• No results found

Juridisch kader De volgende bepalingen zijn van toepassing inzake de bevoegdheid:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Juridisch kader De volgende bepalingen zijn van toepassing inzake de bevoegdheid:"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Het college van burgemeester en schepenen

Besluit

2021_CVB_00219 OMV_2020146751 K - aanvraag omgevingsvergunning voor verbouwen van een eengezinswoning - zonder openbaar onderzoek - Hofstraat 349, 9000 Gent - Weigering

Beslissing: Goedgekeurd in besloten vergadering van 14 januari 2021 Zijn aanwezig bij de beslissing van dit punt:

de heer Mathias De Clercq, burgemeester-voorzitter

de heer Filip Watteeuw, schepen; mevrouw Sofie Bracke, schepen; mevrouw Elke Decruynaere, schepen; mevrouw Astrid De Bruycker, schepen; de heer Sami Souguir, schepen; mevrouw Tine Heyse, schepen; mevrouw Isabelle Heyndrickx, schepen; de heer Bram Van Braeckevelt, schepen; de heer Rudy Coddens, schepen

mevrouw Mieke Hullebroeck, algemeen directeur; de heer Luc Kupers, adjunct- algemeendirecteur; de heer Danny Van Campenhout, adjunct-algemeendirecteur Bevoegd: Filip Watteeuw

Juridisch kader

De volgende bepalingen zijn van toepassing inzake de bevoegdheid:

Het Decreet lokale besturen van 22 december 2017, artikel 56.

Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikel 15.

De beslissing wordt genomen op grond van:

Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.

Motivering

Het college van burgemeester en schepenen weigert de aanvraag.

WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?

De heer Maxime Dumarey heeft een aanvraag (OMV_2020146751) ingediend bij het college van burgemeester en schepenen op 2 november 2020.

De aanvraag omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen handelt over:

• Onderwerp: verbouwen van een eengezinswoning

• Adres: Hofstraat 349, 9000 Gent

• Kadastrale gegevens: afdeling 4 sectie D nr. 2718M25

Aanvullende informatie werd ontvangen op 4 november 2020. Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 26 november 2020.

De aanvraag volgde de vereenvoudigde procedure.

(2)

Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 5 januari 2021.

OMSCHRIJVING AANVRAAG

1. BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De te verbouwen woning bevindt zich langs de Hofstraat aan het Muinkpark. De omgeving bestaat voornamelijk uit rijwoningen en meergezinswoningen. Het pand in kwestie betreft een eengezinswoning (3 bouwlagen en een dak). De bestaande bouwdiepte bedraagt ± 10,50 m.

Het pand dateert van 1980 naar ontwerp van Architectenbureau Stoop. Monique Stoop startte haar praktijk in 1973 in Gent en realiseerde een belangrijk oeuvre met een belangrijk aandeel van restauratieopdrachten. In haar bureau waren belangrijke ontwerpers werkzaam zoals Maarten Van Severen en Vincent Van Duysen. Naast zaakvoerder van haar bureau, was ze jarenlang actief als docent aan het departement Architectuur van Sint-Lucas Gent.

Realisaties uit de jaren ’80 van vorige eeuw van toonaangevende naoorlogse Gentse architecten zijn vooral te vinden in de verkavelingen buiten Gent. Voorbeelden van rijwoningen uit deze periode in de Gentse binnenstad zijn eerder uitzonderlijk. Het ontwerp van deze

eengezinswoning is zowel binnen als buiten intact bewaard gebleven.

De woning is opgenomen in de publicatie ‘Architectuur als Buur. Panorama van Gent en omstreken 1968 – 1988.’ en beantwoordt aan de omschrijving die deze architectuur kenmerkt:

‘De enorme toename van het aantal personenwagens na 1945 bepaalt op zeer ingrijpende wijze onze gehele leefomgeving. De auto krijgt geleidelijk aan een plaats binnen het bouwvolume van de woning. Vooral in de rijwoning resulteert dit in een transformatie van zowel de plantypologie als het totale straatbeeld. Het woongedeelte wordt naar de eerste verdieping gebracht

waardoor bij deze “bel-étage”-huizen de directe verbinding woonkamer-tuin verdwijnt.

