• No results found

Darmen helen. Een 21 daags programma voor heling van de darmwand en balans in de darmflora

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Darmen helen. Een 21 daags programma voor heling van de darmwand en balans in de darmflora"

Copied!
139
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Darmen helen

Een 21 daags programma voor heling van

de darmwand en balans in de

darmflora

(2)

Colofon

VORMGEVING Oranje Vormgevers

TEKST

Jesse van der Velde met schrijven van Patricia Lautenschutz

RECEPTEN

Annemieke de Kroon en Dayenne Bos

FOTO’S Jesse Cameron Studio

FOTO’S Shutterstock.com

ISBN

978-90-825571-2-1

Uitgegeven door In Gezondheid BVBA

info@jessevandervelde.com

© 2017, Jesse van der Velde

ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige

andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

(3)

Inhoud

1. INTRODUCTIE 5

2. VOORDAT JE BEGINT – JE INTENTIE 7

3. DE DARMEN – STAP 1 NAAR GEZONDHEID 9 3.1. Ieder mens is anders – je lichaam kiest de ziekte 9

4. THEORETISCHE ACHTERGROND 11 4.1. Waarom je darmen altijd stap 1 zijn 12

4.2. De darmflora 12 4.3. De darmwand 13 4.4. Het immuunsysteem 14 4.5. Laaggradige ontsteking 15

5. SCHADELIJKE ONTWIKKELINGEN 16 5.1. De consument als proefdier 16

6. DE ONDERZOEKEN 19 6.1. Veel meer dan alleen verteren 19

6.2. Darm-hersen connectie - hoe is jouw ‘Gut feeling’? 19 6.3. Poeptransplantatie 21

6.4. Voedseldiversiteit versus darmflora diversiteit 22 6.5. Hoe zit het nu met candida? 23

7. HET ETEN DAT ONS ZIEK MAAKT 25 7.1. Afwezigheid van niet-verteerbare vezels 25

7.2. Graan en gluten 26 7.3. Bewerkte zuivel 28 7.4. Antinutriënten 30

7.5. Additieven 32 7.6. Oeroud superfood – Gefermenteerd voedsel 33

8. SAMENVATTING 36

(4)

9. DARMVRAAG & ANTWOORD 38 9.1. Wat te doen bij een antibioticakuur? 38

9.2. Zo ga je om met spijsverteringsklachten/prikkelbaredarmsyndroom. 39 9.3. Deze voeding smaakt mij niet, wat nu? 41

9.4. Klachten tijdens mijn spijsvertering gaan niet weg.

Wat kan er nog meer aan de hand zijn? 42 9.5. Hoe weet ik of het werkt? 43

10. HET HERSTEL VAN DE DARMWAND 44 10.1. Immuunsysteem tot rust brengen 45

10.2. Buitengewoon Bioprofiel 46 10.3. Herstel van de darmwand 47

10.4. Herstel van darmflora 48 10.5. Duur van het herstel 49

11. SUPPLETIE 51 11.1. Proteïnepoeder 51

11.2. Superfoodies lekkende darm herstel 51 11.3. Aanvullende suppletie 55

12. VOEDINGSPLAN 56

13. STAPPENPLAN: ZO HERSTEL JE JOUW DARMGEZONDHEID 58

14. DAGVOORBEELD 60 14.1. Ochtend 60

14.2. Middag 60 14.3. Avond 60

15. 4-WEKEN MENUPLAN 61 15.1. Menuplan 61

REFERENTIES 135

(5)

Introductie

Welkom bij Bioprofiel. En welkom bij ons “Darmen helen”-programma. In de meer dan elf jaar dat ik mensen een-op-een begeleid met hun gezondheid is de kennis over onze darmen enorm gegroeid. We zijn gegaan van het tijdperk van calorieën tellen, letten op je macro’s (de macronutriënten: eiwitten, vetten, koolhydraten), naar hormonale balans, naar (h)erkennen dat onze darmen de basis vormen van onze complete gezondheid.

Onze darmen zijn veel meer dan de plaats waar voedingsstoffen worden opgenomen in ons bloed. Ze vormen de basis van ons immuunsysteem. Ze bevatten meer bacteriën dan we cellen in ons lichaam hebben. Er is een directe verbinding van onze darmen naar onze hersenen, waarbij onze darmen signalen aan onze hersenen doorgeven.

Verbetering van de darmflora met behulp van probiotica bij mensen met prikkelbare- darmsyndroom liet bijvoorbeeld een vermindering zien van angstgevoelens en stress gevoeligheid, en een verbetering van het humeur.

Hippocrates, voorvader van onze moderne geneeskunde, zei 2000 jaar geleden al: "All disease begins in the gut." (alle ziekten beginnen in de darmen). Maar ook alle

gezondheid begint in de darmen. En daarom heb je deze methode gekocht.

Wat voor je ligt is meer dan een boek. Het is een methode. Het is een methodiek voor heling van darmproblemen. En terwijl we geen garanties kunnen geven, omdat persoonlijke situaties verschillen, een goede medische diagnose wellicht vereist is, mogelijk met begeleiding van een arts of specialist, kun je zelfstandig met aanpassingen in je voeding al heel veel bereiken. Want wat je huidige klachten ook zijn of wat je gezondheidsdoelstelling ook is, het begint in de darmen.

Tegelijkertijd hoef je niet eerst darmproblemen te hebben om deze methode te gaan volgen. Veel mensen lopen rond met een suboptimale gezondheid. Zonder dat ze ziek zijn hebben ze een verre van optimale gezondheid. Je lichaam is sterk, is gefocust op overleven en doorgaan. Dat betekent dat ziekten die we vandaag hebben, al vaak jaren geleden begonnen te ontstaan. Ik wil niet tegen je zeggen dat als je zo doorgaat als je altijd deed, je ziek zult worden. Maar wel dat je gezondheid hoogstwaarschijnlijk nog veel beter kan zijn dan ze nu is. En omdat je niet mist wat je nooit hebt gehad, weet je pas hoe goed je je echt kunt voelen als je dat eerst hebt bereikt. Meer energie, een mooiere huid, een sterker immuunsysteem, meer fitheid, een grotere mentale kracht, en beter in je vel. En misschien zelfs wel veel gelukkiger. Want voeding en levensstijl hebben een sterke invloed op je gemoedstoestand.

Ik gun je je beste lijf en beste gezondheid ooit. Ik gun je een leven vol vitaliteit en blijdschap, en dat je je doelen bereikt en geniet van de dingen die je belangrijk vindt. En van alles in je leven is je gezondheid de basis. Er is geen rijkdom zonder de rijkdom van een goede

(6)

gezondheid. En terwijl er nooit garanties zijn, is het aan ons om goed te zorgen voor het prachtige geschenk dat we hebben gekregen: dit lijf. Het is aan ons om het niet te zien als vanzelfsprekend, maar om het te koesteren.

Want tot je dertigste is je lichaam er voor jou en daarna moet jij er voor je lichaam zijn.

Tot die leeftijd gaat alles “vanzelf”. Je lichaam ontwikkelt zich, groeit. Je lichaam produceert uit zichzelf veel van de belangrijke verjongingshormonen: groeihormoon, testosteron, melatonine. Na je dertigste neemt de productie van deze hormonen echter geleidelijk meer en meer af en moeten wij zelf met onze voeding, levensstijl en beweging gaan zorgen voor het op peil houden van deze belangrijke verjongingshormonen.

Tot slot wil ik graag met je delen waarom ik dit werk doe. Toen ik elf jaar geleden begon als Personal Trainer wist ik niet waar ik vandaag zou staan. Meer dan 100.000 verkochte boeken later, maandelijks 600.000 lezers op mijn blog ‘Jessevandervelde.com’ en duizenden succesverhalen van cliënten. Wat voor mij echter écht telt, is een (al dan niet kleine) bijdrage leveren aan de manier waarop ziekten worden behandeld. Want veel van de ziekten die door voeding en levensstijl ontstaan (zoals diabetes type 2, burn-out, depressies, auto-immuunziekten en andere), worden niet met voeding en levensstijl behandeld, maar met medicijnen.

Medicijnen zijn echter niet het geneesmiddel van de toekomst. Dat is de aarde, onze natuur, omdat daar al onze voedingsstoffen en genezende stoffen in groentes, kruiden en andere planten altijd al beschikbaar zijn geweest. En omdat als we terugkeren naar de natuur, we ook terugkeren naar onze eigen natuur. Daar vinden we wie we zijn.

De echte oorzaak van ziekte is dat we daar zo ver vanaf zijn gaan staan.

Het is mijn diepste wens om aan mensen te laten zien, voelen en weten dat genezing gaat over ‘herinneren’. Herinneren wat onze echte voeding is (niet dat wat verpakt is en uit een fabriek komt). Herinneren waar ons hart ligt. Herinneren hoe te ademen, hoe onze rust en innerlijke vrede te vinden. Herinneren dat het gaat om te zorgen voor de mensen om ons heen en voor onze planeet, het thuis dat we allemaal delen. Herinneren dat we reizigers zijn, tijdelijk op deze aarde. En dat het aan ons is om die te koesteren, voor onze kinderen en de kinderen van onze kinderen. Want ik ben het zelf vergeten ge- weest. Maar ik herinner het me weer. Die plek, die intentie, van harmonie, vrede, inner- lijke rijkdom en innerlijke kracht, is waar vanuit ik m'n leven wil leiden. Want dat is waar alle rijkdom en heling zich bevindt.

Ik dank je vanuit m’n hart voor je vertrouwen en de stap die je nu aan het zetten bent.

Laat het mij en m’n team op ieder moment weten als we op het gebied van begeleiding iets voor je kunnen betekenen.

Toegewijd aan jouw resultaat, Met liefde,

Jesse van der Velde

OPRICHTER VAN BIOPROFIEL

(7)

Voordat je begint Je intentie

Je hebt deze methode gekocht. Mijn vragen aan jou zijn nu: Waarom? Wat is je intentie?

Wat zou je graag willen bereiken?

