• No results found

Inspectierapport Sport - BSO (BSO) Heemradenlaan NK IJSSELSTEIN UT Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Sport - BSO (BSO) Heemradenlaan NK IJSSELSTEIN UT Registratienummer"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Sport - BSO (BSO) Heemradenlaan 13 3403NK IJSSELSTEIN UT Registratienummer 107595801

Toezichthouder: GGD regio Utrecht

In opdracht van gemeente: IJsselstein

Datum inspectie: 05-03-2015

Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 22-04-2015

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek...3

Observaties en bevindingen ...4

Pedagogisch klimaat ...4

Personeel en groepen...6

Veiligheid en gezondheid ...7

Inspectie-items...8

Gegevens voorziening... 10

Gegevens toezicht... 10

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 11

(3)

3 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 05-03-2015

Sport - BSO te IJSSELSTEIN UT

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

Beschouwing Inleiding

De beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum, volgen de bevindingen op hoofdlijnen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt.

Feiten

Buitenschoolse opvang locatie Sport is onderdeel van BSO IJsselstein en is gevestigd in Voetbal Vereniging IJsselstein aan de Heemradenlaan te IJsselstein.

Buitenschoolse opvang Sport biedt opvang aan maximaal 40 kinderen in de leeftijd van zeven tot dertien jaar. Er zijn twee groepen met een maximum van 20 kinderen per groep.

Inspectie

Op donderdag 5 maart heeft in opdracht van de gemeente IJsselstein een inspectiebezoek plaats gevonden bij BSO Sport.

Bevindingen op hoofdlijnen

Uit de inspectie komt naar voren dat de locatie voldoet aan de eisen vanuit de Wet kinderopvang en Peuterspeelzalen.

Als punt van aandacht dient te worden opgemerkt dat de akoestiek in één van de binnen ruimtes (kantine) niet aangenaam is. De beroepskrachten zijn zich hier van bewust. Tijdens de inspectie wordt duidelijk dat bij het praten van meerdere personen, de verstaanbaarheid afneemt.

De BSO is echter gericht op het veelvuldig buiten zijn, om die reden is het gezondheidsrisico als gevolg van de onaangename akoestiek gering.

Overleg en overreding

Tijdens de inspectie wordt een verouderde meldcode kindermishandeling gebruikt. Hierin ontbreekt in het stappenplan informatie over en het overleg met de vertrouwensinspecteur van de inspectie van het onderwijs. Tijdens de opmaak van het conceptrapport is de houder in de gelegenheid gesteld de meldcode aan te passen. De houder heeft tijdig een vernieuwde versie ingevoerd. Deze versie voldoet aan de wettelijke eisen.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

Er wordt aan de getoetste voorwaarden voldaan.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Binnen het domein Pedagogisch klimaat is in deze inspectie de uitvoering van het pedagogisch beleid in de praktijk beoordeeld.

Het oordeel van de toezichthouder ten aanzien van de pedagogische praktijk is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen tijdens de observatie. Voor deze observatie van de

pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het 'Veldinstrument observatie

pedagogische praktijk' (GGD GHOR Nederland, versie december 2014). De beschrijvingen zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd.

Het pedagogische beleid dient te leiden tot verantwoorde kinderopvang, dat wil zeggen dat kindercentra moeten zorgen voor de volgende competenties:

1. Waarborging van de emotionele veiligheid

2. Mogelijkheid tot ontwikkeling van de persoonlijke competentie 3. Mogelijkheid tot ontwikkeling van de sociale competentie 4. Overdracht van normen en waarden

Pedagogische praktijk

Binnen dit domein zijn de volgende basiscompetenties onderzocht:

 Persoonlijke competentie

 Overdracht van normen en waarden

Tijdens het inspectiebezoek zijn vier beroepskrachten aanwezig. Een gedeelte van de kinderen speelt bij aanvang van de inspectie buiten. Een aantal kinderen is binnen aan het spelen. Wanneer alle kinderen uit school zijn en ze dus compleet zijn, wordt de kinderen gevraagd binnen te komen.

Ze verspreiden zich over twee ruimtes.

Persoonlijke competentie

Kinderen hebben de mogelijkheid om zich te ontspannen en/of schooldrukte af te reageren (bijvoorbeeld eerst buiten uitrazen, dan binnen iets drinken). Zij kunnen (ook) voor activiteiten kiezen die passen bij hun eigen interesse en energieniveau.

Observatie

 De scholen waar de kinderen van sport-BSO vandaan komen, zijn op verschillende tijdstippen klaar. Een groot aantal kinderen komt zelfstandig vanaf school. Wanneer de kinderen net op de locatie arriveren, mogen ze eerst even iets voor zichzelf of als ze willen, met elkaar doen. Als alle kinderen zijn gearriveerd en ieder kind even een zelfgekozen activiteit heeft kunnen doen, gaan ze allemaal naar binnen en krijgen ze wat te drinken en te eten.

Conclusie

De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen.

Overdracht van normen en waarden

De beroepskrachten geven steun bij het leren omgaan met elkaar (verschillen in leeftijd, karakter, cultuur, talent) en met elkaars emoties (empathie). Zij organiseren groepsactiviteiten om

kennismaken en groepsvorming te stimuleren (groepscohesie).

Observaties

 Als de kinderen wat hebben gegeten en gedronken met elkaar, wordt alle kinderen gevraagd naar buiten te komen en zich te verzamelen op één van de speelvelden voor een gezamenlijke activiteit. De kinderen wordt uitgelegd wat voor spel er gespeeld gaat worden. De

beroepskrachten maken de regels duidelijk: "Als je een ander duwt of schopt, wordt je gelijk uit het spel gehaald". De beroepskrachten maken duidelijk dat het er om gaat te leren luisteren, kijken en inspelen op elkaar.

