegaan op welke locaties schadevergoedingen zijn toegekend en is nadere
(data)analyse niet mogelijk (zoals bijvoorbeeld bepaling van de maximale trillingssnelheden op de desbetreffende locaties).
NAM ontvangt daarom graag informatie over de specifieke locaties van de panden waarvoor vergoeding is uitgekeerd.2 2. Toegekende
schadevergoeding en overige vergoeding
De verstrekte informatie geeft geen inzicht in de hoogte van de toegekende (i) vergoedingen voor fysieke schade aan een gebouw of werk, (ii) vergoedingen voor bijkomende kosten3, (iii) overlastvergoedingen4 en (iv) (voor zover van toepassing) andere vergoedingen. Als gevolg daarvan is een beoordeling van de (hoogte van de) voornoemde vergoedingen niet mogelijk.
NAM ontvangt daarom graag per (schade)besluit de informatie over de toegekende (i) vergoedingen voor fysieke schade aan een gebouw of werk, (ii) vergoedingen voor bijkomende kosten, (iii) waaronder separaat de overlastvergoedingen en (iv) (voor zover van toepassing) andere vergoedingen met een toelichting op de aard van de vergoeding. Voor zover er met één besluit meerdere vergoedingen zijn toegekend, ontvangt NAM graag een uitsplitsing per vergoeding.
3. Informatie over de constructie categorie en de bouwkundige staat van het pand
De verstrekte informatie geeft geen inzicht in de constructie categorie en de bouwkundige staat van het pand ten aanzien waarvan schadevergoeding is toegekend door de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen (de "TCMG", waaronder ook eventuele deelcommissies worden verstaan). Dergelijke informatie is relevant voor de beoordeling of sprake is of kan zijn van aardbevingsschade, omdat de mogelijke impact van trillingen op een gebouw – onder meer – afhangt van de constructie categorie (beton/hout of metselwerk) en de bouwkundige staat van het pand (wel/geen monumentale status,
‘normaal’/'gevoelig'). NAM ontvangt daarom graag per pand ten aanzien waarvan schade is toegekend informatie over de constructie categorie en de bouwkundige staat van het pand.5
4. Datum ontstaan van de schade
De verstrekte informatie geeft geen inzicht in de (vermoedelijke) ontstaansdatum van de schade. De ontstaansdatum van de schade is van belang voor de beoordeling of en in hoeverre schade zou kunnen zijn ontstaan of verergerd door een (bepaalde) aardbeving. NAM ontvangt daarom graag per schadebesluit de (vermoedelijke) ontstaansdatum van de schades waarvoor vergoeding is toegekend.6
5. Type schade waarvoor vergoeding is uitgekeerd
De verstrekte informatie bevat geen uitsplitsing naar het type schade waarvoor vergoeding is uitgekeerd (zoals directe trillingsschade, zettingschade veroorzaakt door trillingen of schade als gevolg van diepe bodemdaling/-stijging). Het type
1 Categorie I heeft betrekking op ieder positief besluit van de TCMG over de periode april 2018 tot en met Q2 2020 dat heeft geleid tot uitkering van schadevergoeding. NAM bespreekt graag hoe de informatie verstrekt zou kunnen worden (bijvoorbeeld door middel van een uittreksel van de administratie die de TCMG heeft bijgehouden of door middel van een of meerdere (Excel-)overzichten).
2 Bij voorkeur aan de hand van Rijksdriehoekscoördinaten, het Basisregistratie Adressen en Gebouwen-ID of andere duiding van de locatie van het pand.
3 Art. 9 lid 2 Werkwijze van de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen van 10 juni 2019, gepubliceerd op Werkwijze van de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen | Schadeloket Groningen (archive.is) ("Werkwijze TCMG").
4 Art. 7 lid 4 Protocol Mijnbouwschade Groningen jo. Bijlage 2 behorende bij art.7 lid 4 van het Protocol mijnbouwschade Groningen.
5 NAM sluit voor de begrippen 'constructie categorie' en 'bouwkundige staat' aan bij de toelichting in de SBR Trillingsrichtlijn A: Schade aan bouwwerken: 2017, par. 10.2. Voor zover de TCMG andersoortige begrippen hanteerde die betrekking hebben op het type constructie en de bouwkundige staat van het pand, ontvangt NAM graag de desbetreffende informatie.