Het zijn onze intenties die ons leven vormen. Omdat we bepaalde keuzes maken op basis van de intentie waarmee we leven. En deze keuzes creëren onze realiteit. Als je leeft met de intentie “Ik wil gewoon lekker genieten en me niet te veel zorgen maken”, dan maak je heel andere keuzes dan wanneer je zegt: “Ik wil in mijn leven de beste worden in ... en zal alles doen om dat te bereiken.” Geen van beide is per definitie goed of fout; het gaat om de keuze die we maken.

Want of je je er nu bewust van bent of niet: je leeft altijd met een intentie. Misschien ben je in het verleden weleens met een fitness- of voedingsprogramma begonnen en zei je:

“Nu ga ik de knop omzetten. Ik ga er nu helemaal voor en ik zal zorgen dat het een succes wordt.” Maar onbewust liet je met die intentie heel weinig ruimte over voor jezelf, maakte je het je moeilijk door aan die afspraak met jezelf te willen voldoen, met als gevolg dat het niet lukte en je een beleving van ‘falen’ had. De vraag is of dat toen ook zo was. Had je toen ‘gefaald’, of zag je gewoon niet de groei die je wél had gemaakt en de successen die je wél had geboekt doordat je alleen maar gefocust was op wat er niet was?

Mijn advies is om voor jezelf helder te krijgen wat je intentie met deze methode is. Is het om een nieuwe fase in te gaan wat je gezondheid betreft? Is het om klachten die je nu hebt kwijt te raken? Of je deze methode nu los hebt gekocht of dat ze onderdeel is van een langer traject binnen Bioprofiel, mijn advies is om bewust te kiezen voor wat je wilt.

Want wanneer je jouw fysieke en mentale energie (denkkracht) niet ergens bewust op focust, zou deze vanuit je onderbewustzijn een realiteit kunnen creëren die je niet wilt.

Want onze intentie doet namelijk nog veel meer dan bepalen welke keuzes we zelf maken.

Heb je weleens een ‘baaldag’ gehad? Een dag die slecht begon en waarop vervolgens ineens allerlei dingen fout liepen? En heb je ook weleens een dag gehad waarop alles op rolletjes liep? Dat positieve dingen plotseling, uit het niets, op je pad kwamen? Of heb je weleens een doel gehad, iets wat je graag wilde, en kreeg je via ‘toevallige’ ont- moetingen, gesprekken of gebeurtenissen ineens de kennis/mensen/kansen op je pad die dat doel mogelijk maakten?

(8)

Wetenschappers krijgen steeds meer kennis van kwantumfysica, en hoe we met onze gedachten een trilling uitstralen die het leven om ons heen creëert. In mijn leven ben ik hier tientallen keren mee in aanraking gekomen. Mensen die ‘via via’

plotseling op m’n pad kwamen, nadat ik een bepaald doel had uitgesproken, die me exact gaven wat ik nodig had. Maar soms waren dat ook dingen die ik niet wilde. Ook sommige van mijn angsten (weliswaar relatief kleine, te overkomen

‘uitdagingen’) zijn werkelijkheid geworden. Het is mijn overtuiging dat ik die realiteit zelf heb gecreëerd met de gedachten (in dit geval angsten) die ik had.

Het laatste wat je moet doen is nu bang worden voor je angsten. Dat zou een beetje de omgekeerde wereld zijn, toch? Want maar weinig manifesteert zich direct. Het zijn de gedachten die we consequent houden en waar we mee in lijn zijn, die zich manifesteren in ons leven. De keuzes die we maken (als je besluit dit te geloven, zoals ik doe), de trilling die je uitstraalt en wat je daarmee aantrekt. Complete boeken en documentaires zijn uitgebracht over dit onderwerp en het is het waard om je erin te verdiepen.

De enige reden waarom ik dit nu tegen je zeg, is dat deze natuurkundige wet van intentie en aantrekking (ook wel in het Engels ‘the law of attraction’ genoemd) ook geldt voor jouw doelstelling en deelname aan deze methode. Jij kiest.

En het is belangrijk bewust te kiezen.

Creëer je realiteit, door haar eerst als een visie in je hoofd te zien. Maak die visie helder.

Mocht je deze visie nu nog niet hebben: raak niet verstrikt in het gedachtepatroon dat dat erg is. Laat je visie geleidelijk ontstaan. Kies, als je het nog niet weet, voor een positief beeld. Dus stel vast hoe je wilt dat je gezondheid en lijf eruit zullen zien. Hoe wil je je voelen? Hoe wil je dat je leven vorm krijgt?

Houd je gedachten dagelijks bewust gefocust op een positieve uitkomst. Op het lijf, het leven en de gezondheid die je wilt hebben. Maak dit beeld geleidelijk duidelijker voor jezelf, zodat je het begint te zien, voelen en misschien wel horen of ruiken. Leef het al in je hoofd. Het zal je de positieve flow geven om je doel te bereiken en stuurt je keuzes in de juiste richting.

Ik gun je vanuit m’n hart het allerbeste toe. Creëer je realiteit.

Jesse van der Velde

OPRICHTER VAN BIOPROFIEL

(9)

3. De darmen - Stap 1 naar gezondheid

Met deze methode gaan we jou helpen om je gezondheid weer terug te krijgen. Welke betekenis gezondheid voor jou ook heeft, de basis die je in dit boek vindt kan je helpen om daar weer een stap dichterbij te komen. Een gezonder gewicht, meer energie of minder snel verouderen. Wellicht heb je zelfs wel heel specifieke wensen en wil je graag af van vervelende pijnklachten, of van een ongezond hoog cholesterolgehalte. Met dit programma kun je de eerste belangrijke stap gaan zetten.

Het programma dat we hier aanbieden is volledig gericht op de darmen, want die vormen de basis van een goede gezondheid. We zullen hieronder uitgebreid uitleggen wat de relatie tussen de darmen en de gezondheid is en hoe problemen in de darmen ook de gezondheid binnen in je lichaam kunnen aantasten.

3.1. Ieder mens is anders – je lichaam kiest de ziekte

Hoe kan het toch dat de ene persoon wel ziek wordt en de andere niet? Of dat je doorgaans hetzelfde eet als je goede vriendin, maar jullie beiden toch andere klachten krijgen?

De oorzaak ligt in de basis van elk mens, want iedereen is verschillend. Zo heeft ieder mens een ander (epi)genetisch patroon, een andere jeugd met andere ouders gehad, andere eet- en beweeggewoontes en een andere (sociale) leefomgeving. Elk van deze onderdelen draagt een eigen steentje bij aan iemands gezondheid, of juist ziekte- gevoeligheid. Omdat elke persoon mede hierdoor in de basis verschillend is, vormt iedereen ook zijn eigen ziektebeeld. Op de zwakste plek komen klachten het eerst tot uiting. Bij de een wordt als eerste de schildklier aangetast, bij weer iemand anders ontstaan het eerst hart- en vaatproblemen.

We zien binnen Bioprofiel een grote diversiteit aan klachten waar mensen mee willen worden geholpen. Wie weet zijn deze klachten ook voor jou herkenbaar en is het de reden waarom je met deze methode bent gestart. Een overzicht van veelvoorkomende klachten:

buikklachten als winderigheid, krampen, maagpijn en een opgeblazen buik;

huidproblemen als huidirritatie, uitslag, psoriasis, jeuk en eczeem;

(10)

spierklachten als stijfheid, pijnlijke spieren en krampen;

allergische klachten als astma, allergieën en intoleranties;

mentale klachten als depressie, slaapproblemen en burn-out;

vrouwgerelateerde hormonale klachten als PMS en endometriose;

problemen als hartfalen, oedeem, hashimoto of een extreme zoetbehoefte.

Je kunt het je wellicht moeilijk voorstellen, maar deze grote diversiteit aan klachten vindt doorgaans haar oorsprong in de darmen. We zullen je hierover alles uitleggen in het hoofdstuk waarin de theoretische achtergrond aan de orde komt. Je leest er onder andere wat je moet weten over het verband tussen de darmen en de voeding en het effect dat deze twee samen kunnen hebben op de veelvoorkomende maar diverse ziektebeelden in onze westerse samenleving.

(11)

Theoretische

achtergrond

(12)

4. Theoretische achtergrond

Je wilt natuurlijk het liefst meteen weten wat je moet doen om jouw darmgezondheid te herstellen. Je zou daarvoor direct naar het stappenplan aan het einde van het theoretische hoofdstuk kunnen bladeren. Wij vinden het echter belangrijk dat je ook begrijpt waarom je dit stappenplan volgt, hoe ziekte kan ontstaan vanuit je darmen en welke theorie hierachter zit. Dit helpt je om de juiste keuzes te maken en gemotiveerd te blijven gedurende de komende weken, als jouw darmherstel in volle gang is. In dit hoofdstuk vertellen we waarom je gezondheid altijd begint in de darmen. Je leest hoe je darmflora, darmwand en im- muunsysteem samenwerken en hoe schade aan je darmwand of darmflora kan leiden tot laaggradige ontstekingen in je lichaam: de belangrijkste oorzaak van veelvoorko- mende westerse ziektebeelden zoals hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en obesitas.

4.1. Waarom je darmen altijd stap 1 zijn

De darmen zijn niet slechts een holle buis waar al je voedsel doorheen wordt getrans- porteerd. Ze zijn ook een belangrijke lichaamsbarrière die een grote rol speelt in het afweersysteem van het lichaam. De darmen vormen namelijk een barrière tussen wat buiten is (in de darm) en wat binnen (in het lichaam). De gezondheid van je barrière is bepalend voor hoe goed je darm stoffen kan filteren die binnen mogen komen, of buiten horen te blijven. Naast de darmbarrière zijn er nog meer lichaamsbarrières die net als de darmen een belangrijke rol spelen bij de afweer. Dit zijn de longen, mond, huid, oren en ogen. Kortom, eigenlijk alle organen waar zich slijmvliezen bevinden en het lichaam in contact staat met de buitenwereld. Samen vormen deze het Common Mucosal Immune system (CMIS). Bij elke van die barrières staat het immuunsysteem paraat om in te grijpen op het moment dat er een stof binnenkomt die er niet hoort. Hoewel elke lichaams- barrière van groot belang is, leggen wij onze focus in dit programma speciaal op de darmen. De darm vervult zijn taak als lichaamsbarrière door middel van de darmflora en de darmwand, bestaande uit epitheellaag en slijmlaag (mucuslaag). Is deze eerstelijns verdediging van de darmen niet voldoende, dan komt daarna het immuunsysteem in actie.

