Verordening op de heffing en invordering van leges 2017
Raadsbesluit 2016 registratienummer: 2016-21550 DE RAAD DER GEMEENTE EPE
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders,. nr. 2016-20413 d.d. 27 september 2016;
gelet op artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet;
BESLUIT
Vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van leges 2017.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder:
a. maand: het tijdvak dat loopt van de n
edag in een kalendermaand tot en met de (n-1)
edag in de volgende kalendermaand;
b. jaar: het tijdvak dat loopt van de n
edag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)
edag in het volgende kalenderjaar;
c. kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
d. APV: de actuele Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Epe;
e. BRP: de basisregistratie personen als bedoeld in de Wet basisregistratie personen.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
a. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
b. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
a. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploi- tatie) zijn of worden verhaald;
b. diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
c. het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omge- vingsvergunning beperkte milieutoets).
Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarieven
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoe-
Nr.
CVDR437767_2
CVDR 3 januari 2018
Officiële uitgave van Epe.
ringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
4. Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.
5. Voor de toepassing van het bepaalde in het vierde lid wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde aanslagen leges of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.
6. In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste lid, bedraagt het tarief 90% van het tarief zoals opgenomen in de tarieventabel en naar beneden afgerond op hele euro’s indien een aanvraag tot het verlenen van een vergunning, ontheffing, uittreksel, beschikking e.d. langs de daartoe geopende elektronische weg wordt ingediend en de daarvoor verschuldigde leges gelijktijdig met de aanvraag langs de daartoe geopende elektronische weg worden betaald.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge, elektronische dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota, andere schriftuur of elektronisch bericht. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, elektronisch of door toezen- ding of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6
a. mondeling of elektronisch wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Vermindering of teruggaaf
1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de tarieventabel opgenomen bepaling.
2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.
Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
a. van zuiver redactionele aard zijn;
b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant;
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 10 Nadere regels door het bestuur van Tribuut belastingsamenwerking
Het bestuur van Tribuut belastingsamenwerking kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 11 Buiten behandeling stellen van aanvragen
1. Aan aanvragen, waarbij de indieningsvereisten niet bij of krachtens wet uitputtend zijn geregeld, kan het bevoegd gezag de voorwaarde verbinden dat deze buiten behandeling worden gesteld indien de daarvoor verschuldigde leges niet binnen de in artikel 7 genoemde termijnen zijn betaald.
2. Er vindt geen invordering plaats van leges indien de aanvraag buiten behandeling is gesteld omdat niet aan de verplichting tot betaling is voldaan.
Artikel 12 Overgangsrecht
1. De ‘Legesverordening 2016’ van 12 november 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toe- passing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid,
opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening
gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de
heffing van leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
3. Indien het voorstel van Rijkswet tot wijziging van de Paspoortwet in verband met het van rechts- wege laten vervallen van reisdocumenten van personen aan wie een uitreisverbod is opgelegd (Kamerstukken I 2015/2016, 34358(R2065), nr. A), tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt, wordt in artikel 2, onder nummering van de bestaande tekst tot eerste lid, een tweede lid toegevoegd, luidende:
2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.
4. Indien artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescherming in werking treedt, worden onder- deel 2.2.7. van de bij deze verordening behorende tarieventabel vervangen door:
2.2.7 Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van een Natura 2000-gebied).
€ 443,00 Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.1. eerste lid, onder j, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien sprake is van de in die onderdelen bedoelde activi- teiten:
2.2.7.1 Handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van soorten).
€ 443,00 Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een han- deling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
5.De op grond van het vierde lid vervangen onderdelen blijven van toepassing op de belastbare feiten die zich voor de in artikel 13, derde lid, onder b, bedoelde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan.
Artikel 13 Inwerkingtreding
1. Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.
3. In afwijking van het tweede lid is de datum van ingang van de heffing van:
artikel 12, derde lid, het tijdstip waarop het in dat lid genoemde wetsvoorstel tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt.
a.
b. artikel 12, vierde lid, het tijdstip waarop artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescher- ming in werking treedt.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2017.
Epe, 10 november 2016 De raad voornoemd, de voorzitter, de griffier,
Ir. H. van der Hoeve MPA V. Smit.
Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2017 Titel 1 Algemene dienstverlening
Burgerlijke stand Hoofdstuk 1
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of het omzetten van 1.1.1.
een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, een en ander met ceremonieel vertoon, op:
274,00
€ maandag tot en met donderdag
1.1.1.1
302,00
€ vrijdag
1.1.1.2
395,00
€ zaterdag
1.1.1.3
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of het omzetten van 1.1.2.
een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, een en ander zonder ceremonieel vertoon
76,00
€ in het gemeentehuis met klein gezelschap
1.1.2.1.
128,00
€ in het gemeentehuis met groot gezelschap
1.1.2.2.
Het tarief bedraagt voor het 1.1.3.
op verzoek aanwijzen van een huwelijkslocatie 1.1.3.1.
112,00
€ verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje 1.1.3.2.1.
20,00
€ in een normale uitvoering
1.1.3.2.1.
32,00
€ in een luxe uitvoering
1.1.3.2.2.
van gemeentewege beschikbaar stellen van een getuige 1.1.3.3
20,00
€ Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de 1.1.4.
Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.
Reisdocumenten Hoofdstuk 2
De tarieven bedragen voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van de in artikel 6 van het 1.2.1.
Besluit paspoortgelden genoemde documenten, de daar- voor in dat artikel vermelde maximumtarieven, naar bene- den afgerond op een veelvoud van € 0,05.
Voor een versnelde uitreiking worden de tarieven genoemd in onderdeel 1.2.1. vermeerderd met het daarvoor in artikel 1.2.2.
6 van het Besluit paspoortgelden vermelde maximumtarief, naar beneden afgerond op een veelvoud van € 0,05.
11,50
€ Indien de aanvrager verzoekt om een document, bedoeld in onderdeel 1.2.1 te laten bezorgen, wordt het tarief ver- hoogd met per document.
1.2.3.
Rijbewijzen Hoofdstuk 3
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen 1.3.1.
van een rijbewijs: het in de Regeling tarieven Dienst Weg- verkeer genoemde bedrag, vermeerderd met het in artikel 104b van het Reglement rijbewijzen genoemde bedrag, waarbij de som van deze bedragen naar beneden wordt afgerond op een veelvoud van € 0,05.
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij 1.3.2.
een spoedaanvraag vermeerderd met het bedrag genoemd in de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer en verminderd 1.3.2.1
met het bedrag genoemd in bijlage VI onder afdracht van gemeenten van die Regeling ;
een aanvraag in verband met vermissing van een eerder afgegeven rijbewijs vermeerderd met
1.3.2.2
26,20
€
Verstrekkingen uit de BRP en overige publiekszaken Hoofdstuk 4
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de BRP moet worden geraadpleegd.
1.4.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:
1.4.1.
het verstrekken van gegevens, per verstrekking 1.4.1.1
28,60
€ het verstrekken van een uittreksel uit de BRP
1.4.1.2
8,65
€ het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag: de in de Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden genoemde bedragen 1.4.1.3
8,65
€ het legaliseren van een handtekening
1.4.1.4
In afwijking van subonderdeel 1.4.1.1 geldt voor het in be- handeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken 1.4.2.
van gegevens als bedoeld in artikel 17 van het Besluit ba- sisregistratie personen, het bedrag zoals dat is opgenomen in artikel 10 van de Regeling basisregistratie personen.
Verstrekkingen op grond van de Wbp Hoofdstuk 5
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bericht als be- 1.5.1.
doeld in artikel 35 van de Wbp of een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wbp: de maximaal toelaatbare tarieven als genoemd in het Besluit kostenvergoeding rechten be- trokkene Wbp.
Indien voor hetzelfde bericht op grond van het voorgaande onderdeel meerdere vergoedingen kunnen worden ge- vraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd.
1.5.2.
Vastgoedinformatie Hoofdstuk 6
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of 1.6.1.
uittreksel uit de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebou- wen, de legger, bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet, de inschrijving in het register bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988, het openbare register van beschermde monumenten, bedoeld in artikel 20 van de Monumentenwet 1988 of het gemeentelijke beperkingen- register of de gemeentelijke beperkingenregistratie, be- doeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid pu- bliekrechtelijke beperkingen (Wkpb), dan wel tot het ver- strekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wkpb
€
16,15 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van
een aanvraag tot het verstrekken van informatie uit het 1.6.2.
