f 17
H
0093 0022B E P A L I N G E N
RF.ÏilEKKELl.lK
MISDRIJVEN BIJ FAILLISSEMENT, ENZ.,
NEDERLANDSCH-INDIE.
i
•
BEPALINGEN
I I E T B Ë K K E U J K Dg
MISDRIJVEN, BEGAAN TER GELEGENHEID
VA*
F A I L L I S S E M E N T ,
EN DIJ
KENNELIJK ONVERMOGEN,
M'ITSGADEBS BIJ
SURSEANCE VAN BETALING,
I S
NEDERLANDSCH-INDIE.
OFFICIËLE UITGAVE.
A M S T E R D A M , JOHANNES MÜLLER.
1840.
/ ^ - VOOR
lm
t u c. 4. SPIN # ZOON.
B E P A L I N G E N
BETREKKELIJK DÜ
MISDRIJVEN, BEGAAN TER GELEGENHEID VAN FAILLISSEMENT,
feu
BIJ KENNELIJK ONVERMOGEN,
MITSGADERS
BIJ S U R S E A N C E VAN B E T A L I N G ,
IN
NEDERLANDSCH-INDIE.
ARTIKEL 1.
A l s schuldig aan eenvoudige bankbreuk zal worden ge- straft de koopman, die bij regterlijk vonnis in staat van faillissement is verklaard, en zich bevindt in een of meer- dere der navolgende gevallen:
1°. indien zijne persoonlijke verteringen, of die zijner huishouding, moeten geacht worden, in verhou- ding tot zijnen maatschappelijken stand, landaard en volkszeden, en middelen of inkomsten, bui- tensporig te zijn geweest;
2°. indien de bij hem geledene verliezen geheel of grootendeels zijn ontstaan door spel, weddingschap of andere gewaagde en louter van het toeval af- hankelijke ondernemingen ;
3°. indien hij, terwijl de baten zijns boedels beneden de 50 ten honderd van het bedrag zijner schulden waren, aanzienlijke geldopnemingen of belangrijke handelsondernemingen heeft gedaan;
6 Bepalingen betrekkelijk misdrijven bij faillissement, enz.
4°. indien hij nog onbetaalde koopwaren, welke hij, binnen de zes maanden voor zijn faillissement, op cx-ediet heeft gekocht, heneden den marktprijs of de bekende waarde heeft verkocht;
5°. indien hij wisselbrieven, order biljetten, of ander papier, geschikt om in omloop te worden gebragt, heeft uitgegeven, geaccepteerd, geëndosseerd of geteekend, tot een bedrag, grooter dan twee malen het beloop van de baten zijns boedels;
6°. indien h i j , makelaar zijnde, zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van het tweede lid van artikel 65 van het Wetboek van Koophandel.
2. De straf op eenvoudige bankbreuk is gevangenzetting van ten minste één maand en ten langste vijf jaren.
3. Als schuldig aan bedriegelijke bankbreuk zal worden gestraft de koopman, die bij regterlijk vonnis is ver- klaard te zijn in staat van faillissement, en zich bevindt in een of meerdere der navolgende gevallen:
1°. indien hij, in zijne boeken, op zijne balansen, ol op eenige andere wijze, uitgaven of verliezen heeft verdicht ;
2°. indien hij eenig geld of papier, geldswaarde heb- bende, eenige inschuld, koopmanschappen, wa- ren, of andere roerende goederen verduisterd o i aan zijne schuldeischers onttrokken heeft;
3°. indien hij verdichte verkoopen van roerende ol onroerende zaken, of ook verdichte gelduitleenin- gen of schenkingen gedaan heeft;
4°. indien hij schulden heeft verdicht, door het ma- ken van bedriegelijke geschriften ten behoeve van derden, of door zich, zonder oorzaak of genotene waarde, bij openbare of onderhandsche acte, met een bedriegelijk opzet, tot schuldenaar te stellen;
5°. indien hij roerende of onroerende z^ken, voor zich, of voor zijne vrouw of kinderen, doch on- der eenen anderen naam, heeft gekocht;
Bepalingen bel rekkelijk misdrijven bij faillissement, enz. 1 6°. indien hij wisselbrieven, orderbiljetten, of ander
papier, geschikt om in omloop te worden gébragl, heeft afgegeven, zonder hij den betrokkene de noodige fondsen beschikbaar, noch een voldoend open crediet te hebben;
7°. indien hij zaken, onder zijn beheer of in zijn be- zit zijnde, doch aan anderen toebehoorende, heeft verkocht of verpand, of aan anderen overgedra- gen, zonder daartoe de bevoegdheid te hebben, en de gelden, daaruit voortgekomen, tot eigen gebruik heeft aangewend, of niet kan verant- woorden ;
8°. indien h i j , over gelden of geldswaarden aan hem toevertrouwd , tot eigen gebruik of voordeel heeft beschikt, of dezelve niet kan verantwoorden;
9°. indien bij, ter misleiding van zijne schuldeischers, geene boeken of geene behoorlijk ingerigte boeken heeft gehouden, of indien hij dezelve heeft ver- minkt, vervalscht of geschonden, zoo dat de ware slaat zijns boedels niet is op te maken, of ook in- dien hij alle of eenige van zijne boeken heeft ver- duisterd of te kwader trouw achtergehouden of vernietigd.