Verschillende architecten introduceren het split-level principe als oplossing om het niveauverschil te overbruggen. De open centrale zone biedt een variatie aan visuele en ruimtelijke

tussengebieden in het interieur.’

Op 12/03/2020 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning (OMV_2019143793). Hier werden een aantal voorwaarden aan verbonden. Dit is een nieuwe aanvraag voor een gelijkaardig ontwerp.

Met deze aanvraag wordt de woning grondig verbouwd en uitgebreid. De achtergevel zal volledig worden afgebroken en vervangen door een nieuwe achtergevel met ruwe elementen die in relatie staat met de materialiteit van de voorgevel namelijk staal en beton. De woonst zou op de verdiepingen een bouwdiepte krijgen van 10,80 m (2m dieper dan de minst diepe buur).

Op het gelijkvloers wordt een aanbouw voorzien tot een totale bouwdiepte van 16,00 m. De dakrand van de nieuwe aanbouw ligt op een hoogte van 3,60 m t.o.v. het trottoirpeil. Bovenop de nieuwe aanbouw wordt een dakterras voorzien van 2,80 m breed en 3,29 m diep. Aan de rechter perceelsgrens moet hiervoor een zichtscherm van 3,29 m diep en 1,90 m hoog geplaatst worden. De gemene muur is hier 4,02 m hoog, dus de verhoging bedraagt 1,40 m. De balustrade van het dakterras wordt op de dakrand geplaatst, voorbij het zichtscherm. De rest van het plat dak wordt aangelegd als groendak. De koer heeft een oppervlakte van 17,00 m2 die voorzien zal worden van een waterdoorlaatbare verharding.

(3)

Bovenop de bestaande woonst wordt een nieuwe verdieping toegevoegd ter vervanging van het bestaande hellende dak. Deze ophoging veroorzaakt een wijziging van de scheidingsmuren.

Bovenop dit nieuw volume wordt een dakterras voorzien van 55,08 m2, incl. groene zones. Het dakterras zal toegankelijk zijn via een luik vanop de bovenste verdieping. Hiervoor moet er een zichtscherm geplaatst worden op de linker perceelsgrens, 3,96 m diep en 1,90 m hoog, tot 10,80 m bouwdiepte. De totale hoogte bedraagt 15,49 m tov het trottoirpeil. De hoogte van het terras zelf ligt op 13,59 m. De balustrade ligt op 14,69 m.

Voor de optimalisatie van de ruimtes is er gekozen om de trap te verplaatsen langs de

achtergevel. Het kenmerkende splitlevel blijft behouden en zal toegankelijk zijn via een kleine trap, vanaf de eerste verdieping.

Op de gelijkvloerse verdieping wordt de garage behouden, er zullen accordeondeuren voorzien worden als garagepoort. Om het gesloten karakter van het origineel te bekomen worden de accordeondeuren voorzien in stalen platen. Deze platen zullen ook gebruikt worden om het gebogen gevelvlak te maken, dewelke zo karakteriserend is aan de voorgevel. In de bel- etage en de daarboven gelegen verdieping wordt de bestaande raamindeling hernomen zodat de verhoudingen van het oorspronkelijk ontwerp gerespecteerd blijven. Het schrijnwerk zal bestaan uit stalen schrijnwerk.

De bestaande kelder zal volledig verdiept en uitgebreid worden. Op die manier worden op de kelderverdieping volwaardige ruimtes gerealiseerd, welke een vrije hoogte hebben van 2,10 m.

Zowel de gelijkvloerse verdieping en aanbouw zal onderkelderd worden, bijgevolg zal de kelder een totale bouwdiepte hebben van 16 meter.

2. HISTORIEK

Volgende vergunningen, meldingen en/of weigeringen zijn bekend:

Omgevingsvergunningen

 Op 03/10/2019 werd een weigering afgeleverd voor het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning (OMV_2018121356).