4.2. De darmflora

De darmen zijn de thuisbasis voor onze darmflora: honderden verschillende soorten bacteriën die samen met elkaar in evenwicht leven. Zo na de tijd van de ontdekkingen

(13)

door Louis Pasteur was onderzoek voornamelijk gericht op het verband tussen micro- organismen (pathogenen) en ziektes. Inmiddels zijn we erachter dat niet alle micro- organismen ziekmakend zijn, maar dat ze onze gezondheid juist ook kunnen ondersteunen. Micro-organismen kunnen samen gemeenschappen vormen en samenwerken met de gastheer waarop of waarin zij leven. Dit hoeft niet ten koste te gaan van een van beide. Soms is er zelfs een tweezijdig voordeel: zowel de microbiële gemeenschap als de gastheer heeft er baat bij. Mensen en hun darmflora zijn hiervan een perfect voorbeeld, omdat onze gezondheid baat heeft bij de miljarden bacteriën die samen in onze darmen leven [1]. De darmflora is dus niet alleen mét ons, maar ook vóór ons en kan worden gezien als een orgaan op zich dat ook zo zou moeten worden behandeld. Is onze darmflora uit balans, dan heeft dit een groot effect op een veel breder gebied dan alleen onze vertering.

4.3. De darmwand

De binnenkant van de darmen bestaat uit een epitheellaag die bekleed is met een mucuslaag met daarop de darmflora. Die epitheellaag bestaat uit een dunne laag cellen die met elkaar zijn verbonden. Treedt er schade op in deze verbindingen, openen de verbindingen zich of raken cellen zelf beschadigd, dan wordt de darm verhoogd door- laatbaar en spreekt men van een lekkende darm. Schade aan darmcellen en aan verbindingen tussen darmcellen kan onder andere optreden door het gebruik van medicijnen, antibiotica of stoffen uit voedingsproducten zoals gluten (uit graan) en caseïne (uit zuivel). Zij kunnen soms direct, soms indirect zorgen voor ontstekingen in de darmen of het kapotgaan van de verbindingen veroorzaken. Ervaar je veel stress of heb je een infectie, dan zorgt dit ervoor dat de darmwand open gaat staan. Is de stress of infectie acuut, dan is dit mechanisme belangrijk om kans op overleving te vergroten.

Is de stress of infectie chronisch (langdurig), dan leidt juist het openstaan van de darm- wand uiteindelijk tot een hoger risico op klachten en ziekte. Er kunnen zo namelijk ongewenste stoffen het lichaam binnendringen en zorgen voor een ontsteking in de darmwand. Hoe dit komt zullen we je in dit boek uitgebreid vertellen.

FIGUUR 1. BRON:

NATURALHEALTHCARE- NUTRITION.COM

(14)

Een gezonde darmwand die bekleed wordt door een goede mucuslaag en een even- wichtige darmflora laat alleen stoffen binnen die volledig verteerd zijn, ons niet ziek zouden maken en door het lichaam opgenomen mogen worden. Is de darmflora uit balans, dan wordt het risico op een lekkende darm verhoogd. Zo kan er onverhoopt toch iets door de barrière binnenkomen wat in ons lichaam niet thuishoort. En dan komt het volgende beschermingsmechanisme van ons lichaam in actie: het immuunsysteem [2].

4.4. Het immuunsysteem

De cellen van het immuunsysteem zijn in het lichaam voortdurend bezig om ongewenste indringers uit te schakelen: ziekmakende virussen, bacteriën of afvalstoffen (van bacteriën, uit onze omgeving, of in ons lichaam zelf geproduceerd). Immuuncellen worden in de eerste levensjaren continu op de proef gesteld. Ze moeten namelijk leren onderscheid te maken tussen cellen die tot lichaamseigen cellen behoren en cellen waarbij dat niet het geval is (lichaamsvreemd). Op deze manier leert het immuunsysteem precies wan- neer het in actie moet komen en wanneer juist niet, zodat we niet ziek worden. Voorbeelden van ‘lichaamseigen’ zijn natuurlijk al je eigen lichaamscellen, maar bijvoorbeeld ook stoffen uit allerlei verschillende soorten voeding. Voorbeelden van ‘lichaamsvreemd’

zijn virussen, pathogenen en lichaamsvreemde stoffen die ons immuunsysteem zouden moeten aanvallen omdat ze ons anders ziek maken.

Normaal gesproken is het immuunsysteem overdag in rust. ’s Nachts wordt het actief en wordt er een grote schoonmaakronde gehouden. Moet het in actie komen, dan kan het zo zijn dat je even een paar dagen uit de running bent. Je voelt je moe, opgebrand en wilt het liefst alleen zijn en in bed liggen terwijl je immuunsysteem alles op alles zet om de ongewenste indringer uit te schakelen. Gelukkig ben je vaak na een paar dagen weer hersteld en voel je je, als alles goed is, weer als nieuw.

Er zijn ook situaties waarin je immuunsysteem in actie komt bij stoffen die het lichaam binnen zijn gekomen die normaal gesproken het immuunsysteem niet zouden moeten activeren. De reden daarvoor ligt vaak in onze vertering en darmen. Ons spijsverterings- stelsel heeft als doel om voeding in zulke kleine stukjes te knippen dat ze geen immuun- reactie meer kan veroorzaken. Is onze vertering niet optimaal door een verstoorde darmflora, of zijn de wanden van de darm doorlaatbaar geworden, dan komen te grote stukjes het lichaam binnen door de beschadigde darmwand. Deze grote, niet goed afgebroken stukjes worden herkend als lichaamsvreemd. Hierdoor ontstaat een lichte immuunreactie. Wordt de darmgezondheid niet hersteld en moet het immuunsysteem hierdoor continu in actie komen, dan is er sprake van een laaggradige of chronische ontsteking. Het immuunsysteem is dan continu een beetje actief en maakt voortdurend ontstekingsstoffen aan, maar kan niet meer worden uitgezet zoals bij een normale ontstekingsrespons.

(15)

4.5. Laaggradige ontsteking

Een laaggradige ontsteking wordt gezien als een van de belangrijkste oorzaken van de veelvoorkomende westerse ziektes, zoals overgewicht, hoog cholesterol, diabetes [3], hart- en vaatziekten en artrose [4], maar ook van depressies [5, 6]. Hoewel de ziekte- beelden heel divers zijn, wordt bij al deze ziektes geconstateerd dat zij gepaard gaan met of vooraf zijn gegaan door een chronische ontsteking. Op basis van die observa- ties zou je kunnen zeggen dat al deze ziektes verschillende symptomen zijn van één overkoepelende ziekte: laaggradige ontsteking.

Het dichtmaken van de darm en optimaliseren van de darmflora zijn daarom twee van de belangrijkste stappen naar het herstel van deze laaggradige ontsteking en daaruit volgende klachten. De sleutel ligt veelal in het aanpassen van het voedingspatroon.

Betekent dit dan dat er zo veel mis is met de voeding van veel mensen. Het antwoord hierop vind je in de volgende hoofdstukken, waarin we je meer zullen vertellen over hoe ons voedingspatroon de afgelopen decennia is veranderd, ten nadele van onze

gezondheid.

‘Janet (64) heeft last van een verhoogd cholesterolgehalte. De dokter wil haar statines voorschrijven, maar daar wil ze niets van weten. Ze gelooft dat voeding haar kan helpen bij het oplossen van het probleem en wil daarom eerst zelf uitzoeken waardoor haar cholesterol te hoog is geworden. Haar zoektocht brengt haar bij een blog op Jessevandervelde.com, waarin ze leest dat cholesterol een van de symptomen is van een laaggradige ontsteking in het lichaam, als gevolg van een lekkende darm. Door haar dagelijkse eetpatroon te verrijken met ontstekingsremmende voedingsmiddelen, zoals walnoten en rood fruit, en door het vermijden van voeding die juist ontstekingen veroorzaakt, zoals suikers en witmeel, weet zij haar cholesterolwaardes tot een normaal niveau te verlagen.’

(16)

5. Schadelijke ontwikkelingen

In het volgende hoofdstuk beschrijven we de drastische verandering in ons voedings- patroon die zich vanaf de helft van de 20e eeuw heeft voorgedaan en nog niet ten einde is. Een verandering die in gang is gezet door de voedingsindustrie, waar wij als consument (onbewust) in zijn meegenomen. Die moderne voeding lijkt ons heel normaal: we zijn er mee opgegroeid en ‘men’ zegt dat het goed voor ons is. Maar vergelijk je het met wat onze voorouders aten (en waar onze genen dus eigenlijk aan gewend zijn), dan kun je je vast voorstellen dat ons lichaam veel van de dingen die we nu eten niet eens zou kunnen herkennen! En dit is een probleem, want als je lichaam niet de juiste voeding binnen- krijgt, kan het zichzelf niet optimaal onderhouden en leidt dit tot ziekte.

5.1. De consument als proefdier

Een van de belangrijkste oorzaken van het ontstaan van een lekkende darm ligt in de voeding. Het huidige voedingspatroon is namelijk niet meer wat ons lichaam en onze darmen gedurende de miljoenen jaren waarin we als mens leven gewend waren. In slechts enkele tientallen jaren is dit voedingspatroon volledig veranderd door de invloed van de voedingsindustrie. De verwarring die is gecreëerd door alle verschillende adviesorganen en zelfbenoemde ‘gezondheidsexperts’ heeft hier ook een steentje aan bijgedragen. Door alle uiteenlopende en vaak tegenstrijdige berichten omtrent bijvoorbeeld vet, suiker, zoet- stoffen, brood en melk zijn deze patronen namelijk helaas (nog) niet ten goede doorbroken.

