• No results found

België: dure koop voor slechte kwaliteit

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "België: dure koop voor slechte kwaliteit"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

e 1,95

69

ste

jaargang • nummer 41 • woensdag 9 oktober 2013 Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...

België: dure koop voor slechte kwaliteit

Di Rupo kwam voor een afgeladen volle zaal studenten het Belgische recept uit de doeken doen. Want hij en zijn regering zijn uitstekend bezig. Deze regeringsploeg vond een goede mix om de crisis te doorstaan, veel beter dan het kapotbezuinigende Nederland, vindt onze Belgische premier.

Geen paniek evenwel voor de aanko- mende staatslui die zich in 2014 willen aanbieden aan de kiezers. Er is nog werk op de plank. Ze dreigen niet werkloos te worden. Dat is zeker goed nieuws aange- zien de werkloosheidscijfers in dit land niet zijn om over naar huis te schrijven, goede mix of geen goede mix. Twee dagen na Di Rupo’s nummertje in de Gentse Universi- teit moesten de kranten berichten dat de Waalse werkloosheid de zevende maand op rij toeneemt. In Wallonië zit nu 14,7 pro- cent van de actieve (nu ja) bevolking zon- der baan. Vlaanderen doet het opmerkelijk beter, met 8 procent, maar in één jaar tijd is dat toch een stijging met zowat 0,8 pro- cent en daarmee zit de Vlaamse werkloos- heid voor het eerst in zeven jaar boven die achtprocentgrens.

De politici zullen niet werkloos zijn, hoe- veel zware klussen Di Rupo ook geklaard heeft. Hij vindt een fundamentele belasting- hervorming noodzakelijk. Niet dat hij een grote belastingverlaging belooft, want vol- gens de PS’er neemt de welvaart af als de belastingen dalen. Om onze modelstaat in stand te houden, zijn hoge heffingen onont- beerlijk.

Overheid en kwaliteit

Tot zover het hoera-optreden. We kunnen Di Rupo niet verwijten dat hij zijn regering verdedigt. Het omgekeerde was pas opval- lend nieuws geweest. Maar in dezelfde week waarin Di Rupo zijn opbeurend gast- college gaf, pakte het Vlaamse netwerk van ondernemingen Voka uit met een ‘waar voor je geld-index’. In die studie vergelijkt Voka hoeveel belastingen we betalen en hoeveel we daar voor terugkrijgen. De stu- die beschouwt 24 Europese landen en rang- schikt die voor een hele reeks meetbare cri- teria, 44 in getal.

In België staat de teller van de overheids- belastingen op 54,9 procent van het bbp.

Alleen Denemarken, Frankrijk en Finland staan nog hoger; wij staan op 4. Polen heft slechts 42,3 procent belastingen, goed voor een 20e plaats. Dat klinkt best wel prettig, maar de geleverde kwaliteit is er ook naar, met een 23e plaats. Kortom, het kost weinig om in Polen te leven maar je krijgt er ook amper iets voor terug. De Finnen dan maar.

Die staan op de derde plaats wat belastin- gen betreft én op de derde plaats qua kwa-

liteit van overheidsdiensten.Een dure zaak maar het levert wel iets op. Helemaal top is natuurlijk Zwitserland: 24e en laatste wat belastingen betreft, 2e in de geleverde kwa- liteit van overheidsdiensten.

Als Voka die 44 criteria op een rijtje zet, eindigt België op de 13e plaats, net in de tweede helft van de reeks. Voor die matige overheidskwaliteit betalen we veel belastin- gen. In de prijs-kwaliteitsverhouding eindigt Di Rupo’s goedemixland op een droevige 20e plaats. Hongarije, Frankrijk, Italië en Griekenland doen het slechter, alle ande- ren doen beter.

Geen nieuwe staatshervorming

Niemand kan ontkennen dat we veel belastingen betalen, maar ons wordt graag ingeprent dat we daar zoveel voor terugkrijgen. Bekijk even mee wat er op de zwarte Belgische lijst staat (steeds op 24 landen): overheidsschuld 22e, percentage beroepsbevolking dat een bedrijf opstart of dat recent deed 23e, aantal stakingsda- gen 22e, aantal zelfmoorden 22e, werkge- legenheidsgraad ouderen 22e, misverhou- dingen op de arbeidsmarkt 21e, verhouding studieprestaties en economische, sociale en culturele status 23e, aandeel wiskunde, wetenschappen en technologie bij gediplo- meerden 20e.

Voka beklemtoont alleen telbare maat- staven te gebruiken en merkt op dat het resultaat nog slechter was geweest als bij- voorbeeld pensioenen of files mee waren opgenomen. ‘Ik vrees dat dit gewoon de realiteit is: België is middelmaat als het om de kwaliteit van zijn welvaart gaat’, zegt hoofdeconoom Stijn Decock, die vervolgt:

‘Er zijn veel Europese landen die met verge- lijkbare belastingdruk veel meer doen voor hun burgers dan wij.’

Er is heel wat meer werk op de plank dan goednieuwsbrenger Di Rupo ons wil wijs- maken. Toch zijn er twee domeinen waar niet meteen nood is aan ingrijpen. Onze premier was klaar en duidelijk: een zevende staatshervorming komt er niet. Kris Peeters vond vorige week nog dat daar wel nood aan is, al wil hij het voorlopig laten bij wat studiewerk in de nieuwe Senaat. Voor Di Rupo is het welletjes geweest.

Een ander thema waar hij al helemaal het zwijgen toe doet: de pensioenen. Daar- mee zit hij op één lijn met vicepremier Johan vande Lanotte, die plots van mening is dat er serieus wordt overdreven met die vergrij- zingskost. Straks zal hij nog beweren dat het een zaak van vooruitziend staatsmanschap was om van zijn veelbesproken Zilverfonds een lege doos te maken.

Eerst de zaak even op een tijdslijn plaat- sen. Vijf jaar lang was Navid Sharifi volslagen onbekend: hij was één van de zovele illegale vreemdelingen die door het steeds opnieuw indienen van een regularisatieaanvraag aan uit- wijzing trachtte te ontsnappen. Plots werden de naam en het dossier van Navid Sharifi in de openbaarheid gegooid, met de actieve steun van zijn advocaat. De media, politici en opinie- makers sprongen daar meteen gretig bovenop.

In Mediargus, de gedigitaliseerde databank van alle Nederlandstalige krantenartikelen, zijn liefst 118 artikelen over ‘onze’ Navid te vinden.

Maar toen maakte de advocaat een fout: hij verklapte dat Navid Sharifi naar eigen zeggen op de vlucht was voor de wraak van de fami- lie van een man die hij levenslang gehandicapt had gemaakt door hem door een glazen tafel te meppen. Met een ‘plop’ verdween de fata mor- gana van de ‘brave loodgieter met een Vlaamse vriendin’ (die Pools bleek te zijn).

Laten we eens nagaan hoe de media met andere dossiers van illegalen omgaan waar door omstandigheden een naam kan opge- kleefd worden. Kent u Kianoush Daraian? Die Iraniër kwam als asielzoeker naar ons land maar werd afgewezen. Toch bleef hij illegaal rondhangen, geholpen door het OCMW dat hem een uitkering en methadon voor zijn drugsverslaving gaf. In november 2010 maakte hij op de rotonde in Melveren bij Sint-Truiden de Vlaamse apothekeres Chantal Thierie in haar auto af met een mes. Kianoush kreeg van het assisenhof vijfentwintig jaar opsluiting aan de broek voor moord. Straffe feiten, zou een mens denken, die onze journalisten, opinie- makers en politici aan het schrijven zullen zet- ten. Het aantal vermeldingen in Mediargus? 48.

Minder dan de helft van die van onze Navid.

Kent u Maen al Yassin? Die Libanees heeft op 1 april 2005 in Duitsland de verkoopster Melanie Dombrowski (25) op een vreselijke manier vermoord. De man vluchtte uit Duits- land en kwam illegaal in België. Hier werd hij vriendelijk opgevangen en ondergebracht in het open opvangcentrum Zon en Zee in Wes-

tende. Foute rechtse politici hadden tegen dat centrum destijds actie gevoerd; ze waarschuw- den voor een veiligheidsrisico. Dat waren uiter- aard ‘racisten’. Op 16 april 2002 stapte Maen de boetiek Artisjok in Nieuwpoort binnen en viel er de 25-jarige Vlaamse winkelierster Kelly Hesters aan. Zij werd voor het leven verminkt, met onder meer 18 messteken, maar ze over- leefde de moordpoging als bij mirakel. Het assisenhof gaf Maen levenslang. Straffe fei- ten, zou een mens toch denken, die onze jour- nalisten, opiniemakers en politici wel aan het schrijven zullen zetten. Het aantal vermeldin- gen in Mediargus: 77. Nog steeds véél minder dan over onze Navid.

Kent u Andrei Grigoriev? Hij vermoordde de weerloze Vlaamse Aurore Ruyffelaere nadat zij op een avond terugkeerde van de Gentse Fees- ten. De man had van de Dienst Vreemdelingen- zaken tot vijf maal toe het bevel gekregen het land te verlaten, maar hij legde al die bevelen eenvoudig naast zich neer. Ondanks die mani- feste onwil werd hij door toenmalig staatsse- cretaris voor Asiel en Migratie Melchior Wathe- let toch geregulariseerd.