6 Vgl. art. 1 lid 3 sub d Werkwijze TCMG.
schade is echter van belang voor de beoordeling of en in hoeverre schade zou kunnen zijn ontstaan of verergerd door aardbevingen. De door de TCMG gehanteerde contour en beoordeling verschilde ook naar gelang het type schade (in ieder geval volgens het Paneladvies van 22 januari 2019). NAM ontvangt daarom graag per schadebesluit een toelichting op het type schade waarvoor vergoeding is uitgekeerd.
6. Nadere advisering Uit de verstrekte informatie blijkt niet of en ten aanzien van welke besluiten een tweede of nadere advisering7 heeft
plaatsgevonden. Als gevolg van het ontbreken van dergelijke informatie is NAM niet in staat om een (voldoende) beoordeling te maken of de uitgevoerde causaliteitsonderzoeken resulterend in de schadebesluiten in overeenstemming zijn met de contractuele en wettelijke kaders (waaronder ook begrepen het Besluit Mijnbouwschade Groningen en het Protocol Mijnbouwschade Groningen). NAM ontvangt dan ook graag een overzicht van de schadebesluiten ten aanzien waarvan tweede of nadere advisering heeft plaatsgevonden met een toelichting waarop deze advisering betrekking had en hoe daaraan uitvoering is gegeven.
7. Schadehistorie TCMG Uit de verstrekte informatie blijkt niet of fysieke schade door de TCMG is vergoed aan een gebouw of werk ten aanzien waarvan in het verleden door NAM al schade is vergoed of door NAM een claim is afgewezen dan wel waarvoor een
schademelding is voorgelegd aan NAM, het CVW, de Arbiter Bodembeweging of de burgerlijke rechter, of is afgewikkeld in het kader van de Stuwmeerregeling. Deze informatie is relevant voor de beoordeling of sprake is van schade die voor vergoeding in aanmerking komt. NAM ontvangt daarom graag een overzicht van de schadebesluiten die betrekking hebben op een gebouw of werk ten aanzien waarvan (en, zo ja, wanneer) in het verleden door NAM al schade is vergoed of door NAM een claim is afgewezen dan wel waarvoor een schademelding is voorgelegd aan NAM, het CVW, de Arbiter Bodembeweging of de burgerlijke rechter, of is afgewikkeld in het kader van de Stuwmeerregeling.
8. Toepassing bewijsvermoeden Uit de facturen en toelichting daarbij over de periode april 2018 tot en met Q2 2020 blijkt niet of bij de beoordeling van een aanvraag en, zo ja, bij welke aanvragen het bewijsvermoeden door de TCMG van toepassing is geacht, terwijl de (vermeende) toepasselijkheid van het bewijsvermoeden van belang is voor de bewijspositie. Als gevolg van het ontbreken van dergelijke informatie is een (voldoende) beoordeling van de door de TCMG uitgevoerde causaliteitsonderzoeken en daarop gebaseerde besluiten niet goed mogelijk. NAM verneemt daarom graag per schadebesluit of en op welke gronden de TCMG het
bewijsvermoeden wel of niet van toepassing heeft geacht.
9. Samenloop met aangekondigde
versterkingsmaatregelen
De verstrekte informatie geeft geen inzicht in de (eventuele) samenloop tussen de door de TCMG toegekende
schadevergoedingen en aangekondigde of in gang gezette sloop/nieuwbouw- of andere aangekondigde of in gang gezette significante versterkingsmaatregelen. Bij gebreke daarvan kan NAM niet beoordelen of de TCMG schadevergoedingen heeft toegekend voor schades ten aanzien waarvan voornoemde versterkingsmaatregelen reeds zijn aangekondigd of in gang gezet.
NAM ontvangt daarom graag een overzicht van de dossiers waarin sprake was van samenloop met aangekondigde of in gang gezette sloop/nieuwbouw- of andere aangekondigde of in gang gezette significante versterkingsmaatregelen.