Waar eerst alles vers, onbewerkt en maar kort houdbaar was, eten we nu vaak sterk bewerkt en lang houdbaar gemaksvoedsel. Neem bijvoorbeeld pure roomboter. Die is vervangen door smeerboter gemaakt van geraffineerde plantaardige oliën die met kleur- en smaakstoffen zijn verrijkt. Of de introductie van snoep, koek, tussendoortjes en snacks, vaak in de basis gemaakt van witmeel en suiker. Andere voorbeelden zijn volle zuivel waar het natuurlijke vet uit is gehaald en de talloze lightproducten. En wat niet te denken van de introductie van additieven ten behoeve van massaproductie en het langer vers en smaakvol houden van bewerkte voeding?

(17)

Kortom, waar het menselijk lichaam door de evolutie eeuwenlang is gevormd tot waar we nu zijn, wordt er nu van datzelfde lichaam gevraagd om binnen enkele decennia aan een compleet nieuw voedingspatroon te wennen. De ‘nieuwe’ voeding heeft in het westerse patroon een dominante positie ingenomen. Zo bestaat momenteel zo’n 72 procent van onze dagelijkse voedingsinname uit deze ‘nieuwe’ voeding [7].

BEWERKT VOEDSEL

ONBEWERKT VOEDSEL

‘Emma, het dochtertje van Amber, is zes. Ze heeft last van eczeem en vurige rode pukkeltjes op haar armen, benen en romp. Alle zalfjes van de dokter heeft ze al geprobeerd, maar de rode jeukende plekjes wilden niet verdwijnen. Ook klaagt Emma bijna dagelijks dat ze last heeft van buikpijn. Het schoonzusje van Amber vertelt haar over suikers en het negatieve effect dat deze kunnen hebben op de darmflora. Niet geschoten is altijd mis, denkt Amber, en dus krijgt Emma geen hagelslag meer op haar brood en eet ze na school een handje nootjes in plaats van een zakje snoep. Al na een week verbeteren de jeuk en de rode plekjes.

Emma vertelt haar tante regelmatig trots dat ze niet meer zo veel snoepjes eet en toont daarbij haar armen en benen, die helemaal vrij zijn van jeukende plekjes! ‘ De ‘nieuwe’ voeding smaakt lekker, voelt goed in de mond, is lekker zoet of juist heerlijk zout en hartig. Hierdoor willen we simpelweg ook steeds meer van dat voedsel. Ons

(18)

lichaam went aan de sterkere smaken en onze darmbacteriën passen zich zelfs aan om deze ‘nieuwe voeding’ optimaal te kunnen verteren. Terug naar de basis met pure on- bewerkte voeding is hierdoor voor mensen vaak een grote omslag en roept weerstand op, omdat onze darmflora en smaakpapillen deels verantwoordelijk zijn voor het voedsel waar wij trek in krijgen.

‘Monique omschrijft zichzelf als een echte broodeter. Er is dan ook geen dag waarop ze niet geniet van haar boterhammen, soms zelfs zes per dag. Tussen de maaltijden door heeft ze vaak energiedipjes en ze pakt dan een stukje chocolade of iets anders zoets. Ze wil graag wat doen aan haar gewicht, maar minderen met brood wil ze niet, want ze kan er zo van genieten. Het lijkt wel of haar lichaam er expliciet om vraagt! Ze schakelt een voedingscoach in, die haar adviseert toch echt de brood- maaltijden te vervangen door meer groente, eiwitten en gezonde vetten. Doordat deze voeding nauwelijks suikers bevat blijft de bloedsuikerspiegel stabiel en verdwijnt de trek in zoet. Ze vertelt Monique ook dat de darmflora zich volledig kan aanpassen aan een voedingspatroon dat hoofdzakelijk bestaat uit granen. Je darmflora kan er vervolgens voor zorgen dat jij trek krijgt in de voeding die hij wil.

Zo zorgt je flora dat je blijft eten wat hij verteert, en dat hij verteert wat jij blijft eten.

Monique realiseert zich achteraf dat haar flora verantwoordelijk was voor haar trek in zoet en granen, de voeding die haar gewicht in de weg zat. Na enkele weken stug doorzetten merkt ze dat het gemakkelijker is om zich te houden aan haar gezondere eetpatroon en dat haar behoefte aan brood en suiker bijna volledig verdwenen is.’

Voedingsmiddelen als groente en fruit, die altijd de basis hebben gevormd en waarvan we weten dat ze essentieel zijn voor de gezondheid, worden door nog maar een klein deel van de Nederlandse bevolking in voldoende mate gegeten. Zo haalt volgens de meest recente voedselconsumptiepeiling van 2011 slechts 5 procent van de Neder- landse mensen de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid groenten en fruit die wordt geadviseerd. Nog verontrustender is het feit dat deze aanbeveling op zichzelf al heel bescheiden is.Je zou kunnen zeggen dat we met zijn allen onbewust en onvrijwillig proefpersoon zijn in het grootste experimentele voedingsonderzoek dat ooit bij de mens is uitgevoerd: een onderzoek naar het effect van bewerkte voeding op de gezondheid in alle opzichten. Uiteindelijk weten we allemaal hoe dit experimentele onderzoek vordert en hoe dit bewerkte voedingspatroon het lichaam en de gezondheid van heel veel mensen heeft beschadigd. Zo kent iedereen tegenwoordig wel iemand met hoog cholesterol, hartproblemen, hoge bloeddruk of overgewicht. Zou een werkelijk wetenschappelijk onderzoek zulke negatieve gezondheidsuitkomsten hebben, dan was de stop er allang uit getrokken. Laten we daarom onze gezondheid in eigen hand nemen en stoppen met deel te nemen aan dit grote experiment.

Er komen gelukkig steeds meer bewijzen dat de adviezen om zo min mogelijk vet te eten, veel vezels uit granen te eten en plantaardige oliën te consumeren voor onze gezondheid niet positief, maar zelfs negatief uitpakken. Terug naar de basis, de voeding die past bij ons genenpatroon, is dus een belangrijke en niet te voorkomen stap om de

(19)

6. De onderzoeken

Ons lichaam is sterk en in staat zich tot op zekere hoogte aan te passen aan nieuwe voeding. Echter, deze dusdanig grote stap uit de richting van wat ons lichaam gewend is, is simpelweg niet bij te benen. De enorme toename van westerse ziektes en de grote diversiteit ervan zijn het signaal van ons lichaam dat het niet kan omgaan met ‘de nieuwe’

manier van eten. We bespreken in het volgende hoofdstuk het effect van westerse voeding op de darmen en de actieve bijdrage die ze levert aan de ontwikkeling van veelvoorkomende westerse ziektebeelden. Ziektebeelden die wellicht ook bij jou of mensen in je omgeving leiden tot veel pijn, energieproblemen en ongemak. Inzicht in hoe deze voeding je darmen (en dus gezondheid) beïnvloedt kan je helpen je hier een beeld bij te vormen, zodat je ook werkelijk begrijpt waarom bepaalde voeding juist wel of niet bijdraagt aan een goede gezondheid.

6.1. Veel meer dan alleen verteren

Sinds enkele jaren wordt er veel onderzoek gedaan naar het verband tussen de voeding en de darmflora. Een verband dat waarschijnlijk nog veel verder reikt dan alles wat nu al is ontdekt. Onze darmflora bestaat uit duizenden verschillende soorten darmbacteriën. De gezondheid van deze bacteriën, samen de darmflora genoemd, wordt mede bepaald door de voeding waarvan wij ze voorzien. Een grote diversiteit van de darmflora vraagt om een brede aanvoer van voedingsstoffen en energiebronnen om hun normale functie te kunnen uitoefenen. Functies die de darmflora uitoefent zijn het omzetten van voedingsstoffen zodat wij ze kunnen gebruiken, het produceren van belangrijke voedingsstoffen, maar ook het beschermen tegen ziekmakende micro-organismen [1]. Wat je misschien niet zou verwachten is dat je darmflora ook een bepalende rol speelt bij ons gedrag, doordat de flora in direct contact staat met onze hersenen. Sociaal gedrag, partnerkeuze en emotionele gevoelens als agressie, angst en depressiviteit zijn door diverse onderzoeken in verband gebracht met de darmflora. Transplantaties van een verstoorde darmflora naar darmen van steriele proefdieren leidden tot een overname van gedrag en ziektebeeld, wat aantoont dat de darmflora hier een grotere rol bij speelt dan genetica [8].

6.2. Darm-hersen connectie - hoe is jouw ‘Gut feeling’?

Je hebt inmiddels gelezen dat onze darmen niet alleen een rol spelen bij de vertering van ons voedsel, maar ook veel betekenen voor ons immuunsysteem. Je darmen en

(20)

darmflora vervullen naast hun verterings- en immunologische rol echter nog een heel belangrijke functie, die je in eerste instantie misschien niet zou verwachten: je darmflora heeft een grote invloed op hoe jij je voelt en gedraagt! De flora communiceert namelijk, onder andere via zenuwen en hormonen, rechtstreeks met je hersenen. Op deze manier worden zowel je emoties als gedrag, zoals agressie, verlegenheid, angst en avontuurlijkheid, beïnvloed.

Deze communicatie tussen darm en hersenen werkt twee kanten op. Zo is geconstateerd dat een zeer korte blootstelling aan stress de samenstelling van de darmflora negatief beïnvloedt, en dat een aanpassing van die darmflora (bijv. door voeding, antibiotica, emoties, besmetting met een virus) op haar beurt weer ons psychische gedrag beïnvloedt:

een aanpassing van de darmflora in een experimentele setting leidt tot verhoogde stressgevoeligheid, angstig gedrag en een verlaagde activatiedrempel van de stress-as (waarin de bijnieren een grote rol spelen) [9]. Een bijzonder idee toch? Je darmflora speelt een heel grote rol in wie en hoe jij bent, en is dus werkelijk een belangrijk onderdeel van ons lichaam, waar we maar beter heel goed voor kunnen zorgen.