Straffe feiten, zou een mens toch denken, die onze journalisten, opiniemakers en politici toch wel aan het schrijven zullen zetten. Aan- tal vermeldingen in Mediargus: 84. Nog altijd fors minder dan onze Navid.

Zo leren we weer iets bij van onze politici, mediamakers en linkse opinieschrijvers. Krijgt een illegaal een naam omdat hij een Vlaamse vrouw vermoordt, verkracht en verminkt, dan is dat niet relevant en niet interessant. Kianoush, Maen en Andrei zijn niet geschikt als naam voor

“de” illegaal. Maar wanneer een illegaal naam krijgt omdat zijn advocaat, zijn familie of één of andere actiegroep besluit de emo-kaart te trekken, dan wordt de naam van die illegaal wel relevant. ‘Navid’ is dan geen naam meer, maar een breekijzer om onze wetgeving onderuit te halen en nog meer illegalen binnen te halen en hier te houden. Misschien moeten we daarover de mening eens vragen van Kelly en de nabe- staanden van Chantal en Aurore.

De naam van “de” illegaal:

Navid, Kianoush, Maen of Andrei?

Navid Sharifi. Er is vorige week in de klassieke media over die illegale Afghaan heel wat gezegd en geschreven. Opvallend was de snelheid waarmee de naam van Navid Sharifi, een voorheen totaal onbekende man, door mediamakers, politici en linkse opiniemakers in de mond genomen werd als betrof het een goede bekende. Hij werd zowaar gebombar- deerd tot ‘brave perfect geïntegreerde Vlaamse loodgieter’.

Politicoloog Carl Devos strikt elk jaar een toppoliticus om zijn eerste les bij het begin van het academiejaar kleur te geven. Dit jaar kwam Elio di Rupo aan de beurt. Het werd een mediagebeuren van de eerste orde. Het openingscol- lege kon rechtstreeks gevolgd worden op knack.be, deredactie.be, standaard.

be en wie weet waar nog allemaal. Je zou haast kunnen zeggen dat ’t Pallie- terke de lezing exclusief niet heeft gebracht.

D eze w ee k

* Johan Vande Lanotte. Het dieptepunt 2

* Hoe omgaan met Waalse onderhandelaars 3

* Edith Cavell en Gabrielle Petit 4

* Roddels uit de Wetstraat 4

* De euforie van het nieuwe België 5

* De onfrisse interne PS-keuken 7

(2)

Actueel

9 oktober 2013

2

Uit de smalle beursstraat

Johan vande Lanotte. Het dieptepunt

Volgens federaal minister van Economie Johan vande Lanotte is er nog voldoende tijd om het vergrijzingsprobleem aan te pakken. De man is nog niet gestorven aan een leugen, maar deze uitspraak slaat wel alles. Zeker omdat de sp.a’er zelf één van de verantwoordelijken is van de precaire toestand van het pensioenstelsel.

“De regeringen moeten stoppen met zagen over de pensioenleef- tijd. Zeggen dat mensen langer moeten werken, haalt niets uit. Laat er ons een positief verhaal van maken. We hebben daar trouwens meer tijd voor dan we denken.” Hij is de negatieve toon over de vergrijzing beu, stelde Vande Lanotte in De Standaard. Volgens de socialist is de vergrijzing een kans want het is toch een goede zaak dat mensen langer leven en vooral gezond langer leven. Dat laatste klopt en het is dan ook de enige waarheid in de analyse van de Oostendenaar.

Waar is de tijd dat Johan vande Lanotte samen met partijgenoot Frank Vandenbroucke waarschuwde voor de verloren jaren omdat we er maar niet in slagen onze overheidsfinanciën en dus de pensi- oenkosten op koers te krijgen? De twee heren deden zo’n oproep in januari 2004. Bijna tien jaar later is er niet veel gebeurd. Ja, er was het Generatiepact en er zijn de maatregelen van de regering-Di Rupo om langer werken aan te moedigen en de vervroegde uittreding strenger te maken. Maar ondertussen is duidelijk dat dit de vergrijzingskosten totaal niet onder controle brengt. Integendeel. De Studiecommissie voor de Vergrijzing berekende dat de meerkosten voor die vergrij- zing tegen 2060 minstens 5,4 procent van het bbp zullen bedragen, omgerekend 19 miljard euro. Een cijfer dat niet realistisch is omdat de studie veel te optimistisch is over de verwachte groei, tewerk- stelling en productiviteitsevolutie. De Commissie zou beter uitpak- ken met het realistischer cijfer van 6,4 procent. Of met het getal van de Europese Commissie: een extra vergrijzingskost van 9,1 procent van het bbp tegen 2060.

Maar dat wil Vande Lanotte niet. Dus geeft de sp.a-minister de opdracht aan de opstellers van het rapport met de meest rooskleu- rige cijfers uit te pakken. Hij krijgt daarbij steevast zijn zin. Het stu-

diewerk komt voort uit het Planbureau, een zeer rood getinte over- heidsdienst. Wanneer Vande Lanotte zijn politieke tegenstanders in de federale regering (vooral de Open Vld) wil intimideren, vraagt hij aan het Planbureau een studie voor te bereiden die in zijn kraam past en die elke kritiek fnuikt. Een jaar geleden paste de keizer van Oost- ende die truc al toe in de discussie over de indexsprong en de her- ziening van het automatisch indexeringsmechanisme.

Overigens, de man draait er zijn hand niet voor om tijdens bud- gettaire discussies via verkeerde cijfers zijn gelijk te halen, tot grote ergernis van de experts van de andere partijen die rond de tafel zitten.

Vande Lanotte behoort duidelijk tot de categorie van pensioen- negationisten. Inzake intellectuele eerlijkheid (over de rest gaan we het niet hebben) bereikt de man nu een absoluut dieptepunt. Het probleem wordt voortdurend weggeredeneerd of zelfs ontkend, ter- wijl België met zijn stijgende vergrijzingsuitgaven tegen een Europese trend ingaat. Door de eurocrisis hebben heel wat landen - ja, ook in Zuid-Europa - maatregelen genomen om de pensioenen betaalbaar te houden. Voor de eurozone bedroegen de meerkosten van de ver- grijzing in 2009 5,2 procent. Dat is sindsdien gedaald naar 4,1 pro- cent. België is een buitenbeentje in Europa aan het worden, maar dan in negatieve zin.

Bovendien heeft Vande Lanotte de mensen lange tijd een rad voor de ogen gedraaid met zijn voodoo-economie rond het lege Zilver- fonds en het Belgacompensioenfonds dat door de overheid schaam- teloos werd aangeslagen. Hij draagt dus zelf een grote verantwoorde- lijkheid voor het feit dat de pensioenbom nog altijd niet is ontmijnd.

Hij gaf de bevolking lang de indruk dat alles onder controle is.

De oplossingen voor het vergrijzingsprobleem zijn in deze rubriek al ettelijke malen opgelijst. De essentie is dat de mensen later met pensioen moeten gaan dan de nu reële uittredeleeftijd van 59,6 jaar.

Ondanks een aantal maatregelen die de uittredeleeftijd moeten ver- hogen, geeft de regering nog altijd het slechte voorbeeld. Zoals met het brugpensioen op 52 jaar voor ex-werknemers van Ford Genk.

Angélique VAnderstrAeten

Het is niet dat hij momenteel beschuldigd kan worden van gebrek aan ervaring. De ener- gie en de vasthoudendheid van de “Vlaamse”

media om de eigen identiteit te ontkennen en de lotsbestemming tegen te werken en aan te vallen, zijn een betere zaak waardig. Vanuit die invalshoek bekeken, verliest het gros van al die tegenwerkingen en aanvallen zijn betekenis, en wordt het besef steeds groter dat het meer om de aanval op zich gaat dan waar die voor staat.

In Antwerpen weet men daar beter dan waar ook alles van. Worden de gesloten oppositie- gelederen niet stilaan hondsmoe van de woor- denkramerij die in veel gevallen naar potsier- lijkheid neigt? De onwaarschijnlijke heisa in lezersrubrieken van kranten rond een “totaal verkeerde houding” van burgemeester De Wever bij de middeleeuwse “blijde intrede”

van Filip en Mathilde is, in afwachting van “nog beter”, de exponent ter zake. Men mag ervan uitgaan dat BDW, gelukkig voor hem, te verstan-

dig is om zijn gemoedsrust in het gedrang te laten brengen door negen van elke tien gelan- ceerde aanvallen tegen zijn persoon, zijn par- tij, zijn stadsbestuur en zijn ideeën.

“Target”

Er rest dan wel die elke tiende aanval, deels gestoeld op onwil om toestanden te beoorde- len zoals ze zijn, deels op gebrek aan kennis van zaken, deels op “gewenning” om elk woord van een gemeenschappelijk politiek “target” af te doen als onrealistisch, liefst van al nog als onzinnig.

