ZORGEN VOOR BETER INTERNET VOOR IEDEREEN
HOE KWETSBARE GROEPEN
BETREKKEN EN ONDERSTEUNEN?
ORIËNTATIENOTA
Niet iedereen heeft de toegang, de middelen of de nodige kennis om helemaal deel te nemen aan onze digitale maatschappij. Het lijkt ons daarom belangrijk om onze mediawijsheidsinitia- tieven te verbeteren, zodat ze beter inspelen op de noden en verwachtingen van de sociaal en
digitaal kwetsbare groepen.
Onze vraag was de volgende: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat onze mediawijsheidsinitiatieven kwetsbare groepen nauwer betrekken en ondersteunen? In het kader van het Europese project Belgian Better Internet Consortium (B-BICO), brachten CSEM, Média Animation en Mediawijs professionals en deskundigen in dit domein samen tussen maart en november 2021 om over
deze kwestie te spreken. Voor deze «Betternet Labs» werden deskundigen uit verschillende domeinen (digitale inclusie, armoede, geletterdheid en mediaopvoeding) uitgenodigd om te komen getuigen over de sociale en digitale ongelijkheden waarmee hun begunstigden ge- confronteerd worden en om na te denken over hoe opleidingen voor verschillende media hier- voor een oplossing zouden kunnen vormen. In tweede instantie hebben we tijdens een tweede
Betternet Lab meer specifieke vragen gesteld over de begeleiding van kinderen uit kwetsbare gezinnen bij het gebruik van media1.
Deze ontmoetingen hebben geleid tot negen hoofdaanbevelingen voor de beleidsmakers en de spelers uit het onderwijsveld.
WWW.B-BICO.BE
1De verslagen van deze Betternet Labs, de methodologie en de voorafgaande aanbev- elingen die eruit voortgevloeid zijn, kunnen online geraadpleegd worden: www.b-bico.be
4 MANIEREN OM DE MEDIAWIJSHEID VAN
KWETSBARE GROEPEN TE VERBETEREN
Tijdens het eerste Betternet Lab stelden de uitgenodigde deskundigen zich de vraag: hoe kan mediaopvoeding bijdragen
tot verminderde ongelijkheid op sociaal en digitaal vlak?
En vooral: wat moet er gebeuren om daarin te slagen?
1 De digitale tools en diensten aanpassen aan de specifieke noden
Een gemakkelijk toegankelijke digitale omgeving is uiterst belangrijk. Als het ontwerp en de ontwikkeling van de websites, applicaties en andere digitale tools voldoen aan de noden van de verschillende kwetsbare groepen, zullen ze die waarschijnlijk sneller gaan gebruiken. Dat betekent dat er geanticipeerd dient te worden op de verwachtingen van de gebruikers en dat de interface zo ergonomisch, intuïtief, gebruiksvriendelijk en inclusief mogelijk gemaakt moet worden.
2 Meer inzetten op leren over en werken met digitale technologieën op school en tijdens het hele leven
De integratie van digitale technologieën in het schoolprogramma helpt de kinderen om gewoon te worden om media te gebruiken van kleins af aan. Vervolgens moet er aangezet worden tot levenslang leren over media, door verschillende opleidingsmogelijkheden aan te bieden, en dit door middel van actieve en inclusieve methodologieën die aangepast zijn aan de eigenschappen van de sociaal kwetsbare groepen.
3 Verbeteren en ontwikkelen van tools waarbij meer rekening gehouden wordt met mediawijsheid bij het aanleren van digitale competenties
Mediawijsheid omvat heel wat aspecten en het technische gebruik van de tools is er slechts één van. Nadenken over de impact van media, begrijpen hoe de reclame werkt en een kritische houding ontwikkelen ten opzichte van de media, zijn minstens even belangrijk. Daarom moeten we de integratie van mediaopvoeding in de digitale opvoeding stimuleren, door het bestaande opleidingsmateriaal te verbeteren en door nieuw pedagogisch materiaal te ontwikkelen. Het gebruik van online technologieën kan een manier zijn om mediawijsheid in te leiden, door aan te tonen hoe je door online technologie zelfstandig kan worden en hoe het een hulpbron kan zijn in het dagdagelijkse leven. Vervolgens moet er dieper ingegaan worden op het onderwerp, door te praten over de kritiek op de media en hun impact.
4 Erkennen en ondersteunen van de rol van de
“digitale helpers”
Heel wat professionals nemen, al dan niet gewild, de rol van “digitale helper” op zich voor wie digitaal niet mee is. De taken die ze uitvoeren, de energie en de tijd die ze in deze rol stoppen, zouden beter erkend moeten worden, geïntegreerd in hun functieprofiel, en gekoppeld worden aan gespecialiseerde opleidingen. Daarnaast moet ook de indeling van de arbeidstijd in functie hiervan aangepast worden. Dit zou ervoor zorgen dat opgeleide professionals meer aandacht zouden kunnen besteden aan diegenen die er nood aan hebben.
5 MANIEREN OM
KWETSBARE OUDERS TE ONDERSTEUNEN BIJ DE
MEDIAOPVOEDING VAN HUN KINDEREN
Idealiter begint de mediaopvoeding van kleins af aan. De ouders spelen een essentiële rol in dit opzicht, maar voor zij die zelf moeilijkheden hebben op digitaal vlak, is het niet vanzelfsprekend.
