• No results found

- 1 - Begrotingswijziging nee ja

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "- 1 - Begrotingswijziging nee ja"

Copied!
42
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Voorstel X

Raadsvoorstel

Concept besluit X

Begrotingswijziging nee ja

ONDERWERP REDEN VOORSTEL

Verordening en tarieven voor de afvalstoffenheffing, de rioolheffing, de lijkbezorgingsrechten, de marktgelden, de staangelden, de leges en de precariobelasting voor 2015.

Kaderstellen Controleren Budget autoriseren Consulteren       COLLEGE STELT DE RAAD VOOR OM

a. De tarieven van de afvalstoffenheffing 2015 ongewijzigd ten opzichte van 2014, vast te stellen, zoals vastgelegd in de “Tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2014”.

b. De tarieven van de rioolheffing 2015 ongewijzigd ten opzichte van 2014, vast te stellen op:

€ 106,-- voor het eigenarendeel van de rioolheffing afvalwater.

€ 43,-- voor het eigenarendeel van de rioolheffing hemel- en grondwater.

c. De tarieven van de lijkbezorgingsrechten vast te stellen in overeenstemming met de “Tarieventabel, behorende bij de Verordening heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2015”.

d. De tarieven voor de zwembaden en sportaccommodaties vast te stellen in overeenstemming met de

“Tarieventabel zwembaden en sportaccommodaties 2015”.

e. Het tarief voor precariobelasting 2015 vast te stellen op € 2,30 per strekkende meter.

f. De tarieven voor de heffing van leges vast te stellen in overeenstemming met de “Tarieventabel, behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van leges 2015”.

g. Vast te stellen met ingang van 1 januari 2015 de navolgende verordeningen:

1. Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2015;

2. Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2015;

3. Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2015;

4. Verordening op de heffing en invordering van leges 2015;

5. Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2015.

h. In te trekken de navolgende verordeningen:

1) Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2014;

2) Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2014;

3) Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2014;

4) Verordening op de heffing en invordering van marktgelden en staangelden 2014;

5) Verordening op de heffing en invordering van leges 2014;

6) Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2014.

BIJLAGEN (Worden meegezonden) Nee

TER INZAGE LIGGENDE STUKKEN (leeskamer en op de website) Nee

STATUS (in te vullen door griffier)

Akkoord raad Bespreken raad

College B&W       X

Presidium       X

Raad van 3 november 2014       X

(2)

Aan de gemeenteraad Inleiding

In de begroting 2015 zijn de volgende uitgangspunten voor de leges en belastingen opgenomen en financieel verwerkt:

1. de tarieven voor de afvalstoffenheffing en afvalbrengstation blijven gelijk aan die van 2014.

2. de tarieven voor de rioolheffing blijven gelijk aan die van 2014.

3. de algemene indexering bedraagt 1,5%. Als daarvan wordt afgeweken wordt dat specifiek toegelicht.

De OZB-tarieven en de tarieven met bijbehorende waardeklassen voor de forensenbelasting worden u, zoals gebruikelijk, in de december-vergadering ter vaststelling aangeboden. Voor die vergadering ontvangt u ook van ons het voorstel over de gewijzigde heffingsgrondslag en de tarieven (water-) toeristenbelasting 2015.

Het overleg met de ondernemers(verenigingen) over de invoering van een reclamebelasting is nog niet afgerond. Per 1 januari 2015 wordt deze nieuwe belastingsoort daarom nog niet ingevoerd.

Voorstel

a. De tarieven van de afvalstoffenheffing 2015 ongewijzigd ten opzichte van 2014, vast te stellen, zoals vastgelegd in de “Tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2014”.

b. De tarieven van de rioolheffing 2015 ongewijzigd ten opzichte van 2014, vast te stellen op:

€ 106,-- voor het eigenarendeel van de rioolheffing afvalwater.

€ 43,-- voor het eigenarendeel van de rioolheffing hemel- en grondwater.

c. De tarieven van de lijkbezorgingsrechten vast te stellen in overeenstemming met de “Tarieventabel, behorende bij de Verordening heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2015”.

d. De tarieven voor de zwembaden en sportaccommodaties vast te stellen in overeenstemming met de

“Tarieventabel zwembaden en sportaccommodaties 2015”.

e. Het tarief voor precariobelasting 2015 vast te stellen op € 2,30 per strekkende meter.

f. De tarieven voor de heffing van leges vast te stellen in overeenstemming met de “Tarieventabel, behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van leges 2015”.

g. Vast te stellen met ingang van 1 januari 2015 de navolgende verordeningen:

1. Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2015;

2. Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2015;

3. Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2015;

4. Verordening op de heffing en invordering van leges 2015;

5. Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2015.

h. In te trekken de navolgende verordeningen:

1) Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2014;

2) Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2014;

3) Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2014;

4) Verordening op de heffing en invordering van marktgelden en staangelden 2014;

5) Verordening op de heffing en invordering van leges 2014;

6) Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2014.

Argumenten

Een belasting, leges of heffing kan alleen worden opgelegd als de grondslag en het tarief door u is vastgesteld en verankerd in een verordening. De Gemeentewet is leidend welke belastingen, leges of heffingen mogen worden opgelegd.

Jaarlijks worden de tarieven waar nodig geïndexeerd of bijgesteld in verband met de afspraken over het kostendekkend niveau.

Hieronder volgt een nadere onderbouwing met betrekking tot deze voorstellen.