Dergelijke aanvallen verdienen meer aan- dacht dan een eenvoudig schouderophalen.

De losgebroken linkse kritiek op de door De Wever en zijn beleidsploeg op gang getrokken

“war on drugs” is een treffend voorbeeld. In het hol van de leeuw, al dan niet toevallig, kwam de Gentse professor Tom Decorte zijn studie

“lokale detailhandel in drugs in Antwerpen”

Elke tiende aanval

Er zijn twee Vlaamse strekkingen. De groei van de ene stagneert, maar die strekking blijft zich knus voelen onder de Belgische knoet. De andere zet zich daar steeds meer tegen af en groeit navenant. Probleem voor dat groeiproces is dat de vierde macht, bekend als “de media”, quasi voltallig blijft aanschurken tegen “de kracht van de knoet”.

Tot de verkiezingen van volgend jaar, en allicht ook erna, zal Bart de Wever, vaandeldra- ger van “de kracht van verandering”, blijven ervaren wat dat betekent.

toelichten. Dat wil zeggen dat hij in zijn door de linkse politieke kerk geïnspireerde speech geen spaander heel liet van het door De Wever en co geïntroduceerde drugsbeleid.

De man orakelde dat straatdealers ook maar slachtoffers zijn van het overbekende “gebrek aan kansen” en dat “men” – lees: De Wever – beter zou doen die mensen een fatsoenlijke job en dito woonst te geven dan er repressief tegen op te treden.

Om te beginnen, aldus de emeritus, zou de Antwerpse burgemeester er goed aan doen beter naar de hulpverleners – lees: “die van ons” – te luisteren, in plaats van de regie in handen van de politie en het parket te leggen.

Daardoor verloren hulpverleners hun geloof- waardigheid. “Pak de grote vissen aan en laat straatdealers en gebruikers ongemoeid”, was de toon van zijn betoog.

Zonder het met zoveel woorden te zeggen, pleitte Decorte in feite voor maatregelen zoals het oprichten van een “gebruikersruimte” voor verslaafden, in een “laat maar waaien”-beleid dat de voorbije decennia geleid heeft tot een voorkeur om het abnormale te normaliseren, in Antwerpen en elders. Decorte citeerde nog net niet wat hij in een opiniestuk in De Stan- daard wel deed en BDW ervan beschuldigde dat hij met zijn drugsboetes alleen maar de stadskas wil spijzen. In werkelijkheid komen die boetes bij de ontvanger van penale boe- tes terecht, een dienst van het federale minis- terie van Financiën.

Verbale stalinorgels

Wat Decorte nog zei, was dat de Antwerpse aanpak van het drugsprobleem zuiver geld- verspilling is en tot geen enkel positief resul- taat zal leiden. Op dat moment kon hij nog niet vermoeden dat zijn standpunt om de door hem aanbeden “laat maar waaien”-doctrine in het plaatsje Blaimont, bij Dinant, een dodelijk slachtoffer zou eisen.

Een 17-jarige knaap uit Herentals had samen met vriendinnen en vrienden een bungalow gehuurd en tot “gebruiksruimte” voor een drugsfeestje herleid. Een overdosis van het spul werd de jongen fataal. Waar en bij wie de drugs waren aangekocht, laat zich raden. Het belette niet dat professor Decorte zijn stand- punten nog eens mocht komen toelichten bij ATV, het rode Antwerpse zendertje. Wie daar ontbrak, was procureur Herman Dams, over- tuigde medestander van de oorlog tegen drugs.

Hij kon dus niet herhalen wat hij eerder als repliek had geformuleerd aan het adres van de Gentse “ziener”.

“Die man lukt uit zijn nek, beschamend voor een wetenschapper”, klonk het in zijn bekende rechttoe-rechtaanstijl. “We jagen al twintig jaar lang op de leiders van de drugsmaffia. We spo- ren hen op en proberen ze kaal te plukken. En dan komt die prof hier vertellen dat we de grote vissen ongemoeid laten.”

Zijn slotopmerking, “Serieus blijven hé!”, klonk als een boutade maar dient onthouden als een met bittere smaak gekruid verzoek zich als de wetenschapper die professor Tom Decorte wil zijn, zich niet in te laten met maar afstand te nemen van vuile politieke spelletjes.

Die kunnen al op meer dan voldoende “good- will” rekenen van de “Vlaamse” media die, zij aan zij met en in steun van de “kracht van de knoet”, geen kans laten liggen om de heraut van de “kracht van verandering” en diens par- tij met hun verbale stalinorgels te bestoken.

d.Mol

Komt de moordenaar van Pim Fortuyn op vrije voeten?

In Nederland is de laatste dagen com- motie ontstaan rond de milieuactivist die elf jaar geleden de rechtse politi- cus Pim Fortuyn vermoordde. Volkert van der G. maakt namelijk kans bin- nenkort vrij te komen, onder de vorm van proefverlof.

Staatssecretaris Fred Teeven van de libe- rale VVD zal deze week beslissen of Fortuyns moordenaar vrolijk zijn cel mag verlaten.

De ironie wil dat Teeven de man was die destijds Fortuyn opvolgde als lijsttrekker bij Leefbaar Nederland. Fortuyn werd bij die partij namelijk aan de deur gezet omwille van zijn standpunten aangaande de islam.

Naar alle waarschijnlijkheid zal Teeven de moordenaar van Fortuyn geen proefver- lof toestaan. Los daarvan, dringt een lugu- bere gedachte steeds meer tot het Neder- landse volk door. Volgend jaar zal Volkert van der G. normaal gesproken definitief vrij- komen. Daar zal de staatssecretaris, gezien de scheiding der machten, niets aan kun- nen verhelpen. Een petitie waarin gevraagd wordt de beul in de cel te houden, telt al meer dan 43.000 handtekeningen. Ook die petitie zal echter geen soelaas bieden, aan- gezien voze Volkert zich “goed gedragen”

heeft en dus strafvermindering krijgt.

We raden de dierenrechtenactivist alvast een goede plastisch chirurg aan. Er lopen bij onze noorderburen ongetwijfeld nog wel wat Fortuyn-aanhangers rond die Vol- kert, eens hij op vrije voeten is, graag met een honkbalknuppel zouden willen bewer- ken. Hoe zou het trouwens zijn met die die- renliefhebber bij ons in Vlaanderen? Chris – “Dieren in Nesten” – Dusauchoit stelde destijds in een Radio 1-programma dat hij

“geen slecht gevoel had bij de moord op For- tuyn”. “Eentje neer, nog twintig van die men- sen te gaan”, aldus de gore vent van Maya Detiège (sp.a).

We vermoeden dat ook op de redac- tie van De Morgen de champagnekurken zullen knallen wanneer de meest gehate Nederlander de gevangenis achter zich laat.

Iedereen heeft volgens links tenslotte recht op een tweede kans, nietwaar?

lVs

(3)

Actueel 9 oktober 2013 3

Hoop in bange dagen voor de tsjeven

Mijnheer de gedoodverfde,

Gij zijt dus kandidaat om uzelf op te vol- gen als voorzitter van de tsjevenpartij. Gij moet voor al die anderen die zich geen kan- didaat durven stellen de man blijven die de lamp brandend houdt in tijden van wind en storm in het politieke landschap. Er waren tijden dat in uw partij meerdere ambitieuze kandidaten zich verdrongen om die post in de wacht te slepen.

Na de achtereenvolgende verkiezingsde- bacles is daar enige verandering in geko- men. Men kijkt eensgezind de andere kant op. Het wordt een verkiezingsdag met slechts één kandidaat. Waar zijn de tijden toen zich bij Vlaams Belang maar één kan- didaat-voorzitter aandiende en er gespro- ken werd van ‘ondemocratisch’, ‘dictatuur’

en meer van dat fraais? Ondertussen heeft Vlaams Belang zich dermate hervormd dat haar jongste voorzittersverkiezingen voor heel Vlaanderen model kunnen staan!

Gij staat voor een loodzware opdracht, dat is voor iedereen duidelijk. Om meteen de grootste zever en de ergste miserie uit de wereld te helpen, belooft gij er voor te zul- len zorgen dat half november al de namen zullen bekendgemaakt worden van alle lijst- trekkers voor de Kamer en het Vlaams Par- lement. Gij weet maar al te goed dat als gij daarmee wacht tot in het voorjaar de stam- menoorlogen niet meer in de hand te hou- den zullen zijn.

Korte metten en een korte pijn, dus. Of dat de volgende weken allemaal vlot zal lopen, valt af te wachten, maar ik heb er begrip voor dat gij de zwaarste klus eerst zult wil- len klaren. Zo kunt gij de lijsttrekkers belas- ten met de verdere lijstvorming en kunt gij uw handen vrijhouden om geen al te kwade vrienden te maken wanneer de strijd om de dure plaatsjes losbarst.

