• No results found

Clostridium difficile

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Clostridium difficile"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Medisch Centrum André Dumont Stalenstraat 2a

B 3600 Genk Campus Sint-Jan

Schiepse bos 6 B 3600 Genk

Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken T +32(0)89 32 50 50

F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be

Campus Maas en Kempen Diestersteenweg 425 B 3680 Maaseikk Ziekenhuis

Oost-Limburg Campus Sint-Jan Campus Sint-Barbara Campus Maas en Kempen Medisch Centrum André Dumont

Clostridium difficile

(2)

Inhoudsverantwoordelijke: dr. E. Oris (Ziekenhuis-

Deze informatiebrochure geeft u meer achtergrondinformatie over Clostridium difficile en tracht op een aantal

veelgestelde vragen antwoord te geven.

Mocht u na het lezen van deze brochure nog vragen hebben, aarzel dan niet om ze te stellen.

Uw behandelende geneesheer en de verpleegkundigen zijn steeds bereid om op uw vragen te antwoorden.

INHOUDSTAFEL

1. Clostridium difficile 3

2. Maatregelen 3

2.1 Welke maatregelen nemen zorg- verleners?

2.2 Welke maatregelen dienen be- zoekers te nemen?

2.3 Hoe kan u helpen?

2.4 Wanneer kunnen deze maatre- gelen stoppen?

3. Tot slot 5

(3)

01 CLOSTRIDIUM DIFFICILE

Clostridium difficile is een bacterie die kan voorkomen in de darm, ook zonder dat u er klachten van heeft. Bij verzwakte de natuurlij- ke weerstand van de darm, vaak door innemen het van antibiotica, zal de bacterie snel vermeerderen en toxines aanmaken die de darm- wand aantasten.

Een darmontsteking die te wijten is aan Clostridium difficile geeft buikkrampen, koorts en een wate- rige, onfris ruikende diarree. Soms zijn er ook bloed en slijmen in de stoelgang. Een laboratoriumtest, het afnemen van een stoelgangs- staal, zal de aanwezigheid van Clostridium difficile bevestigen.

Vanaf het begin van de diarree tot het einde ervan kan de bacterie zeer gemakkelijk doorgegeven worden. Dit gebeurt door eenvou- dige, menselijke contacten maar ook door het gemeenschappelijk gebruik van ruimten en materia- len. Om het verspreiden van de kiem te vermijden, zijn een aantal voorzorgsmaatregelen nodig.

02 MAATREGELEN 2.1 Welke maatregelen nemen zorgverleners?

Indien mogelijk wordt u opgeno- men in een éénpersoonskamer of wordt u samen met een andere patiënt met eenzelfde darmbac- terie op een tweepersoonskamer gelegd.

De verpleegkundige bevestigt een isolatiefiche bij uw kamer zodat alle zorgverleners en bezoekers weten welke maatregelen er ge- nomen moeten worden.

De zorgverlener schenkt extra aandacht aan handhygiëne. Te- vens dragen zorgverleners hand- schoenen en een schort wanneer ze activiteiten uitvoeren waarbij ze in contact komen met u of uw omgeving.

Herbruikbare materialen zoals waskom, bedpan, bloeddrukmeter, thermometer en dergelijke blijven bij u op de kamer voor verder gebruik.

Er worden voorzorgsmaatrege- len genomen voor het gebruikte linnen/afval.

(4)

De kamer, vooral het toilet, wordt dagelijks grondig schoongemaakt en ontsmet.

Ook wanneer u in het kader van een behandeling of onderzoek de kamer moet verlaten, worden pas- sende maatregelen genomen.

2.2 Welke maatregelen dienen bezoekers te ne- men?

Indien het bezoek voor de eerste maal op bezoek komt, moeten ze zich eerst tot de verpleegba- lie wenden vóór het betreden van de kamer. Bij het verlaten van de kamer vragen wij ook aan uw bezoek om de handen te wassen en te ontsmetten.

Bij het verlaten van de kamer vra- gen wij ook aan uw bezoek om de handen te ontsmetten. Wij vragen aan uw bezoekers om nu geen andere patiënten in het ziekenhuis te bezoeken.

2.3 Hoe kan u helpen?

U ververst de kledij bij voorkeur dagelijks en zeker wanneer be- vuild met stoelgang.

Gedragen kledij bewaart u in een

gesloten plastic zak onderin uw kleerkast. Het kan zo meegeno- men worden naar huis en liefst apart zo warm mogelijk gewassen worden.

U past goede handhygiëne toe.

Dit wil zeggen dat u de han- den grondig wast en droogt minstens:

• voor en na de maaltijd;

• na het gebruik van het toilet;

• als u toch de kamer moet ver- laten voor onderzoek.

U laat persoonlijke zaken zoals handdoek, scheergerei, kam, kopje of glas en dergelijke niet gebruiken door anderen.

Verlaat enkel bij strikte uitzonde- ring de kamer, dit bijvoorbeeld voor een onderzoek.

U laat niet toe dat bezoekers het toilet op de kamer gebruiken.

(5)

2.4 Wanneer kunnen deze maatregelen stoppen?

Wanneer u drie volle dagen (72 uur) geen diarree heeft gehad.

De voorgeschreven handhygiëne blijft steeds van toepassing.

Bij opnieuw optreden van diarree zal men de maatregelen opnieuw instellen.

03 TOT SLOT

Het volledige zorgteam probeert u zo goed mogelijk te ondersteu- nen.Heeft u vragen, opmerkingen of suggesties, laat het ons weten.

Wij zijn er om u te helpen!

Heeft u opmerkingen bij deze brochure?

Geef ons gerust een seintje!

Contact: Team Ziekenhuishygiëne, T 089 32 15 32, ziekenhuishygiene@zol.be.

(6)

NOTITIES

(7)
(8)

www.youtube.com/user/ZOLziekenhuis Schrijf u in op onze nieuwsbrief via www.zol.be.

www.twitter.com/ZOLziekenhuis www.facebook.com/ZOLzh www.ZOL.be

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the. Institutional Repository of the University

A post hoc analysis showed that among patients with a recurrence, 2 of the 7 patients in the antibody group (29%) had severe diarrhea during the recurrent episode, as compared

Demographic data and risk factors for patients with Clostridium difficile–associated disease (CDAD) due to ribotype 027, compared with patients with CDAD due to non-027

License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden. Downloaded

For MLVA, the collection of 51 isolates was expanded with 11 human type 078/toxinotype V isolates that were available from other countries and another 3 Dutch type 078/toxinotype

Note: To cite this publication please use the final published version

Recently, a retrospective study analysing risk factors for CDI in an endemic setting in the USA reported an incidence rate of CDI of 106 per 10,000 hospital admissions, which is

difficile strains grew robustly with 20 mM glucose, however, only epidemic RT027 (n=8) and RT078 (n=3) strains exhibited enhanced growth on an equivalent trehalose concentration