4. Bedriegelijke bankbreuk zal worden gestraft met con- finement in een tuchthuis van ten minste één jaar en ten langste tien jaren, of met altijddurend bannissement buiten Nederlandsch-Indië. De gewijsden van veroor- deeling zullen worden bekend gemaakt door plaatsing van een uittreksel van dezelve in het officieel nieuwsblad, en door aanplakking van een gelijk uittreksel ter plaatse bij het vonnis te bepalen.
5. Onverminderd de toepassing der algemeene regelen omtrent de medepligtigheid, zullen medepligtig aan be- driegelijke bankbreuk worden verklaard, en met dezelfde straf als zoodanig bankbreukige zelf worden gestraft, zij die, des bewust, ten behoeve van dezen, o f t e n nadeele
8 Bepalingen betrekkelijk misdrijven bij faillissement, enz.
van de schuldeischers, hebben medegewerkt om roerende of onroerende goederen geheel of ten deele te verduiste- ren of aan den boedel te onttrekken, of om verdichte verkoopen, gelduitleeningen of schenkingen te doen plaats hebben; alsmede zij die, des bewust, verdichte schuld- roi'deringen ten lasle van den gefailleerde hebben ver- kregen.
6. Met gevangenisstraf van ten minste één jaar en ten hoogste vijf jaren zal gestraft worden h i j , die bij reg- terlijk vonnis is verklaard in staat van kennelijk onver- mogen, en zich bevindt in een of meerdere der geval- l e n , vermeld in de nummers 2, 3, 4, 5, 7 en 8 van a r - tikel 3.
De bepalingen van artikel 5 zijn ten deze toepasselijk.
7. Met gevangenisstraf van ten minste één maand en ten langste zes maanden kan worden gestraft de koopman, die bij regterlijk vonnis in staat van faillissement is ver- klaard, en zich bevindt in een of meerdere der navol- gende gevallen:
1°. indien hij niet heeft afgelegd de verklaring ter griffie, voorgeschreven bij artikel 750 van het Wetboek van Koophandel;
2°. indien hij, bij de verklaring ten aanzien der ven- nootschap, onder welker firma hij handelde, niet heeft opgevolgd het bepaalde in het vierde lid van het evengenoemd artikel 750;
3°. indien hij, zonder dat van kwade trouw blijkt, geene boeken of geene behoorlijk ingerigte boeken heeft gehouden, zoo dat de ware staat zijns boe- dels daaruit niet is op te maken.
8. Tot gevangenisstraf van ten minste veertien dagen en ten langste drie maanden zal worden veroordeeld de koopman, die bij regterlijk vonnis in staat van faillisse- m e n t , mitsgaders hij, die bij regterlijk vonnis in staat van kennelijk onvermogen verklaard zijnde, in de ge- vallen, waarin hem de verpligting daartoe bij de wet-
Bepalingen betrekkelijk misdrijven bij faillissement, enz. 9 telijke bepalingen is opgelegd, ofschoon behoorlijk ge- roepen, en zonder weltige verhindering, niet in persoon voor den regter is verschenen tot het geven van inlich- tingen, of wel, verschenen zijnde, zich opzettelijk ont- trekt aan het geven van die inlichtingen.
9. Met gevangenisstraf van ten minste één maand en ten hoogste -vijf jaren zal gestraft worden hij die, surseance van betaling verzocht hebbende, bij het daartoe inge- diend verzoekschrift te kwader trouw of zonder vol- doende zorg opgemaakte staten, opgaven of lijsten heeft overgelegd, of te kwader trouw heeft gehandeld in strijd met de artikelen 903 en 904 van het Wetboek van Koop- handel.
10. Inlanders en daarmede gelijkgestelde personen zijn niet aan de bovenstaande bepalingen onderworpen, zoo lang dezelve niet, onveranderd of gewijzigd, op ben zijn
toepasselijk vei~klaard.