Gij zegt naar 20 procent van de stemmen te willen streven. Dat is mooi, maar dat is een heel pak minder dan de 23 procent in 2009, terwijl daar in 2010 én in de recent- ste peilingen nog maar 17 procent van over- schoot. Met 6 procent minder moet gij het

met heel wat minder verkozenen stellen…

In Vlaanderen is men niet vergeten hoe gij in hoogsteigen persoon tijdens de fameuze onderhandelingen voor de huidige rege- ring de ene toegeving na de andere hebt gedaan, gaande van BHV en de Randge- meenten naar de erg schrale fiscale auto- nomie.

Gij hebt u als chef van de staatsbehou- dende partij dicht bij Di Rupo aangeschurkt, waarmee gij door regeringsdeelname het grootste onheil over uw partij nog een poos hebt kunnen afwenden. Er zijn er velen in uw partij die opnieuw in die zin op u rekenen.

Daarnaast hebt gij altijd verkondigd dat er een verjongings- en vernieuwingsopera- tie in uw partij moest ingezet worden. Gij houdt daar klaarblijkelijk nog altijd aan vast, terwijl de bedenkers ervan, Vervotje en Henri Torfs, allang van het toneel verdwe- nen zijn om elders soelaas te vinden. Van die fameuze Innesto-operatie is geen spat meer te merken. Het is hooguit wat cosme- tica om uw interne doelstellingen nog een vleugje geloofwaardigheid te geven, maar meer zeker niet.

Hoewel gij ooit hebt gezworen alleen mét de N-VA in de regering te treden (om hen te verbranden en daar dan de vruchten van te plukken), kwaamt gij in de lange poli- tieke crisis tot het inzicht dat het ook wel zonder hen kon, en dat een stevig bondge- nootschap met Kris Peeters misschien wel een betere formule was om hen op afstand te houden en de maskers af te rukken. Niet voor niets dat gij hem als campagneboeg- beeld zult uitspelen.

Er komen drukke en zware tijden op u af.

Gij zult staande ovaties krijgen op congres- sen, alleen al van degenen die blij zijn dat de kelk van die k**tejob aan hen is voorbij- gegaan. Tussendoor kijken zij hun bankreke- ning nog eens na, want dat zal hun criterium zijn om zich achter u te scharen. Ongeacht de boodschap die verkondigd wordt, is het bij de tsjeven niet anders dan elders: voor

’t geld danst den beer. Nietwaar?!

Briefje aan Wouter Beke

Het Vlaams Instituut voor Economie en Samenleving vierde afgelopen woensdag zijn eerste lustrum in de Universiteitshallen van de eerbiedwaardige Leuvense Alma Mater. Het instituut werd opgericht op initiatief van oud- KBC-baas Remi Vermeiren en een vijftiental vooraanstaande Vlaamse zakenlui en acade- mici. Zij leverden aanvankelijk zelf alle centen – Vlaamse centen. Het budget groeide dank- zij de inzet van het mecenaat van de vzw PRO VIVES, maar vooral door recente toelages van de Vlaamse Overheid en VOKA, die thans het leeuwendeel van de werkingskosten voor hun rekening nemen. Het kleine instituut groeide zodoende op vijf jaar tijd tot een internationaal gereputeerd centrum.

De oprichting van VIVES ging met enige tegenkanting gepaard. Uit linkse en belgicisti- sche hoek (De Morgen, PVDA, et cetera) werd af en toe gepoogd een lastercampagne op te zetten. Ook aan de KU Leuven moest aanvan- kelijk wat weerstand overwonnen worden.

VIVES werd – door de link met zijn Vlaams- gezinde geldschieters – verweten een onder- zoekscentrum ten dienste van de V-partijen te zijn. VIVES levert immers steevast goede acade- misch onderbouwde munitie voor het politieke debat rond transfers en staatshervorming, tot spijt van wie het benijdt – en dat zijn er velen.

Het is moeilijk voor te stellen, maar tot voor enkele jaren rustte er nog een academisch taboe op onderwerpen als begrotingsfedera- lisme, regionaal arbeidsmarktbeleid, interregi- onale geldstromen (een verbloeming van trans- fers) en de optimale grootte van landen en staatstructuren.

Wanneer men het huidige maatschappelijke debat over transfers en de optimale staats- vorm met dat van vijf jaar geleden vergelijkt,

kan men niet anders dan vaststellen dat VIVES een grote rol heeft gespeeld. VIVES vulde een leemte op. Het instituut levert rationeel onder- bouwde analyses en cijfermateriaal. Het zorgt voor ronkende titels in Trends en kwaliteits- kranten als De Tijd. De VIVES-onderzoeken cir- culeren op menige studiedienst. Toekomstige studies van het maatschappelijke en politieke debat in Vlaanderen zullen met zekerheid de belangrijke bijdrage van VIVES hieraan onder- kennen. De kritiek dat VIVES het woord preekt van zijn geldschieters is onterecht gebleken.

VIVES stelt de kritische academische onafhan- kelijk prioritair en zo hoort het ook. Op inter- nationaal vlak weet het instituut thans te over- tuigen door vele wetenschappelijke publicaties in gerenommeerde tijdschriften en door de samenwerking met topuniversiteiten.

De lustrumviering in de plechtige atmos- feer van de promotiezaal werd onder de min- achtende blik van de geportretteerde kardi- naal Mercier geopend door N-VA-politicus en vicerector Danny Pieters - o tempora, o mores!

De wat sippe Pieters - hij was die dag net

“gebelgd” met de soap rond zijn vertrekpremie - benadrukte de belangrijke maatschappelijke opdracht die VIVES vervult. Na Pieters’ inlei- ding volgden interessante toespraken van Eric Buyst (directeur van VIVES), Koenraad Debac- kere (voorzitter van de raad der wijzen van Vlaanderen in Actie) en Paolo Malanima. Deze goede ziel en internationaal gereputeerde spe- cialist lichtte de Noord-Zuidverschillen in Ita- lië toe. De Belgische situatie kent hij opmer- kelijk goed. Professor Joep Konings leidde de sprekers uit. Een tot in de puntjes verzorgde receptie bood het voorname gezelschap de gelegenheid na te praten en te ‘netwerken’. Ad multos annos!

Vijf jaar VIVES Hoe omgaan met Waalse

onderhandelaars

De Vlamingen die in het vorig nummer van dit blad op de voorpagina werden geci- teerd, naar aanleiding van het overlijden van François Perin, hadden geen ongelijk.

Die man was bekwaam, hij bezat een zekere charme en hij was zelfs niet humor- loos. Ze vergaten er één zaak aan toe te voegen: Perin was volstrekt onbetrouw- baar en een groot cynicus.

Ik heb hem gekend tussen begin 1962, toen ik politiek redacteur werd van het weekblad De Linie, en de verkiezingen van 1965, toen Perin in de Kamer kwam, samen met andere wallinganten (zoals Gol) en met een groot aantal nieuwe verkozenen uit het Vlaamsgezinde milieu (Coppieters, enzovoort). Eigenlijk was Perin al uit mijn gezichtsveld verdwenen in 1964, toen hij zijn Parti Wallon des Travailleurs oprichtte, en zich voordeed als een socialist. (De Mor- gen herhaalde die onwaarheid: “Hij was een socialist”, schreef het blad naar aanleiding van de dood van Perin). Perin was gewoon niks! Wél geloofde hij in de opdracht van alle Walen om het belang van Wallonië te dienen, en niets anders. Vlamingen hebben dat niet altijd juist begrepen, en dat is niet te ver- wonderen, want zulke fanatieke, door louter Vlaams eigenbelang bezeten, politieke figu- ren zijn bij ons vrijwel onbestaande.

Ik heb één keer een interview afgenomen van Perin, maar dat is nooit verschenen. Van zijn recht op nazicht van de kopij maakte hij immers gebruik om alles wat de lezer enigszins kon boeien, te schrappen, en in de plaats daarvan allerlei zinnen in te las- sen die hij niet uitgesproken had. Journalis- ten kennen dat fenomeen. Je kunt dan maar één ding doen: met spijt wegens de verlo- ren tijd en moeite het artikel in de papier- mand gooien. Perin had tijdens ons uitvoerig gesprek (zeker een halve dag) op de meest cynische manier verteld dat Walen voor het

“eigen volk eerst” moesten gaan (het Vlaams Blok bestond toen nog niet). Een voorbeeld.

Toen het over Brussel ging, stelde Perin een tegenvraag: “Hoeveel is Brussel voor de Vla- mingen waard? Laten ze er een flink bedrag voor betalen, en ze krijgen Brussel van mij.

Ik weet natuurlijk dat ik uit zo’n deal als de winnaar kom: Wallonië krijgt veel geld, en de Vlamingen zitten opgescheept met een ver- giftigd geschenk, want ze zullen met Brus- sel niets dan miserie hebben. Ze krijgen in hun schoot een onhandelbare minderheid van Franstaligen, die de Vlamingen het bloed vanonder de nagels zal persen. Tweemaal winst voor Wallonië!”

Symbooldossier Voeren

Dat soort redeneringen volgde Perin, én hij kwam daar openlijk voor uit, althans, als het niet voor publicatie was en toen hij nog niet in de Belgische partijpolitiek zat. Over Voeren sprak hij trouwens in dezelfde zin.

