Spelling. 6 b. Werkschrift. methode voor het basisonderwijs. Naam:

(1)

Spelling

methode voor het basisonderwijs

Werkschrift

Naam:

6 ^b

(2)

(3)

Spelling

methode voor het basisonderwijs

6 ^b

Werkschrift

Hetty van den Berg Tamara van den Berg Jannie van Driel-Copper Irene Engelbertink Wies Gloudemans Iris Meijsing Jeannette Mi´s

Cokky Stolze-van der Vegte Gerda Verhey

Anne Coos Vuurmans

(4)

17

Woord pakket

5

^Blok

Werkwoordspelling

2

^Les

Wat oefen je?

• Je oefent de verleden tijd van werkwoorden.

18

Schrijfaanwijzing

e verleden tijd enkelvoud vt ev hoort bij ik, jij en hij zij.

e verleden tijd meervoud vt mv hoort bij wij, jullie en zij.

ebruik ’t kofschip om te weten of de verleden tijd -te(n) of -de(n) krijgt.

e laatste letter van de stam zit in t kofschip → ik-vorm -te(n) ik juichte.

e laatste letter van de stam zit niet in t kofschip → ik-vorm -de(n) wij stofzuigden.

WW

Onderstreep de stam en schrijf de ik-vorm in de tegenwoordige

en verleden tijd en de wij-vorm in de verleden tijd op.

aak het schema af.

hele werkwoord ik-vorm tt ik-vorm vt wij-vorm vt

boffen ik wij

krabben ik wij

groeien ik wij

stoten ik wij

schudden ik wij

verzetten ik wij

herkennen ik wij

bloeden ik wij

Maak zinnen in de verleden tijd.

ijk naar het plaatje en maak de zin af met een werkwoord uit het woordpakket.

1 e jongen 2 ader

. .

3 e tweeling 4 pa oen

. .

Maak zinnen.

ies uit elk rijtje een woord of stukje van de zin. aak er hele zinnen van en schrijf ze op.

1 ik gniffelden mijn oma helemaal verkeerd

2 mijn broer begeleidde gisteren om die grap

3 jullie wedde nog heel lang naar de kamer

1

2

3

(5)

17

5

^Blok

Werkwoordspelling

3

^Les

Wat oefen je?

• Je oefent de verleden tijd van werkwoorden.

• Je bedenkt zelf de verleden tijd van nieuwe werkwoorden.

19 19 Vul in.

ijk naar het hele werkwoord voor de zin. chrijf de persoonsvorm verleden tijd in de zin.

juichen 1 e leerlingen toen ze vrij kregen.

werken 2 e bakker vroeger vanaf vijf uur s morgens.

maken 3 ij vorig jaar een lange wandeling.

sporten 4 k eerst drie keer in de week.

sprinten 5 jij gisteren zo snel voorbij

gniffelen 6 aarom jullie zo tijdens de lm

wedden 7 roeger jullie nog wel eens om een euro.

begeleiden 8 e gids ons naar het restaurant.

Haal zes werkwoorden uit de woordslang en schrijf de ik-vorm verleden tijd op.

s ch u

r e n g r a ai en k n i e l e n s p e

ur e n l e n en d el e n

ik ik ik

Bedenk zelf nog vier werkwoorden waarvan de laatste letter van de stam in 't kofschip zit.

ul het schema in.

hele werkwoord wij-vorm vt hele werkwoord wij-vorm vt

Maak een strip met ten minste drie plaatjes.

ebruik zo veel mogelijk werkwoorden uit opdracht 2 en . 1

2

3

4

(6)

17

5

^Blok • Je herhaalt woorden uit blok .

20

Kun je dit nog?

4

^Les

Vul de persoonsvorm verleden tijd van het werkwoord in.

veranderen 1 isteren ik van woonplaats.

regelen 2 ijn moeder een verhuizer om mee te helpen.

zwaaien 3 e piano heen en weer.

barsten 4 e piano viel en uit elkaar

lachen 5 ijn moeder indelijk verlost

Welke woorden staan er?

1 egin bij de eerste letter. la steeds een letter over.

2 chrijf het hele woord op.

v w e d r t k j o i u e d a e k n t u o l t v e r m o p e a m a z l d b o l n w d o e t r c e p n b p a k l i l d e k t d j o e

Welk woord staat er?

os het geheimschrift op. chrijf het hele woord op.

 au of auw ou of ouw  etje  pv ev vt

1 orige week vierde ik mijn tr dag.