Afvalstoffenheffing

De tarieven voor de afvalstoffenheffing zijn voor 2015 gelijk aan de tarieven van 2014.

Tarieven Tarief 2014 Tarief 2015

Eenpersoonshuishoudens Meerpersoonshuishoudens

€ 170,64

€ 259,20

€ 170,64

€ 259,20

(3)

Rioolheffing, afvalwater

Rioolheffing, hemelwater € 106

€ 43 € 106

€ 43 Zwembaden en sportaccommodaties

De tarieven 2015 zijn met 1,5% geïndexeerd en zoals gebruikelijk afgerond.

Het entreekaartje van zwembad De Dobbe komt daarmee op € 4,20 (in 2014 € 4,10). Het entreekaartje van zwembad De Steense komt daarmee op € 3,30 (in 2014 € 3,20).

Sportaccommodaties

De tarieven zijn met 1,5% geïndexeerd.

Marktgelden en staangelden

In het kader van het profijtbeginsel (kostendekkendheid) worden de marktgelden en staangelden met 5%

verhoogd (waarvan 1,5% indexatie).

Leges

De legesverordening 2014 is gebaseerd op de modelverordening van de VNG. Die verordening kan ongewijzigd blijven voor 2015. De tarieventabel wordt wel aangepast aan de bedragen die gelden voor 2015.

Het tarief van een aantal leges is gebaseerd op de tijdsbesteding voor de beoordeling en behandeling van een aanvraag of ontheffing. Het uurtarief in de legesverordening 2015 is € 85,-- ( in 2014 € 81,--). De legesheffing is gekoppeld aan de gemiddelde tijdsbesteding en bedraagt € 85,-- of een deel dan wel een veelvoud daarvan.

Voor de leges geldt dat de tarieven zijn geïndexeerd met 1,5%, tenzij anders vermeld.

Met betrekking tot de gehandicaptenparkeerkaart worden vanaf 1 januari 2015 ook leges geheven als burgers een duplicaat aanvragen wegens verlies, vermissing of diefstal. Artikel 52 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer biedt daarvoor de basis.

Aan hoofdstuk 1 is toegevoegd de legesheffing voor het geval:

 een beëdigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van elders, die voor één dag wordt benoemd in onze gemeente, bedraagt het tarief € 100,--

 er een wijziging komt van de vastgestelde en overeengekomen datum van het huwelijk/ registratie partnerschap, of het annuleren van een voorgenomen huwelijk/registratie partnerschap, binnen twee weken voor vastgestelde en overeengekomen datum. Het tarief daarvoor bedraagt € 42,50.

Voor de reisdocumenten gelden de maximumtarieven van de rijksoverheid. Die zijn op het moment van dit voorstel nog niet bekend gemaakt. Wij hanteren net als andere jaren die maximumtarieven met een afronding naar beneden. Deze toepassing en handelwijze geldt ook voor de rijbewijzen.

Kanttekeningen

De tariefvoorstellen voor de onroerende zaak belasting, de forenzenbelasting en de (water-) toeristenbelasting ontvangt de raad, zoals gebruikelijk, in de december-vergadering ter vaststelling.

Financiën

De raming hogere opbrengsten leges en heffingen zijn administratief verwerkt in de begroting 2015.

Communicatie

Na de besluitvorming vindt de openbare publicatie plaats. De nieuwe tarieven gaan gelden vanaf 1 januari 2015.

Bijlagen (worden meegezonden) geen

Ter inzage liggende stukken (leeskamer) geen

Burgemeester en Wethouders van Weststellingwerf, de secretaris, de burgemeester,

VAN MAURIK VAN KLAVEREN

(4)

Registratienummer: 2014-000978/r

De raad van de gemeente Weststellingwerf;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

b e s l u i t:

a. De tarieven van de afvalstoffenheffing 2015 ongewijzigd ten opzichte van 2014, vast te stellen, zoals vastgelegd in de “Tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2014”.

b. De tarieven van de rioolheffing 2015 ongewijzigd ten opzichte van 2014, vast te stellen op:

€ 106,-- voor het eigenarendeel van de rioolheffing afvalwater.

€ 43,-- voor het eigenarendeel van de rioolheffing hemel- en grondwater.

c. De tarieven van de lijkbezorgingsrechten vast te stellen in overeenstemming met de “Tarieventabel, behorende bij de Verordening heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2015”.

d. De tarieven voor de zwembaden en sportaccommodaties vast te stellen in overeenstemming met de

“Tarieventabel zwembaden en sportaccommodaties 2015”.

e. Het tarief voor precariobelasting 2015 vast te stellen op € 2,30 per strekkende meter.

f. De tarieven voor de heffing van leges vast te stellen in overeenstemming met de “Tarieventabel, behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van leges 2015”.

g. Vast te stellen met ingang van 1 januari 2015 de navolgende verordeningen:

1. Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2015;

2. Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2015;

3. Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2015;

4. Verordening op de heffing en invordering van leges 2015;

5. Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2015.

h. In te trekken de navolgende verordeningen:

1) Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2014;

2) Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2014;

3) Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2014;

4) Verordening op de heffing en invordering van marktgelden en staangelden 2014;

5) Verordening op de heffing en invordering van leges 2014;

6) Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2014.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 3 november 2014,

de griffier, de voorzitter,

(5)

Registratienummer: 2014-000978/r/g.1

De raad van de gemeente Weststellingwerf;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

b e s l u i t:

vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2015”.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruikmaken’: gebruik maken in de zin van art. 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

1. Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1. De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verorde ning behorende tarieventabel.

2. Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

2. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van gedagtekende kennisgeving waarop de verschuldigde belasting is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat voor de belasting als be doeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

5. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar wijzigt doordat er een huishouding van minder dan twee personen ontstaat, wordt ontheffing verleend van zoveel maal een twaalfde gedeelte van het bedrag van het verschil tussen de tarieven bedoeld in Hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel, als na dat tijdstip van wijziging, nog volle kalendermaanden overblijven.

(6)

6. Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak wijzigt doordat er een huishouding van meer dan één persoon ontstaat, is een aanvullende belasting verschuldigd van zoveel maal een twaalfde gedeelte van het bedrag van het verschil tussen de tarieven, bedoeld in hoofdstuk 1.1, van de tarieventabel, als na dat tijdstip van wijziging nog volle kalendermaanden overblijven.

7. Belastingbedragen van minder dan € 10,00 bedoeld in Hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel worden niet geheven.

8. Voor de toepassing van het bepaalde in het zevende lid wordt het totaal van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als een belastingaanslag.

9. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 8 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moeten de aanslagen worden betaald in één termijn, vervallende op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening is vermeld.

2. In afwijking van het eerste lid geldt dat, ingeval het totaalbedrag van de afvalstoffenheffing of van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing en andere heffingen meer dan

€ 50,00 doch minder is dan € 2.500,00, moet worden betaald in twee termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijn op de laatste dag van de maand drie maanden na de dagtekening.

3. Indien voor de betaling van de verschuldigde belasting een machtiging voor automatische incasso is afgegeven, dienen voor de in lid 2 genoemde twee termijnen acht maandelijkse termijnen te worden gelezen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening is vermeld en de volgende termijnen steeds één maand later.

4. De machtiging voor automatische incasso zoals genoemd in het derde lid, wordt geacht niet te zijn verleend indien gedurende de looptijd van de automatische incasso twee termijnen worden gestorneerd, ofwel indien de incassomachtiging door de belastingschuldige of de rekeninghouder wordt ingetrokken.

De termijnen genoemd in het eerste lid worden in dat geval direct van toepassing.

5. De afvalstoffenheffing moet worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, tweede lid:

a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingevolge van toezending daarvan, binnen veertien dagen na dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10 Overgangsrecht

De “Verordening afvalstoffenheffing 2014”, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 11 november 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstand dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening afvalstoffenheffing 2015”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 3 november 2014,

de griffier, de voorzitter,

(7)

Registratienummer: 2014-000978/r/a

De raad van de gemeente Weststellingwerf;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

b e s l u i t:

Vast te stellen de “Tarieventabel 2015 behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2015”.

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing Het tarief is voor:

1.1 Huishoudingen met twee of meer personen

De belasting voor een huishouding met twee of meer personen bedraagt per perceel,

per belastingjaar € 259,20

1.2 Huishoudingen met minder dan twee personen

De belasting voor een huishouding met minder dan twee personen bedraagt per

perceel, per belastingjaar € 170,64

Hoofdstuk 2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing Een recht wordt geheven voor het op verzoek verwijderen van:

2.1 Restafval dat niet in de grijze container past

Voor het op verzoek verwijderen van maximaal 2 m3 restafval dat niet in de grijze container past, bijvoorbeeld huisraad of vloerbedekking, bedraagt het tarief per m3,

exclusief het voorrijdtarief € 16,50

2.2 Groenafval dat niet in de groene container past

Voor het op verzoek verwijderen van maximaal 2 m3 groenafval dat niet in de grijze

container past, bedraagt het tarief per m3, exclusief het voorrijdtarief € 5,50 2.3 Voorrijdtarief

Voor het op verzoek verwijderen van rest- en/of groenafval bedraagt het voorrijdtarief € 16,50

(8)

2.4 Tarieven afval brengstation

Voor het afvoeren van afvalstoffen via het gemeentelijk afval brengstation gelden de volgende tarieven:

Afvalstroom Tarief (€ / kilo)

Grof huishoudelijk rest 0,04

Puin 0,04

Asbest gratis

(Grof) tuinafval 0,04

Ferro en non-ferro gratis

Schoon hout 0,04

B en c hout 0,04

(Vlak)glas gratis

Textiel gratis

Bruin- en Witgoed gratis

Papier gratis

Autobanden gratis

Kunststof tuinmeubelen gratis

Klein Gevaarlijk Afval gratis

Herbruikbare goederen gratis

2.4.1 Ongesorteerde afvalstromen

Indien op het afval brengstation zowel gratis als betaalde afvalstromen ongesorteerd in één vracht worden aangeboden, wordt het tarief van 0,04 eurocent per kilo geheven.

2.4.2 Minimum tarief

Om te voorkomen dat pinbetalingen plaatsvinden waarbij de kosten van de transactie duurder zijn dan het storttarief, geldt een minimum tarief van € 2,00 per bezoek voor alle afvalstromen waarbij een storttarief verschuldigd is.

2.5 Non-Profit

Voor een aantal non-profit instellingen stelt de gemeente afvalcontainers beschikbaar.