Daarom stond het tweede Betternet Lab stil bij de uitdagingen waar veel ouders voorstaan om hun kinderen te begeleiden bij digitale praktijken, nadat er verkennende werkgroepen georganiseerd werden
bij verschillende alfabetiseringsgroepen.
1 Toegankelijke, begrijpbare en visuele pedagogische middelen uitwerken
Interactief pedagogisch materiaal kan professionals helpen om de uitdagingen gelinkt aan mediaopvoeding beter over te brengen aan ouders die geen Nederlands spreken of die
alfabetiseringslessen volgen. Het gebruik van duidelijke en beknopte taal, sterke visuals, korte URL’s en video’s wordt aangemoedigd. Het is ook interessant om te beschikken over “kant-en- klare” praktische, visuele tools die gebaseerd zijn op eerdere ervaringen, eerder dan volledig digitale middelen. Deze tools kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden tijdens individuele sessies met ouders, bijvoorbeeld wanneer begeleiding en informatie door een professional beter gepast lijkt en beter onthaald wordt door deze groepen, dan wanneer ze deze informatie zelf moeten verwerken.
2 Rekening houden met de eigenschappen van kwetsbare groepen
Ouders voor wie Nederlands niet de moedertaal is, kunnen moeilijk bereikbaar zijn voor de professionals. Het kan zijn dat ze, bijvoorbeeld, geen opvang kunnen vinden voor hun kinderen om deel te nemen aan de informatiesessies en de taalbarrière kan zorgen voor communicatieproblemen. Bovendien gaat het om een groep met zeer diverse profielen, noden en bezorgdheden, voor wie praten over “digitale uitdagingen” over het algemeen geen prioriteit is. Flexibiliteit is dus essentieel wanneer men probeert deze ouders te bereiken, door gepersonaliseerde en voor iedereen toegankelijke oplossingen aan te reiken.
3 Inzetten op de ontwikkeling van de sociale vaardigheden en de mediawijsheid van ouders
Als we ouders willen betrekken bij de begeleiding van hun kinderen in het omgaan met media, is het noodzakelijk dat ze bepaalde vaardigheden verwerven die ze nodig zullen hebben. Het gaat om technische vaardigheden (Wat is een QR-code? Hoe een bepaalde software gebruiken?), maar ook om een kritische geest (Hoe ga je om met alles wat je online leest?) en sociale vaardigheden (Hoe praat ik met mijn kinderen over media?). Het kan trouwens ook goed zijn om andere fases in de psychosociale ontwikkeling van kinderen en jongeren te bespreken, om zo het gesprek op gang te brengen over de noden van kinderen en jongeren op het vlak van mediaopvoeding.
4 Ouders aanmoedigen om de digitale leefwereld van hun kinderen beter te begrijpen
De digitale leefwereld van kinderen en jongeren evolueert constant. In functie van hun leeftijd, verschillen hun noden, interesses en digitale vaardigheden. Tegelijkertijd zullen er ook steeds nieuwe tools en media blijven opkomen. Mediaopvoeding zou gemakkelijker zijn voor ouders als ze begrijpen hoe hun kinderen opgroeien met media en als ze kennis hebben van wat er gebeurt in hun digitale wereld. Naast een regelmatig gesprek met hun kinderen, hbben ouders ook informatieve tools nodig als basis2. Het kan daarnaast ook interessant zijn om ouders en kinderen samen te brengen tijdens informatiesessies om zo de discussie op gang te trekken over hun mediagebruik. Een andere manier zou zijn om kinderen de rol van expert toe te kennen: hun kennis van alles wat gelinkt is aan media kan op die manier benadrukt worden en zo ervoor zorgen dat ouders rechtstreeks leren van hun kinderen.
5 Handvaten aanreiken aan ouders om de
mediaopvoeding van hun kinderen aan te pakken
Ook al zijn ouders zich bewust van het belang van mediaopvoeding, toch weten ze niet altijd hoe en waar te beginnen. Duidelijk afgelijnde handvaten kunnen hen helpen. Deze handvaten moeten aandacht hebben voor zowel de voordelen als de risico’s van media. Ze kunnen ook de voordelen van enkele activiteiten onderstrepen, waarvan ouders eerder geneigd zouden zijn te denken dat ze negatief zijn (tijdsverlies…). Bovendien moeten ouders ook aangemoedigd worden om afspraken te maken over het gebruik van media met hun kinderen, om samen de ludieke of sociale kant van media te ontdekken, om regelmatig binnen het gezin te spreken over media, enz.
2De website www.medianest.be is een voorbeeld van een informatieve tool om het gesprek aan te vatten.
“Deze publicatie kwam tot stand met steun van het Connecting Europe Facility - Telecom programma. De informatie en meningen in deze publicatie zijn die van de auteur(s) en geven niet noodzakelijk de officiële mening van de Europese Unie weer. Noch de instellin- gen en organen van de Europese Unie, noch enige persoon die namens hen optreedt, kan verantwoordelijk gehouden worden voor het gebruik van de informatie die erin is vervat.”