DARM-HERSENWEETJES

Uit muizenonderzoek blijkt dat de samenstelling van de darmflora invloed heeft op de ontwikkeling van zenuwcellen in de hersenen. Zowel aanpassingen in de darmflora als het ontbreken ervan leiden tot een slechter kortetermijngeheugen [10].

Verstoringen in de communicatie tussen de darmen en hersenen kunnen leiden tot ontstekingen van de darm, chronische buikpijn, obesitas en eetstoornissen [11].

Afwezigheid van darmflora in steriele proefmuizen leidt tot een onderontwikkeld immuunsysteem en beïnvloedt de structuur en functie van de amygdala (het systeem dat belangrijk is voor emotioneel leergedrag en sociaal gedrag). Afwijkingen in de amygdala worden vaak gezien bij psychische stoornissen, variërend van autisme tot angststoornissen [12, 13].

Transplantatie van de darmflora van patiënten met een depressie naar de darmen van steriele muizen leidt bij deze muizen tot overname van het gedrag: zij konden geen vreugde meer ervaren, vertoonden angstgedrag en hadden een aanpassing in de tryptofaanstofwisseling (de grondstof voor ons happinesshormoon serotonine)

(21)

[14]. Ook gedrag als verlegenheid en avontuurlijkheid kan worden overgedragen door transplantaties van darmflora (in muizen) [15].

Verbetering van de darmflora met behulp van probiotica bij mensen met prikkelbare- darm- syndroom liet een vermindering zien van angstgevoelens en stressgevoeligheid, en een verbetering van het humeur [16, 17].

6.3. Poeptransplantatie

Ben je er nog niet helemaal van overtuigd wat een verandering in darmflora voor jou kan betekenen? Dan zal het je wellicht goed doen te lezen over een vrij nieuwe therapie die sinds enkele jaren wordt toegepast: de poeptransplantatie. Daarbij wordt een waterige oplossing van ontlasting van gezonde personen toegediend in de darmen van een patiënt. De toepassing waar deze therapie momenteel het meest voor wordt gebruikt, is een Clostridium difficile infectie, waarbij poeptransplantatie vele malen effectiever blijkt te zijn dan een reguliere behandeling met antibiotica [18].

Men voert al langer poeptransplantaties bij proefdieren uit om zo het verband tussen de darmflora en het gewicht, ziektes of mentale stoornissen te onderzoeken. Talloze muizenstudies laten zien dat het overbrengen van ontlasting van de ene muis naar de andere kan zorgen voor een aanpassing van onder andere het gewicht, gedrag en diverse ziektes van de ontvangende muis aan eigenschappen van de donormuis.

EEN AANTAL VOORBEELDEN (ZOWEL DIER ALS MENS STUDIES)

Het overbrengen van de darmflora van gezonde muizen naar de darm van muizen met een door fructose veroorzaakt metaboolsyndroom leidt tot een afname van de symptomen van dat syndroom en insulineresistentie, terwijl de energie-inname gelijk bleef [19].

Het overbrengen van darmflora van obese of slanke mens in de darmen van steriele muizen leidt tot respectievelijk gewichtstoename of gewichtsbehoud/verlies, afhankelijk van de eigenschappen van de donor[20] .

De darmflora beïnvloedt het lichaamsgewicht onafhankelijk van de genen. Onderzoek bij genetisch identieke muizen toont aan dat het overbrengen van de darmflora van een tweelingmuis met overgewicht naar een steriele muis leidt tot meer

gewichtstoename in vergelijking met de muis die darmflora van de slanke tweelingmuis heeft ontvangen [21].

Transplanteren van de darmflora van slanke mensen naar mensen met metaboolsyn- droom leidt tot een verbetering van de insulinegevoeligheid bij de ontvangers, terwijl inname van energie en het energiegebruik hetzelfde bleven [22] .

Je hoeft (gelukkig) geen poeptransplantatie uit te voeren om de vruchten ervan te plukken. Want jij kunt met je voeding, levensstijl en suppletie je darmflora dusdanig

(22)

beïnvloeden dat ook jij de voordelen van een andere darmflora kunt gaan ervaren.

Zo laat onderzoek bij muizen zien dat een verandering in darmflora door gebruik van probiotica een rol kan spelen bij gewichtsbeheersing [23] . Door zelf aan de slag te gaan loop je niet het risico dat je gedrag of humeur van een donor overneemt, en kun je alleen maar de betere versie worden van jezelf!

6.4. Voedseldiversiteit vs darmflora diversiteit

Een afname van voedseldiversiteit of een verandering in het soort voedsel dat binnen- komt zorgt voor een lagere beschikbaarheid van essentiële voedingsstoffen die nodig zijn voor groei, onderhoud en functie van de darmflora [24]. Het verband tussen verschillende voedingspatronen en de diversiteit van de darmflora is duidelijk te zien wanneer je de darmflora van enkele traditionele stammen uit Afrika vergelijkt met die van Italianen en Amerikanen met een westers voedingspatroon [25]. Over het algemeen wordt de darmflora gedomineerd door drie bacteriële divisies: de Firmicutes, de Actinobacteria en de Bacteriodetes. In de darmflora behorende bij een westers voedings- patroon worden slechts half zoveel bacteriën van de Bacteriodetessoort gevonden en twee keer zoveel van de Firmicutes. Opvallend is dat ditzelfde verschil wordt gezien in de darmflora van mensen met obesitas versus slanke mensen [26]. Deze switch kan volledig worden veroorzaakt door een verandering in voedingspatroon en een afname van voedseldiversiteit. Zo laten dierstudies zien dat een switch van vezelrijke onbewerkte voeding naar het westerse voedingspatroon in slechts één dag de darmflora kan veranderen, waarna de dieren ook al snel meer vet gingen opslaan in het lichaam [27].

‘Francien (52) heeft last van fibromyalgie en extreme vermoeidheid. Ze werkt niet meer en is volledig afgekeurd. ’s Middags na het eten slaapt zij ongeveer drie uur en ’s avonds na de avondmaaltijd gaat ze direct naar bed. Haar voedingspatroon is voor westerse begrippen heel normaal: ’s ochtends en ‘s middags boterhammen met beleg en in de avond aardappelen, pasta of een rijstmaaltijd. Via een vriendin komt zij terecht bij een voedingscoach. Die vertelt haar dat haar voeding wat eenzijdig is( graan, graan en graan) en stelt voor de granen te laten vervangen door meer groente, extra eiwitten en gezonde vetten. Franciens energieniveau, dat ze op een schaal van 1-10 aanvankelijk met een 1 beoordeelde, is binnen drie weken naar een 3 verhoogd. Ze heeft niet meer de behoefte om ‘s middags te slapen en kan beter omgaan met de pijnklachten. Ze is zelfs iets afgevallen. Ook kan ze eindelijk weer ’s avonds bij haar dochter langs op de koffie.’

AFNAME VAN DIVERSITEIT, TOENAME VAN ONTSTEKING EN WESTERSE ZIEKTEBEELDEN

Een afname van de diversiteit in de darmen leidt ertoe dat de darmflora, die nagenoeg als een compleet orgaan functioneert, niet meer optimaal kan werken. Chronische

(23)

laaggradige ontstekingen in het lichaam lijken een direct gevolg te zijn van zo een verstoring in de darmflora. Interessant onderzoek bij tweelingen laat zien dat, ondanks dat de genen identiek zijn, slechts een verschil in darmflora al kan zorgen voor compleet verschillende metabole en ontstekingsreacties van en in het lichaam [28]. Een voedings- patroon dat veel vet en suiker bevat, draagt bij aan veranderingen in de flora die leiden tot een dunnere mucuslaag, verhoogde darmpermeabiliteit en verhoogde afgifte van ontstekingsstoffen [29]. Deze bijdrage aan laaggradige ontsteking en wijzigingen in de darmen leidt tot een verhoogd risico op metaboolsyndroom: de verzamelnaam voor overgewicht, verhoogd cholesterol, hoge triglyceridewaarden, hoge gevaste bloedsuiker en hoge bloeddruk [2]. Allemaal herkenbare klachten voor veel van de mensen die hulp inschakelen van artsen of therapeuten.

Bij een meta-analyse van vier onderzoeken naar het effect van oervoeding op de gezond- heid zijn gezondheidsmarkers (cholesterol, triglycerides, bloeddruk en middelomtrek) van personen met een of meer symptomen van het metaboolsyndroom met elkaar vergeleken, nadat deelnemers waren ingedeeld in een oervoedingsgroep en een controlegroep. Het oervoedingspatroon bestond uit onbewerkt vlees (dus geen worst, cervelaat, smeervlees, etc.), onbewerkte vis, eieren, groenten, fruit en noten. De controlegroep at volgens ‘normale’ richtlijnen van de Nederlandse en Scandinavische

‘gezondheidsinstanties’: hoge (vezel)inname uit granen, magere zuivelproducten, laag verzadigd vet, gebruik van bewerkte plantaardige oliën en toestemming voor gebruik van fabrieksproducten. Na slechts enkele weken werden al grote verbeteringen gezien in de gemeten gezondheidsmarkers [30].

6.5. Hoe zit het nu met candida?

Als je darmflora uit balans is, heb je dan automatisch candidaovergroei? Nee, zo is het zeker niet. Maar wanneer heb je dan wel candida? We leggen hieronder uit wat candida is en wanneer het waarschijnlijk is dat je hier een overgroei van hebt.

(24)

Candida is een normale bewoner van de lichaamsflora van ieder mens. Het is de over- koepelende naam voor 150 verschillende soorten candida, waarvan er ongeveer 20 worden erkend die bij ons kunnen zorgen voor een infectie [31]. De meest bekende vorm van candida is candida albicans. Candida leeft op de huid en in de mond, darm en vagina en vormt samen met alle andere honderden bacteriën, gisten en schimmels een evenwicht.