Het tarief bij verwijdering van de vrijkomende afvalstoffen uit deze containers

bedraagt € 259,20

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 3 november 2014,

de griffier, de voorzitter,

(9)

Registratienummer: 2014-000978/r/b en g.2

De raad van de gemeente Weststellingwerf;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

Vast te stellen de “verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2015 Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

b. onroerende zaak: de onroerende zaak als bedoeld in hoofdstuk III van de Wet Waardering Onroerende Zaken;

c. gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

d. water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing worden twee directe belastingen geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater, verder te noemen: rioolheffing afvalwater; en

b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, verder te noemen: rioolheffing hemel- en grondwater.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

1. De belastingen worden geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een bebouwd perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering, verder te noemen: eigenarendeel.

2. Met betrekking tot het eigenarendeel van de belastingen wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, worden de belastingen geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing rioolheffing afvalwater

De rioolheffing afvalwater wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.

Artikel 6 Maatstaf van heffing rioolheffing hemel- en grondwater

De rioolheffing hemel- en grondwater wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.

Artikel 7 Belastingtarieven

1. Het tarief van het eigenarendeel van de rioolheffing afvalwater bedraagt: € 106,00 2. Het tarief van het eigenarendeel van de rioolheffing hemel- en grondwater bedraagt: € 43,00 Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belastingen worden bij wege van aanslag geheven.

(10)

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld

De belastingen zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar.

Artikel 11 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn, vervallende op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening is vermeld.

2. In afwijking van het eerste lid geldt dat, ingeval het totaalbedrag van de rioolheffing of van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen rioolheffing en andere heffingen meer dan € 50,00 doch minder is dan € 2.500,00, moet worden betaald in twee termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijn op de laatste dag van de maand drie maanden na de dagtekening.

3. Indien voor de betaling van de verschuldigde heffingen een machtiging voor automatische incasso is afgegeven, dienen voor de in lid 2 genoemde twee termijnen acht maandelijkse termijnen te worden gelezen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening is vermeld en de volgende termijnen steeds één maand later.

4. De machtiging voor automatische incasso zoals genoemd in het 3e lid, wordt geacht niet te zijn verleend indien gedurende de looptijd van de automatische incasso twee termijnen worden gestorneerd, ofwel indien de incassomachtiging door de belastingschuldige of de rekeninghouder wordt ingetrokken. De termijnen genoemd in het 1e dan wel 2e lid worden in dat geval direct van toepassing.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van rioolheffing wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.

Artikel 14 Overgangsrecht

De “Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2014” laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 4 november 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening rioolheffing 2015”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 3 november 2014, ,

de griffier de voorzitter,

(11)

Registratienummer: 2014-000978/r/g.3

De raad van de gemeente Weststellingwerf;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

b e s l u i t:

Vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2015”.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder:

a. begraafplaats: de begraafplaats Wolvega, Steenwijkerweg te Wolvega;

b. particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

- het doen begraven en begraven houden van lijken;

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

- het doen verstrooien van as;

c. kindergraf: een particulier graf met een maximale afmeting van 1.50 x 0.80 meter waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van een lijk van een kind beneden de leeftijd van twaalf jaar;

d. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

e. particulier urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

- het doen verstrooien van as;

f. algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

g. urnen nis: een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

h. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

i. urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

j. verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor:

a. het lichten van lijken of asbus op rechterlijk gezag;

b. het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in een kist worden begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

(12)

Artikel 6 Belastingjaar

1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

2. Met betrekking tot de rechten genoemd in onderdeel 6.2 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

1. De onderhoudsrechten, bedoeld in onderdeel 6.1 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

2. Andere rechten als die bedoeld in onderdeel 6.1 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

De onderhoudsrechten, als bedoeld in onderdeel 6.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als die bedoeld in onderdeel 6.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn, binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.

Artikel 12 Kwijtschelding van belasting

Bij de invordering en heffing van lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Overgangsrecht

1. De “Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2014” vastgesteld 10 november 2013, wordt ingetrokken met ingang van in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

3. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening lijkbezorgingsrechten 2015”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 3 november 2014,

de griffier, de voorzitter,

(13)

Registratienummer: 2014-000978/r/c

De raad van de gemeente Weststellingwerf;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

b e s l u i t:

Vast te stellen de “Tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van

lijkbezorgingsrechten 2015”.

Hoofdstuk 1. Aankoop van een graf

1.1 Aankoop van een enkel graf voor 20 jaar € 447,00

1.2 Aankoop van een enkel graf voor 40 jaar € 837,00

1.3 Aankoop van een dubbel graf voor 20 jaar € 837,00

1.4 Aankoop van een dubbel graf voor 40 jaar € 1.675,00

1.5 Voor de aankoop van een kindergraf voor kinderen tot 12 jaar geldt een gereduceerd tarief van 50 % van het onder 1.1 of 1.2 genoemde tarief.

Hoofdstuk 2. Begraafrecht

2.1 Begraafrecht per gebeurtenis, voor het begraven of het plaatsen van € 614,00 een urn in een urnentuin/graf op maandag tot en met vrijdag tussen

10:00 uur en 15:00 uur.

