PALLIATIEVE THERAPIE BIJ PULMONAIRE PROBLEMEN
Dr Anneke Lefebure
19 februari 2022
Inleiding
COPD is in onze westerse wereld de derde meest voorkomende oorzaak van mortaliteit
Ongeveer helft van COPD-patiënten sterft binnen de twee jaar na ziekenhuisopname
Hartfalen komt daarbij frequent geassocieerd, en verhoogde kans op bronchuscarcinoom dus regelmatig gemengde pathologie
Dyspnoe is de meest voorkomende klacht bij ‘terminale’ patiënten, zowel bij long- en hart- als bij kankerpatiënten
Pulmonaire symptomen terminale pten
DYSPNOE: belangrijkste symptoom
Bij COPD tot 94 % van de patiënten
Bij kankerpatiënten tot 70% in de laatste weken
Gaat gepaard verminderde QoL= TOTALE DYSPNOE
Fysisch: AH is werken, verminderde inspanningscapaciteit Emotioneel: angst, frustratie,…
Spiritueel: confrontatie met einde leven Sociaal: deelnemen aan sociaal leven Controle-verlies
Pulmonaire symptomen terminale pten
DYSPNOE: belangrijkste symptoom Kan veroorzaakt worden door:
ziekte zelf:COPD, hartfalen, obstruerende long-of NKO-kanker, lymfangitis carcinomatosa
Complicaties: (slik)pneumonie, longembool, maligne pleura- of pericardvocht…
Behandeling: na pneumectomie of bestraling (ook bv voor borstkanker), anemie…
Co-morbiditeit: eiwit-tekort, cachexie, spierzwakte door cortico’s…..
Niet altijd goed in te schatten als we patiënt alleen liggend zien;
verpleging soms beter zicht op; wat deed patiënt vroeger en kan hij niet meer
Pulmonaire symptomen terminale pten
SUFHEID: door CO2-retentie:
bij obstructief (COPD) en restrictief longlijden (zoals ernstige cyfoscoliose)
Verhoogde CO2 werkt niet meer als respiratoire drive
Patiënt wordt paradoxaal rustiger en reageert moeilijk op aanspreken In ‘terminaal’ stadium is behandeling soms NIET meer gewenst !
Pulmonaire symptomen terminale pten
HOEST: ‘normale reactie’ van het AH-stelsel
productief bij COPD, vooral als ook bronchiëctasieën of infecties
slijmen kunnen wit, purulent, zeer taai, bloederig… zijn
patiënten met tracheacanule bijzondere aandacht - kunnen stikken!
prikkelhoest bij bronchuscarcinoom centraal (zeker als lymfangitis carcinomatosa of pleuravocht), reflux, radiatiepneumonitis,
medicatie...
Pulmonaire symptomen terminale pten
HEMOPTOE (minder frequent)
Bij centraal bronchuscarcinoom (in 24 %) en soms massief (>600 ml/24 h) Ook regelmatig bij bronchiëctasieën
Verder ook bij infecties, longembool, longoedeem, stollingsstoornissen ZEER beangstigend zowel voor patiënt als omgeving, zelfs als minimaal
Pulmonaire symptomen terminale pten
HIK: kan pulmonair, GI of centraal veroorzaakt:
Irritatie van de N. vagus laryngo/faryngeale tak, thoracale tak (reflux, pneumonie) als abdominale tak (MEESTAL)
Irritatie van de N. phrenicus
Diafragma (absces, tumor) Mediastinaal (tumor, LN) Cervicaal (tumor, LN)
CZS
Is ZEER vermoeiend; kan zelfs ‘s nachts doorgaan !
Palliatieve therapie bij pulm problemen
Is gericht op comfortverbetering
MOET gericht op symptoombestrijding
Curatieve insteek soms helemaal verlaten
Bestaat soms uit AFBOUW van een deel van de therapie
Zou ook psychologische begeleiding van patient en familie moeten inhouden
Kan maar goed worden ingesteld als er ook gesprekken over ACP plaatsvinden
Therapie bij DYSPNOE
Kan/Zinvol oorzaak behandelen (1)
Aerosols met bronchodilatoren (Combivent of Duovent); soms ter vervanging van puffs , ALS PATIENT HET WIL
Cortisone: geeft ook welbevinden en toename van eetlust:
PO Medrol 32 mg tijdelijk; soms medrol 8 mg in onderhoud SC zoals Aacidexam 5 mg (minder pijnlijk dan Solumedrol SC) IV (IM) bv Solumedrol 1-2X 40 mg
Antibiotica bij infectie
Diuretica bij hartdecompensatie
LMWH/DOAC bij longembool (NADEEL: bloedingen)
Transfusie bij anemie; als Hg boven 8 g/100 ml niet nodig
Therapie bij DYSPNOE
Kan/Zinvol oorzaak behandelen (2)
Obstruerend bronchuscarcinoom nog behandelen ?
Lasering 1-ig via rigide bronchoscopie; soms met endobronchiale STENT
Radiotherapie endobronchiaal of flash radiotherapie extern: organiseren duurt dagen- weken !
Pleuravocht nog behandelen ?