Maar net zoals elk evenwicht kan worden verstoord, kan dat ook gebeuren met het evenwicht tussen darmbacteriën, gisten en schimmels. Onjuiste voeding is één factor die kan leiden tot een verstoring van het evenwicht. Candida gebruikt als voedingsstof suikers. Niet alleen de suikers die zoet smaken, maar ook suikers uit brood, koek en pasta’s. Bij vrouwen met diabetes wordt vaker kolonisatie van het candidagist gezien dan bij mensen zonder diabetes, omdat zij een probleem hebben met de opname van hun bloedsuiker [32]. Andere veelvoorkomende risicofactoren die kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van candida-infectie zijn het gebruik van antibiotica, zwangerschap, het gebruik van corticosteroïden of medicatie die het immuunsysteem onderdrukt.

Zoals je in de theorie van dit boek hebt kunnen lezen, kan je flora communiceren met je lichaam en je zo de dingen laten eten waar juist diezelfde flora beter of sterker van wordt. Een van de symptomen van candidaovergroei die op deze manier ontstaat, is een grote behoefte aan zoetigheid. Herken jij dit bij jezelf? Dan zou dit kunnen komen door candidaovergroei, maar let op, want het grootste deel van de mensen die behoefte aan zoet hebben, heeft niet per se ook te kampen met een overgroei van candida! Heb je naast enorme trek in zoet ook een of meerdere van de onderstaande specifieke symptomen, dan is er een grote kans dat er sprake is van candidaovergroei in de flora op je huid, in je mond, darm of mannelijke/vrouwelijke delen. De witte uitslag die je ziet bij de onderstaande klachten is dus een werkelijke overgroei van het gist:

spruw beslagen tong

jeuk aan de anus / rond geslachtsdelen of op andere ‘warme’ plekken van het lichaam witte plekjes op de huid

overmatige afscheiding

(regelmatig terugkerende) blaasontsteking

Zeker niet elke disbalans in de darmen hoeft dus te betekenen dat er sprake is van een overgroei van het gist candida is. Zo heeft onderzoek door Onianwah (2014) heeft aangetoond dat bij slechts 18,9 procent van de ziekenhuispatiënten met candida- achtige klachten werkelijk een overgroei van het candida albicansgist is gevonden [31].

Bij een ander onderzoek onder niet-zwangere vrouwen met klachten die leken op vaginale infectie was dit slechts 37,8 procent [33].

Desondanks verdient natuurlijk elke disbalans in de darmen de aandacht, of hier nu sprake is van candidaovergroei of van overgroei van een andere bacterie of ander gist!

(25)

7. Het eten dat ons ziek maakt

Maar wat is het dan toch precies in de huidige voeding waar we zo veel klachten van krijgen? Op een aantal essentiële punten wijkt moderne voeding af van de traditionele voeding van onze voorouders. Hoewel elk oervoedingspatroon anders is door klimato- logische en geografische verschillen waarmee onze voorouders te maken hadden, hadden die voedingsgewoonten één ding gemeen: ze waren vrij van granen en zuivel (afgezien van moedermelk gedurende de eerste levensjaren). Bovendien: een van de weinige bewerkingsmethodes die beschikbaar waren, bestond uit verhitting en

fermentatie [30]. Vijf belangrijke kenmerken van het moderne voedingspatroon die niet bestonden in het oervoedingspatroon hebben we voor je op een rijtje gezet.

1) de afwezigheid van niet-verteerbare vezels;

2) hoge consumptie van granen;

3) hoge consumptie van bewerkte zuivel;

4) aanwezigheid van grote hoeveelheden antinutriënten;

5) het gebruik van additieven.

Deze vijf kenmerken hebben elk hun eigen uitwerking op onze darmen, onze darmflora en dus op onze gezondheid. We behandelen ze in dit hoofdstuk.

7.1. Afwezigheid van niet-verteerbare vezels

Een van de specifieke effecten van gezonde (traditionele) voeding op de darmen komt tot stand door een hoog gehalte aan niet-verteerbare vezels (polysachariden). Helaas zijn deze niet-verteerbare vezels in de moderne voeding veelal afwezig. Goede bronnen van niet-verteerbare vezels zijn groenten, knollen, bollen, uien en paddenstoelen:

onbewerkte voeding rechtstreeks uit de natuur.

De fermentatie van deze vezels leidt tot de productie van het korteketenvetzuur butyraat, dat diverse positieve effecten kan hebben op de mens en zijn darmflora, variërend van een ontstekingsremmende werking tot antitumoractiviteit [34]. Butyraat is een belangrijke energiebron voor de darm(flora) en een bouwstof voor de slijmlaag van de darmwand. Afwezigheid van de vezels leidt tot een afname van de bacteriediversiteit en van de korteketenvetzuurproducerende bacteriën die helpen de slijmlaag van de darmen gezond te houden. Het leidt zelfs tot een toename van bacteriën die de slijmlaag afbreken.

(26)

Gebrek aan niet-verteerbare vezels leidt tot een vermindering van de hoeveelheid cytokine (immuunstof), die de epitheellaag in de darmen helpt herstellen en leidt tot een afname van de barrièrefunctie, waardoor een grotere kans bestaat dat pathogenen en onverteerde voedseldeeltjes het lichaam binnenkomen. Tot slot wordt door de afwezigheid van voldoende butyraat de immunoregulerende functie verstoord en is er hogere kans op een directe immuunreactie en het ontstaan van allergieën [35].

Positief is dat juist een voedingspatroon met meer onverteerbare vezels de barrièrefunctie weer kan verbeteren, zoals aangetoond in de muizenstudie door Wang et al, 2016 [36].

‘Peter (25) is een lastige eter, maar niet omdat hij niets lust. Hij is voor zo veel voedingsmiddelen allergisch dat hij ze simpelweg niet kan eten zonder er flink ziek van te worden. Tomaten, uien, brood, paprika, broccoli, je kunt het zo gek niet bedenken of hij krijgt er een allergische reactie van. Zijn voedingspatroon is daardoor behoorlijk eenzijdig. Er komt zelfs zo nu en dan weer een nieuwe allergie bij. Deze vervelende situatie en zijn persoonlijke interesse zetten hem ertoe aan een voedingsopleiding te gaan volgen. Tijdens deze studie ontdekt hij dat een lekkende darmwand de belangrijkste onderliggende oorzaak is van zijn voedselallergieën.

Met de kennis om de darmwand te herstellen gaat hij met zichzelf aan de slag.

Hoewel nog niet alle klachten direct verdwijnen merkt hij binnen enkele weken een aanzienlijke verbetering. Hij kan uiteindelijk weer voedingsmiddelen introduceren die voorheen voor problemen zouden hebben gezorgd.’

7.2. Graan en gluten

Omdat we granen nog maar enkele duizenden jaren eten, worden ze als een modern

‘westers’ voedingsmiddel beschouwd. Over de gluten in deze granen bestaat veel discussie. Het lijkt er sterk dat de hoeveelheid mensen met overgevoeligheid voor gluten, behalve dat het probleem recentelijk meer aandacht krijgt, de afgelopen decennia ook werkelijk groter is geworden. Het is lastig om hier onderzoek naar te doen, aange- zien het ‘vroeger’ met het nu moet worden vergeleken en dit de nodige problemen met zich meebrengt. Toch is één bijzonder onderzoek door Rubio-Tapia, gepubliceerd in 2009, hier heel goed in geslaagd [37].

(27)

In deze studie zijn goed bewaarde bloedmonsters uit 1950 van duizenden luchtmacht rekruten onderzocht op de aanwezigheid van antistoffen tegen gluten. Deze data zijn vergeleken met die van een groep mensen die in 2009 even oud waren als de genoemde rekruten in 1950. Uit dit onderzoek is geconcludeerd dat de hoeveelheid mensen met coeliakie (dus de meest heftige vorm van glutenintolerantie) de afgelopen vijftig tot zestig jaar met meer dan een factor vier is toegenomen. Ook is het opvallend dat gluten- intolerantie veel minder voorkomt op plaatsen waar minder gluten worden gegeten [38].

Het grootste gedeelte van de mensen, ook degenen zonder coeliakie, krijgt een lichamelijke reactie na het eten van glutenhoudende granen. Door de complexe struc- tuur zijn gluten resistent voor volledige afbraak door spijsverteringsenzymen, waardoor ze door het immuunsysteem opgepikt kunnen worden. Klachten hoeven overigens niet per se in de darmen zelf tot uiting te komen. Omdat gluten een direct effect uitoefenen op de barrièrefunctie van de epitheelcellen, kunnen zij eraan bijdragen dat pathogenen of onverteerde voedseldeeltjes gemakkelijk het lichaam binnenkomen. Net als van het gluteneiwit is tot nu toe van slechts één andere oorzaak bekend dat via de stof zonuline de darmbarrière kan worden geopend [39].

‘Dorine (58) is moe. Zo moe, dat ze haar werk in de massagepraktijk nog nauwelijks kan uitvoeren. De gewrichtspijn die ze daarbij ervaart, belemmert haar nog meer.

Ze begrijpt niet hoe het komt, want ze ligt toch elke avond op tijd in bed en zelfs overdag slaapt ze vaak even een uurtje. Haar dochter heeft zich verdiept in welke voeding hier een effect op zou kunnen hebben en komt erachter dat het eten van granen voor beide symptomen verantwoordelijk kan zijn. Hoewel Dorine niet zo veel granen eet, stopt zij op advies van haar dochter helemaal met het eten van brood en pasta’s. Tot haar verrassing heeft zij binnen enkele dagen aanzienlijk minder last van haar gewrichten. Haar energieniveau is na een week hersteld en blijft vervolgens stabiel. Dorine kan nu weer zonder problemen aan de slag in de massagepraktijk.’

