• No results found

Inhoudsopgave. 1. Voorwoord 3 2. Wenperiode nieuw kind 3 3. Hulp bij het wennen 3 4. Kinderen die moeilijker wennen 4

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inhoudsopgave. 1. Voorwoord 3 2. Wenperiode nieuw kind 3 3. Hulp bij het wennen 3 4. Kinderen die moeilijker wennen 4"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wenbeleid peuters

Juni 2019

(2)

Inhoudsopgave

1. Voorwoord 3

2. Wenperiode nieuw kind 3

3. Hulp bij het wennen 3

4. Kinderen die moeilijker wennen 4

(3)

1. Voorwoord

Wij vinden het belangrijk dat een kind eerst een wenperiode krijgt voordat het naar de

peuterspeelzaal komt. Zo krijgt het de kans om op een geleidelijke maar toch structurele wijze vertrouwd te raken met de nieuwe omgeving, pedagogisch medewerkers en kinderen. Ook voor de ouders is het prettig om vertrouwd te raken met de situatie en de zorg voor het kind

geleidelijk uit handen te geven. Tevens is er tijdens de wenperiode meer kans om even met de pedagogisch medewerkers te communiceren over het welbevinden van het kind. Er zijn dan over het algemeen geen andere ouders op de groep. De pedagogisch medewerkers hebben door deze momenten ook extra de tijd om een kind beter te leren kennen.

2. Wenperiode nieuw kind

Ongeveer een maand voor de plaatsing krijgen de ouders van het nieuwe kind een welkomstmail. Hierin staan allerlei belangrijke zaken over de eerste dag naar de

peuterspeelzaal. De ouders en het kind worden in deze maand uitgenodigd om een paar keer een half uurtje te komen kijken en spelen op de peuterspeelzaal. Het kind kan met ouders en/of verzorgers op de groep komen spelen en van een afstandje meekijken hoe de ochtend/middag verloopt. Wie weet wil hij/zij ook al even aan tafel komen zitten bij de rest of een activiteit meedoen. Wij vinden het belangrijk dat het kind op deze manier geleidelijk aan de pedagogisch medewerkers en kinderen went, maar ook dat de ouders de mogelijkheid hebben om mee te kijken hoe de pedagogisch medewerkers omgaan met de kinderen. De wen-/kijkafspraken worden van tevoren afgesproken met een van de vaste medewerkers.

Dan komt het moment van de eerste keer alleen naar de peuterspeelzaal. Gedurende de ochtend houden wij contact met de ouders (telefonisch, of via WhatsApp) Wij kijken hoe het gaat met het kind en zullen gedurende de ochtend bepalen of de peuter het tot 11.45 redt of dat het voor de eerste keer misschien beter is om hem/haar iets eerder op te halen. Dit is per kind verschillend.

De pedagogisch medewerkers die op de groep staan zijn hier zo ervaren mee dat zij dit goed kunnen inschatten en aangeven op de ochtend zelf. Wij adviseren daarom in ieder geval de eerste ochtend/middag nog geen afspraken te plannen en telefonisch goed bereikbaar te zijn.

3. Hulp bij het wennen

We proberen tijdens het wennen de nieuwe kinderen het gevoel te geven dat ze welkom zijn en zich veilig kunnen voelen, ook al zijn ze in een nieuwe omgeving met andere pedagogisch medewerkers en kinderen.

(4)

Dit proberen wij te bereiken door verschillende technieken toe te passen tijdens de wenperiode van het kind. Een aantal voorbeelden:

• De pedagogisch medewerker helpt het kind met spelen door zelf mee te spelen.

• De pedagogisch medewerker vertelt duidelijk wat er gaat gebeuren zoals: ‘we gaan nu wat drinken’ ‘We gaan nu je luier verschonen’ etc. Kinderen voelen zich veiliger als ze weten wat er gaat gebeuren.

• Als het kind naar zijn papa of mama vraagt of naar pedagogisch medewerkers van de vorige groep, vertellen wij dat ze hem straks weer komen ophalen en dat papa en mama altijd weer terugkomen.

• Tevens nemen we de tijd om samen met de kinderen kennis te maken met het nieuwe kind door bijvoorbeeld een kennismakingsliedje te zingen aan tafel.

• Ook voor ouders is het vaak een ingrijpende gebeurtenis als hun kind voor het eerst naar de peuterspeelzaal gaat. Het kind kan het afscheid even een moeilijk moment vinden.

Ouders/verzorgers weten soms niet hoe ze daar mee om kunnen gaan. Als pedagogisch medewerker proberen wij de ouders/verzorgers daarbij te helpen. Dit doen we mede door:

o Tijd te maken voor de nieuwe ouder en het nieuwe kind

o Te helpen bij het afscheid nemen van het kind. Door het kind van de ouder over te nemen en met het kind te gaan zwaaien. Het is belangrijk dat de ouder één keer

afscheid neemt en niet elke keer terugkomt voor bijvoorbeeld nog een knuffel. Ook al is het voor ouders moeilijk als ze een huilend kind moeten achterlaten Een duidelijk afscheid maakt het duidelijk voor het kind.

o Aan te bieden dat ouders altijd kunnen bellen om te vragen hoe het met hun kind gaat.