 Op 12/03/2020 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning (OMV_2019143793).

BEOORDELING AANVRAAG 3. EXTERNE ADVIEZEN

Overeenkomstig artikel 35 van het omgevingsvergunningsbesluit zijn er geen externe adviezen vereist.

4. TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN 4.1. Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg

Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening grootstedelijk gebied Gent' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16 december 2005), maar niet in een gebied waarvoor er stedenbouwkundige voorschriften zijn bepaald.

Het project ligt in het bijzonder plan van aanleg BINNENSTAD - DEEL MUINKPARK, goedgekeurd

(4)

op 9 juni 1995, en is bestemd als Klasse 2 voor tuinstrook en binnenkern en zone BB voor woningen.

De aanvraag is niet in overeenstemming met de voorschriften.

In de beschrijvende nota werd echter gesteld dat het voorstel niet afwijkt van de geldende voorschriften en bijgevolg werd de vereenvoudigde procedure opgestart. Binnen deze procedure kunnen geen afwijkingen tov BPA’s toegestaan worden. Hieronder worden de afwijkingen besproken, maar geen van deze kan verleend worden binnen deze procedure. Er moet een nieuwe aanvraag met gemotiveerde vragen tot afwijkingen ingediend worden.

1) Het BPA voorziet op deze locatie een bouwhoogte van 4 bouwlagen, elk 3 m gerekend, dus een totale kroonlijsthoogte van 12 m. De voorgestelde kroonlijsthoogte bedraagt 13,59 m met meteen daarachter een balustrade tot 14,69 m, dat zichtbaar zal functioneren als de kroonlijst.

Overeenkomstig artikel 4.4.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan in de gewone procedure beperkt afgeweken worden van de stedenbouwkundige

voorschriften van een BPA, wat betreft de perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van de constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen.

De locatie van de balustrade is niet aanvaardbaar. De balustrade is zichtbaar en heeft een negatieve impact op de erfgoedwaarde van de voorgevel. Het dakterras en de balustrade moeten minstens 2m teruggetrokken worden van de voorgevel, zodat deze niet zichtbaar is vanop het openbaar domein.

Op voorwaarde dat de balustrade minstens 2 m terugspringt tov de voorgevel, is de afwijking voor de verdiepingshoogte op de voorschriften van het BPA is principieel aanvaardbaar om volgende redenen:

- De kroonlijsthoogte wordt wel overschreden, maar het aantal bouwlagen niet (nl.

4). De afwijking komt voort uit de bestaande grote vrije hoogte van de eerste verdieping.

- De vrije hoogte van de vierde bouwlaag is 2,70 m, wat een gangbare vrije hoogte is.

- Er wordt een overgang gemaakt tussen het aanpalend herenhuis en het aanpalend appartementsgebouw. De voorgestelde kroonlijsthoogte overschrijdt de hoogte van de balustrade van het aanpalend appartementsgebouw niet.

2) Het zichtscherm achteraan het dakterras heeft een hoogte van 15,49 m.

Overeenkomstig artikel 4.4.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan in de gewone procedure beperkt afgeweken worden van de stedenbouwkundige

voorschriften van een BPA, wat betreft de perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van de constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen.

De afwijking in kwestie is echter niet beperkt. Het gaat om 3,49 m meer dan de maximale bouwhoogte, dit is het equivalent van een extra verdieping. Bovendien situeert dit vlak zich volledig boven het linkeraanpalende huis. Dit vlak zal een negatieve impact hebben op de bezonning van de aanpalende stadstuin.

(5)

Het dak kan gebruikt worden als dakterras, maar alle constructies op dit dakterras moeten binnen de 45° regel vallen, waarbij ook het Burgerlijk wetboek moet worden gerespecteerd zonder bijkomende constructies zoals zichtschermen. Er is een bestaande gemene muur rechts waartegen gewerkt kan worden, of er kan centraal in het dak gewerkt worden.

3) Het BPA neemt 3 m op als hoogte voor een bouwlaag. De gelijkvloerse uitbouw heeft echter een hoogte van 3,60 m.