2 e man plukte voor mij een bloem.

3 e lucht is hemelsbl maar toch ben ik verk den.

4 ijn vriendin lach laatst jullie zijn een lief stell

1

2

3

eindelijk verlost!

(7)

• Je kunt de verleden tijd van werkwoorden nu goed schrijven.

• Je kunt woorden uit blok nog goed schrijven.

21 21

Kun je dit nu?

Zo schrijf ik het goed

   

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Woorden uit blok 3 (Kun je dit nog?)

   

1 2 3 4 5

(8)

18

5

^Blok

je hoort /<j/ of /<ju/, maar je schrijft g of ge 2

^Les

Wat oefen je?

• Je oefent woorden waarin je zj en zju hoort en g en ge schrijft.

22

oor je zj in een woord chrijf dan g.

oor je zju in een woord chrijf dan ge.

Lees het verhaal en vul het goede woord in.

Let op! r blijven drie woorden over.

Kies uit: origineel garage bagage lekkage etage etalage horloge logeren energie centrifuge rage

artin staat met zijn

voor de deur. ij drukt op de bel van de eerste

. e deur bij en gaat open. k kom , roept artin naar boven. nee , antwoordt de moeder van en, terwijl ze op haar kijkt.

k dacht dat je de monteur was.

om maar naar boven , zegt en. nze is stuk. u hebben we een enorme

in de .

oet ik dan maar weggaan vraagt artin. ee blijf maar, we kunnen jouw goed gebruiken om alles weer op te ruimen

Wat staat er onder de vlek?

chrijf de woorden op.

1 het bud et 5 corri eren

2 de reporta 6 de lei

3 ori ineel 7 de ra

4 het enre 8 de asper

Kies een woord uit het woordpakket. Schrijf het woord op.

edenk een woord dat erop rijmt. aak een kort rijmpje met de twee woorden.

oe dit vier keer.

Voorbeeld genie → knie

aultje is een groot genie.

ij kan steppen op n knie.

1

2

3

(9)

18

5

^Blok

je hoort /<j/ of /<ju/, maar je schrijft g of ge 3

^Les

Wat oefen je?

• Je oefent woorden waarin je zj en zju hoort en g en ge schrijft.

• Je bedenkt zelf nieuwe woorden waarin je zj en zju hoort en g en ge schrijft.

23 23 Zoek zes woorden in de woordrups.

treep de woorden door en schrijf ze op.

Let op! Je houdt vier letters over. elk woord lees je

Lees de omschrijving.

elk woord waarin je zju hoort en ge schrijft past erbij chrijf ook het lidwoord op.

1 et wordt met inkt op je lichaam getatoe erd.

2 stiekem je vijand bespioneren

3 beelden van een lm achter elkaar monteren 4 je rug laten masseren

5 e zitting van de stoelen is versleten.

De stukjes van het woord staan door elkaar.

chrijf het woord op.

ber-au-ne-gi ta-ge-plan

sa-cor-ge mou-age-ca-

cour-te-get get-mid-golf

Maak tekeningen.

ies twee woorden uit opdracht 2 en twee woorden uit opdracht . aak vier kleine tekeningen. chrijf bij elke tekening een zin met het woord.

1

2

3

4

r a s p e r geg

i

r a f a m a

n e g

e

g e

n i e g e

tal a

g e e l e

k k

a g

e

(10)

18

5

24

Kun je dit nog?

4

^Les

Vul de rijtjes in en maak de zinnen af.

chrijf de stam, de ik-vorm en de persoonsvorm enkelvoud verleden tijd van de werkwoorden op. chrijf de persoonsvorm verleden tijd daarna in de goede zin.

lachen regelen raden

stam

ik-vorm tt ik ik ik

pv ev vt ik ik ik

1 mma gisteren het vervoer.

2 Jij het antwoord laatst snel.

3 k de vorige keer om die mop.

Zoek de zeven woorden in de woordslang.

1 chrijf de woorden op. treep de woorden in de woordslang door.

2 chrijf de letters die over zijn achter elkaar op.

elk woord lees je

Welk stukje ontbreekt?

ul in au, auw, ou of ouw. chrijf het hele woord in je schrift.

1 e dinos rus was dol op zeez t.

2 ij k de in zijn middagp ze op deze korreltjes.

3 ok at hij graag een h tduif.