2.2 Begraafrecht per gebeurtenis, voor het begraven of het plaatsen € 1.117,00 van een urn in een urnentuin/graf op maandag tot en met vrijdag vòòr

10:00 uur en ná 15:00 en op zaterdag en op algemeen erkende feestdagen

2.3 Leges voor een vergunning voor de plaatsing van een grafkelder € 279,00 2.4 Leges voor een vergunning voor de plaatsing van een grafmonument op € 279,00

een graf

Hoofdstuk 3. Tarieven voor een urnengraf of een urnen nis

3.1 Aankoop van een urnengraf voor 20 jaar € 223,00

3.2 Aankoop van een urnengraf voor 40 jaar € 447,00

3.3 Aankoop van een open of gesloten urnen nis voor 20 jaar € 223,00 3.4 Aankoop van een open of gesloten urnen nis voor 40 jaar € 447,00 3.5 Aankoop van een kunststof- of betonbakje (voor een urnengraf) € 195,00

3.6 Aankoop van een sierurn (voor een open nis) € 56,00

3.7 Aankoop van een afsluitdeksel van natuursteen (voor een gesloten nis) € 167,00 3.8 Het afsluitdeksel kan indien gewenst door een steenhouwer op kosten n.v.t.

van de opdrachtgever worden gegraveerd met de namen van de bijgezette personen.

3.9 Plaatsingsrecht voor een urnengraf of een urnen nis € 195,00 3.10 Leges voor de vergunning voor de plaatsing van een grafmonument op € 279,00

een urnengraf

Hoofdstuk 4. Verplichte afkoop van onderhoudsrechten

4.1 Verplichte afkoop van het onderhoudsrecht (enkel graf, 20 jaar) € 837,00 4.2 Verplichte afkoop van het onderhoudsrecht (enkel graf, 40 jaar) € 1.675,00 4.3 Verplichte afkoop van het onderhoudsrecht (dubbel graf, 20 jaar) € 1.675,00 4.4 Verplichte afkoop van het onderhoudsrecht (dubbel graf, 40 jaar) € 3.350,00 4.5 Voor de verplichte afkoop van het onderhoudsrecht van een kindergraf

voor kinderen tot 12 jaar geldt een gereduceerd tarief van 50 % van het onder 4.1 of 4.2 genoemde tarief.

4.6 Verplichte afkoop van het onderhoudsrecht voor urnengraven en € 391,00 (open/gesloten) urnen nissen gedurende 20 jaar

4.7 Verplichte afkoop van het onderhoudsrecht voor urnengraven en € 782,00 (open/gesloten) urnen nissen gedurende 40 jaar

(14)

4.8 Verplichte afkoop van het onderhoudsrecht (verlenging enkel graf, 10 jaar) € 418,00 4.9 Verplichte afkoop van het onderhoudsrecht (verlenging dubbel graf, 10 jaar) € 837,00 4.10 Verplichte afkoop van het onderhoudsrecht van een kindergraf

voor kinderen tot 12 jaar geldt een gereduceerd tarief van 50 % van het 50%

onder 4.8 of 4.9 genoemde tarief.

4.11 Verplichte afkoop van het onderhoudsrecht voor urnengraven en € 195,00 (open/gesloten) urnen nissen bij verlenging van 10 jaar

Hoofdstuk 5. De kosten voor een verlenging na afloop van de overeengekomen termijn (inclusief de afkoop van het onderhoudsrecht)

5.1 Verlenging voor een periode van 10 jaar voor een enkel graf € 837,00 5.2 Verlenging voor een periode van 10 jaar voor een dubbel graf € 1.675,00 5.3 Verlenging voor een periode van 10 jaar voor een kindergraf € 447,00 5.4 Verlenging voor een periode van 10 jaar voor een urnengraf € 558,00 5.5 Verlenging voor een periode van 10 jaar voor een urnen nis € 558,00 5.6 Verlenging voor een periode van 20 jaar voor een enkel graf € 1.675,00 5.7 Verlenging voor een periode van 20 jaar voor een dubbel graf € 3.350,00 5.8 Verlenging voor een periode van 20 jaar voor een kindergraf € 893,00 5.9 Verlenging voor een periode van 20 jaar voor een urnengraf € 1.117,00 5.10 Verlenging voor een periode van 20 jaar voor een urnen nis € 1.117,00 Hoofdstuk 6. Jaarlijkse betalingen voor het onderhouden van vóór 1 januari 1994 uitgegeven grafruimten.

6.1Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van voorwerpen en het door of vanwege de gemeente onderhouden van een grafruimte, wordt voor een voor 1 januari 1994 uitgegeven grafruimte een jaarlijks recht geheven van:

1. voor een particulier graf € 112,00

2. voor een particulier urnengraf € 56,00

3. voor een particuliere urnen nis € 56,00

6.2De rechten als bedoeld in 6.1 kunnen worden afgekocht door betaling van een som ineens. Het bedrag van de afkoopsom wordt verkregen door vermenigvuldiging van het jaarlijks verschuldigd bedrag met een factor, die bedraagt:

a. voor een voor 1 januari 1994 voor 15 jaar uitgegeven grafruimte 9 b. voor een voor 1 januari 1994 voor 20 jaar uitgegeven grafruimte 11 c. voor een voor 1 januari 1994 voor 25 jaar uitgegeven grafruimte 12 d. voor een voor 1 januari 1994 voor 40 jaar uitgegeven grafruimte 14 e. voor een voor 1 januari 1994 voor onbepaalde tijd uitgegeven 25

grafruimte

Hoofdstuk 7. Lichten, ruimen en verstrooien

7.1 Voor het lichten van een lijk wordt geheven € 558,00

7.2 Voor het na lichting weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt € 558,00 geheven

7.3 Voor het na lichting weer begraven in een ander graf wordt geheven € 614,00 7.4 Voor het lichten van een asbus uit een particulier graf, een particuliere € 223,00