Overeenkomstig artikel 4.4.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan in de gewone procedure beperkt afgeweken worden van de stedenbouwkundige

voorschriften van een BPA, wat betreft de perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van de constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen.

De afwijking op de voorschriften van het BPA is aanvaardbaar om volgende redenen:

De afwijking is beperkt en is afgestemd op de bestaande hoogte van het hoofdgebouw.

De aanpalende eigenaars dienden geen bezwaar in tegen voorgestelde ophoging van de gemene muur.

4) Het dakterras bovenop de aanbouw op +1 wordt voorzien van een zichtscherm van 3,29 m diep en 1,90 m hoog. De maximale bouwdiepte op dit perceel is 10,80 m. De

bouwdiepte van dit dakterras is 14,09 m.

Overeenkomstig artikel 4.4.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan in de gewone procedure beperkt afgeweken worden van de stedenbouwkundige

voorschriften van een BPA, wat betreft de perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van de constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen.

De afwijking in kwestie is echter niet beperkt. Het gaat om 3,29 m meer dan de maximale bouwdiepte, 5,29 m dieper dan de bouwdiepte van de linker aanpalende buur. Een bouwdiepte van 14,09 m op de perceelsgrens is op dit ondiep perceel in de hoek van een dens bebouwd bouwblok niet aanvaardbaar. Het perceel is niet breed genoeg om een beperkt terras in te richten op 1,90 m van de buren. Daarnaast wordt er altijd voorzichtig omgegaan met dergelijke dakterrassen bij eengezinswoningen die over een tuin (kunnen) beschikken, aangezien die veel inkijk creëren bij de aanpalenden. Hier werd de keuze gemaakt het gelijkvloers quasi volledig te bebouwen in plaats van de tuin te behouden.

Dit terras is niet aanvaardbaar omwille van een te grote afwijking en ruimtelijke impact.

4.2. Vergunde verkavelingen

De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.

4.3. Verordeningen Algemeen bouwreglement

De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het algemeen bouwreglement,

stedenbouwkundige verordening van de stad Gent, goedgekeurd door de deputatie bij besluit van 16 september 2004 en gewijzigd bij besluiten van de deputatie van 29 mei 2008,

23 oktober 2008, 19 augustus 2010, 4 oktober 2012 en 17 juli 2014, zesde wijziging vastgesteld door de gemeenteraad op 19 maart 2018, en van kracht op 1 juni 2018.

Het ontwerp is in overeenstemming met dit algemeen bouwreglement.

(6)

Gewestelijke verordening hemelwater

De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (zie waterparagraaf).

Gewestelijke verordening toegankelijkheid

De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

Het ontwerp is in overeenstemming met deze verordening.

Gewestelijke verordening voetgangersverkeer

De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997 houdende vaststelling van een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.

Het ontwerp is in overeenstemming met deze verordening.

4.4. Uitgeruste weg

Het bouwperceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

5. WATERPARAGRAAF

Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid wordt geoordeeld dat het schadelijk effect op de waterhuishouding van dit gebied beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit wordt gecompenseerd door de plaatsing van een hemelwaterput, overeenkomstig de normen vastgelegd in het geldend algemeen bouwreglement, en de verplichting om het nuttig gebruik van dit hemelwater maximaal te voorzien. Het hergebruik van het hemelwater heeft een zekere bufferende werking door de vertraagde afvoer van het perceel van dit herbruikt hemelwater.

6. PROJECT-M.E.R.-SCREENING

De aanvraag heeft geen milieueffectrapport of project-MER-screening nodig.

7. BEKENDMAKING

De aanvraag volgt de vereenvoudigde procedure en moest dus niet aan een openbaar onderzoek worden onderworpen.

Aangezien de vergunningsaanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom, werd met een beveiligde zending het standpunt van de eigenaars van de aanpalende percelen gevraagd. Er werden geen bezwaren ingediend binnen de vervaltermijn van dertig dagen die ingaat op de dag na de dag van ontvangst van het verzoek om een standpunt.