4 n die tijd bestond er geen schoolgeb . 5 el was er veel oerw d.

6 e hemel was niet asgr , maar hemelsbl . 7 eloof me, deze informatie is betr baar.

8 f denk je dat ik een kletsk s ben 1

2

azwaaidesgverko

udenraordenenkannetjeuademensjouwenwvriendinn etje

3

(11)

• Je kunt woorden waarin je zj en zju hoort en g en ge schrijft nu goed schrijven.

25 25

Kun je dit nu?

   

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

   

1 2 3 4 5

(12)

19

5

^Blok

je hoort /ie/, maar je schrijft i

2

^Les

Wat oefen je?

• Je oefent woorden waarin je ie hoort en ischrijft.

26

edenk of je het woord schrijft met ie of i. at kun je niet horen, dat moet je onthouden.

Zoek zeven woorden in de woordrups.

treep de woorden door en schrijf ze op.

elke letters heb je niet gebruikt et ze achter elkaar. elk woord lees je

Welk woord wordt bedoeld?

ees de omschrijving en zet het goede woord met lidwoord erachter.

1 wapen van de politie

2 groot grijs dier met een slurf

3 iemand die stiekem probeert zo veel mogelijk te weten te komen 4 edelsteen die mooi schittert

5 groot muziekinstrument met zwarte en witte toetsen 6 de beste in een sport

7 gebouw waar je lms kunt zien 8 maat om vloeistoffen te meten

Zoek woorden in het woordpakket met de letterrover.

elke woorden waarin je ie hoort en i schrijft, zijn ook met de letterrover chrijf zes woorden op en maak er een kleine tekening bij.

1

l s

t u d i

o a s k

i m d i

e e

t p

m i

n

i i t o s

t i o p

r

i m a n

f i

le

2

3

(13)

19

5

^Blok

je hoort /ie/, maar je schrijft i

3

^Les

Wat oefen je?

• Je oefent woorden waarin je ie hoort en ischrijft.

• Je bedenkt zelf nieuwe woorden waarin je ie hoort en ischrijft.

27 27 Maak woorden met de woordstukjes uit elk vak.

chrijf het hele woord op.

eerste stuk tweede stuk derde stuk

di po lam in mi ne pi auw di di ren on um aan en

Kies het goede woord en schrijf het bij het plaatje.

de skipiste de ski

de baviaan de indiaan

het viaduct de le

de titel het dieet

de piano de pianist

de centimeter de decimeter

Zoek vijf nieuwe woorden waarin je /ie/ hoort en i schrijft chrijf de woorden op en maak met elk woord een zin.

radiostadionjuniorriviergeranium

Schrijf een verhaal van ten minste zes zinnen.

ebruik deze woorden de radio de pianist het viaduct de baviaan de rivier.

1

2

3

4

(14)

19

5

28

Kun je dit nog?

4

^Les

Maak de rebus.

chrijf de woorden op.

Let op! oms zet de letterzetter nog een e tra letter

+etje _+pelen

+eren =

+ =

+etje

+ saus =

Schrijf de persoonsvorm verleden tijd van het werkwoord op.

hele werkwoord ik-, jij-, hij/zij-vorm vt

zwaaien wensen antwoorden praten volgen

chrijf de hele woorden op.

1 it jongetje is een echte zoetek w.

2 en heel snoeproll gaat op zonder ber w.

3 p aardapp wil hij niet eens k wen.

4 ij zet een kinderstemm op en begint te sn wen, 5 te snott en te huilen,

6 dat hij met iemand anders wil ruilen.

7 e volwass kijken elkaar aan 8 het knull is nu te ver gegaan 1

2

3

(15)

• Je kunt woorden waarin je ie hoort en i schrijft nu goed schrijven.

29 29

Kun je dit nu?

   

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

   

1 2 3 4 5

(16)

20

5

^Blok

-tie

2

^Les

Wat oefen je?

• Je oefent woorden die eindigen op tie.

30

Maak de woorden af met het ook-zo-stukje tie.

chrijf het hele woord erachter.

de rela de noti de presenta de informa de inspira de competi de trakta

Welk woord uit het woordpakket past in de zin?

1 ij gaan drie weken op naar panje.

2 e aan mijn knie duurde twee uur.

3 anavond ga ik naar de van onze dansgroep.

4 e was snel op de plek van het ongeluk.

5 k stuur mijn tante een voor haar verjaardag.