Daarnaast hebben glutenhoudende granen op diverse wijzen een direct effect op het immuunsysteem. Zo kunnen gluten eraan bijdragen dat immuuncellen ‘sneller rijpen’

en hierdoor verhoogd reactief worden. Dit verhoogt het risico op negatieve immuun- reacties op gluten en andere antigenen (denk aan pollen, of voedselallergieën) [40].

Daarnaast leiden glutenhoudende granen ook tot een directe immuunrespons en tot het vrijkomen van ontstekingsstoffen. Bij het onderzoek waarin dit werd vastgesteld werd geen verschil gezien tussen cellen van mensen met en zonder coeliakie [41].

Glutenhoudende granen zijn sterk ingeweven in het moderne voedingspatroon. Ze zijn goedkoop, veelzijdig en kunnen vele monden voeden. De vraag is echter of we er ook werkelijk gezonder van worden. Omdat het grootste gedeelte van de westerse ziektes een ontstekingsoorsprong heeft, kan het vervangen van deze ontstekingsbevorderen- de granen een belangrijke eerste stap zijn naar verbetering van veelvoorkomende klachten.

(28)

GRANEN EN VOEDINGSMIDDELEN DIE GLUTEN BEVATTEN EN DIE WE AANRADEN (ZOVEEL MOGELIJK) TE VERMIJDEN ZIJN:

tarwe, gerst, rogge, spelt;

couscous, bulgur, griesmeel;

pasta’s als spaghetti en macaroni, brood, pizza’s en andere deegwaren;

muesli, paneermeel, bloem;

sauzen op basis van poeder, dranken van graan zoals bier, ontbijtdranken.

VOEDINGSMIDDELEN DIE ALTIJD GLUTENVRIJ ZIJN:

boekweit, quinoa, gierst, amarant, tapiocameel, rijst, teff, mais, sorghum;

haver (maar let hierbij op, want hoewel haver van nature glutenvrij is, is het vaak besmet met gluten doordat het in aanraking komt met glutenhoudende granen).

alle groente- en fruitsoorten;

alle noten, zaden, pitten en peulvruchten;

alle soorten vlees, vis, en eieren.

Het menuplan in dit programma is zo opgesteld dat er geen granen in worden gebruikt die gluten bevatten. Je hoeft hier bij het volgen van onze recepten dus geen rekening mee te houden, want dat hebben wij alvast voor je gedaan.

7.3. Bewerkte zuivel

Net als brood is ook het gebruik van zuivel onderdeel van een immer terugkerende discussie. Van de voedingsadviesorganisaties zouden we zuivel moeten drinken om gezond te zijn. Maar er zijn heel veel mensen die niet goed reageren op zuivel en er juist last van krijgen in hun darmen, of elders in hun lichaam. Bovendien zijn wetenschappe- lijke onderzoeken naar zuivel niet altijd eenduidig, waardoor de vraag of we zuivel als gezond of ongezond moeten beschouwen, een lastige is. Eén ding is zeker: er is geen enkel ander dier dat nog na de zoogperiode gebruikmaakt van melk, óf melk drinkt van andere dieren. Ook neemt bij de meeste mensen het melksuikerverterende enzym na de zoogperiode af, waardoor het verteren van melk steeds lastiger wordt. Het lijkt er dan ook niet op dat we zuivel echt nodig hebben als voorwaarde om gezond te zijn.

‘Over vier weken gaat ze trouwen. Een bijzondere gebeurtenis, waarbij je er op je allerbest uit wilt zien. Maar Anne (27) baalt als een stekker, want de huid in haar gezicht zit vol met acne. En dat terwijl ze dat voorheen niet had! Ze had wel steeds last van bloedsuikerdipjes en is daarom ’s ochtends dagelijks kwark gaan eten in plaats van brood. De bloedsuikerdips zijn verdwenen, maar wat ze zich niet heeft gerealiseerd is dat het insulineachtige groeihormoon IGF-1 dat in koezuivel zit, voor verhoogde talgproductie van de huid en acne kan zorgen. Haar jeugdvriendin, die veel kennis heeft van voeding, heeft haar op dit feit gewezen. Anne is direct gestopt met het eten van zuivel en merkt meteen dat haar huid rustiger wordt. Zo staat ze op de dag van haar dromen toch nog met een stralende huid op de foto.’

(29)

Desondanks is er nog steeds een discussie gaande tussen de voor- en tegenstanders van zuivel. Een van de redenen voor de niet-eenduidige adviezen zou kunnen zijn dat er grote verschillen bestaan tussen de gezondheidsaspecten van de zuivel die we in Nederland doorgaans gebruiken versus die van échte rauwe zuivel: zuivel van

grasgevoerde koeien die buiten staan en waarvan de melk niet wordt gepasteuriseerd of gehomogeniseerd.

Je kunt niet alle soorten zuivel over één kam scheren. We gebruiken tegenwoordig veelal sterk bewerkte zuivel van ongezonde graangevoerde koeien die duizenden liters melk per jaar geven. De samenstelling van deze melk is heel anders dan die van de rauwe melk die traditionele volkeren mogelijk ook zo nu en dan hebben gedronken (een koe geeft uitsluitend melk wanneer zij een kalf heeft). Zo bevat melk van koeien die buiten grazen een gezondere verhouding vetzuren met significant meer omega 3 vetzuren [42, 43]. Dit kan het verschil betekenen tussen een ontstekingsbevorderende vetzuur- verhouding van het product of een ontstekingsremmende. Ook worden in het vlees van grasgevoerde koeien meer provitamine A en vitamine E gevonden dan in graangevoerde koeien. Een positievere samenstelling van voedingswaarden die waarschijnlijk ook weer terug is te zien in de melk.

In rauwe melk zijn de voedingsstoffen, enzymen en andere eiwitstructuren nog intact, doordat deze melk niet wordt verhit. Dit kan een voordeel opleveren met het oog op het beschermende effect dat wordt toegekend aan rauwe zuivel. Groot onderzoek naar gebruik van rauwe melk onder ruim achtduizend schoolkinderen in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland laat zien dat kinderen die rauwe melk gebruiken een minder hoge kans zouden hebben op het ontwikkelen van astma, huidproblemen en allergieën. Was de melk gekookt, dan werd dit beschermende effect niet vastgesteld [44].

Zelfs aan een product dat relatief natuurlijk lijkt te zijn, is dus in de loop der jaren veel veranderd. Door verhitting wordt de zuivel minder goed verteerbaar doordat de aanwezige enzymen in rauwe melk in dat geval inactief worden gemaakt. Vaak bewerken we de zuivel nog verder door de vetten eruit te halen, of door er suiker of smaakstoffen aan toe te voegen om het nog lekkerder te maken.

Waar gebruik van rauwe zuivel nog in verband wordt gebracht met een vermindering van allergische klachten, lijkt de zuivel van ongezonde koeien dit beschermende effect niet te hebben. Zuivelvarianten kunnen worden onderscheiden op grond van het melkeiwit bètacaseïne dat ze bevatten: A1 of A2. Het soort melkeiwit wordt bepaald door het ras koeien waar de melk van afkomstig is. Traditionele rassen geven doorgaans A2-melk, terwijl melk van de veelgebruikte Holstein koeien, die enkele duizenden liters per jaar geven, het melkeiwit A1 bevatten. Het bètacaseïne A1 lijkt op onze gezondheid voorna- melijk een negatieve uitwerking te hebben, terwijl in het geval van A2 dit negatieve effect afwezig lijkt. Zo zijn er onderzoeken die aantonen dat bètacaseïne A1 de productie van een groot aantal ontstekingsstoffen stimuleert en daarnaast de darmfunctie en transittijd negatief beïnvloedt [45, 46].

(30)

Ook wordt op grond van observationeel onderzoek een lagere consumptie van deze bètacaseïne- A1-zuivel in verband gebracht met een lagere prevalentie van diabetes type 1, terwijl een hogere consumptie ervan juist kan bijdragen aan het ontwikkelen van hart- en vaatziekten [47, 48].

Heb jij vervelende symptomen die lijken voort te komen uit je darmen, vergeet dan niet gepasteuriseerde zuivel gedurende minimaal zes weken weg te laten. Merk je verbetering, dan is het een juiste beslissing geweest om van dergelijke zuivel af te zien. Wil je echt niet zonder, dan kun je proberen of rauwe zuivel van A2-koeien voor jou een beter product is. Melk is echter niet nodig voor een goede gezondheid en daarom zeker geen vereiste.

7.4. Antinutriënten

Als we een voedingsmiddel erop beoordelen of het gezond of minder gezond is, zijn we vaak alleen geneigd te kijken naar de hoeveelheid koolhydraten, vetten, eiwitten, en wellicht vitamines die erin zitten. Dit zijn echter niet de enige bestanddelen van voeding die bepalen of een voedingsmiddel gezond is of niet. Beoordelen of iets goed of slecht is vraagt dus om een bredere kijk. Zo bestaan er aanvullend nog verschillende

antinutriënten, stoffen die juist negatief voor onze gezondheid zijn, die van nature in bepaalde voeding voorkomen. Het is verstandig om bij de keuze van voeding ook hiermee rekening te houden.

Antinutriënten zijn licht toxische stoffen die planten aanmaken tegen de vraat door insecten en andere dieren. Een zaadje kun je zien als het embryo van een plant, dat zal moeten zorgen voor het voortbestaan van het ras. Zouden ze massaal worden opgegeten, dan wordt het voortbestaan van de plant bedreigd. Door zaden onverteerbaar te maken voor spijsverteringsenzymen zorgt de plant ervoor dat zijn zaden onaangeroerd blijven en over een groter gebied worden verspreid. Het is zelfs zo dat antinutriënten voor een insect dodelijk kunnen zijn. Door dit beschermingsmechanisme is het voortbestaan van de plant weer gegarandeerd voor een volgende generatie.

(31)

Voor een gezonde darm zal inname van kleine hoeveelheden antinutriënten geen grote gevolgen hebben. In beperkte hoeveelheden kunnen licht toxische stoffen zelfs een positief effect op de gezondheid hebben. Maar als de darmflora of darmwand beschadigd is, is het verstandig om met deze antinutriënten op te passen. Als je dat doet, bevorder je het herstel van je darmen en voorkom je verergering van symptomen.