Evacuerende punctie(s)
Thoraxdrain/ Heimlich-klep zodat continue evacuatie Pleuroscopie met pleurodese:
als GEEN ‘trapped’ long
als pleurapunctie te kortdurend effectief
als levensverwachting nog enkele maand(en)
(NIV)
Therapie bij DYSPNOE
Comforttherapie (1)
Angst behandelen:
Relaxatie-therapie
Benzodiazepines zoals temesta SL, xanax PO of dormicum 2,5 mg SC (oppassen paradoxaal delirium als preterminaal !)
antidepressivum ? nortryptiline (Nortrilen); mirtazapine (Remergon) Morfine
5 mg PO, SC acuut of preventief; geeft zelden AH-depressie Transdermaal: vaste dosis (bv wegens pijn) 25-50% optitreren
Combi Morfine-Dormicum
Zuurstof ? soms placebo-effect MAAR verhoogt meestal comfort van patiënt
Therapie bij DYSPNOE
Comforttherapie (2)
ZUURSTOF ?:
‘in principe’ niet nodig bij sat boven 90 %
‘in principe’ niet nodig als geen respiratoire distress lage dosis 1-2L/minuut meestal voldoende
Bevochtiger alleen nodig bij hoge flows rond 4 L/min kan thuis aangevraagd worden via:
Palliatief statuut en kan dan lang geplaatst worden: meestal concentrator
Acute zuurstof kan 3 keer 1 maand per jaar, aanvraag ziekenkas en maandelijks voorschrijven;
concentrator en/of flessen
Als wordt opgestart moet CO2-retentie gedoogd worden
Therapie bij DYSPNOE
Comforttherapie (3)
Patiënt en familie leren omgaan met dyspnoe
Krachten en inspanningen leren verdelen Rustpauzes leren inbouwen
Omgeving aanpassen: prikkels zoals luchtverfrissers mijden; raam open;
luchtbevochtigers
Aerosols soms STOPPEN (tachycardie en verstikkingsgevoel) Houding door patiënt laten kiezen:
Dikwijls rechtzittend
Bij pleuravocht op aangetaste zijde liggen
Looprekje
Gezicht verfrissen; kleine handventilator
Therapie bij DYSPNOE
Comforttherapie (4)
Vastzittende secreties:
Soms toch nog laten aspireren (bv bij tracheacanule) of bronchiaal toilet
=MAAR: aspireren wordt dikwijls als zeer onaangenaam ervaren !
Vernevelen met acetylcysteine, aerosol met combivent + 15-30 druppels bisolvon (of met NaCl 3 % = zeer onaangenaam en veroorzaakt hoestbuien)
DUS: frequent eerder onderdrukken met atropine 0,5 mg SC, scopolamine 0,25 mg SC, buscopan 1 amp SC of buscopan/scopolamine-drip (terminale fase)
Therapie bij DYSPNOE
Kiezen voor zuivere comforttherapie (5)
Bij terminale patiënt in extreme dyspnoe - liefst als al besproken in het kader van ACP - kan/moet palliatieve sedatie worden
opgestart
Als wegens dyspnoe sedatie opgestart best niet alleen dormicum maar tweede lijn met morfine
Therapie bij HOESTEN
Kan/Zinvol oorzaak behandelen
Aerosols met mucolytica/mucolytica PO (?) Antibiotica; soms nog in terminale fase !
Medrol/Solu-medrol bv bij lymfangitis carcinomatose, longtumor, COPD-opstoot
Radiotherapie/endobronchiale lasering/endobronchiale stent bij tumor
PPI bij reflux
Diuretica bij hartfalen
Therapie bij HOESTEN
Comforttherapie
Medicatie die hoest veroorzaakt stoppen
Op aangetaste zijde gaan liggen; rechter slapen HOESTREMMERS:
PO hoestfles zonder (Dextromethopan)-met codeïne/Noscapine tablet Codeïne PO bv dafalgan codeine
Aerosol met lokale anesthetica zoals Marcaine/Lidocaine Morfine SC of morfine-drip
Therapie bij SUFHEID door CO
2-RETENTIE
Symptoom dat we in terminale fase meestal niet behandelen, zeker als ACP is besproken
MAAR ZELDEN nog tijdelijk BIPAP (Bilevel Positive Airway Pressure):
= op intensieve zorgen met nauw aansluitend masker !!
Om patiënt de kans te geven met familie te praten en dingen te regelen; moet dan duidelijk uitgelegd worden en BIPAP moet goed verdragen worden
is DNR 2-BELEID MET AANBIEDEN BIPAP: bedoeling ervan met patiënt op voorhand bespreken want BIPAP onaangenaam; tijdslimiet bespreken !
EN: tijdens therapie regelmatige opvolging met patiënt en familie nodig
Therapie bij HEMOPTOE
Kan/Zinvol oorzaak behandelen
Algemeen: Exacyl, stop antico-asaflow e.d.; soms START antico (longembool); AB
Lokaal: (flash)radiotherapie of lasering
Als redelijk veel bloed, patiënt op aangetaste zijde leggen
Therapie bij HEMOPTOE
Comforttherapie
Hoestremmers
ALS massief, dan palliatieve sedatie met dormicum en best ook morfine: flinke bolus en hoog starten
SEDATIE zou bij de standing orders moeten staan indien mogelijkheid van massieve hemoptoe bestaat
Therapie bij HIK
Niet-medicamenteuze trukjes door stimulatie van de n. phrenicus zoals Valsava-maneuver
Medicamenteus:
Primperan of Motilium
Lioresal(baclofen)2 X 10 mg-Lyrica 2X 75 mg/dag (spierrelaxerend) Haldol 3-4 X 10 druppels/dag (centraal)
Chloorpromazine chloorhydraat 10-25 mg (zetpil)/dag STERK sederend
als onderliggende oorzaak (bv reflux) ook behandelen
blijft een moeilijk te onderdrukken symptoom
BESLUIT
Dyspnoe meest belangrijke klacht bij terminale patiënten, tot 70%
in de laatste weken
Symptoomcontrole en comfort moeten onze belangrijkste betrachting zijn
Curatieve ‘reflex’ meestal naar de achtergrond
Morfine en Medrol helpen voor vele pulmonaire symptomen