6 p deze wasmachine zit vijf jaar .

7 eze marathon lopen is een hele .

8 anuit deze kon ik niet goed zien wat er gebeurde.

9 et regelen van een verjaardagsfeest is een hele .

Maak een woordrups.

1 ies acht woorden uit het woordpakket.

2 chrijf de woorden achter elkaar met potlood op en zet om elke letter een rondje met je pen.

3 um achter elk woord het ook-zo-stukje tie uit.

4 en klasgenoot zoekt de woorden in je woordrups. ij zet de ook-zo-stukjes op de goede plek en schrijft de woorden op.

1

2

3

Schrijfaanwijzing oor je tsie aan het eind van een woord chrijf dan tie.

(17)

20

5

^Blok

-tie

3

^Les

Wat oefen je?

• Je oefent woorden die eindigen op tie.

• Je bedenkt zelf nieuwe woorden die eindigen op tie.

31 31 Welke woorden staan in de puzzel? Kijk ↓ en →.

oek zes woorden uit het woordpakket. treep de woorden door en schrijf ze op.

r t u p t c r u k m c a b v s i c o y g d v f j t b n m o m l o p a z r t u j v m b w g h r k p f i n s p i r a t i e j h g t k e n s h t a q w p i n s t a l l a t i e

t r a d i t i e s i t s s o i k t i v b v e u d v

g m

l e t

j r

i e

e w

o g

r h

t e

b n

m l

o z

aak de woorden af. chrijf het hele woord op.

justi admini

jectie ad tentie

a tie situa

func blicatie

re tie irrita

Maak zinnen met woorden die eindigen op tie.

ies vier woorden uit opdracht 2 en maak vier zinnen.

1

2

3

(18)

20

5

32

Kun je dit nog?

4

^Les

Schrijf de woorden goed op.

1 aak van de vetgedrukte werkwoorden de persoonsvorm verleden tijd.

2 aak de woorden met een vraagteken af.

a ij wensen alle oud een gelukkig ieuwjaar.

b e kletsk s praten aan n stuk door.

c e jongen raden niet onder welk bekertje het bal zat.

d e politie volgen de bestel to.

Welk woord staat er?

os het geheimschrift op en schrijf het woord op.

 = au ou  = netje letje metje = elen eren = -de -te

1 et is de trwdag van de leeuw en het leeuwin.

2 e dieren gingen zich verzam in het oerwd.

3 e lucht was hemelsblw en de leeuw wacht op zijn bruid.

4 oen de bruid eraan kwam, begon de giraf te snott . e zebra vroeg of zij de leeuw tot haar wettige echtgenoot nam.

5 e antwoord ja en het nieuwe stel kuste elkaar.

6 oen barst het feest los.

Maak de woordketting af.

ul de woordstukjes in en schrijf de hele woorden op.

w o n d z o n t o t p a a l

p e u t k a n b e z s t e e l

1

2

3

(19)

• Je kunt woorden die eindigen op tie nu goed schrijven.

33 33

Kun je dit nu?

   

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

   

1 2 3 4 5

(20)

62

(21)

63

(22)

Colofon

Redactie

Andrike Barwegen Diana Jansen Isabelle de Ridder

Grafisch ontwerp

Studio Michelangela, Utrecht

Opmaak

PPMP Prepress, Wolvega

Illustraties Michel de Boer Leontine Gaasenbeek Bianca van Loon (omslag)

Beeldresearch

Verbaal Visuele Communicatie BV, Velp

Foto’s

Shutterstock: Alena Ozerova, AlexRoz, AXL , Feng Yu, Florin Stana, Gwoeii, Johnny Adolphson, Mat Hayward, Noam Armonn, niall dunne, Pavel L Photo and Video, Pressmaster, Roman Tsubin, Shukaylova Zinaida, Hollandse Hoogte: Alexander Crispin / Johner Bildbyrå AB

Fresh Images / Reporters: Hill Street Studios

Nationale beeldbank: defotoberg, ellen mol fotografie Verbaal Visuele Communicatie BV, Velp

Over ThiemeMeulenhoff

ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de

verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficiënter wordt.

Samen leren vernieuwen.

www.thiememeulenhoff.nl

ISBN 978 90 06 61622 4 Eerste druk, zesde oplage, 2020

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060,

2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden.

Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Deze uitgave is volledig CO₂-neutraal geproduceerd.

Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC^®-keurmerk.

Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.

(23)

(24)