7 Art. 7 lid 7 en art. 7 lid 8 Werkwijze TCMG.
Categorie II: Sample van individuele schadedossiers
10. Individuele schadedossiers NAM begrijpt dat de facturen over de periode april 2018 tot en met Q2 2020 bestaan uit EUR 226.571.684,17 aan
schadevergoedingen die de TCMG met een groot aantal besluiten heeft toegekend. De verstrekte informatie geeft geen inzicht in de inhoud en totstandkoming van de desbetreffende besluiten. Als gevolg van het ontbreken van dergelijke informatie is NAM niet in staat om een (voldoende) beoordeling te maken of de uitgaven van de TCMG zijn gebaseerd op deugdelijke schadebesluiten.8 Ten behoeve van een eerste beoordeling ontvangt NAM daarom graag een sample van individuele schadedossiers, bestaande uit:
a) ten minste vijf (representatieve althans aselect gekozen) individuele schadedossiers9 (of zoveel minder als beschikbaar) uit ieder van de volgende 27 postcodegebieden waarin de TCMG schadevergoedingen heeft toegekend:10
# Postcode(gebied) # Postcode(gebied)
1. 9293 15. 9674
2. 9331 16. 9686
3. 9335 17. 9698
4. 9336 18. 9726
5. 9341 19. 9781
6. 9405 20. 9784
7. 9406 21. 9801
8. 9408 22. 9863
9. 9421 23. 9906
10. 9471 24. 9907
11. 9628 25. 9948
12. 9635 26. 9996
13. 9645 27. 9999
14. 9661
b) de 25 individuele schadedossiers waarin de TCMG de hoogste totale schadevergoedingen heeft toegekend;
c) ten minste één representatieve adviesrapportage per deskundigen- en/of aannemerspartij, voor zover de sample van de dossiers onder a) en b) hierboven geen adviesrapportage bevat van iedere deskundigen- en/of aannemerspartij aan wie door de TCMG een opdracht is verstrekt tot advisering (zoals opname en beoordeling van schade);
8 Waaronder de verplichting dat (i) de TCMG besluit op aanvragen tot vergoeding van schade en de overlastvergoeding met overeenkomstige toepassing van het civielrechtelijke aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht (vgl. art. 3 lid 2 Besluit Mijnbouwschade Groningen en art. 7 lid 1 Protocol Mijnbouwschade Groningen) en (ii) de deskundige de regels van het civielrechtelijke aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht in acht neemt (vgl. art. 7 lid 3 Werkwijze TCMG).
9 NAM doelt op het volledige dossier, waaronder in ieder geval (indien van toepassing): (i) de aanvraag tot schadevergoeding en aanvulling van de aanvraag (art. 1 lid 1, art. 3 lid 1 Werkwijze TCMG); (ii) de beslissing van de TCMG omtrent benoeming van een of meerdere deskundigen (art. 4 lid 1 Werkwijze TCMG); (iii) het aanbod om gebruik te maken van de aannemersvariant (art. 6 lid 1 Werkwijze TCMG); (iv) het adviesrapport (inclusief een eventueel herzien rapport na verzoek om een tweede of nader advies) (art. 7 lid 4, art. 7 lid 8 Werkwijze TCMG); (v) de zienswijze van aanvrager op het adviesrapport (art. 7 lid 6, art. 7 lid 8 Werkwijze TCMG); (vi) het TCMG-besluit (art. 5 en 9 Werkwijze TCMG) en (vii) stukken in verband met een bezwaar- en/of beroepstraject.
10 NAM treedt graag in overleg over de wijze waarop de individuele schadedossiers worden geselecteerd.
d) ten minste 25 (representatieve althans aselect gekozen) individuele schadedossiers11 binnen de door de TCMG gehanteerde contour voor toepassing van het bewijsvermoeden, waarin de TCMG de desbetreffende aanvraag voor schadevergoeding (deels) heeft afgewezen.
Categorie III: Uitvoeringskosten en bijkomende vergoedingen 11. Toelichting op de
uitvoeringkosten van EUR 209.523.456,- over de periode april 2018 tot en met Q2 2020
De verstrekte informatie geeft geen inzicht in de opbouw van de uitvoeringskosten en bevat geen of althans onvoldoende toelichting op de (hoogte van de) uitvoeringskosten. Als gevolg daarvan is NAM niet in staat de uitvoeringskosten en doorbelasting daarvan (voldoende) te beoordelen. NAM verzoekt daarom om:
1. een uitsplitsing van en toelichting per kwartaal op de aan NAM doorbelaste uitvoeringkosten van EUR 209.523.456,-12 over de periode april 2018 tot en met Q2 2020, waarbij als volgt onderscheid wordt gemaakt:
a) doorbelaste uitvoeringskosten die niet direct gerelateerd zijn aan een of meer specifieke aanvragen tot schadevergoeding;13
b) doorbelaste uitvoeringskosten die wel gerelateerd zijn aan een of meer specifieke aanvragen tot schadevergoeding.14
2. een opgave van en toelichting op de uitvoeringskosten die door de TCMG zijn gemaakt in de periode april 2018 tot en met Q2 2020 maar niet aan NAM zijn doorbelast in de ontvangen facturen.15
12. Toelichting op posten
"Materieel" en
"Vergoedingen"
In de nota's die periodiek aan NAM werden verstrekt tezamen met de facturen, is een overzicht opgenomen met daarin de posten "Vergoedingen" en/of "Materieel". Het overzicht geeft geen inzicht in de opbouw van deze posten en bevat geen nadere toelichting hierop. Als gevolg daarvan is NAM niet in staat om deze posten (voldoende) te beoordelen. NAM ontvangt daarom graag een zoveel mogelijk gespecificeerde toelichting op de opbouw van deze bedragen over de periode april 2018 tot en met Q2 2020.