Hieronder bespreken we kort enkele veelvoorkomende antinutriënten, de (veelal relatief

‘nieuwe’) voedingsmiddelen waar ze in zitten en het effect dat ze op de darmen hebben.

FYTINEZUUR

Fytinezuur komt voornamelijk voor in granen, peulvruchten, rauwe cacao, koffie en noten.

Het remt belangrijke enzymen die nodig zijn voor de vertering van eiwitten en koolhy- draten en kan zo de spijsvertering tegenwerken. Daarnaast blokkeert fytinezuur in de darmen de opname van de mineralen calcium, zink, magnesium, koper en ijzer. Zeker voor mensen die voor hun eiwitvoorziening afhankelijk zijn van granen, noten en peul- vruchten is dit een belangrijk aandachtspunt, omdat zij deficiënt kunnen worden voor belangrijke mineralen.

7.6. SAPONINEN

Saponine is een zeepachtige stof, die veel voorkomt in peulvruchten, (bijzonder veel in sojabonen en pinda’s) en in pseudogranen zoals quinoa en amarant. Door hun zeepachtige werking hebben saponinen een direct effect op de binnenkant van de darmwand en verhogen door schade de doorlaatbaarheid ervan. Hierdoor wordt de kans op het ontstaan van ontstekingen en activering van het immuunsysteem verhoogd. Er bestaan zowel positieve als negatieve saponinen. De negatieve komen voor in de voeding die relatief

‘nieuw’ is voor ons lichaam, zoals de hierboven genoemde peulvruchten en granen.

7.7. LECTINEN

Lectinen zitten ook in grote hoeveelheden in peulvruchten en granen. Net als fytinezuur remmen ze de opname van belangrijke mineralen. Lectinen kunnen de darmwand penetreren en zo het immuunsysteem activeren. Ook zijn er gevallen bekend van lectinevergiftiging. Dit laatste is een van de belangrijke redenen dat peulvruchten nooit rauw mogen worden gegeten [49].

Deze diverse antinutriënten vragen om een juiste en enigszins traditionele voedselbe- reiding. Allereerst kun je de inname van een groot percentage ervan voorkomen. Door granen, peulvruchten of noten langdurig te weken en goed af te spoelen verwijder je een belangrijk deel van de antinutriënten, omdat deze worden afgebroken door het enzym fytase, dat aanwezig is in het zaad zelf. Ook fermentatie, zoals bij traditioneel gebakken zuurdesembrood plaatsvindt, vermindert de hoeveelheid fytinezuur flink.

Koken alleen is niet altijd genoeg, maar kan toch ook voor een belangrijke bijdrage zorgen. Zeker wanneer de voedingsmiddelen eerst zijn geweekt.

(32)

7.5. Additieven

Het moderne voedingspatroon wordt mogelijk gemaakt doordat we additieven aan voeding kunnen toevoegen. Deze wordt daardoor langer houdbaar, kleur en smaak blijven langer behouden en verschillende soorten vloeistoffen die gewoonlijk niet met elkaar mengen, kunnen met elkaar vermengd blijven. En zo bereikt en behoudt men het juiste mondgevoel.

Voedseladditieven worden gezien als behorend tot de best onderzochte stoffen die we met onze voeding binnenkrijgen. Geclaimd wordt dat deze additieven voor onze ge- zondheid geen kwaad kunnen. Hoewel ze wellicht geen acuut gezondheidsrisico betekenen, toont een kleine zoektocht naar diverse voedseladditieven aan dat deze wel degelijk een negatief effect hebben op onze gezondheid. Zo is bij muizenonderzoek door Chassaing et al. aangetoond dat slechts een kleine concentratie emulgatoren, een van de meest gebruikte voedseladditieven, aan ontstekingen in de darmen bijdraagt en de ontwikkeling van metaboolsyndroom stimuleert [50]. Ze doen dat door de samenstelling van de darmflora en de genexpressie (de mate waarin DNA van een gen wordt vertaald naar eiwitten) ervan negatief te beïnvloeden, waardoor er meer flagelline vrijkomt, een bacteriecomponent die een directe immuunreactie veroorzaakt [51].

Dit negatieve effect kan eveneens worden bewerkstelligd door carrageen, een veelge- bruikte emulgator afkomstig van een natuurlijke bron. Zo ontstaat bij cavia’s die gesup- pleerd worden met carrageen blaarvorming in de darmen. Dit was bij 100 procent van de dieren het geval. Het ontstane ziektebeeld heeft veel weg van de bij mensen bekende ziekte colitis ulcerosa [52]. Er wordt na inname van carrageen tevens een toename gezien van de ontstekingsbevorderende stoffen NF-κB en interleukine-8 [53].

Wat het precieze effect van deze stoffen in mensen is kan om ethische redenen niet worden onderzocht. Voor resultaten zijn we dus afhankelijk van dieronderzoek en studies van losse menselijke cellen. De resultaten van deze zogenoemde in-vitrostudies zijn in lijn met de resultaten van dierstudies [54].

Behalve van emulgatoren is ook van kunstmatige zoetstoffen aangetoond dat zij een negatief effect hebben op de darmflora en de stofwisseling. Onderzoek bij muizen heeft laten zien dat consumptie van enkele veelgebruikte zoetstoffen in de dosis die overeenkomt met de acceptable daily intake (ADI) bij mensen bijdraagt aan glucose- intolerantie. Het glucoselevel in het bloed blijft hierdoor hoger. Deze metabole verande- ringen komen voort uit wijzigingen in de darmflora die zijn geïnduceerd door het gebruik van de zoetstoffen [55].

(33)

‘Leonie (32) heeft zolang ze het zich kan herinneren last van een opgeblazen buik en buikpijn. ’s Ochtends is er nog niets aan de hand, maar gedurende de middag ontstaan de symptomen. Ze zit hierdoor gedurende de dag regelmatig op het toilet in de hoop het opgeblazen gevoel kwijt te raken. Haar kleding, die in de ochtend nog netjes en comfortabel zit, verwisselt ze ’s avonds voor een ruime jogging- broek. Ook voelt ze zich oververmoeid. Op een bepaald moment besluit ze te stoppen met het eten van bewerkte voeding. Stap voor stap laat ze bewerkte voedingsmiddelen staan en deze vervangt ze door zo puur mogelijke voeding zonder toevoegingen. Gedurende haar verandering van voeding ontstaat er ook een afname van haar klachten. Gebruikt ze nu weer eens een maaltijd die ze gewend is van vroeger, dan blaast ook direct haar buik zich weer op.’

7.9. Oeroud superfood – Gefermenteerd voedsel

Gefermenteerde voedingsmiddelen zijn voedingsmiddelen die zijn bewerkt door het toevoegen van micro-organismen of enzymen, waardoor er in het voedsel biochemische veranderingen optreden. Het fermentatieproces leidt tot een hogere voedingswaarde, betere vertering en veiliger of smaakvoller voedsel.

Het fermenteren van voedsel stamt uit een tijd waarin er nog geen vriezers en koelkasten bestonden, of additieven en industriële bewerkingen die de bacteriegroei in voedsel konden beperken. Met vallen en opstaan ontdekten onze voorouders dat ze met behulp van fermentatie hun zuivel, granen, groente, vis en vlees langer konden bewaren. Zonder dat ze wisten wat er precies met het voedsel gebeurde - de ontdekking van micro- organismen vond pas vele eeuwen later plaats- creëerden ze met behulp van fermentatie echte superfoods. Gefermenteerd voedsel is er dus altijd geweest, met als reden dat dat men ook in tijden van schaarste nog iets te eten had.

Archeologische bewijzen van voedselfermentatie brengen ons zo’n tienduizend jaar terug in China, waar resten zijn gevonden van een gefermenteerde drank op basis van honing, rijst en fruit [56] . Ook in Iran zijn archeologische overblijfselen gevonden, van zo’n 5500 voor Christus, die wijzen op de fermentatie van wijn [57]. De eeuwenoude techniek en ervaring die door onze voorouders zijn bedacht en opgebouwd worden tot op heden nog steeds gebruikt voor de fermentatie van voedsel.

Fermentatie is nu echter grotendeels in de vergetelheid geraakt, omdat fabrieken en additieven ervoor hebben gezorgd dat we die techniek in de meeste gevallen niet meer

‘nodig’ hebben. Dat is jammer, want gefermenteerde voeding kan in veel gevallen echt

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uit het onderhavige onderzoek blijkt dat veel organisaties in de quartaire sector brieven registreren (van 51% in het onderwijs tot 100% of bijna 100% in iedere sector in het

Omdat de bezoekers op elk willekeurig moment in een van deze groepen ingedeeld werden en baliemedewerkers niet op de hoogte waren van het type handvest (ambities, weinig ambitieus,

Maar ook de continuering van centrale verantwoordelijkheid is belangrijk, omdat er een minimale bodem voor decentrale verschijnselen binnen het systeem dient te zijn, een beeld

Dergelijke inbedding (a) onderstreept de relevantie van integriteit in het dagelijkse werk, (b) draagt bij aan verdere normalisering van het gesprek over integriteit, (c) kan

Adressen die getrokken zijn op basis van speciale kenmerken (risicosignalen) kunnen een rol spelen indien (1) de populatiecijfers bekend zijn voor deze kenmerken en (2) binnen

een goed signaal betreffende het commitment van de uitvoeringsinstellingen zijn, wanneer het opdrachtgeverschap voor het programma niet automatisch bij BZK wordt neergelegd,

Met een duplex-onderzoek onderzoeken we of het bloed goed door de slagaders in de buik naar de darmen stroomt.. We willen bijvoorbeeld weten of er vernauwingen

Een project over de plaats van het Nederlands en Nederlanders in de wereld voor leerlingen met een maatschappijprofiel in de boven- bouw van vwo-4 en vwo-5..