Urnen nis of een particulier urnengraf wordt geheven

7.5 Bij het weer terugplaatsen van de asbus wordt geheven € 279,00 7.6 Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt € 279,00

geheven

7.7 Voor het verstrooien van as op een verstrooiingsplaats wordt per asbus € 112,00 geheven

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 3 november 2014,

de griffier, de voorzitter,

(15)

Registratienummer: 2014-000978/r/g.4

De raad van de gemeente Weststellingwerf;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, 2e lid en 7 van de Paspoortwet;

b e s l u i t:

Vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van leges 2015”.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder:

a. ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

b. ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

c. ’maand’: het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een kalendermaand tot de 1e dag in de volgende kalendermaand;

d. ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een kalenderjaar tot de 1e dag in het volgende kalenderjaar;

e. 'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor

a. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

b. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet;

c. een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

a. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

b. diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.

2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

(16)

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen acht dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

2. In afwijking in zoverre van het eerste lid moeten de leges, indien zij worden geheven voor de afgifte van een stuk of het verstrekken van inlichtingen, worden betaald bij de afgifte van dat stuk of het verstrekken van inlichtingen.

3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

a. van zuiver redactionele aard zijn;

b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

1. onderdeel 1.1.6 (akten burgerlijke stand);

2. hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

3. hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

4. onderdeel 1.4.6 (papieren verstrekking uit Basisregistratie personen);

5. hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

6. onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

7. hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

1. De artikelen en tarieventabel van de ‘Verordening op de heffing en invordering van leges 2014’

vastgesteld bij raadsbesluit 2014-000927/r van 14 mei 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2015

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 3 november 2014,

de griffier, de voorzitter,

(17)

Registratienummer: 2014-000978/r/e en g.5

De raad van de gemeente Weststellingwerf;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet

b e s l u i t :

Vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting kabels en leidingen 2015”.

Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder:

a. maand: een kalendermaand;

b. vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of

boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.

c. kabels en leidingen: kabels, leidingen en buizen of daarmee gelijk te stellen voorwerpen bedoeld voor het transport van energie of andere materialen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van

voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening.

Artikel 3 Belastingplicht

1. Ter zake van buizen, kabels, draden of leidingen ter zake waarvan op grond van de Gaswet of de Elektriciteitswet een netbeheerder is aangewezen, wordt de precariobelasting geheven van de door de minister aangewezen netbeheerder.

2. In alle andere gevallen wordt de precariobelasting geheven van degene die de buizen, kabels, draden of leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

Artikel 4 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

a. kabels en leidingen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop de kabels en leidingen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is

overeengekomen;

b. kabels en leidingen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van kabels en leidingen die in gebruik zijn bij een derde;

c. kabels en leidingen, welke op grond van een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd;

d. buizen in de grond ten behoeve van de inzameling, het transport en de lozing van afvalwater, hemelwater, grondwater en oppervlaktewater.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

Het tarief bedraagt voor het hebben van kabels, leidingen en buizen per strekkende meter per jaar

€ 2,30 met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

Voor de berekening van de precariobelasting wordt een gedeelte van een strekkende meter als een volledige strekkende meter aangemerkt.

(18)

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat

tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 50,00.

4. Belastingbedragen van minder dan € 50,00 worden niet geheven.

Artikel 10 Termijn van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening is vermeld en de tweede een maand later.

2. Indien voor de betaling van de verschuldigde belasting een machtiging voor automatische incasso is afgegeven, dient voor de in het eerste lid genoemde twee gelijke termijnen drie gelijke termijnen te worden gelezen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maanden volgende op de maand die in de dagtekening is vermeld en de volgende termijnen steeds één maand later.

3. De machtiging voor automatische incasso zoals genoemd in het tweede lid, wordt geacht niet te zijn verleend indien gedurende de looptijd van de automatische incasso twee termijnen worden

gestorneerd ofwel indien de incassomachtiging door de belastingschuldige of de rekeninghouder wordt ingetrokken. De termijnen genoemd in het eerste lid worden in dat geval direct van toepassing.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 13 Overgangsrecht

De verordening “Verordening precariobelasting Kabels en Leidingen 2014” laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 18 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening precariobelasting Kabels en Leidingen 2015.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 3 november 2014,

de griffier, de voorzitter,

(19)

Registratienummer: 201-000978/r/d

De raad van de gemeente Weststellingwerf;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

b e s l u i t:

Vast te stellen de “Tarieventabel zwembaden en sportaccommodaties 2015”.