Categorie IV: Nadere toelichting op onderdelen van de facturen 13. Nadere toelichting op het
aantal afgehandelde aanvragen per kwartaal
In de facturen en informatie die daarbij is verstrekt, is niet weergegeven hoeveel aanvragen in de specifieke periode door de TCMG zijn afgehandeld, en welk deel daarvan heeft geresulteerd in een afwijzend besluit en welk deel in een (deels) toewijzend besluit. NAM ontvangt graag over de periode april 2018 tot en met Q2 2020 een overzicht per kwartaal van (i) het aantal aanvragen dat de TCMG in die periode heeft afgehandeld, (ii) het aantal afgewezen aanvragen, en (iii) het aantal (deels) toegewezen aanvragen.
11 NAM treedt graag in overleg over de wijze waarop de individuele schadedossiers worden geselecteerd.
12 Dit bedrag is zonder aftrek van de BTW compensatie over de jaren 2018 en 2019. Met aftrek van de BTW compensatie bedraagt het totaal aan uitvoeringskosten EUR 194.377.923,41.
13 Waaronder tenminste een uitsplitsing van en toelichting op: (i) apparaatskosten (waaronder personele kosten); (ii) materiële kosten; (iii) afschrijvingskosten (materieel, immaterieel); (iv) externe advieskosten, (v) overige kosten die niet direct gerelateerd zijn aan een of meer specifieke aanvragen tot schadevergoeding met een nadere toelichting daarop.
14 Waaronder tenminste een uitsplitsing van en toelichting op: (i) kosten voor advisering, opname en beoordeling van schade door deskundigen (uitgesplitst per ingeschakelde deskundigenpartij, met een toelichting op de gemaakte prijsafspraken, waaronder uurtarieven en budgetafspraken) (art. 7 Werkwijze TCMG); (ii) kosten voor advisering, opname en beoordeling van schade door aannemers bij gebruikmaking van de aannemersvariant (uitgesplitst per ingeschakelde aannemerspartij, met een toelichting op de gemaakte prijsafspraken, waaronder uurtarieven en budgetafspraken) (art. 6 Werkwijze TCMG); (iii) kosten voor een tweede of nadere advisering (art. 7 lid 8 Werkwijze TCMG); (iv) kosten voor advisering in het kader van bezwaar (waaronder opname en beoordeling van schade) door deskundigen (uitgesplitst per ingeschakelde deskundigenpartij, met een toelichting op de gemaakte prijsafspraken, waaronder uurtarieven en budgetafspraken) (art. 8 lid 3 Protocol Mijnbouwschade Groningen); (v) kosten voor de inschakeling van zaakbegeleiders (art. 2 lid 2 Werkwijze TCMG); (vi) (uurgebonden) kosten eigen personeel, (vii) (uurgebonden) inhuur van externen, (viii) overige kosten gerelateerd aan een of meer specifieke aanvragen tot schadevergoeding.
15 Waaronder tenminste een uitsplitsing van en toelichting op (i) de kosten die verband houden met de bezoldiging van de leden van de TCMG, (ii) de huisvestingskosten van de TCMG (art. 3 lid 5 Besluit Mijnbouwschade Groningen) en (iii) overige kosten met een nadere toelichting daarop.