8. OMGEVINGSTOETS

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening RUIMTELIJKE BEOORDELING

(7)

De aanvraag is niet in overeenstemming met de voorschriften van het BPA Muinkpark. In de beschrijvende nota werd echter gesteld dat het voorstel niet afwijkt van de geldende voorschriften en bijgevolg werd de vereenvoudigde procedure opgestart. Binnen deze

procedure kunnen geen afwijkingen tov BPA’s toegestaan worden. In §4 worden de afwijkingen besproken, maar geen van deze kan verleend worden binnen deze procedure. Er moet een nieuwe aanvraag met gemotiveerde vragen tot afwijkingen ingediend worden.

In § 4 werden de afwijkingen ten opzichte van het BPA besproken. De bouwhoogte van de uitbouw en het hoofdgebouw komen in aanmerking voor een afwijking op het BPA, de afwijkingen gevraagd voor de zichtschermen bij de terrassen zijn niet beperkt en hebben een negatieve ruimtelijke impact. Deze afwijking worden ongunstig geadviseerd. Het dakterras moet minstens 2m teruggetrokken worden van de voorgevel, zodat deze niet zichtbaar is vanop het openbaar domein. Ook de balustrade moet op deze lijn liggen.

De verbouwing betekent een meerwaarde voor de woning. Het behouden van de garage is aanvaardbaar. De gelijkvloerse uitbouw maakt de gelijkvloerse leefruimte groter. De

gelijkvloerse buitenruimte wordt wel daardoor beperkt tot een koer van ± 3,60 m diep, wat niet als een volwaardige buitenruimte beschouwd kan worden. Het nieuw dakterras (+4), bovenop de nieuwe verdieping, is echter de nieuwe kwalitatieve buitenruimte voor deze woning. De manier waarop deze bereikbaar is moet wel aangepast worden.

De bouwdiepte, 10,80 m, is aanvaardbaar. De ramen op de verdieping houden echter geen 60 cm afstand van de zijdelingse perceelsgrens en zijn daardoor niet conform met het Burgerlijk Wetboek aangezien er zo schuine zichten gecreëerd worden, dit vraagt een aanpassing.

ERFGOEDWAARDE

De voorliggende aanvraag bouwt verder op reeds vergunde plannen ingediend in 2020. Er werd toen gevraagd het oorspronkelijke ontwerp van architectenbureau Stoop zoveel mogelijk te respecteren.

Volgende zaken uit het vorig ontwerp werden behouden:

 De straatgevel wordt vernieuwd met behoud van de architecturale kenmerken.

De materialen en de gevelindeling worden gerespecteerd. Het nieuwe schrijnwerk herneemt de oorspronkelijke indeling. De gebogen gevellijn en de verdiepte inkompartij op de gelijkvloerse verdieping blijven herkenbaar.

 Het hellend dak, een restant van de oorspronkelijke woning uit het begin van de 20ste eeuw, wordt vervangen door een volwaardige bouwlaag met hierboven een dakterras.

In het voorliggend ontwerp zien we dat er nu een balustrade voorzien wordt vooraan aan de gevel, terwijl dit in het vorig ontwerp teruggetrokken lag. De balustrade aan de voorkant plaatsen heeft een negatieve impact op de erfgoedwaarde van de gevel.

 De uitbreiding blijft ondergeschikt aan het oorspronkelijk pand.

 De achtergevel wordt grondig verbouwd in functie van een optimale lichtinval.

In het nieuwe ontwerp wordt een liftschacht en sanitair voorzien voor de achtergevel.

Hierdoor zal de lichtinval sterk verminderen.

 Het interieur wordt heringericht. De trap wordt verplaatst naar de achtergevel.

Het principe van de splitlevel wordt heel plaatselijk nog behouden.

(8)

Er kan vanuit erfgoedoogpunt akkoord gegaan worden met het ontwerp, mits het voldoet aan deze voorwaarden:

- Het dakterras moet minstens 2m teruggetrokken worden van de voorgevel, zodat deze niet zichtbaar is vanop het openbaar domein. Ook moet de balustrade moet op deze lijn liggen.