“Denkt u werkelijk dat ik zo onnozel ben om mij voor die enkele boeren te interesseren?”, vroeg hij mij. “Natuurlijk niet, maar we (de Walen) hebben Voeren nodig om de Vlamin- gen te duvelen. Politiek wordt immers door middel van symbolen bedreven, en Voeren is een symbooldossier dat we ten volle kun- nen exploiteren, met niets dan voordeel voor ons.” Dat gesprek had plaats in 1963 (als ik me niet vergis).

De Vlamingen zijn van nature veel te veel te goeder trouw om met Walen te onderhan- delen. Dat hebben de gesprekken die ik had met Perin (één lang gesprek onder vier ogen,

plus enkele ontmoetingen in het kader van een werkgroep voor het maken van afspra- ken tussen Vlaamse en Waalse activisten, een initiatief dat uitging van enkele leden van het toenmalig Vlaams Aktiekomitee - dat de marsen op Brussel had georganiseerd - en in 1964 doodbloedde) mij geleerd. En die les ben ik tijdens mijn journalistieke loopbaan nooit vergeten. Ik vertrouw geen enkele poli- tieke Waal, en ik geloof geen woord van wat zo iemand zegt.

Minister van Belgische Cultuur

Neem een bericht van de laatste dagen.

Naar verluidt zijn de Vlaamse minister van Cultuur (Schauvliege) en de Waalse minister van Cultuur (Laanen) een soort samenwer- kingsverband overeengekomen. Daar werd vooral vanuit Vlaams-belgicistische kunst- kringen op aangedrongen. (Men kent hun refrein: we hebben een cultureel verdrag met Mongolië, maar niet met de Franstaligen in eigen land.) Wat de overeenkomst waard is, kan ik niet beoordelen, maar ik zie wél dat Béatrice Delvaux er in Le Soir een triomfan- telijk artikel aan wijdt, waarvan de conclusie luidt: zie je wel dat België functioneert, en goed ook. In dezelfde Le Soir van 2 oktober staat een interview met de Franstalige minis- ter van Cultuur, Laanen dus (Marokkaanse van oorsprong), waarin ze glimlachend ver- telt dat ze zich voortaan minister van Bel- gische Cultuur zal laten noemen, aange- zien Vlaanderen daar nu wel geen bezwaar meer zal tegen hebben. Wist u daar niets van?

Natuurlijk niet. Geen enkele Vlaamse krant vond het de moeite waard om het te vertel- len. Maar de Vlamingen zijn weer gerold: te goeder trouw sluiten ze een overeenkomst met hun “Waalse vrienden”, en het eerste wat die doen is er een eigen draai aan geven.

Niet te vertrouwen

Ik was in 1963 als journalist aanwezig toen op Hertoginnedal het akkoord over de faciliteitengemeenten werd gesloten. Aan Vlaamse zijde was de voornaamste onder- handelaar Jos de Saeger, toen “vleugelvoor- zitter” van de Vlamingen in de CVP. Na afloop sprak hij met een paar journalisten die hij kende, waaronder ondergetekende (voor de oorlog had De Saeger als student deelgeno- men aan de taalgrensacties van mijn vader, en had bij ons gelogeerd; hij beweerde dat ik toen als kind op zijn schoot had gezeten, – ik heb op vele schoten gezeten). Dus, De Saeger komt uit de vergadering, niet aange- slagen door de nederlaag (de faciliteiten), maar triomfantelijk, en dat kwam, vertelde hij ons, Vlaamse journalisten, omdat we voor het eerst in Brussel een stevige voet in huis hadden gekregen. Overeengekomen werd namelijk dat binnen tien jaar de helft van alle hogere ambten in de Brusselse agglo- meratie aan Vlamingen zouden worden toe- vertrouwd. Dit in ruil voor faciliteiten in de Randgemeenten. Ja, tien jaar later bleek die

“taalpariteit” in één enkele van de negentien gemeenten van de agglomeratie te bestaan, namelijk in Sint-Agatha-Berchem. En daar ging de pariteit ook weer verloren toen die gemeente merkte dat ze alleen stond met haar ijver, en opnieuw volop Franstaligen ging benoemen. De prijs die we volgens De Sae- ger voor de faciliteiten hadden afgedwongen, bleek een lege doos te zijn. Nog dit, en dan stop ik ermee: tien jaar na Hertoginnedal, in 1973, was ik de enige in de Vlaamse pers die aan die gebeurtenis herinnerde en de Vla- mingen vertelde dat ze gerold waren. Moraal (De Wever, lees je mee?): vertrouw Waalse politici nooit; aanvaard nooit afspraken die zich in de toekomst situeren, en neem hun slechte gewoonten over: bedrieg ze waar je kunt.

Mark GraMMens

(4)

Lange zomerslaap

Langzaam maar zeker vallen de parlemen- taire prijsduiven binnen in de hokken van de praatbarak. Na een lange zomer worden er al wat commissies georganiseerd om er weer wat in te komen. Het parlementaire leven komt traag weer op gang. Een aantal parlementsle- den wacht evenwel tot de tweede dinsdag van oktober om opwachting te maken. Verlof is ver- lof, redeneren zij. Zij houden dat tot de laatste snik vol. We voorspellen nu al dat het vooral die fluweelzitters zullen zijn die dinsdag alles zullen doen om in de kijker en voor de camera- lenzen te lopen, én met veel omhaal en gesti- culaties hun verrijzenis zullen etaleren. Boven- dien zal het voor sommigen wel de laatste keer zijn dat zij de opening van een parlementair jaar meemaken, want de moeder van alle ver- kiezingen komt ongenadig dichter en dichter…

Opgeschrikt

Hoe dan ook werden de parlementsleden de jongste dagen opgeschrikt door de capri- olen van Stefaan de Clerck en Danny Pieters, omwille van hun aanvankelijke bereidwil- ligheid om na hun vrijwillig vertrek uit hun assemblee een riante vergoeding op te strij- ken. Heel wat commotie in de pers en bij de gewone burger was voldoende om hen hun staart te doen intrekken en uiteindelijk af te zien van het pecuniaire manna. Om die groei- ende commotie haastig de kop in te drukken en zo dicht bij de verkiezingen het odium van poenpakkerij weg te nemen, heeft de confe- rentie van de (fractie)voorzitters van de Kamer beslist met onmiddellijke ingang de vergoe- ding bij vrijwillig vertrek naar een andere job af te schaffen. Het valt af te wachten wat de andere parlementen gaan doen. Alvast de Senaat heeft het goede voorbeeld zo goed als meteen gevolgd. Meer dan ooit is de percep- tie van de kritische burger een dwingend sig- naal geworden.

Roddels uit de Wetstraat

Dossier

9 oktober 2013

4

Hallo, Rik?!

A propos, Rik Torfs is nog niet zo lang gele- den vertrokken naar een andere lucratieve job. Toen zijn collega en vicerector Pieters een bocht van 180 graden nam, door wellicht onder grote druk van zijn partijvoorzitter en de media toch af te zien van zijn uittredings- vergoeding, liet Torfs haastig weten dat hij zijn vergoeding wel had opgevraagd maar dat hij die gaat besteden aan sociale en christelijke initiatieven. Welke? Dat wilde hij niet kwijt.

Handig draaide hij er het verhaaltje rond dat hij dat geld beter zal weten te besteden dan de overheid. Aangezien het om overheidsgeld – dus van de burger - gaat en hij een openbare functie verliet, zou het toch beter zijn open kaart te spelen zodat de burger precies weet wat er met zijn centen gebeurt. Open kaart spelen? Dat is nooit Riks sterkste kant geweest.

Zot zijn doet geen zeer

Laurent Louis, het enfant terrible van de Kamer, heeft een nieuwe partij gevonden waarvoor hij de lijst gaat trekken in Brussel:

de partij ISLAM. Die partij pleit er openlijk voor de sharia in te voeren en van België een islamstaat te maken. Louis is een rare kwast die door zijn provocatief en bijwijlen brutaal optreden door de hele Kamer wordt gemeden.

Hij wordt - louter ter algemene vergelijking - nog meer uitgespuwd en genegeerd dan in de meest barre dagen van het toenmalige Vlaams Blok. Dat wil toch al wat zeggen. De kwibus diende niettemin ooit een wetsvoorstel in dat het werkgevers mogelijk moet maken werkne- mers te verbieden de ramadan te volgen en hij eiste later ook maatregelen tegen de toe- nemende islamisering van enkele Brusselse wijken. Begrijpe wie kan. Waarschijnlijk is zijn houding tegenover Israël het ultieme bind- middel met de islam. Zo zou hij onlangs op Facebook hebben gezet dat “het de zionisten zijn die achter de Holocaust zitten”. “Ze heb-

ben Hitler gefinancierd en aangestuurd op de Tweede Wereldoorlog met alle gevolgen van dien.” Als men tegen extremistische imams en moskeeën optreedt, lijkt het ons logisch dat men dit heerschap ook eens flink de oren wast. Niet alleen de samenleving moet tegen zo’n knapen beschermd worden, ook Laurent Louis tegen zichzelf.