Bodem Informatie Systeem voor elk daaraan besteed
kwartier 46,90
€
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift of uittreksel van kadastrale 1.6.3.
stukken of informatie gelden de tarieven zoals die zijn vastgesteld in de regels op grond van artikel 108 van de Kadasterwet.
Gemeentearchief Hoofdstuk 7
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeu- ringen in de in het gemeentearchief berustende (digitale) 1.7.
stukken, bestanden of registers, voor iedere daaraan beste- de 5 minuten
9,25
€
Markten Hoofdstuk 8
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag
1.8
tot het verlenen van een standplaatsvergunning 1.8.1.
46,85
€
46,85
€ tot het inschrijven op de wachtlijst
1.8.2.
tot het verlengen van de inschrijving op de wachtlijst 1.8.3.
27,25
€
Kansspelen Hoofdstuk 9
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsver- 1.9.
gunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kans- spelen:
56,50
€ voor één of de eerste kansspelautomaat
1.9.1.
34,00
€ voor iedere volgende kansspelautomaat
1.9.2.
Ondergrondse leidingen Hoofdstuk 10
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.2 van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur
1.10
927,00
€
Verkeer en vervoer Hoofdstuk 11
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
1.11.1
tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990
1.11.2
238,00
€ tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepa- lingen inzake het wegverkeer
1.11.3
48,30
€ tot het verstrekken van een ‘eigen verklaring’
1.11.4
37,50
€
tot het verlenen van een ontheffing op grond van artikel 5:2, 5:6 of 5:8 van de APV (parkeren)
1.11.5
222,00
€ Indien de aanvrager de ontheffing als bedoeld subonder- deel 1.11.1 aanvraagt in verband met zijn handicap be- 1.11.6
draagt het tarief in afwijking in zoverre van dat subonder- deel
69,05
€
Diversen Hoofdstuk 12
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
1.12.
gewaarmerkte afschriften van stukken of stukken of uittrek- sels welke op aanvraag moeten worden opgemaakt, voor 1.12.1.
zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina
2,70
€ afschriften, doorslagen, scans of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een an- dere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:
1.12.2.
0,40
€ per pagina tot en met A4-formaat
1.12.2.1
per pagina groter dan A4-formaat, tot en met A3-formaat 1.12.2.2
1,00
€ per pagina groter dan A3-formaat, tot en met A2-formaat 1.12.2.3
3,00
€ per pagina groter dan A2-formaat, tot en met A1-formaat 1.12.2.4.
5,00
€ per pagina groter dan A1-formaat, tot en met A0-formaat 1.12.2.5
10,00
€
20,00
€ per pagina groter dan A0-formaat
1.12.2.6
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet el- ders in deze tabel of in een
1.12.3.
andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen
55,25
€
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ om- gevingsvergunning
Titel 2
Begripsomschrijvingen Hoofdstuk 1
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
2.1.1.
bouwkosten:
2.1.1.1
De aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de UAV 2012, voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2013, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouw- werk waarop de aanvraag betrekking heeft.
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
2.1.1.2
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
2.1.2.
In deze titel voorkomen begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activi- 2.1.3.
teiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
Omgevingsvergunning Hoofdstuk 2
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergun- 2.2.
ning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeen- komstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grond een legesbedrag worden gevorderd.
Bouwactiviteiten 2.2.1.