Tarievenlijst zwembaden 2015

Alle bedragen Incl. BTW De Steense

- Entree kaartje € 3,30

Meerbadenboekje ( 6 maanden na afloop datum geldig)

- 10 badenboekje (alleen geldig in de Steense) € 28,50

- 100 badenboekje (alleen geldig in de Steense) € 244,40

- Entreekaartje t.b.v. kinderfeestje in combinatie met horeca-arrangement € 3,30

Leskaarten kinderen/volwassenen (eventueel aangepast tarief) - A+B+C diploma – 2x p.w. 25 min. Geldig 6 weken

A diploma – 1x per week 60 min. Geldig 6 weken

€ 38,30

€ 38,30

- Zwemvaardigheid 1x p.w. 39 min. Geldig 6 weken € 19,70

- Leskaart mindervaliden 1x p.w. 60 min. € 50,70

(2 periodes van 4 maanden en 1 periode van 2 maanden)

€ 15,70 - Diploma-zwemmen & school diploma zwemmen (exclusief traktatie)

- Aquajogging (per periode van 15 lessen) (eventueel aangepast tarief) € 81,60

- Recreatief zwemmen (2 periodes) (eventueel aangepast tarief) € 109,90

- Triathlonzwemmen (2 periodes) (eventueel aangepast tarief) € 109,90

- Fifty-Fit zwemmen 1x p.w. 45 min. Geldig 6 weken (eventueel aangepast tarief) € 19,30

- Fifty-Fit zwemmen 2x p.w. 45 min. Geldig 6 weken (eventueel aangepast tarief) € 38,30

- - -

Hart in beweging 1x p.w. 45 min. Geldig 6 weken (eventueel aangepast tarief) Overtrekschoenen

Zwemvierdaagse

€ 19,30

€ 0,50

€ 5,30

- Diversen (o.a. verhuur waterscooters € 2,00 p. half uur, aquabollen € 2,00 per half uur en verkoop zwembandjes € 3,80

Verenigingen uit gemeente Weststellingwerf

- badhuur per uur voor training (>35 weken) € 37,30

- badhuur per uur voor training (<35 weken) € 60,30

- badhuur per uur incl. aanwezigheid van 1 instructeur € 56,00

- badhuur per uur incl. aanwezigheid van 2 instructeurs € 74,50

- Wedstrijd per uur € 79,80

(20)

Overige vereniging en bonden buiten gemeente Weststellingwerf

- Training/wedstrijd per uur € 86,30

- Commercieel-/particulier gebruik per uur € 99,90

- Basisonderwijs per leerling € 95,20

De Dobbe

- Entree kaartje € 4,20

- 10 badenknipkaart (alleen geldig in de Dobbe) € 36,50

Leskaart kinderen (eventueel aangepast tarief) -

-

A diploma 3x p.w. 30 min. Geldig 6 weken.

B+C diploma 2x p.w. 30 min. Geldig 6 weken.

€ 49,70

€ 38,30

- Zwemvaardigheid-Snorkelen-Trimzwemmen-Survival(per seizoen) € 49,70

- Spartel diploma ( 10 lessen per seizoen) € 33,60

- Zwembandjes € 3,80

- Douche munt € 0,20

- Diploma-zwemmen (excl. Traktatie) € 15,70

- Zwemvierdaagse € 5,30

Verenigingen uit de gemeente Weststellingwerf

- Training per uur € 26,50

- Wedstrijd per uur € 35,70

Overige verenigingen en bonden buiten gemeente Weststellingwerf

- Per uur € 43,40

- Evenementen € 861,20

- Commercieel gebruik per uur € 99,90

Alléén voor de zomerperiode beide baden

- Gezinsabonnement (+bijkaarten) € 226,20

- Gezinsabonnement in de voorverkoop € 169,00

- Persoonlijk abonnement € 60,20

- Persoonlijk abonnement in de voorverkoop € 44,60

- Duplicaat abonnement € 8,80

De bedragen 2015 (afgerond) zijn met 1,5 % ten opzichte van de bedragen 2014 verhoogd.

(21)

Acc. "De Schakel"

a. per jaar Sporthallen

a. training per klokuur incl. 6% BTW € 27,70 € 28,20

b. comp.wedstr.voor in W'werf thuisspelende verenigingen incl. 6% BTW € 41,70 € 42,40

c. overig gebruik per klokuur incl. 6% BTW € 55,70 € 56,60

d. training voor seizoensgebruikers:

- per uur bij minimaal 26x gebruik per jaar incl. 6% BTW € 21,50 € 21,90

- per uur bij minimaal 44x gebruik per jaar incl. 6% BTW € 15,90 € 16,20

Gymnastieklokalen

a. training per klokuur incl. 6% BTW € 14,40 € 14,70

b. wedstrijd per klokuur incl. 6% BTW € 28,20 € 28,70

c. training voor seizoensgebruikers

- per uur bij minimaal 26x gebruik per jaar incl. 6% BTW € 13,40 € 13,60

- per uur bij minimaal 44x gebruik per jaar incl. 6% BTW € 9,20 € 9,40

Evenementen in sporthallen

a. evenementen per uur (exclusief toeslagpercentage*) incl. 6% BTW € 141,50 € 143,70

b. minimumtarief per evenement incl. 6% BTW € 1.064,50 € 1.080,50

c. waarborgsom per evenement € 413,60 € 419,80

d. sociaal-culturele activiteit per uur incl. 6% BTW € 55,70 € 56,60

De bedragen 2014/2015 (afgerond) zijn met 2,5 % ten opzichte van de bedragen 2013/2014 verhoogd.

De bedragen 2015/2016 (afgerond) zijn met 1,5 % ten opzichte van de bedragen 2014/2015 verhoogd.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 3 november 2014, de griffier, de voorzitter,

(22)

Registratienummer: 2014-000978/r/f

De raad van de gemeente Weststellingwerf;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

b e s l u i t:

Vast te stellen de “Tarieventabel 2015 behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van leges 2015”.