Conclusie

(5)

5 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 05-03-2015

Sport - BSO te IJSSELSTEIN UT

Er wordt door spel en gezamenlijke activiteiten geoefend met het delen van verantwoordelijkheid en een respectvol samenzijn.

(6)

Personeel en groepen

Binnen dit domein zijn de beroepskrachten gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag.

De beroepskracht-kindratio en de basisgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt.

Verklaring omtrent het gedrag

De verklaringen omtrent het gedrag van de beroepskrachten zijn gecontroleerd. Deze voldoen aan de gestelde eisen.

De beoordeling is gebaseerd op de feitelijke situatie tijdens de inspectie.

Passende beroepskwalificatie

De beroepskwalificaties van de beroepskrachten zijn gecontroleerd. Deze voldoen aan de gestelde eisen.

De beoordeling is gebaseerd op de feitelijke situatie tijdens de inspectie.

Opvang in groepen

Situatie met betrekking tot basisgroep-indeling

De kinderen van buitenschoolse opvang locatie Sport zijn bij bepaalde gezamenlijke momenten binnen, verdeeld over twee groepen in twee verschillende ruimtes met een maximum van 20 kinderen per groep.

Uit een gesprek met één van de beroepskrachten tijdens de inspectie komt naar voren dat de kinderen van deze locatie in principe één grote groep vormen. De kinderen raadplegen volgens deze beroepskracht elk van de vier beroepskrachten bij vragen of problemen. In het pedagogisch werkplan staat deze locatie aangeduid als één basisgroep.

Wettelijke regel

Een basisgroep mag uit maximaal 20 kinderen bestaan als het gaat om kinderen onder de acht jaar en uit maximaal 30 kinderen als het gaat om kinderen vanaf acht jaar.

Conclusie

Bij gezamenlijke activiteiten binnen, wordt de groep in twee verschillende groepen verdeeld, verspreid over twee verschillende ruimtes. Dit gaat op basis van willekeur. Ondanks het feit dat de groep in principe als een geheel wordt beschouwd, wordt wel aan de wettelijke voorwaarde met betrekking tot de basisgroepen voldaan.

Beroepskracht-kindratio

Uit de aanwezigheidslijsten van de kinderen en de roosters van de beroepskrachten blijkt dat de beroepskracht-kindratio voldoet aan de eisen vanuit de Wet kinderopvang.

Gebruikte bronnen:

 Observaties (gesprek beroepskrachten)

 Verklaringen omtrent het gedrag

 Diploma's beroepskrachten

 Presentielijsten

 Personeelsrooster

(7)

7 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 05-03-2015

Sport - BSO te IJSSELSTEIN UT

Veiligheid en gezondheid

Binnen dit domein is gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de meldcode en de mogelijkheid om kennis te kunnen nemen van de meldcode.

Meldcode kindermishandeling

Tijdens de inspectie gebruikt de houder een verouderde meldcode.

In deze versie ontbreekt in het stappenplan informatie over en het overleg met de

vertrouwensinspecteur van de inspectie van het onderwijs. Daarnaast wordt in de meldcode nog niet gesproken over Veilig Thuis (voorheen: Advies en Meldpunt Kindermishandeling, Bureau Jeugdzorg en Steunpunt Huiselijk Geweld).

Er is daarom overleg&overreding toegepast op de meldcode. De houder heeft na

overleg&overreding een aangepaste versie ingevoerd. Het betreft de landelijke versie uit juli 2013 van de Branche organisatie kinderopvang. Hierin is informatie opgenomen over de

vertrouwensinspecteur. Om die reden wordt nu aan de voorwaarde voldaan. Informatie over de transformatie van AMK, BJZ en SHG naar Veilig Thuis ontbreekt nog. Echter, dit heeft (momenteel) nog geen invloed op de beoordeling.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen (gesprek beroepskrachten)

 Meldcode kindermishandeling

(8)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar.

(art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen

Ieder kind behoort bij een basisgroep.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(9)

9 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 05-03-2015

Sport - BSO te IJSSELSTEIN UT

De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OFDe basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.

- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid

Meldcode kindermishandeling

De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen.

(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.

(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan.

(art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

(10)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Sport - BSO

Aantal kindplaatsen : 40

Gegevens houder

Naam houder : B.P.H. Brouwers

Adres houder : Planetenbaan 44

Postcode en plaats : 3402HP IJSSELSTEIN UT

Website : www.bso-ijsselstein.nl

KvK nummer : 41180256

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD regio Utrecht

Adres : Postbus 51

Postcode en plaats : 3700AB ZEIST

Telefoonnummer : 030-6086086

Onderzoek uitgevoerd door : L van der Ros Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : IJsselstein

Adres : Postbus 26

Postcode en plaats : 3400AA IJSSELSTEIN UT

Planning

Datum inspectie : 05-03-2015

Opstellen concept inspectierapport : 19-03-2015 Vaststelling inspectierapport : 22-04-2015 Verzenden inspectierapport naar houder

en oudercommissie : 23-04-2015

Verzenden inspectierapport naar

gemeente : 23-04-2015

Openbaar maken inspectierapport : 23-04-2015

(11)

11 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 05-03-2015

Sport - BSO te IJSSELSTEIN UT

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1

1. Een buitenschoolse opvang, een kinderdagverblijf, een gastouder- bureau of een voorziening voor gastouderopvang wordt niet in exploitatie genomen voordat een onderzoek door de