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevings- vergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als be- 2.2.1.1
doeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, be- draagt het tarief indien de bouwkosten:
€ 50.000,- of minder bedragen 2.2.1.1.1
2,36% van de bouwkosten met een minimum van toetsing aan bouwbesluit
156
€ 0,39% van de bouwkosten met een minimum van toetsing aan bouwverordening
26
€ 0,59% van de bouwkosten met een minimum van toetsing aan welstand
39
€ 0,59% van de bouwkosten met een minimum van toetsing aan bestemmingsplan
39
€
meer dan € 50.000,- maar niet meer dan € 250.000,- bedra- gen
2.2.1.1.2
2,13% van de bouwkosten met een minimum van toetsing aan bouwbesluit
1.180
€ 0,35% van de bouwkosten met een minimum van toetsing aan bouwverordening
195
€ 0,53% van de bouwkosten met een minimum van toetsing aan welstand
295
€ 0,53% van de bouwkosten met een minimum van toetsing aan bestemmingsplan
295
€
meer dan € 250.000,- maar niet meer dan € 500.000,- bedra- gen
2.2.1.1.3
2,07% van de bouwkosten met een minimum van toetsing aan bouwbesluit
5.325
€ 0,35% van de bouwkosten met een minimum van toetsing aan bouwverordening
875
€ 0,52% van de bouwkosten met een minimum van toetsing aan welstand
1.325
€ 0,52% van de bouwkosten met een minimum van toetsing aan bestemmingsplan
1.325
€
meer dan € 500.000,- maar niet meer dan € 1.000.000,- be- dragen
2.2.1.1.4
1,89% van de bouwkosten met een minimum van toetsing aan bouwbesluit
10.350
€ 0,32% van de bouwkosten met een minimum van toetsing aan bouwverordening
1.750
€ 0,47% van de bouwkosten met een minimum van toetsing aan welstand
2.600
€ 0,47% van de bouwkosten met een minimum van toetsing aan bestemmingsplan
2.600
€
meer dan € 1.000.000,- bedragen 2.2.1.1.5
1,70% van de bouwkosten met een minimum van toetsing aan bouwbesluit
18.900
€ 0,28% van de bouwkosten met een minimum van toetsing aan bouwverordening
3.200
€ 0,43% van de bouwkosten met een minimum van toetsing aan welstand
4.700
€
0,43% van de bouwkosten met een minimum van toetsing aan bestemmingsplan
4.700
€
en een maximum van
85.000
€ toetsing aan bouwbesluit
14.000
€ toetsing aan bouwverordening
21.500
€ toetsing aan welstand
21.500
€ toetsing aan bestemmingsplan
Achteraf ingediende aanvraag 2.2.1.2
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.2.1.1 be- draagt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit 50% van de op grond van dat subonderdeel verschuldigde leges.
Niet verder behandelen van de aanvraag 2.2.1.3
Indien het bevoegd gezag ter zake van de aanvraag een besluit heeft genomen als bedoeld in artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, bedraagt het tarief, in afwijking in zoverre van het bepaalde in subonderdeel 2.2.1.1 25% van het aldaar genoemde tarief met een maximum van
5.000
€
Planologische strijdigheid 2.2.2.
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevings- vergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1.:
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 10, van de Wabo wordt toegepast
2.2.2.1
166,00
€ indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 20, van de Wabo wordt toegepast
2.2.2.2
278,00
€ indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 30, van de Wabo wordt toegepast
2.2.2.3
6.170,00
€ indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toege- past
2.2.2.4
278,00
€ indien de aanvraag een project van provinciaal belang be- treft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld 2.2.2.5
krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke or- dening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast: 100% van het op grond van subonderdeel 2.2.1.1 verschuldigde bedrag.
indien de aanvraag een project van nationaal belang be- treft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld 2.2.2.6
krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke or- dening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast: 100% van het op grond van subonderdeel 2.2.1.1 verschuldigde bedrag.
indien de aanvraag als bedoeld in subonderdeel 2.2.2.3, waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld 2.2.2.7
in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, wordt ge- weigerd voordat deze in procedure wordt gebracht, be- draagt het tarief in afwijking in zoverre van dat subonder- deel
325,00
€ In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
2.2.3.
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevings- vergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief € 310,00 vermeerderd met € 0,53 per vierkante meter van de totale vloeroppervlakte van de bouwlagen.
Sloopactiviteiten en activiteiten met betrekking tot monu- menten of beschermde dorpsgezichten
2.2.4.
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevings- vergunning betrekking heeft op een activiteit met betrek- king tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de
Erfgoedverordening 2010 aangewezen monument, waar- voor op grond van die provinciale of gemeentelijke veror- dening een vergunning of ontheffing is vereist, op het slopen van een bouwwerk in een beschermd dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening 2010 aangewezen dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale of ge- meentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist of op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in het bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening of artikel 8.1.1 van de bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief
332,00
€ Aanleggen of veranderen weg, uitweg/inrit, opslag roeren- de zaken
2.2.5.
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevings- vergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een pro- vinciale verordening of artikel 2:11 van de APV een vergun- ning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo of op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie, waardoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een ver- gunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief
242,00
€ Kappen
2.2.6.