Dit gebeurt bijvoorbeeld na een moeilijk afscheid.

o Tips te vragen aan ouders over het kind. Bijvoorbeeld over waar een kind graag mee speelt of wat het graag lust.

o Bij ouders informeren hoe het kind het wennen heeft ervaren en of ouders tevreden zijn over de gang van zaken tijdens het wennen.

4. Kinderen die moeilijker wennen

Over het algemeen gaat het wenproces heel gemoedelijk, maar sommige kinderen hebben het toch wat moeilijker met het afscheid nemen.

Voor een ouder kan het dan heel moeilijk zijn om het kind te brengen omdat het zich letterlijk aan de ouder vastklampt. De pedagogisch medewerker kan hierbij helpen door het kind rustig aan te spreken en uiteindelijk het kind over te nemen van de ouder. Ook hierbij is het ontzettend belangrijk om duidelijkheid naar het kind te scheppen en één keer afscheid te nemen, ook al gaat het kind huilen als de ouder wegloopt.

(5)

Als een kind huilt als de ouders weggaan, betekent dit dat het kind moeite heeft met afscheid nemen. Het wil niet zeggen dat het kind het niet naar zijn zin heeft. De uitspraak “Als u weg bent, is het zo over” klopt bijna altijd. Is dat niet het geval, dan worden de ouders altijd gebeld. Het kan ook zijn dat het kind even niets van de pedagogisch medewerker wil hebben en niet opgetild wil worden. Hierdoor kan zij ervoor kiezen om het kind even te laten gaan en het pas op schoot te nemen als het weer open staat voor contact.

Wel zal zij in de buurt blijven. Ze zal proberen het kind te troosten, af te leiden en te betrekken bij de andere kinderen van de groep. Om een wenkindje te troosten kan bijvoorbeeld een knuffel of doekje van thuis goed helpen. Het kind heeft dan iets herkenbaars.

Factoren die het wennen wat moeilijker kunnen maken zijn:

• Het temperament van het kind

• Ouders laten hun kind soms moeilijk los en dit voelt het kind aan. Het is belangrijk hier als pedagogisch medewerker begrip voor te hebben. Wel moet er duidelijk afscheid genomen worden.

Wat kunnen de pedagogisch medewerkers doen om angstige kinderen te helpen?

• Het kind laten weten dat we het begrijpen, het is ook moeilijk, maar wij zijn er voor je.

Gevoel van veiligheid bieden, door bijvoorbeeld dezelfde liedjes te zingen die er thuis gezongen worden

• Lichamelijk contact zoeken, maar ook proberen op afstand contact te hebben

• Oogcontact langzaam opbouwen

• Vertrouwen winnen

• In de buurt blijven

Soms kan het bij het wennen in de groep juist prettig zijn even van de groep af te gaan (de gymzaal, gang of klassen samen bekijken). Een kind komt dan even tot rust en heeft alle aandacht van de pedagogisch medewerker en het geeft ook wat rust in de groep. Wanneer uit het gedrag van het kind valt op te maken dat het moeilijk wennen kan, wordt in overleg met de ouders de wenperiode verlengd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor de ouderenzorg werd bovendien een infographic ontwikkeld die kan gebruikt worden om het gesprek over diversiteitsensitieve zorg aan te gaan, ervaringen uit te wisselen en

Kort voor de stuwdam leidt de markering geel kruis rechtsaf omhoog door het Kastelberg- wald naar de uitzichtrijk gelegen Ferme Auberge Kastelbergwasen (5) en eveneens

In 2019 zijn door de AV onder meer kleuters in het SBO (maart 2019), het bestuursverslag 2018, het voorstel werkwijze jaarcyclus, de benoeming van een nieuwe voorzitter AV (juni

Key

Passende ondersteuning zodat inwoner weer veilig woont en zoveel mogelijk kan participeren in de samenleving. - Algemene voorzieningen - Maatwerkvoorzieningen, eventueel

We volgen het pad rechtdoor, dat door een soortenrijk gemengd bos omhoog slingert naar het meer Nedre Birisjøtjønne. Na een passage met planken door het moeras bereikt het

In het Armoedebeleid Hillegom (2019-2022 ) vastgesteld door de raad in 2019, is besloten dat de resterende armoedegelden (beschikbaar vanaf 2016) jaarlijks meegenomen wordt naar de

voorkeursgrenswaarde bedraagt 48 dB. Indien niet aan de voorkeursgrenswaarde kan worden voldaan, kan onder voorwaarden een hogere grenswaarde worden vastgesteld. De