Geen dossier

De rol die Leopold III in de Tweede Wereld- oorlog gespeeld heeft, is voer voor dikke geschiedenisboeken en hevige polemieken geweest. De koningskwestie zorgde er zelfs voor dat het land op zijn grondvesten daverde.

Bert Schoofs van het Vlaams Belang vroeg

zich af of er over de sympathieën van Leopold III voor nazi-Duitsland en diens persoonlijke contacten met Adolf Hitler ooit een dossier bij de staatsveiligheid bestaat, of heeft bestaan, en, zo ja, wanneer de details erover open- baar kunnen gemaakt worden in het kader van een sluitende geschiedschrijving. Het ant- woord van minsister van Justitie Turtelboom was slechts één zin lang: “De Veiligheid van de Staat beschikt niet over een dossier van koning Leopold III en zijn persoonlijke con- tacten met Adolf Hitler.” Vreemd toch, dat de minister enkel een antwoord in de tegenwoor- dige tijd geeft. Schoofs vroeg immers ook “of er een dossier heeft bestaan”. Het zou inte- ressant zijn daar eens antwoord op te krijgen.

Schuldig

Wat hebben beide vrouwen gemeen? Dat ze duidelijk schuldig waren aan de tenlaste- legging. Bij Petit was daar geen twijfel over.

Voor Edith Cavell heeft de Britse oorlogspro- paganda een schitterende legende gecreëerd die weinig uitstaans heeft met de realiteit.

Cavell (in dit land wordt haar naam altijd met een fout Frans accent uitgesproken) was een 49-jarige Engelse die als jong meisje in Brussel beland was omdat ze zo graag Frans sprak. Je vraagt je af wat ze indertijd dacht over de grote meerderheid Brusselaars die Nederlandstalig waren. Ze keerde na een aantal jaren als gou- vernante weer naar huis, studeerde verpleeg- kunde en begon verpleegsters op te leiden.

In 1907 kwam ze terug naar Brussel en werd directrice van de eerste verpleegstersschool, het - uiteraard - Franstalige Ecole d’Infirmières Diplomées. Veel leerlingen kwamen uit het bui- tenland want Cavell vond de Brusselse meisjes dikwijls niet geschikt.

Waarschijnlijk spraken ze niet goed genoeg Frans. Een biograaf noemt haar gedreven en plichtsbewust maar “moeilijk in staat vrien- den te maken”; met andere woorden afstan- delijk en hooghartig. In augustus 1914 werd de school overspoeld met gewonden. De Duitsers trokken Brussel binnen. Cavell & co verzorg- den ook Duitse soldaten al ging dat niet zon- der slag of stoot.

Die soldaten spraken geen Frans en ver- trouwden niemand omdat ze de verhalen geloofden over Belgische vrijschutters en bur- gers die soldaten vermoordden. Het Duitse offensief verliep aanvankelijk zo gezwind dat veel Franse en Britse soldaten achter de Duitse linies terechtkwamen.

Een voorbeeld

Eind september 1914 stonden twee Britse soldaten in burgerpak aan de deur en ze vroe- gen hulp. Cavell had relaties met de betere belgicistische kringen en ze slaagde erin de

mannen via een netwerk naar het neutrale Nederland te loodsen. Al snel was het adres van de school bekend en nog meer geallieerde soldaten arriveerden. Inmiddels maakten de Duitsers met hun “Bekanntmachung”-affiches het bezette land duidelijk dat hulp aan vijan- delijke soldaten de zwaarste straf verdiende.

Cavell was onvrijwillig in het verzet gesukkeld en ze kon niet meer terug.

In het Engels zegt men “in for a penny, in for a pound” en ze deed dus verder. Weldra kon ze de soldaten niet meer tijdelijk in een paar kamertjes onderbrengen in de school. Ze moest op zoek naar extra verblijfplaatsen. De soldaten waren dikwijls onvoorzichtig. In ware

“Allo, Allo!”-stijl gingen ze op zoek naar ver- maak in de stad. Ook Belgische vrijwilligers deden een beroep op de school om via het netwerk naar Nederland te vluchten zodat ze zich, via Groot-Brittannië, bij het leger aan de IJzer konden scharen. Cavell wist al in het voor- jaar 1915, na een huiszoeking, dat de Duitsers haar verdachten.

De beheerraad van de school gaf haar de raad te stoppen maar ze negeerde die raad.

Ze wachtte op het onvermijdelijke. Dat kwam begin augustus 1915, toen ze met veel andere leden van het netwerk in de gevangenis van Sint-Gillis opgesloten werd. We weten niet wat de Duitsers juist deden, maar ze noemde namen zodat meer arrestaties volgden. In okto- ber volgde het proces van vijfendertig verdach- ten. De Duitse militairen kozen de Senaat als gerechtszaal.

De advocaten mochten niet met hun cliën- ten overleggen. Cavell bekende dat ze onge- veer 200 mannen de grens over geholpen had.

De Duitse aanklager kon niet bewijzen dat er gespioneerd was. Spionage was een misdaad die volgens het Duitse oorlogsrecht de dood- straf verdiende. De aanklager hield het dus bij hulp aan de vijand met het doel zijn legers te versterken. Hij vroeg de doodstraf voor negen mensen, onder wie Cavell. Vijf onder hen ver-

Edith Cavell en Gabrielle Petit

“Regeren is vooruitzien” en niet alleen in de politiek maar ook in de media. U wordt nu al rond de oren geslagen met boeken over de Eerste Wereldoorlog en in de volgenden maanden zal de rivier een zondvloed worden. En u zal waarschijnlijk na lange tijd weer de namen horen van Cavell en Petit, allebei door de Duitsers geëxecuteerd.

schenen in oktober 1915 voor het vuurpeloton aan de Nationale Schietbaan (nu de tuin van de VRT). Neutrale diplomaten probeerden Cavell te redden maar ze mislukten, want de Duitsers wilden in Brussel een voorbeeld stellen.

Haar executie was voor de Britse propaganda een godsgeschenk. Een vrouw, een verpleeg- ster doodschieten, dat gold als een barbaarse daad. De Duitse keizer was woedend over de domheid van zijn Brusselse militairen en eiste dat hij voortaan het laatste woord had over de executie van een vrouw.

De Britten stelden natuurlijk dat Cavell vol- maakt onschuldig was. Weldra verschenen bro- chures, schilderijen en tekeningen over haar marteldood. Ze werd consequent als een jonge schoonheid voorgesteld en op iedere bloedige illustratie droeg ze haar smetteloos witte ver- pleegstersuniform met een rood kruisje, al was ze in burgerkledij gefusilleerd. De Britten ver- telden dat één Duitse soldaat geweigerd had te vuren en vervolgens zelf neergekogeld was.

In werkelijkheid werd een Duitser die voor geld inlichtingen had verkocht aan de geallieerden naast haar begraven.

Het regende Edith Cavellstraten in het Ver- enigd Koninkrijk (iets minder in eigen land) en haar standbeeld staat nabij Trafalgar Square.

In Brussel is haar naam inmiddels eerder een symbool geworden van klassengeneeskunde omdat een hospitaal met haar naam gruwe- lijk duur is.

Ontsnappen aan een leeg en ver- velend leven?

Cavell werd onmiddellijk na haar dood als propaganda-idool gebruikt. Toen Gabrielle Petit haar doodsvonnis kreeg, reageerden de gealli- eerden niet, want de Doornikse had duidelijk toegegeven dat ze een spionne was. Er is iets raars aan het korte leven van Gaby Petit. Ze kwam uit een getroebleerd gezin. Haar moe- der stierf jong en haar vader was een dronk- aard die haar en haar zuster aan de nonnetjes gaf toen hij hertrouwde. Op haar zestiende ver- trok Petit naar de hoofdstad waar ze dienstbode werd, maar ze bleef nooit ergens lang. Ze ging van het ene naar het andere baantje. Ze werd tenslotte zo depressief dat ze probeerde zelf- moord te plegen, tevergeefs. Ze was “serveuse”

in een café toen ze in 1912 een beroepsmilitair ontmoette met wie ze zich verloofde. De man werd gewond in “de slag bij Hofstade” (haar

eerste biografen schrijven “Luik”) en werd ver- pleegd in Antwerpen. Petit probeerde verzorg- ster te worden, maar ze mocht van het hospi- taal wegens haar gebrek aan opleiding alleen maar op straat collecteren. Ze vergezelde haar lief na zijn ontslag naar zijn ouders in Hene- gouwen waar het niet lang duurde of het was hommeles, ook met haar verloofde. Petit ging terug naar Brussel. Ze nam contact op met een spionagenetwerk en liet zich graag rekruteren.

Je kan je niet van de indruk ontdoen dat ze het deed om zich voor één keer gewaardeerd te voelen, om te ontsnappen aan een armzalig en vervelend leven.