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevings- vergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:11 van de APV een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief
40,70
€
23,40
€ vermeerderd met, per boom
765,00
€ tot een maximumbedrag van
Natuurbeschermingswet 1998 en Flora-en Faunawet 2.2.7.
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevings- vergunning betrekking heeft op handelingenin een be- schermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998, op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998, of op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief
443,00
€ Omgevingsvergunning in twee fasen
2.2.8.
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevings- vergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als be- doeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste 2.2.8.1
fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarie- ven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aan- vraag voor de eerste fase betrekking heeft.
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede 2.2.8.2
fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarie- ven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aan- vraag voor de tweede fase betrekking heeft.
Beoordeling bodemrapport 2.2.9.
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport 2.2.9.1
285,00
€ voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport, waarbij nader onderzoek noodzakelijk is
2.2.9.2
520,00
€ voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport, waarbij sanering noodzakelijk is
2.2.9.3
1.209,00
€ voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport 2.2.9.4
161,00
€ Advies
2.2.10.
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning
443,00
€ Verklaring van geen bedenkingen
2.2.11.
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo
649,00
€
Teruggaaf Hoofdstuk 3
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevings- vergunning bouwactiviteiten
2.3.1.
Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of ge- deeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, als bedoeld in subonderdeel 2.2.1.1 intrekt terwijl deze reeds in behande- ling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 25% van de op grond van dat subonderdeel voor de betref- fende activiteit verschuldigde leges.
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevings- vergunning bouwactiviteiten
2.3.2.
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in subonderdeel 2.2.1.1 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen twee jaren na verlening van de vergun- ning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt 25% van de op grond van dat subon- derdeel voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevings- vergunning bouwactiviteiten
2.3.3.
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactivitei- 2.3.3.1.
ten als bedoeld in subonderdeel 2.2.1.1 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De te- ruggaaf bedraagt 25% van de op grond van dat subonder- deel voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
Onder een weigering bedoeld in subonderdeel 2.3.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij 2.3.3.2.
de vergunning is verleend bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak.
Bestemmingswijzigingen zonder activiteit Hoofdstuk 4
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag
2.4.1.
tot het verkrijgen van een beoordeling ruimtelijke ontwik- keling door het college
2.4.1.1
703,00
€ tot het verkrijgen van een beoordeling ruimtelijke ontwik- keling door de raad
2.4.1.2
2.486,00
€ tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening 2.4.1.3
indien vooraf een beoordeling ruimtelijke ontwikkeling door de raad is aangevraagd
2.4.1.3.1.
5.725,00
€
7.509,00
€ in andere gevallen
2.4.1.3.2.
tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke orde- ning
2.4.1.4
indien het college het verzoek afwijst, zonder dat de wijzi- gingsprocedure wordt opgestart
2.4.1.4.1.
703,00
€ indien het college de aanvraag in behandeling neemt en de wijzigingsprocedure opstart
2.4.1.4.2.
2.800,00
€
In deze titel niet benoemde beschikking Hoofdstuk 5
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking
2.5
112,00
€
Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn Titel 3
Horeca Hoofdstuk 1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
3.1.
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en horecawet 3.1.1.
443,00
€ een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in ar- tikel 2:28 van de APV
3.1.2.
332,00
€ een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en horecawet
3.1.3.
166,00
€ een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als be- doeld in artikel 30a, tweede lid, van de Drank- en horecawet 3.1.4.
112,00
€ Indien de aanvraag als bedoeld in de onderdelen 3.1.1, 3.1.2 of 3.1.4 wordt aangevraagd door een plaatselijke non- 3.1.5.
profitinstelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers, bedraagt het tarief in afwijking van dat onderdeel
64,40
€
Organiseren evenementen en collectes Hoofdstuk 2
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor 3.2.1.
het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de APV, indien het betreft:
64,40
€ een eenmalig evenement
3.2.1.1.
112,00
€ een jaarlijks terugkerend evenement
3.2.1.2.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing op grond van artikel 5:13 van de APV (collecteren)
3.2.2.
17,95
€
Prostitutiebedrijven Hoofdstuk 3
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen of wijzigen van een exploi- 3.3.
tatievergunning als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, van de APV
2.728,00
€
Brandbeveiligingsverordening Hoofdstuk 4
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning met 3.4.
betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligings- verordening
82,80
€