Titel 1 Algemene dienstverlening Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken Hoofdstuk 10 Gemeentearchief Hoofdstuk 11 Huisvestingswet Hoofdstuk 12 Leegstandwet Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet Hoofdstuk 16 Kansspelen Hoofdstuk 17 Kinderopvang Hoofdstuk 18 Telecommunicatie Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer Hoofdstuk 20 Diversen

Hoofdstuk 21 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4 Vermindering Hoofdstuk 5 Teruggaaf

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Hoofdstuk 9 Vervallen Hoofdstuk 10 Diversen

Hoofdstuk 11 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 0 Algemeen Hoofdstuk 1 Horeca

Hoofdstuk 2 Vergunningen/ontheffing op grond van APV Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening

Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

(23)

berekend):

1.1.1.1 op werkdagen in de locatie Griffioenpark 1/ Van Harenstraat 37; € 269,00

1.1.1.2 op werkdagen in de locatie Mandehof 7; € 392,00

1.1.1.3 op zaterdagen in de locatie Griffioenpark 1 / Van Harenstraat 37; € 532,00

1.1.1.4 op zaterdagen in de locatie Mandehof 7 € 778,00

1.1.2 Voor het voltrekken van een huwelijk of het laten registreren van een partnerschap in een andere dan de genoemde locaties bedraagt het tarief:

1.1.2.1 op werkdagen € 392,00

1.1.2.2 op zaterdagen € 778,00

1.1.3 De onder artikel 1.1.1 en 1.1.2 genoemde bedragen worden eveneens geheven voor een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien de omzetting plaatsvindt in een andere ruimte dan in een spreekkamer in het Publiekscentrum

1.1.4.1

1.1.4.2

Voor het in behandeling nemen van een verzoek om eenmalig te worden benoemd als buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand in onze gemeente, die reeds is beëdigd, bedraagt het tarief:

Het tarief voor het wijzigen of annuleren van de afgesproken datum voor een huwelijksvoltrekking dan wel registratie partnerschap, binnen twee weken voor de vastgestelde datum bedraagt:

€ 100,00

€ 42,50 1.1.5 Het tarief bedraagt voor:

1.1.5.1 het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapboekje; € 22,50

1.1.5.2 het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige bij een

huwelijk, per getuige; € 36,00

1.1.5.3 het kalligraferen trouwboekje/partnerschapboekje; € 14,00

1.1.5.4 het kalligraferen kind in trouwboekje/partnerschapboekje; € 9,50

1.1.6 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het legesbesluit akten burgerlijke stand

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten (gemeente hanteert steeds het rijkstarief met afronding naar beneden op € 0.05)

1.2. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.2.1 1.2.1.1 1.2.1.2

van een nationaal paspoort,

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de

gemeente volgt dat 1.2.2

1.2.2.1 1.2.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1 (zakenpaspoort)

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de

gemeente volgt dat 1.2.3

1.2.3.1 1.2.3.2 1.2.3.4 1.2.5

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

van een Nederlandse identiteitskaart:

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de

gemeente volgt dat Tarief wordt

op rijksniveau bepaald; de

gemeente

(24)

volgt dat 1.2.5.1

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is Voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de

gemeente volgt dat 1.2.6 De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 worden bij

een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van Tarief wordt

op rijksniveau bepaald; de

gemeente volgt dat

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen (gemeente hanteert steeds het rijkstarief met afronding naar beneden op € 0,05)

1.3.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de

gemeente volgt dat 1.3.2 Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering

vermeerderd met

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de

gemeente volgt dat 1.3.3 Voor het uitgeven van een zogenaamde Eigen Verklaring worden de door

het Centraal Bureau Rijvaardigheid in rekening gebrachte kosten die zijn voorgedrukt op de Eigen Verklaring, verhoogd per uit te geven Eigen Verklaring met

+ € 1,50

1.3.4 Tot het afgeven van een rijbewijs, indien aan de aanvrager reeds eerder een rijbewijs werd verstrekt, welk document bij de aanvraag niet kan worden overgelegd, worden wegens extra administratieve handelingen de ter zake verschuldigde leges verhoogd met

€ 16,75

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen

1.4.1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de Basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

1.4.2 Het tarief bedraagt voor van het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.2.1 tot het verstrekken van gegevens € 7,80

1.4.2.2 tot het verstrekken van een afschrift van een persoonslijst € 7,80

1.4.2.3 Indien de gegevens worden gevraagd door een instelling met een wetenschappelijk, sociaal of filantropisch doel, bedragen de leges per verstrekking

€ 0,85

1.4.3 Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de Basisregistratie personen.

1.4.4 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

het verstrekken van gegevens € 7,80

1.4.5 Indien op verzoek, ten gevolge van de aard van de aanvraag tot het verstrekken van gegevens een of meer kaartverzamelingen of registers geheel of gedeeltelijk handmatig moeten worden doorlopen, bedraagt het tarief naast het gevorderde ingevolge de voorgaande onderdelen, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 21,25

1.4.6 Voor het schriftelijk verstrekken van informatie aan een overheidsorgaan of derde als bedoeld in artikel 10, onder b van het Besluit Basisregistratie personen

Tarief wordt op rijksniveau bepaald; de

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een pro- jectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet be- draagt het tarief de

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van