Ze werd naar Nederland gesmokkeld en trok vandaar naar het Verenigd Koninkrijk waar ze een opleiding als spionne kreeg gedurende…

twee dagen. In augustus 1915 werd ze terug het land in gesmokkeld. Ze reisde voortdurend met de trein en in allerlei vermommingen in de bezette delen van West-Vlaanderen en het noorden van Frankrijk. Ze schreef haar indruk- ken over Duitse troepenbewegingen neer op blaadjes zijdepapier. De Duitsers waren niet gek. Ze hielden haar na een eerste arrestatie, ondervraging en vrijlating voortdurend in het oog. In januari 1916 werd de 23-jarige weer bij de kraag gevat en de Duitsers vonden die keer wel bewijzen van spionage. Krijgsraad, doods- vonnis en executie aan de Nationale Schiet- baan, zoals Cavell. Na de Cavell-legende ont- stond een gelijkaardige Petit-legende. Twee Duitsers zouden geweigerd hebben haar neer te schieten en kregen zogenaamd zelf de kogel.

In Brussel was er wel wat commotie. Kape- laan Jozef Cardijn droeg in Sint-Goedele een mis voor haar op. Daarna werd ze vergeten, maar na de oorlog had la Belgique nood aan helden en een gefusilleerde vrouw paste in dat plaatje. “Onze eigen Jeanne d’Arc”, zeiden sommige geëxalteerden. Het land werd over- spoeld met boeken en illustraties. Tot diep in de jaren vijftig vertelden onderwijzers over haar offer, zoals ik me herinner. In 1923 werd haar standbeeld door de koningin onthuld op het nu drukke Sint-Jansplein, op een paar honderd meter van het Centraal Station. Ieder jaar wordt ze nog altijd gehuldigd door een paar patriot- ten met wat vaandels en een klaroen. Ze ver- heugen zich al op komend jaar wanneer er ein- delijk meer officiële belangstelling zal zijn voor Petit en haar lotgenote Cavell.

Jan neckers

(5)

Actueel 9 oktober 2013 5

Echo’s uit de Koepelzaal

Niveau gewenst

Zoals men weet is de Nederlandstalige cul- tuurgemeenschap (zeg maar de Vlaamse over- heid) in dit land bevoegd voor de inrichting en de organisatie van zijn eigen onderwijs. Wat we daar al van te zien kregen, is weinig hartver- heffend en doet ons vrezen voor de kwaliteit van wat we gaan doen met de nog te verwer- ven bevoegdheden.

We hoorden overtuigde nationalisten al zeg- gen dat het voor hen niet hoeft als we het manifest niet beter doen dan de Belgische schoonmoeder!

U las toch deze week ook (iets te vroeg) wat de bedenkingen zijn van de commissie- Biesta (genoemd naar de doorlichtende pro- fessor van de universiteit van Luxemburg). De lat in de lerarenopleiding van de hogescholen (waar regenten worden gevormd) ligt veel te hoog voor de afgestudeerden van het TSO en BSO die daar massaal op afkomen. Een stren- gere selectie dringt zich dus op.

Goed bezig

Het is maar de vraag wat de minister van Onderwijs (de socialist Smet, om hem niet te noemen) daarvan gaat maken.

Te vrezen valt dat de aanbevelingen die in zijn rode kraam te pas komen zwaar in de verf gaan worden gezet en dat andere opmerkingen die zonder meer een blaam betekenen voor de – naar het heet bevoegde – minister onder het tapijt zullen worden geveegd.

Zo wordt in het rapport van voornoemde commissie gepleit voor meer middelen en mogelijkheden om startende leerkrachten te laten begeleiden door oudere collega’s (men- toren). In 2010 heeft Smet de mentorenuren afgeschaft.

Niet akkoord

Smet heeft een dagvaarding in kortge- ding voor de Antwerpse rechtbank aan zijn broek(je). Volgens het nieuwe decreet op het huisonderwijs kregen de ouders van meer dan 1.250 chassidische kinderen op 23 augustus via een brief te horen dat ze uiterlijk tegen 4 september een verklaring moesten invullen dat hun kind voldoet aan de leerplicht – een wel erg korte termijn.

Wie het Vlaamse onderwijs een beetje kent, weet dat dit niet ongebruikelijk is in de grote vakantie. De joodse ouders zien ook ‘een vorm van rechtsmisbruik omdat er een onevenwicht is tussen het recht van de Vlaamse overheid om toe te zien op de kwaliteit van het huison- derwijs (hun scholen worden niet gesubsidi- eerd, nvdr) en het recht van de ouders op vrije organisatie van hun onderwijs in overeenstem- ming met hun godsdienst’.

Slaan wij de bal dan zo ver mis als we nog maar eens stellen dat hij het gewoon niet kan, dat zelfingenomen sujet?

Gepast klimaat

De gedoodverfde opvolger van zichzelf, minister-president Kris Peeters, ziet (blijkens een aantal uitlatingen in ‘De Tijd’ van vorige zaterdag) geen heil meer in kapitaalveran- kering en politieke verankering van Vlaamse bedrijven.

‘Ondernemingen zijn meer footloose dan ooit tevoren en het is onbegonnen werk om de uitverkoop van succesvolle Vlaamse bedrij- ven tegen te gaan’, stelde hij, niet ten onrechte.

Voor dat modieuze Engelse woord kunnen we niet veel sympathie opbrengen, want daar bestaan perfecte alternatieven voor, maar de door hem aangedragen remedie is correct:

deze regio moet meer dan ooit inzetten op een klimaat waarin ondernemerschap kan bloeien, zodat ondernemers die zich in Vlaanderen wil- len vestigen geen reden hebben om te ver- trekken.

Vaststelling: de Vlaamse administratie komt zélf tot het besluit dat het huidige onderne- mersklimaat niet echt ideaal te noemen valt.

De Vlaamse overheid beschikt echter niet over de gewenste hefbomen om de ergste pijnpun- ten (bijvoorbeeld de loonkosten) te remedië- ren. Daar bedient immers de federale regering nog de knopjes.

De Vlaamse opiniemakers reageerden de voorbije week met een paar dagen vertraging op een signaal uit de cultu- rele wereld. Op een Brussels podium pro- beerde een succesvolle zanger het commu- nautaire spook te verjagen. Een pijl tegen de Vlaams-nationalisten, maar ook tegen een Brusselse francofonie.

Lijkt evenwichtig, en onschuldig, maar een pleidooi voor een soort politieke stilstand is dat helemaal niet. In de Franstalige maar ook in de Vlaamse pers werd flink geapplau- disseerd voor Stromae, een nieuwe bond- genoot.

Stromae (anagram voor Maestro) - Rwan- dese papa, Dendermondse mama - groeide op in de buurt van het Lakense Bockstael- plein, zingt in het Frans, woont in Huizin- gen in Vlaams-Brabant, maakt toffe nummers voor wie van rap en elektronische muziek houdt, en out zich als grootstedelijke Belg met multiculturele roots.

Jongeren lusten wel pap van zijn mix van rap, hiphop, afrobeat, rumba en eurodance…

Stromae (Paul van Haver) kon met zijn aan- stekelijk dansnummer “Alors on danse” en de daaropvolgende hits Papaoutai en For- midable - mede door een geniale marketing - het jonge volkje best bekoren. Dat bleek ook op het concert naar aanleiding van het Feest van de Franse Gemeenschap, georga- niseerd door RTBf. Zo’n tienduizend mensen vulden de Grote Markt en omgeving. “Brus- selaars en Walen”, schrijft Nord Eclair. Met- een weten de ongetwijfeld ook aanwezige Nederlandstalige Brusselaars in welk hokje ze worden geduwd.

Politiek

Zijn muziek en gimmicks mogen dan al aanstekelijk zijn, Stromae doet in Brussel alle mediawekkers aflopen met zijn korte, poli- tiek getinte intro. Met “Compatriotes, alles goed?... Alles goed? Spreken jullie Vlaams?

Spreken jullie Vlaams?! In Brussel, we spre- ken Frans én Vlaams, OK?”, doet hij een Kom- panytje.

Laat ons maar aannemen dat hij niet Vlaams, maar Nederlands bedoelde. Even ter herinnering: na de winst van België tegen Schotland twitterde de kapitein van de Rode Duivels: “België is van iedereen, maar van- avond toch vooral van ons”, als repliek op

“Antwerpen is vanavond vooral van ons” van de in de Scheldestad zegevierende Bart de Wever.

Je moet al Marc Reynebeau heten om de “intro” van Stromae niet te zien als een welgemikte pijl richting diegenen die ver- antwoordelijk zijn voor het communautaire steekspel in dit land. Een boodschap tegen de Vlaams-nationalisten. Laten we niet flauw doen. Maar ook een boodschap tegen een bepaalde Brusselse francofonie. “Ik kan me voorstellen dat niet elke Franstalige politicus dit zo leuk vond”, zegt Delvaux. “Maar ze zul- len dat niet meteen durven te zeggen. Hun kiezers zijn namelijk ook fan.”

Franstaligen

Alvast de reacties in de Franstalige pers waren uitermate politiek. Stromae pakte uit met zijn “belgitude” en “zette de regiona- listen een neus”, schreef Le Soir. In “Stro-

mae-Kompany, zelfde strijd?” bezweek Béatrice Delvaux, het politieke uithangbord van die krant, voor “de elegantie, fijne trek- ken, schoonheid, stijl, bescheidenheid, intel- ligentie, authenticiteit” van de afro-Belgen.