14. Nadere toelichting op bijlage 'Overzicht schadebetalingen per postcode 4-gebied over de periode 2018'
Uit het "Overzicht schadebetalingen per postcode 4-gebied over de periode 2018" volgt dat het totale schadebedrag EUR 8.261.053,- bedraagt en is gebaseerd op 2.111 positieve schadebesluiten. Dit wijkt af van het totaalbedrag voor
schadevergoedingen van EUR 7.709.130,42 op de facturen over 201816. NAM ontvangt graag een nadere toelichting op deze cijfers en het geconstateerde verschil.
15. Nadere toelichting op bijlage 'Overzicht schadebetalingen per postcode 4-gebied over de periode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019'
Uit het "Overzicht schadebetalingen per postcode 4-gebied over de periode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019" volgt dat het totale schadebedrag EUR 78.485.160,- bedraagt en is gebaseerd op 10.416 positieve schadebesluiten. Dit wijkt af van het totaalbedrag voor schadevergoedingen van EUR 87.647.744,39 op de facturen over 201917. NAM ontvangt graag een nadere toelichting op deze cijfers en het geconstateerde verschil.
16. Nadere toelichting op bijlage 'Overzicht schadebetalingen per postcode 4-gebied over de periode 1 januari 2020 tot en met 30 september 2020'
Uit het "Overzicht schadebetalingen per postcode 4-gebied over de periode 1 januari 2020 tot en met 30 september 2020"
volgt dat het totale schadebedrag EUR 195.675.549 bedraagt en is gebaseerd op 20.141 positieve schadebesluiten. Dit wijkt af van het totaalbedrag voor schadevergoedingen van EUR 131.214.809,36 op de facturen die NAM tot nu toe heeft ontvangen over 202018. NAM ontvangt graag een nadere toelichting op deze cijfers en het geconstateerde verschil.
Categorie V: Overig 17. Onderliggende documentatie
Verkennend intern onderzoek toegekende schades en schadebedragen
Uit het "Verkennend intern onderzoek toegekende schades en schadebedragen" blijkt dat het IMG een grootschalig onderzoek heeft laten verrichten naar welke factoren bepalend zijn voor het schadebedrag per adviesrapport en dus per adres op basis van onder meer 23.000 schademeldingen over de periode na 31 maart 2017. Nu het onderzoek en de onderliggende adviesrapportages ook betrekking hebben op de TCMG-periode, zijn de uitkomsten direct relevant voor de doorbelasting van de uitgaven aan NAM. NAM ontvangt dan ook graag het volledige onderzoeksrapport voor zover dat niet al publiek is gemaakt19, inclusief de instructie(s) van het IMG aan het onderzoeksbureau, en eventuele analyses en onderzoeken die ten grondslag liggen aan het rapport.
18. Schadedossier van 700 gevallen waar geen schade is opgetreden
In de brief van het IMG aan EZK van 14 mei 2021 wordt verwezen naar een onderzoek van TU Delft en TNO naar de directe effecten van diepe bodemdaling in het Groningenveld. TNO en TU Delft hebben geconcludeerd dat de directe effecten van bodemdaling uit het Groningenveld niet tot schade aan gebouwen hebben kunnen leiden. Vervolgens wordt in de brief genoemd dat er (circa) 700 gevallen zijn waarvoor in het verleden schadevergoeding is toegekend, waarvoor nu duidelijk is dat die schade niet door gaswinning uit het Groningenveld of de gasopslag Norg kan zijn ontstaan.20 Graag ontvangt NAM ten minste 20 (representatieve althans aselect gekozen) adviesrapportages van die 700 gevallen en een lijst met een nadere specificatie van deze 700 gevallen, met een uitsplitsing naar: (i) locatie, (ii) schadebedrag, en (iii) periode van toewijzing.
16 Op de factuur over april tot en met september 2018 is EUR 2.397.077,13 gefactureerd voor schadebetalingen en op de factuur voor Q4 2018 EUR 5.312.053,29, tezamen EUR 7.709.130,42.
17 Op de factuur voor Q1 en Q2 2019 is EUR 28.002.889,91 gefactureerd voor schadebetalingen, op de factuur voor Q3 2019 EUR 22.212.509,74 en de factuur voor Q4 2019 EUR 37.432.344,74, tezamen EUR 87.647.744,39.
18 Op de factuur voor Q1 2020 is EUR 59.086.446,94 gefactureerd voor schadebetalingen en op de factuur voor Q2 2020 EUR 72.128.362,42, tezamen EUR 131.214.809,36.