- Het schrijnwerk in de voorgevel moet een zo dun mogelijke profilering hebben, zodat deze de oorspronkelijke vormgeving zo goed mogelijk benadert.

- De liftschacht mag niet boven het dak uitkomen. De machinekamer moet onderdaks voorzien worden.

Er wordt gevraagd om de bestaande structuren zoveel mogelijk te behouden. Er wordt eveneens gevraagd om, indien de stabiliteit het toelaat, de oorspronkelijke vloeren te behouden.

CONCLUSIE

Ongunstig, voorliggend voorstel bevat onaanvaardbare afwijkingen ten opzichte van het BPA Muinkpark, is strijdig met het Burgerlijk Wetboek en vraagt aanpassingen op vlak van de erfgoedwaarde van het pand. Bovendien werd in de beschrijvende nota gesteld dat de werken conform de voorschriften was, en is dus de vereenvoudigde procedure opgestart, waarbij geen afwijkingen ten opzichte van BPA’s kunnen in toegestaan worden.

WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?

Het college van burgemeester en schepenen moet over de ingediende omgevingsvergunningsaanvraag een beslissing nemen.

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.

Beslissing

Beslist het volgende:

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen weigert de omgevingsvergunning voor verbouwen van een eengezinswoning aan de heer Maxime Dumarey gelegen te Hofstraat 349, 9000 Gent.

Belangrijke bepalingen

Bekendmaking

De beslissing wordt bekendgemaakt conform Titel 3, Hoofdstuk 9, Afdeling 3 van het Omgevingsvergunningsbesluit.

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

(9)

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

(10)

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

#EBBESLCVB01_100_200# #EBBESLCVB02_100_200#

(adjunct-) algemeen directeur voorzitter

2021_CVB_00219 - OMV_2020146751 K - aanvraag omgevingsvergunning voor verbouwen van een eengezinswoning - zonder openbaar onderzoek - Hofstraat 349, 9000 Gent - Weigering

#QRCVB_100_200#

(11)

#QR_120_200#

Vanwege het college:

#SIG02_100_120#

Luc Kupers

Adjunct-algemeendirecteur Stad Gent en OCMW Gent

#SIG01_100_120#

Filip Watteeuw

Schepen van Mobiliteit, Publieke Ruimte en Stedenbouw

Voor de burgemeester

(bij delegatiebesluit van 24 januari 2019)

Digitaal

ondertekend door Filip Watteeuw (Signature) Datum:

15-01-2021 08:26:24 Digitaal

ondertekend door Luc Kupers (Signature) Datum:

15-01-2021 09:47:32

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als niet kan worden uitgesloten dat het voornemen afzonderlijk dan wel in combinatie met andere plannen of projecten, sig- nificante gevolgen heeft voor het/de Natura

De school vraagt aan de leerling/ouder (leerling jonger dan 16 jaar)/cursist bij elke nieuwe inschrijving en in het begin van elk schooljaar expliciet een schriftelijke

Deze engagementsverklaring kadert in het streven van TOERISMEVLAANDEREN en VISIT GENT naar het in stand houden van de brochure en de bijhorende kaart ‘Gent- Toegankelijk

alcoholverbod op het openbaar domein teneinde de verdere verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken' genomen door de burgemeester in toepassing van artikel 134 § 1

Ingeval van gewichtige feiten die de openbare rust, veiligheid of gezondheid in de stad/gemeente (kunnen) 2 verstoren, wordt de burgemeester ad hoc ingelicht door de

De vertegenwoordiger van het lid Stad Gent in de algemene vergadering wordt door de gemeenteraad uit haar leden gekozen, net als de 4 (vier) vaste

19 te beperken, zal de ‘tijdelijke politieverordening betreffende de organisatie van publiek toegankelijke activiteiten conform het ministerieel besluit van 25 september 2020 houdende

De Vierde zaal, Rechts op Driebeekstraat, rechts af op Dikkopjespad, links af op Braemkasteelstraat, links af op Hazenakker, rechts af op Dikkopjespad, rechtdoor op