Ze recupereerde beide heren als “Brusse- laars zonder complexen”. Hun ideologie is de verdraagzaamheid, de multicultuur, de liefde voor de Belgische melting-pot. Hoezo, niet politiek?

“Het lijkt er toch sterk op”, gaf Delvaux aan.

De twee “bruggenbouwers” nemen dan wel niet deel aan de verkiezingen, het zijn strij- ders tegen diegenen die tweedracht zaaien.

Wie voor meer Vlaanderen is, deugt niet. Wie voor meer België is, is heilig. Veel “politieker”

kan een boodschap moeilijk zijn.

Nog eentje. “De Stromae à Vincent Kom- pany, l’euphorie de la nouvelle Belgique”, kopte Nord Eclair, waar de journalist van dienst in zijn adoratie voor Stromae nog meer uit de bol ging: “Formidable, phéno- ménal, dandy magnifique, emblème ultime de la nouvelle diversité à la belge”, klonk het halfdronken. Maar zijn optreden op de Grote Markt, dat was pas “zijn belangrijkste con- cert”. En waarom dan wel? Omdat Stromae met zijn statement nu aansluit in het rijtje van Di Rupo, koning Philippe en Vincent Kom- pany. Niet politiek?

Vlaamse pers

De reacties in de Vlaamse pers, met een paar dagen vertraging weliswaar, waren – niet geheel onverwacht in die middens – al even sterk gezoet.

“Het nieuwe België? Formidable!”, kopte De Standaard op de voorpagina. Filip Rogiers, kwijlend van lof voor Stromae, raakte op zoek naar opinies over dat formidabele feno- meen niet verder dan de tricolore evidenties Béatrice Delvaux, Dave Sinardet en Philippe van Parijs.

Een paar dagen later ontbond Reynebeau zijn intelligentie ten volle. De sympathie voor Stromae, de Rode Duivels of de nieuwe koning in verband brengen met één of ander Belgisch-nationalisme mogen we niet doen, want “als een politiek project alleen afhangt van per definitie tijdelijke successen in het commerciële amusement, zou dat project op een wel erg wankele en oppervlakkige motivatie berusten…”. Bovendien is het oude Belgique-à-papa allang morsdood en “alleen wie in zombies gelooft, kan bang zijn dat het ooit nog uit zijn graf opstaat”, klinkt het bijna geloofwaardig.

Maar Reynebeau versteent in zijn eigen dogma’s: in de straten, de winkels en de scholen van onze steden leeft volgens hem alleen nog de olijke hyperdiversiteit en zijn communautaire tegenstellingen uitgedoofd:

“Het verleden kan geen strijdperk meer zijn.”

Voor de postmodernist Reynebeau is identi- teit een fictie. Hiermee wordt Reynbeau de predikant van het “niks”. Helaas voor hem slaat zijn liedje bij de Vlaamse kiezer niet aan (en blijft hij in Brussel en Wallonië een mach- teloze onbekende, toch?). Politieke macht springt uit de stembus. En het ziet er niet naar uit dat de kiezers het met die oude his- toricus eens zijn.

Jo van Damme voegt in zijn column “Een kwade droom” onder een laag humor Stro-

mae toe aan het rijtje uitdagingen voor De Wever en co: de Rode Duivels, koning Filip, Elio di Rupo, en – parbleu! - Maggie de Block.

Christophe Deborsu is in De Standaard de enige die rustig relativeert: Kompany’s invloed op het koninkrijk blijft beperkt. Er bougeert niet veel in dit land. Als het al beweegt, dan in de richting van steeds min- der België…

Intelligenter

Intelligentere reacties dan die van de cory- feeën van De Standaard lazen we in Het Laat- ste Nieuws. Die krant haalde er een sport- socioloog en een sportpsycholoog bij. Ook zij zien een toegenomen Belgiëgevoel - evi- dent als we in het buitenland goed preste- ren - maar ze relativeren dat patriottisme, want het “kan heel snel keren”. “Medailles vertalen zich nooit in een veranderd politiek stemgedrag.”

Ook Carl Devos relativeert: “Gehuld in tri- colore voor de Rode Duivels supporteren en een week later een stem uitbrengen op de N-VA: voor heel veel landgenoten is dat per- fect verzoenbaar. Ik zou dan ook geen poli- tieke conclusies verbinden aan het herople- vende België-gevoel.”

Zelfs Pieter Goris, CEO van het Leuvense reclamebureau Boondoggle dat de hype rond de Rode Duivels creëerde, twijfelt aan de politieke impact van de tricolore feestjes in sport en muziek: “Sport en politiek zijn twee andere werelden. Van dat ‘Belgiëgevoel’ een politieke strategie maken, zou ik niemand adviseren.” We zullen de komende maanden afwachten om te zien of we die man mogen of moeten geloven.

Groene fanclub

Wie de politieke brandstof van het duo Kompany-Stromae het snelst wil binnenha- len, is Kristof Clavo van Groen. In een opinie- stuk pleitte ook hij voor een “nieuwe belgi- tude”, een “nieuw, modern en complexloos Belgiëgevoel”. “T’es Hutu ou Tutsi? Flamand ou Wallon? (...) Ni l’un, ni l’autre… je suis, j’étais et resterai moi”, citeert hij Stromae, die hiermee een waanzinnige vergelijking maakte tussen een Afrikaanse genocide en een bijna 180 jaar vreedzaam verlopend communautair conflict in een West-Euro- pees land.

Volgens Calvo wordt het debat in Vlaande- ren vandaag gemonopoliseerd door nationa- listen en conservatieven, wordt “de Vlaamse zaak” bovendien gerationaliseerd en gebracht als een verhaal van cijfers en centen. Als zijn partij in plaats van op de ratio al moet steu- nen op een tweet en korte kreten van Kom- pany en Stromae – een voetballer en een zanger – ziet het er niet naar uit dat Groen wegkomt van de zesde en laatste plaats in het politieke landschap van Vlaanderen.

De nieuwe belgitude is “geen nationa- lisme”, geen kloon van het belgicisme old school, met royals of de Brabançonne, klinkt Calvo nogal krampachtig. Neen, goedgelovige lezer, zijn belgitude gaat over “open identi- teit”. Noch taboe, noch norm. Zijn belgitude gaat dus over “niets”, eigenlijk. Met Groen word je lekker lucht. Tot in het politieke hier- namaals, Calvo.

AnjA Pieters

De euforie van het nieuwe België

Adverteren in ‘t Pallieterke bel 03-232 14 17

RECYCLAGE

De regimemedia besteedden uitgebreid aandacht aan het wereldnieuws dat kersverse majesteit Mathilde bij de dertien publieke acti- viteiten die in september op haar “overdrukke agenda” stonden, liefst tien keer “verscheen in een outfit die we al eerder zagen”. Ze doet dat, luidens haar modeadviseur in de gebrui- kelijke slijmballulkoek, uit ethische overwegin- gen. Het is crisis, en ze vindt het niet van res- pect getuigen publiekelijk altijd in een nieuwe jurk te verschijnen. Naast die van majesteit mag Mathilde dienvolgens de titel “koningin van de recyclage” dragen, aldus de enthou- siaste nieuwsbronnen. In feite brengt de titel

“koningin van de recyclage” niks nieuws onder de zon voor wie weet – en wie doet dat niet?

– dat koningen, koninginnen, prinsen en prin- sessen “allemaal sam” niets anders zijn dan recyclageproducten van een verschijnsel uit de middeleeuwen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

En wat je moet doen, dat weet je toch: niet doden, trouw zijn, niet stelen, niet vals getuigen, niemand oplichten, eerbied hebben voor uw vader en uw moeder.’ De

Terugkijkend op 2017 kunnen we concluderen dat er intensief en hard is gewerkt aan de uitvoering van het Raadsprogramma 2014 – 2018.. De complete jaarrekening vindt

De Graaf, boomverzorger in de eigen bomenploeg van de gemeente Dronten, heeft twaalf exempla- ren van de Dendro Tree Wear aangeschaft voor boombescherming tijdens gemeentelijke

Je hebt een gezinslid die een diagnose heeft gekregen van Lyme en/of andere infecties die door teken worden verspreid. Je hebt spierpijn die verspringt van de ene spier

Speciaal voor deze dag hebben studenten van de b`etafaculteit en de toneel- groep Particolarte de koppen bij elkaar ge- stoken om een theaterstuk voor kinderen te schrijven en op

Jezus keek zijn leerlingen aan en zei: ‘Het is erg moeilijk voor rijke mensen om in Gods nieuwe wereld te komen.’ De leerlingen schrokken van die woorden.. Maar Jezus

Onder armen zitten ook mensen die niet (meer) kunnen of willen werken, bijvoorbeeld omdat ze alleen staan voor de zorg voor en de opvoeding van de kinderen of omdat ze bejaard

Daarbij hebben we met name gekeken naar wat de partijen zeggen op drie belangrijke thema’s binnen de publieke sector, te weten: de Zorg, de Woonopgave voor ouderen en Werken