19 Nam beschikt over een versie van mei 2021.
20 Brief van het IMG aan EZK van 14 mei 2021, p. 4, "duidelijk is dat […] schade niet door de gaswinning uit het Groninger veld of de gasopslag Norg kan zijn ontstaan."
19. Werkinstructies gedeeld met ingeschakelde deskundigen en aannemers
Uit de verstrekte informatie blijkt niet of en, zo ja, welke werkinstructies de TCMG heeft verstrekt aan ingeschakelde deskundigen en aannemers. Dergelijke instructies zijn van (groot) belang voor de uitleg en toepassing van de wettelijke kaders. Als gevolg van het ontbreken van dergelijke informatie is NAM niet in staat om een (voldoende) beoordeling te maken of de ontvangen facturen zijn gebaseerd op deugdelijke schadebesluiten. NAM ontvangt daarom graag een afschrift van (representatieve) werkinstructies (per ingeschakelde deskundigen- en/of aannemerspartij) die de TCMG heeft verstrekt aan ingeschakelde deskundigen en aannemers, waaronder in het bijzonder (niet-limitatief) ten aanzien van:
- de aard en omvang van het onderzoek (waaronder de te hanteren methodiek en de beoordeling van schadekenmerken, gebouwkenmerken, omgevingsfactoren en kenmerken van de ondergrond);
- het (onderzoek naar het) al dan niet bestaan van causaal verband;
- de toepassing van (i) het bewijsvermoeden en weerlegging daarvan en (ii) het advies over de toepassing van het bewijsvermoeden van het panel van deskundigen van 22 januari 2019;
- de wijze van rapportering aan de TCMG.
20. Beleidsdocumentatie (overig) Uit de facturen en de daarbij verstrekte informatie blijkt niet of de TCMG zich bij de uitvoering van haar taken en
bevoegdheden, voor zover resulterend in of betrekking hebbend op kosten die met de facturen worden doorbelast, uitsluitend heeft gebaseerd op de Werkwijze TCMG. Als gevolg daarvan is NAM niet in staat om een (voldoende) beoordeling te maken of de TCMG haar taken en bevoegdheden heeft uitgevoerd in overeenstemming met de wettelijke kaders. Voor zover de TCMG (of door haar ingeschakelde personen) zich voor de uitvoering van haar taken en bevoegdheden (mede) heeft gebaseerd op andere (beleids)documentatie (zoals (niet-limitatief): (interne) leidraden, instructies, best practices, handboeken, pijlers, richtsnoeren of andersoortige vergelijkbare stukken die een nadere invulling geven aan de taken en bevoegdheden van de TCMG) in aanvulling op de voornoemde Werkwijze TCMG, dan ontvangt NAM deze graag. Verder ontvangt NAM graag een toelichting op beheersmaatregelen binnen de TCMG ter voorkoming van mogelijke belangenverstrengeling, bijvoorbeeld in geval van schade aan overheidsgebouwen of schade geleden door medewerkers van de TCMG of door de TCMG
ingeschakelde partijen.
21. Toepassing van het bewijsvermoeden voor het Paneladvies van 22 januari 2019
Naar aanleiding van het Paneladvies van 22 januari 2019 heeft de TCMG in de periode die daarop volgde twee alternatieve criteria voor toepassing van het bewijsvermoeden gehanteerd. In de brieven van 11 mei 2020 en 22 oktober 2020 van het Ministerie van EZK aan NAM heeft het Ministerie aangegeven dat "de door NAM bedoelde besluiten uit 2018 zonder uitzondering zien op locaties die zijn gelegen binnen het effectgebied zoals dat is gedefinieerd door het Panel van
Deskundigen", en "de uitkeringen zonder uitzondering [zijn] gedaan in het effectgebied dat de TCMG heeft gehanteerd nadat het Panel van Deskundigen daarover heeft geadviseerd, waarmee dus achteraf de besluiten van de deskundigen in zekere zin zijn gevalideerd […]". Graag ontvangt NAM voor het jaar 2018 (voor het advies van het Panel van Deskundigen in januari 2019) (i) een nadere specificatie en toelichting op de toepassing van het bewijsvermoeden door de TCMG en de criteria die daarvoor door deskundigen werden gehanteerd, (ii) binnen welk geografisch gebied het bewijsvermoeden van toepassing werd geacht en op welke gronden, en (iii) de gehanteerde criteria voor weerlegging van het bewijsvermoeden.
* * * *
